Met
handen en voeten zijn we gebonden aan de tijd. We kunnen er niet aan
ontsnappen. Alles wat we ons voorstellen, zit gevangen in de tijd. Zelfs
als we aan de eeuwigheid denken, ontkomen we er niet aan om daar een
voorstelling van te maken in een tijdskader.
HIJ
GING MET ZIJN TIJD MEE
EN
IS NOOIT MEER TERUGGEZIEN
[Dolf Verspoor]]
Is de tijd iets, wat je horloge
aan geeft? Of is het iets wat gelijk is aan de beweging van
hemellichamen? Soms kan de tijd heel lang duren, zeker als een
vervelende klus hebt, maar de tijd vliegt ook voorbij, een mooie zonnige dag
of een fijne vakantie.
Men spreekt dan van verschillende
tijden, zoals een fysische, een biologische en een psychologische tijd.
WIJ
LEZEN HET VERLEDEN,
BIJ
HET LICHT VAN HET HEDEN,
EN
DE VORMEN VERANDEREN
NAARGELANG
DE SCHADUWEN VALLEN,
OF
NAARGELANG HET GEZICHTSPUNT VERANDERT |
|
Tijd is
klaarblijkelijk niet gelijk aan wat gemeten wordt. Voor Aristoteles was de
werkelijkheid een wereld van dingen en de tijd werd verbonden met de
beweging.
Er zijn verschillende opvattingen
omtrent de tijd. De eerste opvatting ziet de tijd als iets wat zich binnen
de mens afspeelt, een structuur van onze waarneming en van ons denkproces
(Leibniz en Kant).
Anderen beweren dat de tijd iets
objectiefs is. Tijd is iets anders als materie in beweging. Het is een
soort 'geestelijk kader" binnen de materie, onafhankelijk en los van
degene die waarneemt en meet (Newton).
Einstein relativeerde het tijdsbegrip. Je kunt de tijd niet losmaken van de
gebeurtenissen zelf. De tijd hoort wezenlijk bij het menselijk bewustzijn,
maar ook bij het wordend karakter van de gebeurtenissen. In onze materiele
werkelijkheid ligt iets van tijd (Bergson).
De werkelijkheid, zoals wij hem
ervaren, is een ononderbroken stroom, waarin dingen en feiten kunnen
onderscheiden worden. Als we naar muziek luisteren, dan horen en ervaren
we niet op de allereerste plaats de noten, waarmee de mlodie is opgebouwd,
maar we horen de ononderbroken melodie, waarin we noten kunnen
onderscheiden. Zo is dat ook met de tijd.
|
|
de mens kan de
tijd waarnemen omdat hij de werkelijkheid niet ziet als losse momenten,
maar in elkaar grijpende gebeurtenissen. Zo kan hij een 'glimp van de
eeuwigheid' waarnemen. |
Het
heden wordt vaak gezien als een moment zonder duur. Maar we ervaren ook duur,
een heden, dat erg breed is.
Tijd is iets dat niet direct zichtbaar is en
waargenomen kan worden. Het is een constructie van ons verstand. Daarmee
gaan we de werkelijkheid te lijf met begrippen als (on)gelijktijdigheid,
volgorde: eerder/later, meetbaarheid, onomkeerbaar en een absolute
tijdschaal, waarop begin en einde zichtbaar kunnen zijn.
|