Een stroopwafel (eigenlijk: siroopwafel) is een bepaalde koek, die bestaat uit twee ronde deegwafelhelften, met ruitpatroon, waartussen zoete stroop is aangebracht. Na het bakken wordt een deegwafel in de langsrichting doormidden gesneden. Eén helft wordt met de stroop ingesmeerd, waarna de ander helft erop wordt gelegd. (Overigens het oudst bekende recept - de Kamphuysen siroopwafel – beschrijft een siroopwafel die bestaat uit twee krokante koeken die door middel van siroop op elkaar gekleefd worden.)
Oorspronkelijk hadden stroopwafels een doorsnede van ongeveer 10 centimeter, maar inmiddels zijn ze verkrijgbaar met diameters van 5 tot 25 cm. Stroopwafels werden voor het eerst gemaakt rond 1810 te Gouda, vandaar dat de Goudse wafels bekend zijn. Stroopwafels werden in die tijd gemaakt van oude koeksnippers, deegresten en stroop en waren daardoor erg goedkoop. Ze werden ze in de 19e eeuw dan ook wel armenkoeken genoemd.
De Goudse wafels worden ook op markten verkocht. Stroopwafels worden ook in het buitenland gegeten. Ze zijn vaak in supermarkten te koop of in speciale winkels. Soms zijn de stroopwafels in het buitenland kleiner en duurder dan in Nederland.