Alles in de fysieke wereld bestaat alleen in tijd. Zonder
tijdsduur geen werkelijkheid. Maar het moment nu bezit geen tijdsduur,
behoort dus niet tot de werkelijkheid. Het nu bestaat dus eigenlijk niet.
Maar wacht even, niets behoort meer tot de werkelijkheid
dan juist het nu!, want het verleden bestaat niet meer en de punten in de
toekomst bestaan nog niet.
De werkelijkheid van de tijdlijn bestaat derhalve uit
punten, die niet in de werkelijkheid bestaan.
samenvattend:
het moment nu bestaat
niet, want alles wat bestaat heeft een zekere duurzaamheid.
Er bestaat niets anders
dan het nu. Dat moment nu is zelfs de bron van de werkelijkheid.
En dan de tweede paradox:
Veronderstel dat het
moment nu de enige realiteit is, dan bestaat een tijdsperiode, die altijd
eindig is, uit een oneindig aantal werkelijke momenten. Dat lijkt ook een
beetje raar.
Maar kom, dan kunnen we
aan die momenten geen realiteit toekennen.
Maar dan zou er geen
eindige tijdsperiode kunnen bestaan, omdat de optelsom van niet bestaande
momenten zelf ook niet kan bestaan. (Lees Samson, Menselijke waardigheid,
Damon, blz.90-91)
|