De Kolhoop
Dit huis speelde een belangrijke rol in
de geschiedenis van de Postma's.
Het is gebouwd in 1932/33, en was ontworpen door zoon Klaas
die architect was.
Het was bestemd als woonhuis voor zijn ouders, aangezien de oudste zoon
Jacob het hotel overnam.
Zoals hier te zien, was het een mooi ontwerp, een bewijs van Klaas'
talent.
De Kolhoop werd gebouwd in tijden van wereldwijde financiële
malaise, en dat had ook hier zijn impact.
Omdat een klant zijn verplichtingen jegens hem niet kon vervullen, kon
Klaas zijn eigen schulden niet voldoen.Jacob en zijn vrouw Frieda
kwamen terug van hun huwelijksreis, klaar om het bedrijf over te nemen.
Inplaats daarvan: een koude douche: het opknappen van het hotel alsmede
de bouw van de Kolhoop waren stilgelegd, omdat de rekeningen niet
betaald konden worden. Om hem uit de penarie te
helpen, moest de hele familie bijspringen. Het was lente, de druktste
tijd van het jaar kwam eraan, maar personeel kon niet ingehuurd wegens
gebrek aan liquide middelen.
Alle familieleden hielpen in de zaak, en ze hadden mazzel: het was een
prachtige zomer waarin ze veel klanten hadden. Dus veel omzet die er
voor zorgde dat tegen het einde van het jaar de ergste zorgen voorbij
waren. Toch heeft dit gebeuren een financiële nasleep van
jaren gehad.
De ouwelui Sjouke en Janna betrokken het met hun jongste zoon
Bert en zuster Frouwkje en beiden woonden er tot
het eind van hun leven, in 1943 respectievelijk 1964.
Een klein tabakswinkeltje werd gedreven in het ronde deel rechts tot
1962, door mijn grootmoeder Janna.
In de jaren na de oorlog, verbleven Jacob's
kinderen in het huis omdat hun ouders, als collaborateurs tijdens de
oorlog, uit hun huis gezet en vastgezet waren.De kinderen, erg jong
nog(de jongste was 1,5 jaar oud), vonden onderdak in de Kolhoop
bij grootmoeder Janna en tante Frouwkje.
Totdat oma en tante ook werden gearresteerd en de kinderen eruit
geschopt werden en volledig aan hun lot overgelaten. In later jaren
werd de onrechtvaardigheid hiervan wel ingezien, toch liet deze
ervaring grote trauma's bij de betrokkenen achter.
Toen oma later weer vrijgelaten werd(behalve van haar met de nazis
sympathiserende zoon houden had ze bij mijn weten niks gedaan) kwamen
deze
zelfde kinderen weer in de
Kolhoop wonen. Ze gingen ook in Emmen naar school.
Ook Hennie's dochter verbleef veel
bij haar grootouders gedurende de 30-er jaren, voor ze naar "de Oost"
vertrokken. Na hun terugkomst in 1946, verbleven zij en haar ouders er,
omdat ze geen eigen woning hadden. Nadat haar ouders teruggingen naar
N.O.Indië, vond zij hier een tweede thuis. Bij oma en tante.
Joop's twee oudste dochters woonden ook
in
de Kolhoop, vooral meteen nadat ze terugkwamen uit Zuid-Amerika in
1957, en hun eigen woning in Warns nog niet op orde was.
Een van had behield nauw contact met tante Frouwkje en bezocht haar
vaak in de 60-er jaren, nadat oma was overleden.
Ikzelf, hun kleine broertje, verbleef een week samen met mijn vader in
dit huis in 1970, nadat tante Frouwkje op de 8e januari van dat jaar
was overleden. Het huis moest opgeruimd en klaargemaakt om te verkopen.
Hij liet me toen veel over Emmen zien en vertelde over zijn kindertijd.
Ik denk dat je terecht kunt stellen, dat veel van het
Postma-nageslacht, tweede of derde generatie, een veilige haven in dit
huis heeft gevonden op enigerlei moment in hun vaak veelbewogen levens.
Mijn zuster vertelde me dat ze het altijd een interressant ontwerp
vond, omdat het aan een kant rond was. Ik herinner mezelf vooral de
prachtige gekleurde glas-in-lood ramen. Je kunt ze hier van de
buitenkant zien. Mooi.
Terug naar het hotel
Naar het Familieportret