Van Relegem (Roeselare) naar Raon-l'Etape
Maandag
05-08-2007
Routeplan |
|
Relegem (Roeselare) - Bouillon Bouillon - Verdun Verdun - Commercy Commercy - Domrémy-la-Pucelle Domrémy-la-Pucelle - Raon-l'Etape |
R0 - E19 - N40 - N899 N83 - N88 - D17 - N43 - D110 - D102 - D65 - D905 - D964 D964 D964 D19 - D12c - D12 - D904 - D5 - N57 - N59 - D159 |
8:30. Afspraak afrit 4, ring rond Mons. Iedereen stipt aanwezig. Beide motoren zijn netjes opgepoetst. De zwarte BMW van Johan en mijn witte Tiger lijken water en vuur. We rijden richting Philippeville-Givet langs rustige soms kaarsrechte wegen. De teller in het oog houden, want je zit hier zo boven de toegelaten snelheid.
De eerste koffie wordt gesavoureerd in Bouillon aan de Semois. Het is al warm hoewel het nauwelijks tien uur is. We nemen de tijd om even bij te praten en brommen richting Orval. Door het bos achter de abdij door komen we definitief over de Franse grens. De GPS leidt ons over een ‘onverharde weg’. Het valt nogal mee, maar het is niet echt leuk rijden.
Wegens bezocht in een vorig leven, laten we Montmédy links liggen; we rijden er rond en bewonderen de stad vanuit alle hoeken. Even verder krijgen we een nieuwe verrassing voor de wielen: het kasteel van Loupy-sur-Loison.
Het kasteel uit de XVIIe eeuw in Renaissancestijl werd ontworpen door Simon de Pouilly, de militaire gouverneur van het naburige Stenay. Lodewijk XIV verbleef er ten tijde van de belegering van Montmédy in 1657. Het kasteel werd geplunderd tijdens de eerste wereldoorlog en diende in de tweede wereldoorlog als krijgsgevangenkamp.
http://www.chateaux-france.com/louppysurloison/index.phtml?l=fr
Net op de middag bereiken we Verdun. De opgekalfaterde stad ligt te blinken in de zon. We parkeren onze motoren tussen een rits Japanners. De oorlogsmonumenten zijn maar half zo somber in het helle zonlicht. Na een broodje lopen we tot boven de trappen, maar het panorama is niks.
Een korte rondrit brengt ons langs le village détruit de Fleury tot aan het ossuaire en het oorlogskerkhof van Douamont. Alles ligt er zo vredig bij. Maar de eeuwige vraag blijft… waarom. Altijd iemands vaders, altijd iemands kind. Het is irrationeel dat je zo wordt aangegrepen door deze necropolen, terwijl de doden in Irak, Darfour of Congo je minder raken. Eigen volk eerst?
Over Verdun vind je heel wat info in het verslag van onze tocht naar Bourgondië (2004).
Langs de Maas zakken we verder af naar het zuiden tot Commercy. Je rijdt het slaperige stadje binnen langs de rue Stanislas, die uitgeeft op de imposante binnenkoer van het kasteel. Het optrekje was ooit jachtverblijf voor de hertogen van Lotharingen en de hoofdverblijfplaats voor Stanislas Leszinsky, de schoonvader van Lodewijk XV en afgezette koning van Polen.
Stanislas werd door het politieke spel hertog van Lotharingen en was een gewillige pion voor de koning. Lotharingen was een Frans autonoom hertogdom aan de grens van het Habsburgse rijk. In 1735 verlooft hertog François III van Lotharingen zich met Maria-Theresia, de toekomstige keizerin van Oostenrijk (en heerseres over de Nederlanden). Hij zal dus keizer van Oostenrijk worden. Lodewijk XV kan niet tolereren dat Lotharingen Habsburgs gebied zou worden en zet zijn schoonpapa op de troon: zo zal na diens dood het hertogdom toekomen aan zijn vrouw, de dochter van Leszinsky en koningin van Frankrijk. Lotharingen wordt dan geïntegreerd in Frankrijk.
Stanislas bleek een uitermate geschikte hertog te zijn: trouw aan de koning, vredelievend, kunstzinnig, filosoof en vooral liefhebber van een goede tafel en het vrouwelijk schoon. Aan hem hebben we de imposante place Stanislas in Nancy te danken.
Het kasteel kan je niet bezoeken; we stellen ons tevreden met een koffie op een terras met zicht op de esplanade, zalig in het zonnetje, genietend van het zicht op de klassieke gevel van het gebouw.
http://www.toutnancy.com/articles/histoire/ville/standucdelorraine.php3
http://fr.wikipedia.org/wiki/Stanislas_Leszczy%C5%84ski
|
Tussen haakjes, voor de Proust-liefhebbers: in Commercy werden de onovertroffen Madeleinekoekjes ‘uitgevonden’ door een keukenmeid van Stanislas.
