Schrijven voor het internet
Schrijven voor het internet is wezenlijk anders dan schrijven voor een gedrukt medium. Behalve het feit dat rekening gehouden moet worden met multimedia en interactiemogelijkheden, mogen ook andere eisen aan het schrijfproces zelf gesteld worden. Andere technieken moeten worden ontwikkeld dan degene die tot op heden worden toegepast voor papieren publicaties. Dit inzicht vindt in toenemend mate voedingsbodem.
Wat verandert er?
Uitgevers uit de traditionele media kopiëren de inhoud van kranten en tijdschriften niet of slechts gedeeltelijk bewerkt naar het web. Teksten worden niet aangepast aan de meer interactieve en scannende manier van lezen die het medium toestaat.
Beeldscherm vs. papier
Lezen van een beeldscherm verloopt anders dan van papier. Alvorens een beeldschermlezers echt begint te lezen, scant hij de tekst en de opbouw daarvan op zoek naar interessante aanknopingspunten die aanzetten tot verder lezen.
Goede voorbeelden van aangepast schrijven zijn elektronische nieuwsbrieven. Tevens is het mogelijk hyperlinks in het e-zine te zetten naar de bijbehorende site om zodoende traffic naar de site te genereren.
Aan het schrijven voor het web wordt een aantal specifieke eisen gesteld. Aan de hand van 'Writing for the Web' (1999) van Crawford Killian worden deze hieronder besproken.
Enkele tips
1. Wees bondig en precies. Zoals verscheidene onderzoeken hebben aangetoond, hebben weblezers eerder de neiging een tekst te scannen dan direct helemaal te lezen. Het idee is de boodschap zo snelmogelij over te brengen, omdat er niet veel tijd is om de aandacht van de lezer te trekken.
2. Houdt paragrafen en zinnen kort. Neem dit advies niet té nauwlettend door een tekst tot het uiterste minimum terug te brengen.
3. Voorkom teveel beeldspraak. Een oefening in het niet-al-te-veel-uitwijden is de volgende. Begin met het schrijven van tekstblokken van ongeveer 150 à 200 woorden. Zet vervolgens het grootst beschikbare mes in de tekst en reduceer deze tot pakweg 60 woorden. Het maximale is in minimale vorm verpakt, zodat de lezers de tekst zo snel mogelijk tot zich kunnen nemen.
4. Breek lange paragrafen in gemarkeerde stukken. Deze tekst, bijvoorbeeld, zou op papier een lange verdraagzame opsomming kunnen zijn. Voor een webpublicatie is het aan te readen de paragraaf op te breken. Scannende lezers nemen zo de inhoud van de tekst sneller tot zich. Een lange paragraaf wordt misschien niet eens gelezen.
5. Druk je krachtig uit; zeker niet afzwakkend. Schrijf 'beslissing' in plaats van 'het maken van een beslissing'. Schrijf 'gebruik' in plaats van 'gebruik maken van'. Deze techniek maakt de tekst niet alleen krachtiger en overtuigender. Hij neemt ook minder ruimte in beslag.
6. Gebruik de actieve wijs. De passieve vorm ("Een ernstige fout is gemaakt") is voor bepaalde soorten tekst een vereiste. Denk aan academische of aanverwante teksten. Het web biedt hiervoor geen ruimte. Gebruik de actieve vorm: "Je hebt een grove fout gemaakt". Vaak kun je met deze manier van schrijven toe met minder woorden om hetzelfde te zeggen. Iets dat weblezers zeer op prijs zullen stellen.
7. Voer metaforen niet te ver door. Als je de overheid eerst beschrijft als het voertuig van de natie, beschrijf de wetgever verderop in de tekst dan niet als motor van het voertuig. In geschreven teksten hebben dergelijke metaforen veel meer effect. Als alleen het laatste gedeelte van de metafoor wordt gelezen, verstomt de lezer.
8. Print de tekst om proef te lezen. Lezen van een beeldscherm is moeilijker dan lezen van papier. Door de tekst eerst te printen, heb je een totaaloverzicht van de tekst. Fouten worden eerder gesignaleerd. Het hardop lezen van een tekst maakt direct duidelijk of zinnen lopen of niet.