De opvolger van Willy Vandersteen als tekenaar/schrijver van Suske en Wiske is op 16 mei 1937 geboren in Turnhout.
Vanaf zijn jeugd treedt hij al in de voetsporen van zijn voorganger. De overeenkomsten in beider levens zijn opmerkelijk.
Zo gaat hij naar dezelfde lagere school als Vandersteen en is hij net als hem lid van de jeugdbeweging in Vlaanderen. Waar Willy echter altijd bij Scouting heeft gezeten stapt Paul na een jaar over naar de Chiro-jeugd.
Later volgt hij lessen aan dezelfde kunstacademie waar zijn leermeester in de banken heeft gezeten. Bovendien is ook Paul Geerts enige tijd werkzaam als etaleur bij het warenhuis Innovation in Antwerpen.
In de tijd dat hij lid was van de Chiro-jeugd tekende Geerts al regelmatig tekeningen voor diverse bladen die die vereniging uitgaf. Het zijn voornamelijk op zichzelf staande illustraties en korte strips.
In deze tijd heeft hij echter ook een verhaal van 34 pagina's gemaakt De verdwenen Smirrel. Dit verhaal is, na publikatie in zowel de jongens- als meisjes-bladen van de Chiro ook verschenen in De Gazet van Antwerpen.
Op 1 mei 1967, hij was toen werkzaam als retoucheur bij een drukkerij, trok hij de stoute schoenen aan en trok aan de bel van Willy Vandersteen. Een map vol voorbeelden van zijn werk werd door Vandersteen doorgenomen. Het werk stond hem wel aan maar hij bood Paul niet direct aan om voor hem te komen werken.
Paul Geerts had zijn zinnen echter gezet op een baan als striptekenaar en hij bleef Vandersteen in de periode na dat eerste bezoek bestoken met telefoontjes en bezoeken.
Uiteindelijk leidde dit ertoe dat hij, als proef, wat tekeningen in inkt mocht zetten. Toen dat goed ging kreeg hij een scenario voorgelegd dat hij geheel uit moest werken tot een stripverhaal. Het resultaat van dit alles was dat Paul Geerts een contract kreeg aangeboden.
In januari 1968 begon hij bij Studio Vandersteen. In deze eerste periode werkte hij vooral aan de produktie van de Jerom-verhalen voor Duitsland. Die serie was daar erg populair, elke week moest er een nieuwe aflevering verschijnen, er moest dan ook hard worden doorgewerkt door de medewerkers aan die strip. Aanvankelijk werkte Paul Geerts voornamelijk als inkter. Na enige tijd begon hij echter ook scenario's te leveren waardoor zijn invloed op de reeks groter werd.
Al deze activiteiten bleven niet onopgemerkt door Willy Vandersteen. Deze vroeg Geerts om ook aan de Suske en Wiske reeks te komen werken. Paul greep dat aanbod met beide handen aan en zodoende begon hij, na twee jaar bij Studio Vandersteen te hebben gewerkt, aan deze nieuwe uitdaging in zijn carrière.
Net als bij Jerom begon hij ook hier met het inkten van de potloodtekeningen, die in dit geval natuurlijk werden geleverd door Willy Vandersteen. Zijn werk beviel goed en al vrij snel wees Vandersteen hem aan als zijn opvolger als tekenaar van de belangrijkste reeks uit zijn oeuvre.
De gekke gokker is het eerste verhaal dat geheel van de hand van Paul Geerts is. In de jaren die daarop volgden ontwikkelde hij steeds meer een eigen stijl, die overigens zo goed aansloot bij wat zijn voorganger had gedaan dat het grote publiek de overgang naar een nieuwe tekenaar niet eens heeft gemerkt.
Paul Geerts zorgde ervoor dat de reeks een iets meer realistische inslag kreeg waarbij de sprookjesachtige elementen, die zo karakteristiek zijn voor veel Suske en Wiske-verhalen, zeker niet uit het oog werden verloren.
Zoals te verwachten viel bij een produktie van vier albums per jaar zijn niet alle albums die van de persen rolden sinds Geerts de leiding over heeft genomen van een even hoog niveau. Hij heeft veel kritiek te verduren gekregen over het feit dat de albums niet meer de sfeer van vroeger zouden uitstralen en de verhalen te steriel zouden zijn. Over het algemeen kan echter worden geconstateerd dat de verhalen, naarmate hij meer thuisraakte in de serie, steeds beter werden. De verkoopcijfers hebben onder alle`kritiek overigens nooit te lijden gehad. Sinds Paul Geerts Suske en Wiske onderzijn hoede heeft genomen is de populariteit van de reeks alleen maar gestegen. De oplage van elk nieuw album bedraagt tegenwoordig ongeveer 400.000 exemplaren.
Enkele hoogtepunten uit het werk van Paul zijn: De raap van Rubens, Angst op de Amsterdam, De rinoramp, De parel in de lotusbloem en zeer zeker ook De 7 schaken.
