Noord-Brabant: Veel zomerwarmte in grootste Nederlandse provincie.
Noord-Brabant bestaat voor het grootste deel uit zandgrond, maar in het noorden en uiterste westen is er ook rivier- of zeeklei. De provincie kent nauwelijks echte heuvels, maar wel brengen bossen veel beschutting. Er zijn een aantal grote zandverstuivingen. In het westen is de zee dichtbij. Deze topografie leveren de provincie enkele interessante klimaateigenschappen op.
Temperatuur,
zon en wind.
Dankzij de zuidelijke ligging behoort Noord-Brabant in de zomer tot de warmste
gebieden van ons land. Boven de zandgronden worden niet zelden de hoogste temperaturen
van ons land gemeten, vaak geholpen door beschutting. Woensdrecht is in de zomer
vaak een station dat qua temperatuur heel hoog scoort. In de winter daarentegen
is het op dat station juist vaak een van de koudste plekken van Nederland. Ook
andere Brabantse stations, Volkel en Eindhoven-KNMI zitten vaak in de toppositie
qua temperaturen, zowel in de zomer als in de winter. Een en ander hangt samen
met de bodemgesteldheid en ook beschutting. Zomerwarmte in Noord-Brabant wordt
vaak ook in de hand gewerkt door met een zuidenwind aangevoerde warme lucht,
opgewarmd boven de zandgronden van de Belgische Kempen en Belgisch Limburg.
Deze gebieden zijn vergelijkbaar met onze eigen Veluwe. Over het jaar gezien
is Noord-Brabant minder wamr als Zeeland, maar de hoogste maxima worden vaak
in Noord-Brabant gemeten.
Qua zonneschijn is er een groot verschil tussen west en oost. De ligging niet
ver van de kust levert het westen van de provincie jaarlijks ruim 1550 uur zonneschijn
op. Het uiterste oosten nabij Cuyk moet het met nog geen 1400 uur doen. Ook
wat de wind betreft is er een groot verschil tussen het westen en oosten. Het
uiterste westen doet volop mee met de windsnelheden die gebruikelijk zijn in
de kustprovincies, maar in het oosten is de gemiddelde windsnelheid net zo gering
als op de Utrechtse Heuvelrug, in Twente en Oost-Drente.
Onweer
en neerslag.
Onweersliefhebbers zitten vooral in het westen van de provincie erg goed. Onweersbuien
vanuit Frankrijk trekken zeer geregeld via de regio Brussel en Antwerpen het
westen van Noord-Brabant binnen. Het komt daar in de zomer zeer geregeld tot
zwaar onweer. Ook rond Eindhoven komen heel vaak zware onweersbuien voor die
regelmatig wateroverlast veroorzaken, maar het onweert er minder dan in het
westen. Oorzaak is de aanwezigheid van industrie in het westen en de in de zomer
sterk verhitte zandgronden in België. Het centrale en deels westelijke
deel van het gebied telt gemiddeld de meeste onweersdagen van Nederland, en
wel 33. Ook qua neerslag is Noord-Brabant bijzonder. In het westen is de jaarlijkse
neerslag heel gemiddeld (ruim 800 mm) maar het zuidoosten behoort tot de droogste
gebieden van ons land. Daar valt nauwelijks 700 mm.
Bijzonder weer.
Samenhangend met de zware zomerse onweersbuien komen ook bijzondere weersverschijnselen
voor, zoals hagelstenen tot circa 5 cm. Op 17 juni 2004 kwam er in Breda een
windhoos voor, die honderd jaar oude bomen ontwortelde en zelfs even de lucht
in trok. Ook in een eerder verleden hebben zware onweersbuien veel overlast
gegeven in met name het westen van de provincie. Diverse gevallen van zeer zware
regenval komen uit de regio rond Eindhoven. De Dommel is een regenrivier die
tijdens langdurige zware regenval nog wel eens buiten haar oevers treedt. Op
26 augustus 2002 was er sprake van zeer zware regenval, waarbij op sommige plaatsen
meer dan 120 mm omlaag kwam, en zelfs 130 mm in het Land van Nassau. Het kerkdorp
Langeweg scoorde zelfs 150 mm. In juli 1987 werd in Dongen officieus een neerslagintensiteit
van 5 mm per minuut gemeten. Volgens het KNMI is het officiële record 4
mm/minuut, gemeten gedurende twee minuten te Ammerzoden.
Ondanks de soms spectaculaire minimumtemperaturen tijdens stralingsnachten munt
Noord-Brabant niet uit in winterspektakel in de vorm van bijvoorbeeld veel sneeuw.
De kustbuien bereiken Noord-Brabant meestal niet. Vanwege de zuidelijke ligging
is de kans dat een winterse depressie ten zuiden van het gebied langs trekt
veel kleiner dan in het noorden. Echter… bij een “dooi om de noord”
slaagt deze niet zelden er niet in om Noord-Brabant te bereiken. Het aantal
sneeuwdagen zit aan de onderkant van de middenmoot en varieert van 22 dagen
in het westen tot 26 in het oosten. Zomerliefhebbers komen in de provincie flink
aan hun trekken. Het aantal zomerse en tropische dagen is in het oosten –
samen met dat van Limburg – het hoogste van Nederland!
Tekst met toestemming van de auteur deels uit: Het
Weer Magazine.
Alle klimaatcijfers, ook in de tabellen hebben als bron het KNMI, De Bilt.
Terug
naar home.