Doelstellingen
Kennis:
1- leerlingen kunnen weten wat veen en klei is
2- Leerlingen kunnen weten wat hoogveen en wat laagveen is
3- Leerlingen kunnen weten wat een polder is
4- Leerlingen kunnen weten wat inklinking is
5- Leerlingen kunnen weten wat veenontginning is
6- Leerlingen kunne weten wat veenafgraving is
7 Kunnen het verschil weten tussen hoog en laag Nederland
8- Leerlingen kunnen weten waarom Amstelveen een Agglomeratiegebied is
9- Leerlingen kunnen een definitie geven van veenontginningen
Begrijpen:
1- Leerlingen kunnen begrijpen waarom het veen gebied nat en drassig is
2- Leerlingen kunnen begrijpen waarom het klei gebied vruchtbaar is en waarom er lange
en hoge bomen zijn op kleigrond
3- Leerlingen kunnen begrijpen waarom Amstelveen verandert van een turfwinningsgebied
in een agglomeratiegebied van Amsterdam
4- Leerlingen kunnen begrijpen dat ze hard moeten trappen richting Amsterdam, en
minder hard richting Amstelveen
Toepassen:
1- Leerlingen kunnen voorbeelden geven van een veenlandschap en een kleilandschap
2- leerlingen kunnen bepaalde begrippen toepassen: inklinking, natte grond:
Leerlingen kunnen zelf begrijpen dat ze in de poel niet hard moeten springen
3- leerlingen kunnen het begrip natuurgebied en cultuurgebied onderscheiden
Analyse:
1- Leerlingen kunnen zich het gevaar van water en klimaatveranderingen voorstellen
2- Leerlingen kunnen onderkennen dat de poel een natuurgebied is, en het Amsterdamse bos een cultuurgebied.
3- leerlingen kunnen opstellen maken hoe Amstelveen er over 30 jaar uitziet
Evaluatie:
1- Leerlingen kunnen beargumenteren waarom klimaatverandering gevaarlijk is voor
alle Nederlanders, en vooral het gebied waar de school van Amstelveen college ligt
2- Leerlingen kunnen hun oordeel geven over het milieubeleid
|