Cijfers en kengetallen
De gemeente Vught bestaat uit de dorpen Vught en Cromvoirt en heeft een oppervlakte van 3450 hectare. De gemeente telt +/-25.00 inwoners.
Vught is een aantrekkelijke, groene woongemeente. Het dorp ligt op een steenworp afstand van Den Bosch en daarmee zijn alle stadsvoorzieningen binnen handbereik. Aan de andere kant heeft Vught ook de rustige, aangename sfeer van een dorp, omgeven door bossen en natuurschoon. Bovendien ligt het dorp op een knooppunt van wegen en heeft het een eigen station. Ook daardoor is wonen in Vught van oudsher voor velen zeer geliefd.
De naam Vught
Pagina 1 2
Het strategisch landschap rond Vught
Vught,
voor het eerst vermeld in 1028 als Fughte, ligt op een uitloper van de hoge zandgronden in de lager gelegen en soms moeilijk begaanbare Maasvallei. In het noorden sluit de landtong aan op geïsoleerde, hogere delen in het landschap. Op één daarvan stichtte de hertog van Brabant aan het einde van de twaalfde eeuw een nieuwe stad: ’s-Hertogenbosch. Hier ontstond een knooppunt van belangrijke land- en waterwegen: de Maas, Aa en Dommel en de landroutes naar het zuiden (Eindhoven-Luik), het westen (Tilburg-Breda) en noorden. Misschien was Vught daarom al in de Romeinse tijd een plaats van betekenis. Die betekenis werd echter pas groot door de succesvolle opkomst van ’s-Hertogenbosch. Deze vooruitgeschoven noordelijke vesting in het hertogdom was aanvankelijk belangrijk in de strijd tegen de noordelijke ‘aartsvijand’ Gelre met als laatste de verwoestende strooptochten van de nietsontziende Maarten van Rossum. In de zestiende eeuw verplaatste het strijdperk zich naar de zuidkant van ’s-Hertogenbosch. Vught werd nu de eerste verdedigingslinie tegen aanvallen uit het zuiden. Vught was er niet gelukkig mee. Eeuwenlang werd het dorp geteisterd door passerende huurlegers, gedwongen inkwartiering, plundering, brandschatting, vordering, tewerkstelling van de inwoners en een positie midden in de vuurlinie.
De Bossche Broek
Tussen Vught en ’s-Hertogenbosch ligt een laag, drassig gebied (broek) dat van oudsher deel uitmaakte van het strategisch landschap rond de vesting en dat eenvoudig, door het afdammen van de Aa en Dommel, onder water gezet kon worden. De open ruimte leverde een perfect schootsveld op. Mede hierdoor is het gebied tot op heden onbebouwd gebleven. Het Bossche Broek grenst direct aan de gracht en de muren van de vesting.
Pagina 1 2
De Nederlandse opstand (1568-1648)
In de eeuwenlange strijd rond Vught speelde de Tachtigjarige Oorlog een grote rol. In 1568 ging de Nederlandse opstand tegen het Spaanse bestuur over in een regelrechte oorlog en marcheerden Spaanse troepen de Nederlanden binnen. De vesting ’s-Hertogenbosch was belangrijk als voorpost in de verdediging tegen Spaanse troepen en als uitvalsbasis naar het zuiden. Vught lag daarbij vaak in de frontlinie en werd in 1583 zelfs gedeeltelijk in brand gestoken. Voor herstel van de schade en het opwerpen van versterkingen ronselde men vaak Vughtenaren. Het gehucht Het Reut en de voorstad Franckenhofstad (de bebouwing buiten de Bossche Vughterpoort) vielen als eerste ten prooi aan de belegeringen en aanvallen (o.a. in 1580, 1583 en 1601). Uit strategische overwegingen brak men beide gehuchten tot de grond toe af en op de plaats waar Het Reut gelegen had bouwde men Fort Isabella.
