Roet, haar, pulp en steen, deze op zichzelf tamelijk onbelangrijke bestanddelen zijn de hoofdbestanddelen voor de vervaardiging van de instrumenten die in China "de vier schatten van het studeervertrek" worden genoemd. Inkt, penseel, papier en inktsteen zijn van oudsher in China de voorwerpen geweest die werden gebruikt om te schrijven en te schilderen en ook in deze moderne tijden worden deze nog altijd door de Chinese literaat gebruik om te kalligraferen en/of te schilderen. In feite zijn deze voorwerpen nog altijd onmisbaar voor een artistiek eindproduct.
De geschiedenis van deze voorwerpen gaat tot enige duizenden jaren terug en vanaf het begin van onze jaartelling tot heden zijn beroemde makers van deze voorwerpen bekend die een waar meesterschap in het vervaardigen van deze voorwerpen hebben tentoongesteld.
Hoezeer deze voorwerpen werden gewaardeerd blijkt uit het in "Geschiedenis van de inkt" van Lu yu uit de eerste helft van de 14de eeuw beschreven verhaal over Wei Dan, een beroemd inktmaker, die tijdens de Tai-ho periode (227-233) van Keizer Ming uit de Wei dynastie opdracht kreeg om voor de paleizen in Loyang opschriften te kalligraferen. Omdat hij de inkt van keizerlijk fabrikaat niet wenste te gebruiken diende hij bij de keizer een verzoek in met de tekst: "Als ik een penseel van Zhang Zhi, papier van Zuo Bo en inkt van uw dienaar (Wei Dan) zou mogen gebruiken, kan ik geweldige resultaten bereiken." Kennelijk stelde men in die vroege periode reeds hoge eigen aan de voor het kalligraferen gebruikte voorwerpen en waren er ook al specialisten op het gebied van papier, penseel en inkt aanwezig.
De vier schatten van het studeervertrek Pagina 1