De geschiedenis van het parachutespringen.
  Parachutespringen kreeg een heel nieuwe dimensie op 10 mei 1940. De Duitsers gebruikten als eersten op grote schaal de parachute als middel om snel grote hoeveelheden manschappen achter de vijandelijke linies te droppen in Nederland. Maar liefst 12.000 para's werden er gedropt, een record. Dit record werd pas verbroken op 17 september 1944 toen de geallieerden tijdens Operatie Market Garden meer dan 30.000 para's achter de Duitse linies dropten.

Tijdens WO II maakten veel jonge mannen kennis met de opwinding van parachutespringen en enkele paratroopers richtten na de oorlog clubs op om er mee door te gaan als hobby. In eerste instantie werden oude legerparachutes gebruikt, maar deze bleken al snel minder geschikt voor sportparachutespringen: het vouwen kostte veel tijd, de performance van de parachutes was niet al te best en het materiaal sleet snel. Hierbij moet men wel bedenken dat het hiervoor ook nooit ontworpen was.

Leo Valentin, "uitvinder" van de vrije val.

In 1951 werden de eerste wereldkampioenschappen parachutespringen gehouden in Bled, Joegoslavië. In de jaren '50 ontdekte de Fransman Leo Valentin ook de principes die ten grondslag lagen aan de gecontroleerde vrije val. Na zo'n 150 vrije val sprongen had hij hier de sleutel toe gevonden.

Tijdens de jaren '50 en '60 werden de ronde bollen verder ontwikkeld. Het zijde doek was inmiddels vervangen door kunststof materialen en er werden steeds meer gaten in de bollen gemaakt die zorgen voor voorwaartse snelheid en bestuurbaarheid.High performance ronde bollen uit dit tijdperk zijn de Piglets, Paracommanders, Sierras en Papillon parachutes. Ook kreeg de sport meer disciplines. In het begin was er alleen het precisie springen, het landen op een vooraf aangewezen punt, later kwam stijl, het maken van series rollen en draaien in de vrije val, en in de jaren '60 RW, het formatiespringen.

Meer geschiedenis.
3


Parachutes als militair transportmiddel.


Parachutevouwers in WOII