Een verhaal waar hij zelf minder over te spreken is is De natte Navajo. Na het voltooien van dit avontuur vond hij het zo slecht dat hij de uitgeverij adviseerde om het niet in album uit te geven. De Standaard deed dat echter toch. Waarna de kritieken, tot grote verbazing van Paul, het verhaal loofden als "eindelijk weer een leuke Suske en Wiske" en "een echte Vandersteen". (Willy Vandersteen had het verhaal op dat moment overigens zelfs nog niet eens gelezen.)
Hoewel Paul Geerts dus al vanaf 1972 de eindverantwoordelijkheid draagt voor Suske en Wiske is zijn naam pas veel later onder ogen van het grote publiek gekomen. Vanaf het album De krachtige krans (1989) heeft hij eindelijk de erkenning gekregen die hij verdient met de vermelding van zijn naam als tekenaar/scenarist op het titelblad.
Paul Geerts verwerkt veel persoonlijke ervaringen in zijn verhalen. Zo vormen reizen die hij over de hele wereld heeft gemaakt vaak het uitgangspunt voor een nieuw, spannend avontuur.
Het verhaal Robotkop, dat in 1996 in album zal verschijnen, is gebaseerd op een operatie die Geerts heeft ondergaan. Bij die operatie werd een hersentumor verwijderd. In het verhaal overkomt Lambik hetzelfde. Deze raakt daarbij schijndood en komt in het hiernamaals allerlei bekenden uit eerdere avonturen tegen.
In de tijd dat Vandersteen Suske en Wiske nog tekende liet hij zichzelf wel eens figureren in de verhalen. Paul Geerts heeft die traditie voortgezet. Hij duikt voor het eerst op, als een verlegen tekenaar, in De gladde glipper. Verder komt hij ook nog voor in De Belhamel bende. Het meest prominent is hij echter aanwezig in het jubileum-verhaal De 7 schaken. In dat verhaal vervult hij de rol van "geheimzinnige gemaskerde" die in zoveel Suske en Wiske verhalen voorkomt. In deze vermomming zorgt hij dat Suske, Wiske en hun vrienden een avontuur beleven in het Antwerpen van de jaren '20, samen`met Willy Vandersteen. Zijn eigen identiteit wordt pas onthuld op het allerlaatste plaatje van het verhaal. Waardoor overigens voor het eerst in vele jaren het avontuur niet wordt afgesloten met een knipoog van Wiske.
Paul Geerts heeft vele jaren met plezier en grote inzet aan Suske en Wiske gewerkt. In Versus no. 53, verschenen in april 2001, schreef hij echter in zijn column dat ook voor hem de jaren beginnen te tellen. De vermoeidheid treft hem steeds eerder en hij kan niet meer zo lang doorwerken als eerst het geval was. Met het oog op die gezondheidstoestand doet Paul een stapje terug bij Suske en Wiske. In overleg met alle betrokkenen is afgesproken dat de hoofdverantwoordelijkheid voor de reeks voortaan bij Marc Verhaegen komt te liggen. Paul Geerts zal voortaan vooral als helper en raadgever voor Marc optreden.
Tijdens de fanclubdag van De Fameuze Fanclub op 22 april 2001 vertelde Paul voor het eerst aan het publiek dat hij stopt met het werken aan de reguliere Suske en Wiske-verhalen en dat het estafettestokje wordt overgedragen aan Marc. Een jaar later droeg de oude meester het potlood tijdens de 15e fanclubdag officieel over aan zijn opvolger.
Op het moment dat Paul Geerts zijn column in Versus no. 53 schreef wist hij waarschijnlijk nog niet dat de uitgever verdergaande plannen had met Suske en Wiske. Nog voordat de Versus waarin zijn stukje stond bij de leden van de Fameuze Fanclub op de mat lag werd in de media aangekondigd dat de cartoonist Erik Meynen door Studio Vandersteen was aangetrokken om Suske en Wiske verder te moderniseren.
Paul Geerts was niet blij met deze ontwikkeling. In een reactie in de Telegraaf zei hij: "Het is onverstandig zo ingrijpend te sleutelen aan de twee striphelden, die in het geheugen van iedere lezer zijn opgeslagen. Misschien dat je er 10.000 nieuwe lezers mee aanspreekt, maar voor hetzelfde geld verlies je er 10.000 oude. Ik hoor nu al reacties dat Suske en Wiske niet meer dezelfde zijn".
In 2002 werd Paul Geerts 65 jaar en met ingang van 1 juni van dat jaar gaat hij officieel met pensioen. Hoewel hij nu niet meer actief betrokken is bij de dagelijkse productie van de Suske en Wiske-strips verdwijnt hij niet in de anonimiteit. Op beurzen zal hij nog regelmatig te vinden zijn achter de signeertafel. Verder zal hij veel tijd besteden aan schilderen, zijn favoriete hobby. In 2001 exposeerde hij voor het eerst werk van zijn hand in de buurt van Zeebrugge, een gebeurtenis die in 2002 een vervolg zal krijgen.
Eind 2002 kreeg Geerts te horen dat hij, op voordracht van het bestuur van De Fameuze Fanclub, was benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. De onderscheiding werd op 16 december 2002 in Utrecht aan hem overhandigd.
Drie jaar later, in september 2005, verscheen een biografie van de peetvader van Suske & Wiske, geschreven door Theo Vaessen. |