college 14 april 2004
|
men kan de
tijd vergelijken met een ronddraaiend wiel De buitenste ring van de wiel is
de tijd, waarvan we ons bewust zijn en als gemeenschappelijke tijd
bestempelen, dus onze normale tijd. Deze ring draait het snelst van alle
ringen De volgende ring is de
aeonische ring. welke in toenemende mate langzamer draait naarmate men meer
tot het centrum komt; het is een tijd die oneindig langer duurt dan de
gewone tijd. Het is eigenlijk de idee van de tijd, zoals door Plato
voorgesteld. |
|
|
|
De
volgende en de kleinste ring stelt het nu, de illud tempus (in illo tempore)
voor, een tijd die precies op de scherpe rand tussen tijd en niet tijd
balanceert.Deze valt precies tussen de onuitsprekelijke eeuwigheid en het
begin van de tijd, het begin van de schepping het begin van het heelal. |
|
|
en tenslotte is er
een gat, het niet draaiende lege centrum van de wiel, dat altijd stil blijft,
buiten beweging en buiten tijd. Dit is het chinese TAO, het tijdloze,
goddelijke princiep.
Tao is de geheime wet, die alles bestuurt vanuit yin en yang.
Het is een dynamisch grondbeginsel van het universum |
Yang is het
mannelijk princiep, het scheppende, dat handelt in de wereld van het
onzichtbare, in het geestelijke en in de tijd. Yin is het vrouwelijke
princiep, het ontvangende, werkt in op het materiële in de ruimte en brengt
materiële dingen tot uiting. Twee aspekten in Tao: tijd en ruimte. |
|
de mens is ten diepste tijd: yin yang
|