Proef 1: Ether

 

Benodigdheden:

-Ether

-Papieren Bekertje

-Thermometer

-Rietje

 

Werkwijze:

Giet wat Ether (een klein bodempje) in het papieren bekertje en steek de

 thermometer erin. Stop het rietje er ook in en blaas, kijk ondertussen

op de thermometer.

 

Waarneming:

De temperatuur van de Ether daalt en bij -10 graden Celsius bevriest hij.

 

 

 

 

Conclusie:

Met je warme adem forceer je een faseovergang: de ether verdampt .

De warmte die daarvoor nodig is wordt onttrokken aan de vloeistof en de omgeving.

En de temperatuur daalt dan tot wel -12 graden Celsius.

 

 

 

 

Theorie 1

 

Aan de zee klotst het zeewater over het strand. Bij eb heb je  dan nat strand. Op de grens van land en water heb je wolkjes.

Omdat het water op het strand verdampt. Het stijgt op, en condenseert door kou. Als een wolk doorstijgt worden de randen

vaak wazig. dit komt doordat de kleine druppeltjes bevriezen. Die zo geheten kristalletjes vallen en smelten onderweg zo

heb je regen.

 

Als je in de winter wakker word, en het heeft niet geregend, kan toch alles wit zijn. Dit heet rijpen, het vast worden van

een gas zonder ooit vloeibaar te zijn. Als je je natte kleren in de vrieskou legt, worden ze hard. Na een paar  dagen worden

ze toch weer soepel en droog. Het ijs is dan gesublimeerd.

 

De energie die nodig is om te sublimeren is gelijk aan die van smelten en verdampen bij elkaar. Het kost dus niet minder

warmte.

 

 

De Koelkast

In de koelkast hoorde je gesis. dit komt omdat in de koelkast freon zit. dit verdamt en condenseert makkelijk.

In het koude element word een faseovergang geforceerd.

het verdampt. voor verdamping is warmte nodig. die zit in bijvoorbeeld brood.

in het warmte element word het freon gas samengeperst.

Hierdoor word het warm en vloeibaar. die vloeistof komt weer in de pomp en zo gaat het weer van voor  af aan.

 

Conclusie: een koelkast is een warmtepomp. daarmee zijn we in staat om een scheiding te maken tussen warm en koud.

De koelkast produceert dus geen kou.

 

 

 

 

Proef 2: Kaarsvet

Benodigdheden: vloeibaar warm kaarsvet, regeerbuis, thermometer.

 

Werkwijze: doe alle kaarsvet in een reageerbuis, stop de thermometer erin(niet te hard want dan breekt de reageerbuis.)

 

Waarneming: Het kaarsvet koelt geleidelijk af tot een bepaalde temperatuur die in de grafiek te zien is. dan op een gegeven

moment, gaat het niet veder tot het kaarsvet gestold is. Dat duurt even en daarna gaat het proces weer verder.

 

 

 

 

 

 

Conclusie:het stollen van kaarsvet, gebeurt bij een vaste temperatuur die uit de grafiek is af te lezen. (+- 52) omdat er

sprake is van een mengsel van twee soorten kaarsvet is er feitelijk sprake van een stolling proces.

 

 

 

Proef 3: Solar Radio

 

Als je op een skateboard staat, en je een bal vangt, ga je een beetje achteruit. als je hem vangt en terugspeelt

ga je nog veder achteruit. zo is echt ook met licht en vlakken. een zwart vlak neemt licht op en word dus een

beetje terug geduwd en vit vlak vangt meer licht maar spiegeld het ook dus gaat het meer achteruit.

 

Benodigdheden: solar-radio

 

Werkwijze: schijn een lamp op solar-radio

 

Waarneming: Hij gaat draaien maar juist de andere kant als je zou verwachten: hoe zou dit nou kunnen??

 

Conclusie proef 3

de warmte straling van de lamp word opgenomen door de zwarte vlakjes en weerkaatst door de spiegelende vlakjes.

Hierdoor warmt de lucht aan de zwarte zijde op, zet uit en duwt het zwarte vlakje weg. de radio meter kan ze tot

3000 omwentelingen per minuut komen.

 

 

 

 

 

 

Proef 4: Schotelspiegel

 

Benodigdheden: schotelspiegel

 

 

 

 

 

 

Werkwijze: Zet een schotelspiegel neer waar de zon schijnt met de holling naar de zon. Houd nu een papiertje voor de

felste stuk van de weerkaatste licht. Op een gegeven moment gaat het roken en later zelfs branden.

 

Conclusie:De spiegel reflecteert de warmte  straling naar een punt: het brandpunt. als je er een papier houd,

word het zo heet de the gaat verschroeien en smeulen.

 

Proef 5: Draaiende Spiraal

 

Benodigdheden: Vel papier, passer.

 

Werkwijze: knip van het vel papier een spiraaltje en doe je handen eromheen.

 

Waarneming: de spiraal draait.

 

Conclusie:Doordat je de lucht met je handen opwarmt, stijgt deze op. deze luchtstroom drijft het spiraaltje aan.

 

Proef 6: Bange Inkt

Benodigdheden: convectie buis, inkt , water, brander

 

Werkwijze: vul de convectie buis met water. Doe er een beetje inkt in en houd de brander eronder.

 

Waarneming: de inkt gaat weg van de vlam!

 

Conclusie:Door het verhitten van water stijgt dit op en maakt plaats voor kouder water.

Op deze manier ontstaat er natuurlijke stroming.