wp31e89fb1_0f.jpg
wp22da946f_0f.jpg

Magnum Incendium Romae

Geschiedenis van Rome vóór de grote brand

 

 

Het ontstaan van Rome

 

Over het ontstaan van Rome bestaan verschillende soorten verhalen. Vrijwel de bekendste is de mythe van Romulus en Remus. Volgens de Ilias en Odyssee, werd in opdracht van Augustus door dichter Vergilius en geschiedschrijver Livius een verhaal geschreven over het ontstaan van Rome. Dit verhaal heet Ab Urbe Condita, waarin de goddelijke oorsprong van de stad Rome naar voren kwam. In dit werk wordt in 142 boeken de geschiedenis van Rome beschreven vanaf de stichting van de stad. Volgens deze legende zou Rome gesticht zijn door de tweeling Romulus en Remus op 21 april 753 v. Chr. Tussen acht en negen uur ’s ochtends. Oorspronkelijk komt deze legende van schrijver Marcus Terentius Varro (116-27 v. Chr.). De allervroegste geschiedenis van Rome is onduidelijk.

 

De legende begint met de Trojaanse oorlog, waar Aeneas en zijn zoon uit Troje wegvluchten en, zoals de goden hen hadden opgedragen, een nieuw rijk stichten. Toen ze na jarenlang rondzwerven op zee in Carthago aankwamen, werd Aeneas verliefd op Dido, de koningin van Carthago. De goden reageerden woedend wanneer duidelijk werd dat Aeneas in Carthago bij Dido wilde blijven, maar uiteindelijk vertrokken Aeneas en zijn zoon weer om de stad Alba Longa te stichten. Hier kreeg Aeneas nog enkele zonen, waarvan de jongste zoon aan de macht kwam. Deze kreeg vervolgens weer een dochter, Rhea Silvia. Zij was een Vestaalse maagd, maar had gemeenschap gehad met de god Mars. Omdat ze een Vestaalse Maagd was, die voor altijd maagd moesten blijven, werd zij vermoord nadat zij een tweeling ter wereld bracht: Romulus en Remus. De toenmalige koning beval een paar soldaten de tweeling te vermoorden, maar deze faalden en legde de tweeling in een rieten mandje in de rivier. De tweeling werd gevonden door een wolvin, genaamd Lupa Capitolina, die hen verzorgde. wp08941f62_0f.jpg Na een tijdje werden ze door een herder gevonden en meegenomen, die hen grootbracht.

 

 

 

Eenmaal volwassen mannen, trokken ze naar de zeven heuvels bij de rivier de Tiber en besloten ze een stad te stichten. Ze besloten naar een priester te gaan, om er achter te komen welke naam ze de stad zouden geven en of het de juiste plek was om een stad te stichten. Elk kozen ze een eigen heuvel en wachten samen met de priester op een goddelijk teken. Remus zag zes raven en vond dit een overtuigend goddelijk teken en vond dat de stad Reme genoemd moest worden.

 

Romulus kwam later naar beneden met het nieuws dat hij twaalf raven had gezien, daarom moest de stad volgens hem Rome genoemd worden. Hierdoor ontstond er een ruzie waarbij Romulus Remus doodsloeg. De stad werd Rome genoemd waarvan Romulus de eerste koning zou zijn. Volgens de legende zouden er nog zes koningen volgen, waarvan Tarquinius Superbus de laatste zou zijn.

 

Een andere theorie over het ontstaan van Rome werd op 5 mei 2003 in het Romeins dagblad Il Messaggero gepubliceerd. Hierin stond dat er in een teruggevonden fragment van de Grieks-Siciliaanse schrijver/dichter Stesichorus van Humnera wordt beschreven dat een vrouw, genaamd Roma, ook uit de Trojaanse oorlog weggevlucht, samen met haar Trojaanse vloot en metgezellen. Ze vinden een aangename plek waar zij besluiten te blijven en een stad te stichten, die zij naar hun aanvoerster Roma vernoemen. Er zijn meer bronnen die deze theorie ondersteunen. Zo schreef de Griekse schrijver/historicus Dionysus van Halicarnassus ook over deze vrouw. Hij leefde rond de tweede helft van de eerste eeuw v. Chr. De schrijver noemde deze vrouw alleen Rhome en geen Roma, Rhome betekent macht.

