10 maart 2004
printversie (zonder beelden)
Aristoteles |
Lange tijd heeft het denken van Aristoteles onze
opvattingen omtrent tijd beinvloed. Tijd is volgens hem het getal of de maat
van de gemeten beweging voor en na. Tegenwoordig is er binnen de filosofie
en natuurkunde sprake van andere tijdsopvattingen, zoals bijvoorbeeld die
van Augustinus, Bergson en Whitehead.
Henri Bergson, 1851-1941 |
Iedereen weet
ongeveer wat tijd is en de meesten zijn daar tevreden mee. Tijd is gewoon
datgene wat de klokken aangeven. En daar moet je verder niet over zeuren,
zegt Einstein. |
Aristoteles: tijd is een
getal dat de beweging meet. Alles wat beweegt, verandert in de tijd. De meest
voor de hand liggende beweging is de plaatselijke beweging. Deze
plaatselijke beweging wordt geijkt met andere bewegingen in het heelal.
Maar is hiervoor wel een standaard? Of hoe kun je de tijdsmaat ijken? |
Maar er zijn ook filosofen en natuurkundigen die een
radicale bezinning op de tijd voorstaan. Dit vereist wel het verlaten van
gangbare begrippen omtrent tijd.
A. Whitehead |
|
AUGUSTINUS, EEN BISSCHOP IN STRESS (354-430), een
workaholic, een overijvere pastor, ten diepste begaan met het zieleheil
van zijn gelovigen, raadt de mensen aan om tijd te nemen voor bezinning en
gebed, terwijl hij zelf ingeklemd zit in een overvolle agenda. Hij is
rusteloos, zoekt steeds opnieuw naar rust en stort zich van de ene
aktiviteit in de andere. Hij benijdt zijn broeders, die rustig in het
klooster verblijven en leven op de regelmaat van de getijden. |
|
met de waterklok vervlood de tijd van
Augustinus |
"op de drempel van uw deur
nog steeds vastgeplakt in kwalijke stroperigheid van zijn zaakjes, terwijl
hij laverend met de teugels der lusten, verdrietigheden en pleziertjes de
halster van het vooraf en achteraf aandoet. De deur is nog niet geopend, dat
is alleen beloofd. Maar het zal pas morgen gebeuren, het ligt nog in de
toekomst; en laat men nou net dood zijn als eenmaal de tijd gekomen is"
aldus de filossof Lyotard over Augustinus.
Lyotard, +1998
|
Door de tijd raken
we geëngageerd met het verleden, zegt Augustinus. De tijd is geen lege huls
waar de gebeurtenissen doorheen gaan. De gebeurtenissen zijn zelf verbonden
met de tijd en leggen beslag op ons. |
|
Op een existentiële
manier beschrijft Augustinus zijn tijdsbeleving. Zijn heden is overvol. Maar
de herinnerting aan zijn verleden is zo belangrijk, dat er een geestelijke
dimensie werkzaam is (vita beata : zin van het leven)
|
In de verwachting neemt men een voorschot
op de toekomst. Agustinus onderscheidt dan ook drie tijden:
* de tegenwoordige tijd van het verleden
*de tegenwoordige tijd van het heden
* de tegenwoordige tijd van de toekomst
|
De tijd is de beweging van de menselijke ziel , van de
menselijke psyche. De tijd werkt in de geest wonderlijke dingen uit.
|
|
Augustinus neemt afscheid van een
circukair tijdsbegrip, dat in zijn tijd erg populair was |
hij ontwerpt een lineair tijdsbeeld. Een van de kenmerken
van dit tijdsbeeld is het geloof in een utopie. Deze utopie heeft
Augustinius in detail beschreven in "de civitate dei"', de Stad Gods.
|
|
kijk ook eens naar
de links |
|
|