Pesten bij kinderen
Situatie uit de eigen praktijk
Situatie
De jeugdverpleegkundige doet onderzoek op middelbare scholen in Rotterdam. In de eerste klassen wordt onderzoek gedaan op basis van een SDQ-vragenlijst. De SDQ is een vragenlijst om de sociaal-emotionele gezondheid van de jeugd te meten. De SDQ-totaalscore geeft aan in hoeverre een kind sociaal-emotionele problemen heeft. Aan de hand van 5 sub-schalen kan vervolgens gekeken worden op welk gebied de problemen zich voordoen en of er sterke kanten zijn. Een matig verhoogde SDQ-totaalscore betekent dat een kind/jongere een verhoogd risico heeft op sociaal-emotionele problemen. Bij een verhoogde SDQ-totaalscore zijn er vrijwel zeker sociaal-emotionele problemen aanwezig.
Taak
Mijn taak was om de SDQ-vragenlijst te scoren en met de kinderen het gesprek aan te gaan, ook was het mijn taak om op te sporen waarom het kind een verhoogde score heeft en zo nodig interventies toe te passen. De jeugdverpleegkundige signaleert, ondersteunt en verwijst zo nodig door naar de specialist.
Actie
Ik heb de SDQ-vragenlijst gescoord. Daarna heb ik een selectie gemaakt van de kinderen die hoog hadden gescoord: voor hen heb ik mij beter voorbereid alvorens met hen in gesprek te gaan. Verder heb ik in de SDQ-vragenlijst gemarkeerd welke vragen ik verder zou willen stellen om een beter beeld te kunnen vormen.
Het kind waarop ik hieronder verder inga, was een kind dat in de vragenlijst op de categorie emotionele problemen hoog had gescoord en ook zelf op de vragenlijst had aangegeven dat hij op de basisschool werd gepest.
Tijdens ons gesprek werd door hem verteld dat hij er niet tegen kan als iemand een grapje over hem maakt. Dit in verband met de situatie vroeger op de basisschool. Over de basisschool vertelde hij dat hij niet mee mocht doen tijdens het voetballen en dat de klasgenoten niet met hem wilden spelen. Ook vertelde hij dat hij ging huiken, als hij in een situatie terechtkwam waarbij hij niet wist hoe hij moest handelen. Hierdoor werd hij gepest door zijn klasgenoten. Ook vertelde hij dat hij geen controle had over zijn emoties en dat hij snel ging huilen. Hij begon tijdens ons gesprek ook te huilen, ik zag dat zijn verdriet van de basisschool nog niet was weggegaan. Ik vroeg of hij hier met zijn ouders over had gesproken. Hij gaf aan van wel, maar volgens zijn ouders moest hij wat sterker in zijn schoenen staan, zich niet aanstellen en niet teveel letten op de jongens. Dit gaf hem echter onvoldoende troost.
Casus (1/2)