2 April
We staan bij de Klaagmuur, het laatste stukje van de verwoeste tempel. Hier zijn heel veel orthodoxe Joden met hoge hoeden, pijpenkrullen en gebedsdoosjes. Eentje heeft wel een heel apart doosje; er zit een gleufje in. Hij maakt al snel duidelijk dat er geld in kan... Een andere Jood geeft ons een hand en begroet ons met ’Sjalom’, maar houdt dan zijn hand op. Bedelen kan dus op verschillende manieren.
Veel Joden hebben allemaal touwtjes uit de broek hangen. Er zitten knoopjes in, die zijn voor de 613 geboden voor de mannen. De vrouwen hebben maar 3 geboden. Maar ja, die moeten voor de kinderen zorgen en geld verdienen. Mannen en vrouwen staan gescheiden bij de muur. Bij de vrouwen staat iemand hartverscheurend te huilen en ze slaat op de muur. Wie weet wat ze doormaakt. Aan de andere kant gaan mensen hier anders om met verdriet; ze uiten zich veel meer. In alle kiertjes en gaatjes van de muur zitten briefjes. En het is hier streng beveiligd.
Dan naar het tempelplein. Hier mogen de Joden niet komen; ze zouden per ongeluk eens kunnen gaan staan op de plaats waar het allerheiligste van de tempel was. En omdat ze niet precies weten waar dat was, mogen ze er niet komen. Op de tempelberg, die beheerd wordt door Mohammedanen, staan de Al Aqsa moskee en de Rotskoepel. Beide gebouwen mogen we vandaag niet in helaas. Op het plein een fontein met zitbankjes, waar de voeten kunnen worden gewassen.
Dan lopen we de Via Dolorosa in, de straat waar Jezus langs moest lopen met het kruis op zijn rug. Op verschillende plaatsen kruisstaties, bijv. Simon van Cyrene, die voor Jezus het kruis moest dragen. Het is een erg nauw straatje, met alleen maar winkeltjes.
De Via eindigt bij de Heilig Graf kerk. Hier moet je in de rij staan om alles te zien, bijv. de steen waar Jezus’ lichaam gebalsemd zou zijn. De kerk is eigendom van de grote religies, maar een Mohammedaanse familie beheert alles. Als bewijs dat die grote religies het niet zo goed met elkaar kunnen vinden, staat er al 5 jaar een ladder op het dak. Ze kunnen het niet eens worden over wat er gedaan moet worden.
We gaan ook nog naar het graf van koning David en naar de zaal van het Laatste Avondmaal.
Dan naar Bethlehem, waar de chauffeur en de gids niet mee mogen, want Joden mogen niet naar Palestijnse gebieden; andersom wel. De politici hebben dat zo bepaald. Gewone mensen snappen dat niet. Ook niet dat ze Jeruzalem willen opdelen. Niemand die daarop zit te wachten, maar de politiek is machtig. Door barrières en een hoge betonnen muur lopen we Bethlehem binnen. Hier wacht een andere bus en een nieuwe gids. Die brengt ons naar de geboortekerk en de grot met de kribbe. De kribbe lijkt net een konijnenhok met gaas ervoor en op de plaats waar Jezus geboren zou zijn is een zilveren ster geplaatst. Drie godsdiensten hebben ieder een afdeling van deze kerk in beheer:Armeense christenen, Grieks-orthodoxe christenen en Rooms-Katholieken. Op de terugreis naar onze eigen bus zien we de velden van Efratha. Hier zongen de engelen:’Vrede op aarde’! Dat is wat moeilijk voor te stellen nu met al dat wapengedoe en de onverdraagzame politici hier.
3 april
Beth Sean was een stad uit de Bijbel. Hier vocht koning Saul tegen de Filistijnen, die hem doodden en hem en zijn zonen aan de muur van Beth Sean hingen ’als voer voor de vogels’. De inwoners van Jabes haalden de lijken van de muur en zorgden voor een fatsoenlijke begrafenis.