De oorlog met Spanje beleefde in 1629 een hoogtepunt met het beleg van ’s-Hertogenbosch door Frederik Hendrik. Hij leidde de aanval vanuit zijn Vughtse hoofdkwartier in het huidige Reeburgpark, liet de Dommel ter hoogte van lunet VIII en ’t Vaantje aan de overzijde afdammen en liet een dubbele ring van veldversterkingen aanleggen. Deze diende om ’s-Hertogenbosch te belegeren en daarnaast een eventueel en diende om ’s-Hertogenbosch te belegeren en een daaromheen om een eventueel ontzettingsleger te weerstaan. Vught lag tussen deze linies in en moest duizenden manschappen huisvesten. Uiteindelijk viel ’s-Hertogenbosch in handen van Frederik Hendrik en braken er voor Vught rustiger tijden aan. Van de talloze vestingwerken die in deze periode werden aangelegd zijn er nog enkele bewaard gebleven.
Pagina 1 2
Monument Slag van Lekkerbeetje, (hoek Loonsebaan-De Bréautélaan)
Aan de overzijde van het monument voor kolonel Thomson staat een bronzen beeldengroep van twee geharnaste ruiters. Het herinnert aan een ridderduel dat op 5 februari 1600 plaatsvond op de Vughtse Heide tussen een Franse eenheid onder bevel van Pierre de Bréauté en een leger Bossche militairen onder Geraert Abrahams van Houwelingen die vanwege zijn slechte reputatie bekend stond als Lekkerbeetje (smeerlap). Hoewel Lekkerbeetje en enkele soldaten al bij de eerste charge sneuvelden, moest De Bréauté zich uiteindelijk overgeven. Tegen de regels in werd De Bréauté alsnog vermoord.
De oorlog met Frankrijk (zeventiende tot negentiende eeuw)
Toen de Franse koning Lodewijk XIV in 1672 de Nederlanden aanviel, lag Vught opnieuw in de frontlinie. Bij de Franse belegering van ’s-Hertogenbosch in 1794 diende Vught als hoofdkwartier voor de aanvallers. Veel Vughtenaren ontvluchtten het dorp terwijl de achterblijvers te maken kregen met gedwongen inkwartiering, plunderingen en vorderingen. In 1813 speelde Vught een belangrijke rol in het verdrijven van de Fransen. Pruisen en Russen (Kozakken) waren in Vught gelegerd en hadden met behulp van Vughtenaren en Bosschenaren een ontzettingsaanval opgezet. Hoewel de Fransen daarvan op de hoogte waren en ook klaarstonden, hielden zij het na een half uurtje voor gezien omdat het vanuit Vught opvallend rustig bleef. Het toeval wilde echter dat de Vughtse klok een half uurtje achterliep. Juist toen de Fransen zich hadden teruggetrokken, kwam de aanval die hun lot bezegelde.
De Belgische opstand (1830)
In 1815 waren de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden tot één staat samengevoegd. Een volksopstand in Brussel in 1830 leidde echter tot de afscheiding van de zuidelijke Nederlanden, het latere België. De vestingwerken in Noord-Brabant lagen nu weer in de voorste linies. Om de opstand neer te slaan stuurde koning Willem II in augustus 1831 troepen naar het zuiden (de Tiendaagse Veldtocht). Zij verschansten zich onder andere op de heidevelden bij Vught en Cromvoirt waar zij nieuwe versterkingen aanlegden. Bovendien werd de wijde omtrek onder water gezet. Omdat de koning de strijd niet wilde opgeven, werd nog in 1844 begonnen met de bouw van een permanent legerkamp op de Vughtse Heide, dat beschermd werd door acht grote lunetten die in een boog ten zuiden van Vught lagen. Toen uiteindelijk toch de grens tussen Nederland en België werd vastgelegd, keerde in Vught de rust weer.Zie ook Lunetten / Isabellakarzernen
Pagina 1 2