|
Tijdens de ruimtevaartprogramma's werd
een vleugel bedacht om ruimtevaartuigen aan te laten afdalen. Doordat
deze parawings geen betrouwbare openingen konden laten zien bij grote
snelheden en lasten waren ze voor de ruimtevaart niet nuttig, maar
des te meer voor het sportparachutspringen waar ze bekend werden onder
de naam Paradactyl. In eerste instantie waren deze vleugels enkellaags
en eigenlijk opengeknipte bollen, al was het principe van draagkracht
fundamenteel gewijzigd: van het wrijving-principe naar het lift-principe.
Paradactyl.
|
Parafoil voor de NASA.
|
Parafoil als sportparachute.
|
In de jaren '60 bedacht Domina Jalbert, een bouwer van vliegers, de
parafoil: 2 lagen stof met tussen schotten waardoor feitelijk een
opvouwbare vleugel ontstond.
In 1964 werd het eerste wereldrecord formatiespringen gevestigd: een
6-mans formatie!
Tot 1965 was parachutespringen in Nederland verboden. Incidenteel
werd er ontheffing verleend om uit militaire toestellen op vliegbasis
Ypenburg te springen, dit in samenwerking met de Koninklijke Luchtmacht.
Vrije val was simpelweg verboden en alleen staticline sprongen waren
toegestaan, een techniek waarbij de parachute direct na het verlaten
van het vliegtuig wordt geopend doordat deze daar met een lijn aan
verbonden is. Eind 1965 werd het verbod opgeheven en begin 1966 werd
de Eerste Nederlandse Parachutisten Club (ENPC) opgericht op vliegveld
Seppe.
|
|
|