4 – 8 juli
Noors is voor ons Friezen een makkelijke taal. Hier een lesje Noors:
vi (wy), min, din, sin (myn, dyn, syn) hus (hûs) barn (bern) kniv (knyft)tusen
(tûzen) altid (altyd)
krys (krusing) trekk ut (trek út) hundeskid (hûneskyt)
In Saltstraumen hebben we gekeken naar ’s werelds sterkste maalstroom. 400
miljoen kubieke meter water stroomt in 6 uur door een straat van 3 km. lang
en 150 m. breed. Dat levert spectaculaire draaikolken op, allemaal puur natuurlijke
whirlpools van wel 10 m. in doorsnee.
Vannacht slecht geslapen en dus duf in mijn hoofd, komt van die Noren, die
zijn hun 24 uurs ritme ook kwijt hoor. Wie gaat er nou ’s nachts om 4 uur
vissen en daarna barbecueën en veel lawaai maken ook nog. Maar ja,de zon schijnt
en het was wel heel warm.
Stukje geitenkaas gekocht, bruin van kleur (van bruine geiten…) en zacht,
leek wel een toffee. Nou dan weten jullie wel waar het op lijkt. Maar Jelte
vond het wel lekker.
Onderweg een grote waterval gezien, altijd een mooi gezicht. Het is een hele
mooie route langs de fjorden. En stel je voor:we zitten om 11 uur ’s avonds
buiten op stoeltjes aan een fjord; de overkant besneeuwde bergen en daarachter
de zon die bijna achter de bergen verdwijnt. Op de achtergrond speelt een
accordeonist! We komen weer langs de poolcirkel, maar dit is lang zo’n groot
circus niet als bij Rovaniemi, maar er is natuurlijk ook maar 1 kerstman.
Bij Fiskumfossen is de langste zalmtrap van Europa, maar we zien ze niet springen.
Nou zijn we echt in het midden van Noorwegen. Vaak zie je langs de kant van
de weg een gevaarsbord met het woord ‘bom’ eronder. Gelukkig geen bermbom,
maar een slagboom! Voordat we Trondheim ingaan, bezoeken we nog Stiklestad,
zo ongeveer de bekendste bedevaartsplaats van Noorwegen. Hier wordt Olav de
heilige vereerd, de man die de inwoners van Noorwegen tot christenen maakte.
Onderweg naar Trondheim hebben we prehistorische tekeningen gezien.
We hopen dat het iedereen goed gaat. Wij genieten nog steeds van het mooie
weer en alles wat we beleven.