Pesten bij kinderen
Vormen van pesten
De volgende vormen van pesten worden onderscheiden (Nederlands Jeugd Instituut, 2014_C).
Er wordt het meest verbaal gepest. Op deze manier is de kans kleiner dat het opgemerkt wordt. Bij het verbaal pesten scheldt, vernedert (bijv. door uitlachen, imiteren of op andere wijze belachelijk maken) of bedreigt men de gepeste. Vaak gaat de gepeste de pestkop geloven waardoor de gepeste een minderwaardigheidsgevoel krijgt.
Men zal hier iemand lichamelijk pijn doen: schoppen, slaan, spugen, knijpen, etc.
Geruchten verspreiden (al of niet via mobiel en internet).
De achtervolgingen zijn meestal op voorhand gepland. Er wordt afgesproken met een grote groep en dan gaan ze die persoon pesten. Wanneer een kind soms achtervolgd wordt, zijn ze vaak bang om op openbare plaatsen te komen. Ze vermijden plaatsen uit angst om opgewacht te worden.
Met ‘uitsluiting’ bedoelt men iemand negeren. De gepeste wordt overal buitengesloten. De pesters doen alsof de gepeste niet bestaat. Het slachtoffer staat steeds alleen, mag nergens aan meedoen en heeft geen vrienden en vriendinnen. Het kind gaat zich eenzaam voelen en krijgt uiteindelijk een minderwaardigheidsgevoel. Hierdoor wordt hij / zij bang om sociale contacten te leggen.
Het gepeste kind is vaak spullen kwijt zoals potloden, pennen, gommen, etc. Ze zijn afgepakt, verstopt of vernield. Zo willen ze het kind van streek maken. Het stelen en vernielen is meestal te wijten aan jaloezie van de pestkop.
De gepeste of meelopers worden via chantage en intimidatie soms gedwongen om iets te doen, terwijl dat tegen hun zin is. Ze moeten bijvoorbeeld geld stelen, klusjes knappen, taken maken, snoep meebrengen, speelgoed afgeven, etc.
Er wordt het meest verbaal gepest. Op deze manier is de kans kleiner dat het opgemerkt wordt. Bij het verbaal pesten scheldt, vernedert (bijv. door uitlachen, imiteren of op andere wijze belachelijk maken) of bedreigt men de gepeste. Vaak gaat de gepeste de pestkop geloven waardoor de gepeste een minderwaardigheidsgevoel krijgt.
Men zal hier iemand lichamelijk pijn doen: schoppen, slaan, spugen, knijpen, etc.
Geruchten verspreiden (al of niet via mobiel en internet).
De achtervolgingen zijn meestal op voorhand gepland. Er wordt afgesproken met een grote groep en dan gaan ze die persoon pesten. Wanneer een kind soms achtervolgd wordt, zijn ze vaak bang om op openbare plaatsen te komen. Ze vermijden plaatsen uit angst om opgewacht te worden.
Met ‘uitsluiting’ bedoelt men iemand negeren. De gepeste wordt overal buitengesloten. De pesters doen alsof de gepeste niet bestaat. Het slachtoffer staat steeds alleen, mag nergens aan meedoen en heeft geen vrienden en vriendinnen. Het kind gaat zich eenzaam voelen en krijgt uiteindelijk een minderwaardigheidsgevoel. Hierdoor wordt hij / zij bang om sociale contacten te leggen.
Het gepeste kind is vaak spullen kwijt zoals potloden, pennen, gommen, etc. Ze zijn afgepakt, verstopt of vernield. Zo willen ze het kind van streek maken. Het stelen en vernielen is meestal te wijten aan jaloezie van de pestkop.
De gepeste of meelopers worden via chantage en intimidatie soms gedwongen om iets te doen, terwijl dat tegen hun zin is. Ze moeten bijvoorbeeld geld stelen, klusjes knappen, taken maken, snoep meebrengen, speelgoed afgeven, etc.
Verbaal:
Non-verbaal:
Roddelen:
Achtervolging:
Uitsluiting:
Stelen of vernielen van bezittingen:
Afpersing: