HISTORIE

Meer dan honderd jaar Albert Cuypmarkt

De Albert Cuyp Markt in de Amsterdams Pijp is veel bezongen en beschreven. In de loop der jaren is hij uitgegroeid tot meest bekende markt van Nederland.
Wie Amsterdam bezoekt en echt de sfeer wil proeven mag de Albert Cuypmarkt niet overslaan.

Waar nu de Albert Cuypstraat is, draaiden eens de wieken van de windmolens van de houthandelaren. De Zaagmolensloot moet schilderachtig zijn geweest. Tussen 1898 en 1900 werd de sloot gedempt. Het gebied werd geschikt gemaakt als nieuwbouwlocatie voor woningen. Daar was gezien de explosieve bevolkingsgroei van Amsterdam enorme behoefte aan.

De wijk YY, vandaag bekent als de Pijp, werd in korte tijd uit de grond gestampt. De woningbouwers was het meer om hun winst te doen dan om het wooncomfort van de toekomstige bewoners. Dat waren niet de allerarmsten, maar ook niet de kapitaalkrachtigen. Rond 1900 werd de Pijp bevolkt door kleine middenstanders, ambachtslieden, lagere ambtenaren, studenten. Prostitutie kwam er voor. Om de naargeestigheid te verdringen vloeide er rijkelijk alcohol.

Begin van de markt
Dat er een markt zou komen in de buurt was een kwestie van tijd. Amsterdammers waren aan het begin van de twintigste eeuw aangewezen op markten om verse producten voor de dagelijkse consumptie. Ook trokken veel venters met handkarren door de straten en prezen hun waar luidkeels aan.

In de centraal gelegen, brede Albert Cuypstraat kwamen steeds meer venters samen. Soms trokken ze zoveel publiek dat er verkeershinder ontstond. Ze werden opgejaagd door de politie. Dit was het allereerste begin van de Albert Cuyp Markt. In 1905 legaliseerde de gemeente de bestaande situatie. Eerst mocht alleen op zaterdagavond markt worden gehouden. In 1912 werd de markt op alle werkdagen toegestaan.

Recht van de sterkste
Marktkooplieden hadden een hard bestaan. Vóór dag en dauw kochten ze hun waar in bij de centrale markthallen. Vervolgens vervoegden ze zich bij de Albert Cuyp, wachtende op het startschot. Een politieagent blies op een fluitje. Een sprint begon naar de beste plekken. Wie als eerste een plek bereikte, mocht er staan voor de dag. Soms werden er grappen met elkaar uitgehaald. Borgpennen uit de wielen gedraaid om concurrenten te laten struikelen. Maar er was ook onderlinge solidariteit en wederzijdse hulp in barre tijden.

In de jaren dertig heerste tijdens de economische crisis diepe armoede onder marktkooplui. Tijdens de Duitse bezetting werd het joden onmogelijk gemaakt om op de Albert Cuyp en andere markten te staan. Van de joodse kooplieden, die een derde van de marktpopulatie uitmaakte op de Albert Cuyp Markt, is bijna niemand teruggekeerd. Dit liet een diepe wond achter. De humor verdween van de markt.

Bezienswaardigheid
In de jaren zestig en zeventig ontsteeg de Albert Cuyp het niveau van buurtmarkt. Door de kleurrijke, exotische handelswaar en de vele buitenlandse klanten kreeg de markt faam. Ook deden steeds meer rijke Amsterdammers boodschappen op de Cuyp. De dames uit Oud Zuid reden met de auto’s de markt op. Dat mocht toen nog. Opvallend verschil met de gewone man was dat de rijken meer op de centen letten, ervoer de marktkoopman.

De Albert Cuyp heeft goede en slechte tijden gekend. Wat is het geheim van de markt waarmee hij zich van andere Amsterdamse markten onderscheidt? De diversiteit van het assortiment of toch de sfeer? Arm en rijk, jong en oud, autochtoon en allochtoon komen elkaar er tegen. Na meer dan 100 jaar is de Albert Cuyp een bezienswaardigheid die niet gemist mag worden.