 

De eerste koningen van de Romeinse geschiedenis waren waarschijnlijk aanzienlijke mannen van de naburige Etrusken die de bevolking overheersten. Na verloop van tijd hebben de Romeinen deze overheersers verjaagd en stichtten een staat die zij Res Publica noemden. Er werden voortaan twee consuls gekozen en er was een raad, de Senaat, die belangrijke beslissingen namen samen met een aantal andere hoge ambtenaren, zoals censors en volkstribunen. Iedereen had zijn eigen rechten en plichten die in de wet (Lex) waren vastgelegd.

 

Er zijn verschillende wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar het ontstaan van Rome. Zo is Rome volgens archeologen ontstaan volgens een viertal stappen.

 

1e stap: In de 10e eeuw v. Chr. ontstonden er kleine nederzettingen van Latijnen op de heuvels de Palatijn en de Esquilijn.

 

2e stap: In de 7e eeuw v. Chr. kwamen er nieuwe nederzettingen bij op de Palatinus, de Esquilinus en op de Caelius. Tussen de twee nederzettingen ontstond een bondgenootschap: Roma Quadrata. De twee nederzettingen vormden een sterk militair vlak en er kwam een omwalling rond de Palatijn.

 

3e stap:  In de 6e eeuw v. Chr. kwamen er nog meer nederzettingen bij op de drie heuvels en vielen de Etrusken binnen. Ze veroverden uiteindelijk Rome dat toen bestond uit de enkele nederzettingen. De drie nederzettingen op de drie heuvels werden tot stad gevormd.

 

4e stap: Tijdens de 4e eeuw v. Chr. breidde de stad zich uit tot vier andere heuvels waar nog geen nederzettingen waren. De zeven nederzettingen vormden een eenheid doordat de stad een omliggende muur had die het tot een echte stad maakte. Sindsdien groeide Rome uit tot de machtigste stad van de Oudheid.

 

Je kunt de geschiedenis van het Oude Rome in drie periodes verdelen, namelijk:

1. Koningstijd

2. Republiek

3. Keizertijd

 

 

De Romeinse Koningstijd

 

De informatie die we over de Romeinse koningstijd hebben is voornamelijk gebaseerd op legendes. Zo was Romulus na de stichting van Rome de eerste koning. Om het zichzelf bij het besturen van het Rijk makkelijker te maken gaf hij enkele taken uit handen. Zodoende stelde hij een raad van oude mannen (sennex) in om hem te adviseren, zij vormden samen de Senaat. In Rome heerste destijds een vrouwentekort en daarom besloot Romulus om maagden van het buurtvolk de Sabijnen te stelen, de zogenaamde maagdenroof. Titus Tatius pikte dit niet en besloot de maagden terug te halen en viel Rome binnen. Uiteindelijk viel Rome in Sabijnse handen. De Sabijnse maagden waren inmiddels van hun Romeinse echtgenoten gaan houden en kwamen tussenbeide. Er werd vrede gesloten en Titus Tatius werd medekoning waardoor veel Sabijnen zich vestigden op de Quirinaal.

 

Nadat Romulus in 715 v. Chr. stierf, nadat hij volgens de legende meegevoerd zou zijn in een wervelstorm, wisselden de Latijnse en Sabijnse koningen zich af. De koning die Romulus opvolgde was Numa Pompilius. Hij werd als een wijs man gezien die veel aandacht aan de Romeinse godsdienst besteedde. Pompilius stierf in 673 v. Chr. en werd opgevolgd door de Latijn Tullus Hostilius. Hij was in vergelijking met Numa een oorlogszuchtig man, die vaak een aanleiding zocht om een oorlog te starten. Op die manier konden de Romeinen zich bewijzen. Toen mannen uit de stad Alba Longa vee stalen van de Romeinen, zag Hostilius zijn kans schoon om de stad aan te vallen. De strijd ging uiteindelijk tussen de Romeinse Horatii en de Curiatii uit Alba omdat de koning van Alba net was overleden. De Horatii overwonnen de Curiatii, waarna de bevolking van Alba Longa op de Caelijnse heuvel kwam te wonen. Door de overwinningen die Hostilius boekte, steeg zijn arrogantie. Als reactie hierop stuurden de goden in 641 v. Chr. een pestepidemie naar Rome. Tullus laatste gebeden om hulp gingen uit naar Jupiter, maar die doodde hem met een bliksemschicht. Een van Tullus’ daden was het bouwen van de Curia Hostilia, de vergaderplaats van de Senaat.

