| 
 college  4 februari 
2004 
  
    | 
     
    We zijn mensen van de tijd, leven voort in de tijd en worden ook op alle 
    mogelijke manieren door de tijd opgeslokt 
    
    We stoten  ons ook voortdurend aan de grenzen van de tijd en lopen  daar 
    soms builen op. Van de ene kant voelt de mens de tijd aan de lijve, van de 
    andere kant  denkt hij, dat hij de tijd kan ontsnappen. En dat doet hij ook 
    veelvuldig door bijvoorbeeld over de tijd na te denken, plannen maken voor 
    de toekomst, fantaseren, iets verwachten. We kunnen het verleden manipuleren 
    of koesteren en ga zo maar door.  | 
    
      | 
   
  
    
      | 
    
     
    We kunnen afstand nemen van de tijd. 
    
    Wanneer we dat doen, stoten we op een hoop 
    vragen die amper oplosbaar zijn. Om er maar een paar te noemen: 
    
      - 
      
      wat is nu eigenlijk tijd
 
      - 
      
      heeft tijd met verandering te maken
 
      - 
      
      bestaat er verleden, heden en toekomst
 
      - 
      
      heeft de tijd altijd bestaan
 
      - 
      
      is er een begin en einde aan de tijd, of is 
      de tijd oneindig
 
      - 
      
      de mens heeft een begin en een einde, maar 
      wat te denken van zijn verlangen naar oneindigheid  en eeuwige jeugd
 
      - 
      
      bestaat er wel tijd zonder een waarnemer?
 
      - 
      
      Wordt  de tijd als een mysterie beleefd?
 
      - 
      
      Is tijd cyclisch, liniair.
 
      - 
      
      gaat de tijd voorwaarts of achterwaarts
 
     
       | 
   
 
  
  
    
      | 
    
     
    Van 
    belang  is het om een duidelijk onderscheid te maken tussen kosmische, 
    chronologische en psychologische tijd. De tijd vanuit de natuurkunde 
    beschouwd, is misschien wel een heel ander tijdsbegrip dan dat vanuit de 
    psychologie of vanuit de biologie. 
    
    Men 
    dient dat goed in de gaten te houden, maar van de andere kant  bemerken we 
    ook dat de opvattingen omtrent vanuit de verschillende wetenschappen elkaar 
    beïnvloeden. Zo kunnen  psychologische opvattingen omtrent tijd de fysicus 
    en de filosoof aan het denken zetten.Maar ook de verworvenheden van de 
    fysica  kunnen de psychologische opvattingen omtrent tijd danig veranderen. 
       | 
   
  
    |   | 
      | 
   
 
 |