"... Et bientôt, machinalement, accablé par la morne journée et la perspective d'un triste lendemain, je portai à mes lèvres une cuillère du thé où j'avais laissé s'amollir un morceau de madeleine. Mais à l'instant même où la gorgée mêlée de miettes de gâteau toucha mon palais, je tressaillis, attentif à ce qui se passait d'extraordinaire en moi. Un plaisir délicieux m'avait envahi..."
PROUST, Marcel, Du côté de chez Swann
http://www.chefsimon.com/madeleine.htm
http://www.chefsimon.com/commercy.htm
Amper 40 km scheiden ons van Domrémy-la-Pucelle, de woonplaats van Jeanne d’Arc. Hier werd ze in 1412 geboren als dochter van Jacques d’Arc, de plaatselijke vertegenwoordiger van de koning. Hier ook hoorde ze de stemmen van de heilige Katharina en Margareta die haar aanzetten om Frankrijk te bevrijden van het Engelse juk. Dorémy ligt op de uiterste grens van het toenmalige Frankrijk. Even verder begint het territorium van de Borgondische hertog, handlanger van de Engelse bezetter. In 1428, toen ze zestien was, trok ze naar Robert de Baudricour, gouverneur van de Franse koning in Vaucouleurs. Ze vraagt hem haar de leiding te geven over de Franse troepen. Baudricourt stuurt haar terug naar haar dorp, maar zal haar een jaar later laten begeleiden tot bij de kroonprins in Chinon. De rest van haar mysterieuze leven is gekend. Uiteindelijk sterft ze op de brandstapel in 1431. Vanaf de 19e eeuw werd ze het voorwerp van verering en legende (ze werd toen pas heilig verklaard). Sommige politieke partijen claimen haar als boegbeeld. Ongeveer dertig films hebben haar 'avonturen' populair gemaakt bij het grote publiek.
De site van het geboortehuis is omgebouwd tot een multimediaal museum. Je bezoekt er het geboortehuis – een sobere, maar naar de vijftiende-eeuwse normen ruime en comfortabele woning opgetrokken in steen. Zeer interessant is het Centre de visages de Jehanne, een reis door de middeleeuwen van Jeanne d’arc. Op een onbevooroordeelde wijze worden allerlei middeleeuwse aspecten belicht: het ridderideaal, het geloof en bijgeloof, het leven en de dood, koningsideaal en realiteit van het koninkrijk, oorlog en ziekte. Ook de figuur van Jeanne zelf, de personages uit haar verre en nabije entourage en hun rol in de Honderdjarige Oorlog, worden duidelijk gesitueerd. Voorwaar een aangename verrassing.
http://www.vosges.fr/cg88/frontoffice/document.asp?num=437&lan=4
Een paar kilometer verder worden we geconfronteerd met de 19e-eeuwse romantische visie op de figuur van Jeanne. Op een helling rijst de Basilique du Bois-Chenu op. Het bouwwerk en de sfeer die er heerst, tarten elke verbeelding. Je moet dit gezien hebben: klatergoud, kitscherige neogotiek, exalterende mozaïeken, naïeve geschiedenisvervalsing, kortom de Historiaprenten uit onze jeugd in het kwadraat. Een monumentale trap leidt van de crypte naar het schip van de kerk. Ieder jaar komen hier duizenden pelgrims, vooral op de tweede zondag van mei, de feestdag van Jeanne d’Arc.
En dan nemen we de Michelin ter hand voor een hotelletje. Omdat we morgen de Route des Crêtes willen afbollen, kiezen we een slaapplaats in Raon-l’Etape, een stadje niet ver van de Col du Donon. Dit hadden we beter niet gedaan, want de vermoeidheid begint zich te manifesteren. En als klap op de vuurpijl leidt de GPS ons vijf km over ‘onverharde wegen’. Wat een nachtmerrie: onverhard betekent hier soms keien maar ook 3 km door een modderige bosweg, waar de motor bijna niet recht te houden is. Ei zo na komt het tot een valpartij. We zijn dus weer een ervaring rijker, maar we zweren dat dit de laatste keer is dat we ons door de GPS over ‘onverharde wegen’ laten leiden. Doodmoe maar gelukkig – het lijkt wel het slot van het verslag van mijn schoolreis uit het vijfde studiejaar – bereiken we na anderhalf uur Le Relais Lorraine Alsace. We parkeren de motors achter het monument voor de gesneuvelden. Een ruime kamer met salon en een schitterende badkamer zijn hier ons deel. En het diner mag er ook zijn. Na een paar (onbepaald aantal) pressions verliezen we ons in de geneugtes van de heerlijke tafel. Op een geitenkaasslaatje volgen mosselen voor Johan en een faux filet met aangepaste groentjes voor mij. De Côte du Rhône is fruitig maar stevig. Een crême brulé rond het geheel af. Vergeten zijn de ‘onverharde wegen’. Morgen wachten de bergen, de natte droom van elke rechtgeaarde motorrijder.