 

De opvolger van Tullus was Ancus Marcius, kleinzoon van Numa en tevens een Sabijn. Hij had enkele gelijkenissen met zijn grootvader, zo was ook hij een vredelievend vorst. In zijn reageerperiode werden de Latijnen erg lastig en begonnen de weilanden van de Romeinen te plunderen. Ancus trad op en versloeg de Latijnen die hij op de Aventijnse heuvel liet wonen. Hij lijfde ook de laatste van de zeven heuvels de Janiculijnse heuvel in, zodat de stad het gebied rond de rivier de Tiber nog beter kon gaan beheersen. Ancus Marcius besteedde in zijn regeerperiode veel aandacht aan de Etruskische beschaving, zo kreeg deze hogere beschaving veel invloed toegezegd. Ancus stierf in 617 v. Chr. en aangezien zijn zoons nog te jong waren om hem op te volgen werd zijn Etruskische adviseur Lucius Tarquinius Priscus  zijn opvolger.

 

Lucius Tarquinius Priscius was de koning die verantwoordelijk is voor het bouwen van onder andere het Circus Maximus, waar wagenrennen werden gehouden, Cloaca Maxima, het eerste riool van de wereld en het Forum Romanum, dat hét bestuurlijke centrum van Rome zou worden. Door de bouw van het Forum Romanum werd Rome echt een stad, aangezien Rome nu echt één centrum had. Ten tijde van Tarquinius zijn regeerperiode woonde er in het koninklijk paleis de slaaf Servius Tullius. Volgens de legende zou zijn hoofd, terwijl hij sliep, omgeven zijn door vlammen, wat door koningin Tanaquil werd gezien als een voorteken dat hij voor iets groots was voorbestemd. Door dit teken werd hij door de koning en koningin geadopteerd en als troonopvolger gekozen. Tarquinius stierf in 579 v. Chr., nadat hij door de zonen van Ancus Macius was vermoord. Tanaquil Servius Tullius werd de nieuwe troonopvolger.

 

Servius was een goede koning en bestuurder. Hij verdeelde Rome in 36 tribus, elke tribus bestond weer uit verschillende gentes, die op hun beurt weer uit verschillende familiae bestonden. Daarnaast kregen de plebs (het gewone volk) voor het eerst politieke rechten, omdat zij ingedeeld werden in 193 centuriae, dat uitging van het vermogen en niet naar de afkomst. Er werd een volksvergadering opgericht waarin gestemd werd per centuria. De rijkste burgers vormden de meerderheid en moesten dan ook de meerderheid van de troepen leveren. Servius bouwde de eerste stadsmuur, de Serviaanse muur en stelde de pomerium, de stadgrens, in.

 

Omdat Servius toch wel een redelijke band had met het Tarquinius geslacht, besloot hij zijn beide dochters, Tullia genaamd, te koppelen aan de zoons van Tarquinius. De oudste dochter trouwde met Arruns en de jongste trouwde met Tarquinius junior. De oudste dochter van Servius werd daarentegen verliefd op Tarquinius junior en liet samen met Tarquinius haar jongere zusje en Arruns vermoorden en uiteindelijk ook haar Servius. Er werd kwaad over Servius gesproken door Tarquinius bij de Senaat in 534 v. Chr. en zo werd hij door het Romeinse volk veroordeeld.

 

Lucius Tarquinius Superbus, de hoogmoedige, werd opvolger van Servius. Om zijn koningschap veilig te stellen liet hij de Senaat zuiveren door de medestanders van Servius weg te sturen. Hierdoor werd hij echter niet populair bij het Romeinse volk. Nadat de zoon van Lucius, Sextus Tarquinius Superbus,  Lucretia verkrachtte, keerde het volk zich tegen de koning. Zo zwoeren de vader en echtgenoot van Lucretia op wraak. Haar verwant Lucius Iunius Brutus kwam met het plan om de bevolking tegen de koning in opstand te brengen, terwijl hij op veldtocht was. Bij terugkomst van de koning sloot de bevolking de poorten en werd de koning de stad uitgedreven. Zo was Lucius Iunius Brutus de eerste die met het idee kwam van Rome een Republiek te maken.

 

 

Lijst van de koningen van Rome:

 

1.  753 – 716 v. Chr. – Romulus

2.  716 – 673 v. Chr. – Numa Pompilius

3.  673 – 641 v. Chr. – Tullus Hostilius

4.  641 – 616 v. Chr. – Ancus Martius

5.  616 – 578 v. Chr. – Tarquinius Priscus

6.  578 – 534 v. Chr. – Servius Tullius

7.  534 – 509 v. Chr. – Tarquinius Superbus

 

 

De Romeinse Republiek

 

Het Romeinse koninkrijk kwam tot een eind toen Tarquinius Superbus was verdreven door Lucius Iunius Brutus, nadat zijn zoon Sextus Lucreatia had verkracht. Hierbij komen we aan bij het begin van het Romeinse Republiek, die volgens de overlevering ontstond in 509 v. Chr. In die tijd was de stadsstaat Rome en het omliggende gebied (Latium) deel van de Etruskische monarchie. Maar Brutus zou samen met Romeinse edelen in opstand zijn gekomen tegen de Etruskische koning, hierdoor werd hij benoemd tot de eerste consul in Rome. Later werd er besloten om twee consuls aan te stellen om een dictatuur te voorkomen.

