Jacob

Jacob with his wifeDit is Jacob op een woonboot met zijn echtgenote. Dat is waar ze in woonden na de tweede wereldoorlog.

Jacob heeft in de loop van zijn leven veel op schepen verbleven. Als jonge man werkte hij in de catering op een scheepslijn van en naar Nederlands-Indieë.

De situatie waar ze in verkeerden op deze foto had alles te maken met de omstandigheden en persoonlijke keuze die ze tevoren hadden gemaakt.

Ze hadden niet veel op dat moment, maar ze hadden tenminste elkaar weer, nadat ze een lange tijd gevangen waren geweest.






Jacob was de oudste. Hij was genoemd naar de vader van zijn vader, die naar zijn vader was genoemd etc etc. Mensen van die generaties waren niet erg origineel in het geven van namen, mannen gaven hun zoon eenvoudigweg dezelfde naam als ze zelf hadden. Toch is het wel een mooie oude Joodse naam, een  naam van een van de aartsvaders.
Zijn eigen vader Sjouke had kreeg de naam van de vader van zijn moeder, Sjouke Beers Polstra.

Uit statistieken zou blijken dat de oudste uit een gezin vaak meer leiderschapskwaliteiten bezit dan kinderen daarna geboren. Dit ging zeker op voor Jacob. Hij was manager in de hotelbusiness tijdens het grootste deel van zijn werkzaam bestaan en was er best goed in. Wat zijn loopbaan getorpedeerd heeft was zijn keuze voor de NSB.

Hij werd geboren op 6 mei 1901, in Meppel. Maar net als als zijn broers en zuster groeide hij op in Emmen. Hij had voldoende onrust in zijn lijf om als jonge man te vertrekken. Eerst ging hij naar de Hotelschool in Den Haag. Daarna ging hij uit varen. Dit deed hij verscheidene jaren, terwijl hij werkte in het scheepsrestaurant. Hij doorliep een goede carrière, begon als kellner, werd later Chef Hofmeester.
Op een van zijn reizen ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Frieda, in Amsterdam in de haven. Later kwamen ze elkaar weer tegen in Nederlands-Indië, en besloten zich te verloven en vervolgens te trouwen.

Jacob had het allemaal uitgewerkt: eerst verloven, dan nog een paar reizen maken, dan het hotelbedrijf van zijn ouders in Emmen overnemen, die een dagje ouder werden. Dit was 1932/33. Er werd een nieuw huis naast het hotel gebouwd, ontworpen door zijn broer Klaas. Zie: de Kolhoop. Het hotel zelf werd gemoderniseerd.

In die tijd ontwikkelde Jacob sympathieën voor de ideeën van een zekere Mussert, voorman van de Nederlandse nationaal-socialisten, de NSB. Er was een wereldwijde economische crisis geweest en er was grote armoede geweest in het Oosten, in Duitsland. De parlementaire democratie had hier geen oplossing voor, kon de armoede op korte termijn niet oplossen.
Maar toen werd in Duitsland een man gekozen, die veel problemen daar hielp oplossen, zoals werkloosheid. Ok, hij was antisemiet, en vermoordde en terroriseerde al wie hem tegenwerkte. Hitler was zijn naam.

De NSB wilde aanvankelijk niet zozeer de Duitsers naar Nederland halen, als wel een Nederlandse versie van dit succes ontwikkelen. Nadat de nazis Rotterdam gebombardeerd hadden, met vele doden tot gevolg, hun macht installeerden en later alle joden deporteerden werd dezelfde NSB natuurlijk gebruikt als een instrument door de bezetters.
Maar, zoals onze koningin Beatrix publiekelijk verklaarde tijdens haar bezoek aan Israel,  de trieste conclusie moet getrokken worden dat heel erg veel mensen in  Nederland samenwerkten met de nazi's in die tijd.
Echte helden, zoals mijn oom Klaas, waren in feite zeldzaam.

Dus, Jacob werd een belangrijk lid van deze beweging. Hij was ook een principieel man. Toen het voedsel op de bon kwam, wilde hij zijn positie niet gebruiken  om meer porties te krijgen voor zijn gezin dan waar ze recht op hadden. Hij geloofde gewoon in de ideeën van de beweging waarmee hij zichzelf verbonden had. En week daar nooit vanaf.
Hoe hij reageerde toen zijn eigen broer gearresteerd werd en doodgeschoten, zullen we nooit weten. Ik schat in, dat hij het verdrietig vond, maar ook vond dat zijn broer stomme dingen had gedaan.
Ik heb er lang over nagedacht, of Jacob zijn broer had kunnen redden. Mijn conclusie: onder de dictatuur die toen heerste: nee, dat had hij niet.

