Pesten bij kinderen
Taken JGZ (1/4)
De jeugdgezondheidszorg (JGZ) is ten aanzien van pesten gericht op de
- preventie;
- signalering en diagnostiek;
- begeleiding, behandeling en verwijzing bij pesten.
Het gehele JGZ team heeft een taak bij de zorg voor kinderen die daadwerkelijke pesten of gepest worden en speelt een belangrijke rol in de ketenzorg. Hiervoor is een speciale “JGZ Richtlijn Pesten” opgesteld (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, 2014).
Tijdens alle contactmomenten in de JGZ kan voorlichting aan ouders gegeven worden als preventieve maatregel. Gewezen kan daarbij worden op de risico’s van het agressief benaderen van hun kind en/of autoritaire opvoeden op de ontwikkeling van probleemgedrag (pesten, gepest worden, onzeker worden) bij het kind. Buitensporig agressief gedrag bij jonge kinderen kan een voorbode zijn van pestgedrag op latere leeftijd.
In de volgende onderdelen wordt ingegaan op signalering van en begeleiding bij pesten.
Waarop dient de JGZ alert te zijn ten aanzien van pesten
Volgens de JGZ Richtlijn Pesten dient (de verpleegkundige binnen) de JGZ extra alert te zijn op pesten of gepest worden bij kinderen (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, 2014):
- die angstig, depressief of teruggetrokken/verlegen zijn;
- die motorisch onhandig zijn;
- die stotteren;
- met overgewicht/obesitas;
- met ADHD of autisme;
- die afwijken van het gemiddelde, opvallen of kwetsbaar lijken;
- op het speciaal onderwijs.
Het hebben van vrienden, warmte binnen het gezin en een positieve thuissituatie kunnen een beschermende werking hebben tegen de negatieve emotionele gevolgen bij kinderen die worden gepest. Jongeren uit twee-ouder gezinnen zijn minder vaak betrokken bij pesten of gepest worden.
Variabelen die volgens het onderzoek van Salmon, James & Smith (1998) bepalen of iemand meer gepest wordt zijn: angst, leugenachtigheid, geslacht (man), leeftijd (11-14 jaar), lage mate van depressie. Verrassend is dat een hoge mate van depressie meer kans geeft om pester te zijn en dat zelfvertrouwen geen significante invloed leek te hebben.