printversie HERINNERINGEN, BEGEERTE, VERLANGEN, BEHOEFTEN IN RELATIE TOT TIJD
In zijn boek Onwetendheid vertelt de schrijver over een meisje dat een verkering uitgemaakt heeft. Inmiddels is ze weer begonnen aan een nieuwe verliefdheid. Op een dag loopt ze met haar nieuwe vrijer op een bospad. Op dat pad heeft ze ook eens gewandeld met haar vorige vriend.
"En die overeenkomst ontroert haar. Met opzet loopt ze naar
een bouwvallig kapelletje op een kruising van bospaden, omdat haar eerste
vrijer haar daar heeft willen omhelzen. Ze voelt een onweerstaanbare
verleiding om de momenten van de voorbije liefde nogmaals te beleven. Ze wil
dat de twee liefdesgeschiedenissen elkaar kruisen, op elkaar gaan lijken,
zich vermengen, elkaar nabootsen en door hun versmelting allebei groter
worden. Vanaf dat moment laat zij zich meeslepen door de gebeurtenissen. Overal zoekt nu verwantschap met de dingen zoals ze die met haar vorige vriend gedaan heeft. "Op een keer ziet ze haar nieuwe vrijer op haar afkomen rennen in een blauw jasje, en ze herinnert zich dat ze haar eerste vrijer ook leuk vond in een blauw jasje. Een andere keer kijkt hij haar in de ogen en zegt met een heel ongewone metaforische zinswending hoe mooi hij die vindt; het fascineert haar, want haar eerste vrijer heeft woord voor woord dezelfde ongewone zin gezegd over haar ogen. Die toevallige overeenkomsten brengen haar in verrukking."
|
welkom * reader * toevoegingen * forum * links * email * zinzoeken in een bodemloze put |