De oorlog eindigde op 5 mei 1945, een dag voor Jacob 44 werd. Het zal geen fijne verjaardag geweest zijn.
Al gauw daarna werden hij en zijn vrouw gearresteerd en vastgezet. Niemand bekommerde zich om hun kinderen. De schande van die dagen. Kinderen van collaborateurs werden gewoon aan hun lot overgelaten.
Ze vonden in eerste instantie onderdak bij hun grootmoeder Janna en tante Frouwkje. Tot die ook gearresteerd werden. Toen zat het kleine meisje Coby op de deurmat van haar grootmoeders huis met haar kleine dreumesbroertje van 1,5 jaar oud en kon nergens heen. Ze wist niet waar haar ouders waren, begreep de situatie niet, het enige dat ze begreep was dat ze gestraft werd voor iets waar ze part noch deel aan had.
Zo ga je niet met kinderen om. "Zo gaat dat nou eenmaal in de oorlog", zou een ander zeggen, of "tsja, vervelend". Ik vind het hartverscheurend.

Jacob en zijn vrouw zaten een flinke tijd vast. Ze werden ruw behandeld. Eufemistisch uitgedrukt, niet wat je zou mogen verwachten in een rechtstaat. Later, toen de gemoederen wat bedaard waren, werd de situatie redelijker. A.D.Belinfante is hier in zijn boek "In plaats van bijltjesdag" uitvoering op ingegaan.

Jacob and familyJacob voelde zich echter zijn leven lang onjuist behandeld. De enkele keren dat ik hem ontmoet heb, begon hij altijd te klagen over "dingen van een ander standpunt bekijken" en over zaken die fout gedaan waren. Ik vond het toen onprettig om naar te moeten luisteren en datzelfde gevoel heb ik er nog steeds bij.
Hij en zijn gezin pakten de brokstukken later weer op. Het gezin werd herenigd en woonde een hele tijd op een woonboot. Jacob werkte vooral in het restaurantwezen, soms in zijn loopbaan door zijn verleden achtervolgd. Hij werkte in "Avifauna", een vrij bijzonder vogelpark, waar ook een restaurant bij was. In later jaren bezat hij een hotel in Den Haag, hotel Hage.
Jacob en Frieda hadden een gehandicapte dochter, met een aangeboren hersendefect, dat zowel haar geestelijke als lichamelijke vermogens negatief beïnvloedde. Hij was een toegewijd en liefhebbend vader voor haar, en zorgde voor haar zo lang hij kon. Ze was een heel enthousiast breister. Ze heeft voor mij ook eens een sjaal gebreid, die ik lang heb gedragen. Het was een lieve meid, die Hanneke heette.
Het gezin op de woonboot.

Toen het tijd voor zijn pensioen was, wilde Jacob zich met zijn vrouw vestigen in Friesland, in Warns. Zijn broer Joop had meegewerkt aan het creeëren van eenJacob met Joop voor de Janke Tromp Hoeve verzorgingscentrum voor bejaarden en daar wilden ze gaan wonen. Het heet de Janke Tromp hoeve. Helaas, Frieda stierf voor hun huis klaar was.
Hij ging er alleen wonen. Omdat hij wel op zijn jongere broer leek, verwarden mensen hem wel eens met Joop, die meer dan 15 jaar een publiek figuur was geweest in Warns.
Hij hertrouwde zelfs met een vrouw en woonde meerdere jaren gelukkig met haar samen.










                                                                                                                                                                            Jacob(links) met zijn broer Joop voor het pas
                                                                                                                                                                            gebouwde verzorgingscentrum voor ouderen in
                                                                                                                                                                            Warns

Graf van JacobJacob stierf in 1991, in Warns, een paar honderd meter van de plaats waar ik geboren werd in 1959. Hij is begraven op de begraafplaats van Mirns, een gehucht aan de oevers van het IJsselmeer, naast zijn eerste vrouw.
Zijn gehandicapte dochter, die stierf in 1995 ligt er ook begraven, evenals zijn tweede echtgenote.                                                                 




all fourMirns


Terug naar het hotel
Naar het familieportret