 

De tijd van de republiek staat vooral bekend om hevige klassenstrijden en de verbetering van de positie van de plebejers (het gewone volk).

Er ontstonden volksvergaderingen vanaf het jaar 494 v. Chr. in de republiek om de plebejers tegen de macht van de Romeinse elite te beschermen. Het ambt heette tribuun en de tribunen werden gekozen door het volk. Sindsdien is ook de afkorting SPQR tot uiting gekomen, want het betekent “namens de Senaat en het volk van Rome”. wp0ea8e498.png De macht van de tribunen was vrij groot, want ze mochten een door de magistraten gemaakte wet met het vetorecht tegenhouden. Er zijn in totaal drie verschillende volksvergaderingen te noemen:

- De comtia curiata, dit is de oudste volkvergadering en werd nog gedomineerd door de patriciërs en was dus niet helemaal representatief voor het volk. Ze kozen de magistraten en bepaalden welke magistraten de macht kregen om bevelen uit te voeren en wie het leger mocht aanvoeren.

- De tweede is de belangrijkste volksvergadering en heet de omitia centuriata, deze was georganiseerd op basis van klasse. Hierdoor werd de volksvergadering representatiever, want door deze organisatie kon ook de middenklasse deelnemen aan de volksvergadering. Ze kozen de consuls en bepaalden of er oorlog was of vrede.

- De laatste is comitia populi tributa en werd gevormd door de inwoners van een bepaalde regio. Hierin zaten voornamelijk de plebejers van de stad Rome en ze kozen de tribunen. Ook waren zij de jury bij rechtszaken.

Echter pas in 366 v. Chr. konden niet-patriciërs tot consul gekozen worden.

Ten tijde van de gebroeders Gracchus ontstond er onrust in de lagere middenklasse, wat uitliep op protest. Ze wilden meer te zeggen hebben over het bewind en toen de oudste broer van de Gracchi tot tribuun was gekozen in 133 v. Chr. veranderde de situatie. Hij zorgde namelijk voor een grootscheepse herverdeling van land en voerde enkele wetten in ten genoegen van de onderste laag van de samenleving. Maar toen hij zich opnieuw verkiesbaar wilde stellen, wat overigens verboden was, werd hij tijdens rellen vermoord.

Zijn broer deed in 123 v. Chr. een staatsgreep om de hervormingen door te zetten en uiteindelijk werd hij gekozen tot tribuun. Hij wilde de plebejers en de middenklasse verenigen tegen de macht van de patriciërs in de senaat. De Lex Frumentaria bevoordeelde de kleine grondeigenaren en zorgde ervoor dat belastingopbrengsten voor een deel ten goede kwamen aan het volk. Met de Lex Judiciaria probeerde hij de ridders (rijke middenklasse) achter zich te krijgen door hen bepaalde rechten toe te kennen die daarvoor alleen door senatoren konden worden uitgeoefend. Maar ook hem was geen lang leven gegund, hij werd op dezelfde wijze als zijn broer vermoord namelijk tijdens de hevige rellen. De toen al ingevoerde veranderingen werden teruggedraaid en alles was dus voor niets geweest.

 

Dit zorgde echter voor zulke ontevredenheid bij de bondgenoten, dat zij in opstand kwamen. Deze opstand leidde tot de Bondgenotenoorlog, die uiteindelijk na vele slagen door Sulla in 82 v. Chr in het voordeel van Rome werd beslist. Sulla komt daarna in conflict met Marius, omdat Sulla aan de macht wil komen. Na een korte burgeroorlog pleegde Sulla een staatsgreep en werd hiermee de eerste dictator van Rome. Na twee jaar van tirannie trad Sulla af en werd opgevolgd door Pompejus. Deze werd echter in 60 v. Chr gedwongen om de macht met Julius Caesar en Crassus te delen (het eerste Triumviraat). Crassus overleed tijdens de Slag bij Carrhae in 53 v. Chr. en Caesar moest in Gallië de stammentwist sussen, maar startte vervolgens met de inlijving van Gallië. Toen Caesar in 49 v. Chr. terugkeerde uit Gallië eisten de Senaat en Pompejus dat hij zonder legioenen zou terugkeren, zodat hij berecht kon worden voor zijn misdaden die hij in Gallië had gepleegd. Hij weigerde echter en trad Rome mét legioenen binnen, waarna hij werd uitgeroepen tot dictator. Pompejus vluchtte en ging de strijd een jaar later in Griekenland aan, maar dit liep slecht af voor hem, want tijdens zijn vluchten naar Egypte werd hij vermoord.