Tiberias aan het meer van Galilea is een prachtige plaats om te wonen. Hele mooie bloemen en groene velden. Hier wordt veel fruit gekweekt, o.a. bananen, citrusvruchten, mango’s, maar ook groente. Tiberias is één van de vier heilige steden van Israël. De andere steden zijn Jeruzalem, Hebron en Safath.
We gaan het meer op met een oude vissersboot (’Jezusboot’) en de schipper laat het Wilhelmus voor ons spelen. Het water is vlak en het is stil. Kan het hier stormen? Het lijkt een mythe, totdat om drie uur de vlaggen ineens strak gaan staan. Volgens de gids is dat altijd om deze tijd zo en heeft het te maken met warme en koude wind.
De kerk van de vermenigvuldiging staat op de plaats waar het wonder gebeurde van de twee vissen en de vijf broden. De plaats heet Tabgha (=7). Als we over de berg van de Zaligsprekingen rijden, lees ik Mattheüs 5 voor, de Bergrede.
Overnachten doen we in Kfar Giladi, een kibboets tegen de grens met Libanon.
4 april
We rijden langs de Jordaan. Jordaan is eigenlijk ’Jor e Dan’: dal van Dan. De rivier ontspringt bij drie bronnen. We gaan naar één van die drie:Barias. Hier lag vroeger de Bijbelse stad Caesarea Philippi. Jezus vroeg hier aan zijn volgelingen:’Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ en:’Wie zeggen jullie dat ik ben?’ Hier kreeg Petrus zijn naam:Op jou bouw ik als een rots (Petra).
Safad, heilige stad, lag in 1946 in de frontlinie tijdens de gevechten tussen Joden en Arabieren. Eén van de straten is zoveel in geschoten, dat die de naam ’Stalingrad linie’ kreeg. Nog altijd zijn kogelgaten in de muur te zien. Hier brengen we een bezoek aan twee synagoges. Safad is een religieus centrum; o.a. van Sefardische Joden en Kabbalisten. Een groepje orthodoxe Joden wil met me bidden. Je krijgt dan een gebedsdoosje op en een soort gebedssnoer om je linkerarm en een keppeltje op je hoofd. Maar als ze horen dat ik geen Jood ben, moet het maar niet doorgaan en vragen ze andere willekeurige voorbijgangers.
Via Kana komen we in Nazareth en gaan we de kerk van de Annunciatie (=Aankondiging) binnen. Een prachtige kerk met schitterende mozaïeken en kunstwerken.
5 april
In Karmi’el heeft een kunstenaar de Holocaust indringend verbeeld met beelden uit concentratiekampen, maar ook van de hoop en de profetieën dat Israël er weer boven op komt.
Acco is een kruisvaardersfort. Het was lange tijd hoofdstad van de Christenen, na de kruistochten. Het fort heeft zware fundamenten, gewelven en dikke muren.
In Haifa bekijken we de tuinen van de Bahai sekte. Op verschillende terrassen zie je een overvloed aan alle mogelijke bloemen. In de midden een mausoleum met gouden koepel. We mogen er niet in, want de kleren zijn niet heilig genoeg.
Dan naar Caesarea, de vroegere havenstad, gebouwd door Herodes de Grote. We vinden hier resten van paleizen, badhuizen, gymnasia, maar ook een hippodrome en een amfitheater.Er is veel te zien en nog altijd maakt men gebruik van sommige onderdelen bij speciale gelegenheden.
En in Jaffo (Joppe) komen we uit bij de Petruskerk. Hier kreeg Petrus het visioen van de dieren en de stem die zei:’Sta op Petrus, slacht en eet’ – drie keer achter elkaar. Toen een slaaf van een Romein aan de deur kwam en om hulp vroeg, wist Petrus dat hij niet mocht weigeren. Bij de kerk is een park met een mooi monument dat ’geloofsstandbeeld’ wordt genoemd met drie geschiedenissen uit de Tenach:het offer van Isaäk, de droom van Jacob en de val van Jericho.
In het park krijgen we van de gids een oorkonde dat we onszelf nu ’pelgrim van Jeruzalem’ mogen noemen. Hier nemen we afscheid van de gids en de chauffeur met het liedje ’Shalom Chaverim’:vrede voor jullie en tot ziens vrienden!