Het klimaat van de provincie Zuid-Holland.

Van sommige provincies zijn klimaatgrafiekjes beschikbaar. Meer informatie op de site van het KNMI.
In onze fotorubrieken vindt u ook foto's van de provincie.


GRONINGEN
FRIESLAND
DRENTE
OVERIJSSEL
GELDERLAND
FLEVOLAND
UTRECHT
NOORD-HOLLAND
ZUID-HOLLAND
ZEELAND
NOORD-BRABANT
LIMBURG

Zuid-Holland: Klimaat beïnvloed door de mens.

Het klimaat in Zuid-Holland wordt in hoge mate bepaald door de Noordzee en menselijke invloeden. De provincie is zeer dicht bevolkt, zeker in de regio Rotterdam en Den Haag. In het Rijnmondgebied bevindt zich veel zware industrie die grote hoeveelheden gassen in de atmosfeer brengt, waardoor wolken- en buienvorming wordt bevorderd. Ook het Westland met de vele kassen is een belangrijke invloedsfactor. Er zijn vrij brede duingebieden langs de kust en het relatief dun bevolkte Groene Hart kent vele polders en een aantal plassen. Hierdoor kent Zuid-Holland ondanks de ligging aan zee toch een aantal belangrijke klimaatverschillen.
In Nieuwerkerk a/d IJssel ligt met - 6.74 het laagste punt van Nederland in de Zuidplaspolder.
De waterhuishouding is in Zuid-Holland erg belangrijk en dat hebben we de afgelopen zomer met het vele regenwater weer gemerkt.

Temperatuur, zon en wind.
Als gevolg van de invloeden van de Noordzee is het klimaat over de gehele provincie genomen gemiddeld, maar er zijn regionale uitschieters.
Zo is het opmerkelijk dat bij een aflandige wind het KNMI station Hoek van Holland in de zomer vaak erg hoge maxima doorgeeft. Dit heeft te maken met de ligging in de duinen van dit nu automatische weerstation. De laagste minimum waarden in de winter worden vaak op luchthaven Rotterdam gemeten en dit heeft weer te maken met de lage ligging van het KNMI weerstation, min of meer in een kom, waar de koude lucht naartoe afzakt. In het verstedelijkte deel van het Rijnmondgebied blijft het tijdens de zomer ’s nachts vaak juist warm. Veel zon vinden we aan de stranden; op jaarbasis schijnt de zon er gemiddeld bijna 1650 uur. In de Vijfheerenlanden, west van de Betuwe is de zon in een “normaal” jaar gemiddeld maar ruim 1500 uur zichtbaar.
De wind is vanwege de ligging aan zee en het vlakke, meestal bosarme land natuurlijk een belangrijke factor. In Hoek van Holland en Valkenburg worden tijdens stormen regelmatig de krachtigste windstoten van het land gemeten. In de zomer steekt tijdens mooie dagen met weinig wind vaak een zeewind op, meestal vanuit het noordwesten, zodat de strandgangers verkoeling krijgen. In de voorzomer drijven met de zeewind vaak mistvelden mee, die het aan het strand dan in slechts enkele minuten tijd ronduit kil maken.

Onweer en neerslag.
Geliefd bij toeristen is de omgeving van Ouddorp op Goeree-Overflakkee. Dat is niet zo vreemd, want juist in deze omgeving valt de minste regen en zijn de meeste zonuren. In het Westland en in de regio Rotterdam valt gemiddeld 875 mm, terwijl er in Ouddorp maar zo’n 750 mm valt. In de maanden september en oktober valt aan de kust veel meer neerslag dan elders in de provincie.

In de regio Rotterdam is het vaak het natst, waarschijnlijk mede door de industrie in de omgeving van Rotterdam. Opvallend de afgelopen jaren dat enkele malen juist het centrum van Rotterdam de zwaarste buien te verwerken kreeg. Deze buien hadden te maken met de stedelijke warmte, die voor extra brandstof van de buien zorgde. Het meest onweerrijke gebied van het land is rondom Dordrecht te vinden. In het Westland zijn de laatste jaren veel waterproblemen ontstaan als gevolg van de veelvuldig optredende zware regenval in de nazomer en het najaar. De vele kassen bemoeilijken de natuurlijke afwatering.
Zuid-Holland is geen sneeuwrijke provincie. Weliswaar komen er met name in het Rijnmondgebied in het winterseizoen regelmatig flinke sneeuwbuien voor, maar de sneeuw blijft vaak niet lang liggen. En neerslaggebieden die vanuit het westen het land op trekken brengen in het binnenland meestal pas in het midden van het land ook sneeuw. Vlak langs de kust valt maar op 18 tot 20 dagen sneeuw, in de Vijfheerenlanden is dit op 25 dagen het geval.

Bijzonder weer.
Opmerkelijk feit uit het verleden is de enorme neerslagsom, die Gouda op 24 juni 1975 te verwerken kreeg 146 mm binnen één etmaal. De Zuid-Hollandse eilanden waren 14 september 1998 aan de beurt. In Dirksland viel toen over het etmaal 134 mm. Ook 6 juni1998 was Zuid-Holland de klos. Zware hagelbuien veroorzaakten grote schade in Alblasserdam, er vielen daar hagelstenen met een doorsnee van 6 cm. En recentelijk werd in Maasland het landelijk neerslagrecord gebroken. In augustus 2004 viel daar 325 mm neerslag.


Tekst met toestemming van de auteur deels uit: Het Weer Magazine.
Alle klimaatcijfers, ook in de tabellen hebben als bron het KNMI, De Bilt.

Terug naar home.