lied over de tijd
EEN LIED OVER DE TUD en de verandering als intrinsieke functie van de tijd Ooit hing een vuurbal in 't heelal, eeuwige eenzaamheid In ongekende schittering, zo tussen ruimte en tijd. Die vuurbal barstte plots uiteen, de oerknal was een feit meteen. En alles werd verandering, begin en eind van alle ding, geboorte van de tijd.
Die oerknal golft steeds verder, loopt in 't heelal verloren En onze kleine aardbol werd maar en passant geboren. Waar kosmoskracht niet anders kon, draait onze bol nu om de zon. Eén rondje noemden wij een jaar, ruim vijf miljard al bij elkaar. Wat relatief is tijd !
De oerknal van 't begin, kan men nog altijd horen. Want uit die éne pijnscheut werd wel al wat is geboren. Al jouw woorden en gedachten, de liefde die je hebt gedeeld. De tijd die baart, ook mede sleurt, verlangen dat je leven kleurt; mijn hand die dit nu speelt.
In eindeloze ruimten zijn wij minder dan een stip. En tijd, 't zij lang of kort, blijft toch een relatief begrip. Want duizend jaar zijn kort van duur, gemeten aan het kosmisch vuur Maar leven is veel méér dan tijd, een kwestie van de kwaliteit. Intens, bewust, elk uur.
De tijd is puur verandering, daaraan wordt zij gemeten. Maar wat is er buiten die tijd, dat zou ik willen weten. Wat is de tegenpool van tijd; dat moet wel zijn de eeuwigheid. Want eeuwig kent geen tijd of uur, verand'ring noch bepaalde duur. Eeuwig staat buiten tijd. Johan van Leeuwen; feb. 1986. |
welkom * reader * toevoegingen * forum * links * email * zinzoeken in een bodemloze put |