 

Caesar werd uitgeroepen tot dictator voor het leven, maar de senatoren vreesden hem en wilden van hem af. Op 15 maart 44 v. Chr. werd hij dan ook vermoord. In de verwarrende uren na Caesars dood, greep Marcus Antonius de macht. Toen het testament geopend werd bleek dat niet Antonius de opvolger was, maar Octavius was geadopteerd en tot erfgenaam gemaakt. Maar voor een makkelijker bestuur besloten Marcus Antonius, Octavius en Lepidus(het tweede Triumviraat) samen te gaan werken. Samen trokken ze op tegen de moordenaars van Caesar, die in 42 v. Chr. in de slag bij Philippi werden verslagen en vermoord. Na deze klopjacht werden de provincies verdeeld over de leden van het Triumviraat: Octavius kreeg het westen (met Rome en Gallië), Marcus Antonius kreeg het oosten (met Syrië en Egypte) en Lepidus werd afgedankt met Afrika. Maar deze samenwerking duurde niet lang, want zowel Antonius als Octavius wilde alleenheerschappij over het Romeinse rijk. Om steun te krijgen trouwde Antonius met Cleopatra, vorstin van Egypte, wat tot gevolg had dat hij zich meer en meer als een Oosterse monarch ging gedragen. Deze verandering viel niet goed bij de elite van Rome en deze steunden daarom dus Octavius. Nadat in 36 v. Chr. Lepidus uit het driemanschap was geschrapt, begon de machtsstrijd tussen Octavius en Antonius. De strijd werd beslist in 31 v. Chr. in de Slag bij Actium, Octavius’ admiraal Vipsanius Agrippa won deze slag namelijk op voortreffelijke wijze. Antonius pleegde na dit verlies zelfmoord, waardoor Octavius de onbetwiste alleenheerser werd en dit betekende officieel het einde voor de Republiek.

 

Gebiedsuitbreiding ten tijde van de republiek

 

Omdat er pas laat in de 3e eeuw v. Chr. is begonnen met de geschiedschrijving, zijn de feiten en de legenden moeilijk uit elkaar te houden. Maar men heeft een indicatie dat er tot ongeveer 340 v. Chr weinig gebiedsuitbreiding had plaatsgevonden.

Rome begon omstreeks 397 v. Chr. met Alba Longa een Latijns stadje op nog geen twintig kilometer van Rome, gevolgd door Veii, een Etruskische stad, die op ongeveer achttien kilometer van Rome aflag. Na deze verovering werden de naburige staten zich bewust van de groeiende macht van Rome, hierdoor vroegen de andere Etruskische dorpen de hulp van Rome toen zij werden aangevallen door de Kelten uit het Noorden. In 387 v. Chr. kreeg Rome het erg moeilijk, ze hadden namelijk een enorme nederlaag geleden tegen de Gallische koning Brennus, waar ze pas enige decennia later van hersteld waren.

Maar nadat Rome hersteld was, waren ze weer de sterkste militaire staat en veroverden alle stadsstaten in Italië die een gevaar waren voor Rome, zoals de Volsken, de Sabijnen, de Hernici, de Aequi en de Aurunci.

 

Vanaf toen begon Rome ook op grotere afstanden stadsstaten te veroveren zoals de Samnieten en de Galliërs. Op een paar Griekse stadsstaten in Zuid-Italië na was Italië nu volledig van Rome en ook deze laatste staatjes moesten er in 275 v. Chr definitief aan geloven, ze werden in de Slag bij Beneventum allemaal verslagen.

Later werd de handelsstad Carthago na de eerste Punische Oorlog veroverd, ondanks dat Rome en Carthago elkaar daarvoor eigenlijk altijd met rust lieten, maar omdat Carthago overgestoken was naar Sicilië, vond Rome dat reden genoeg om beide te veroveren. De strijd duurde ongeveer twintig jaar, maar het was zeker de moeite waard. Kort daarop werd ook de Povlakte waar toen voornamelijk Gallische volksstammen leefden veroverd.

Toen Rome de stad Saguntum, gelegen in Spanje, inlijfden, stroomde de emmer voor de Carthagoërs over. Ze begonnen een opmars onder leiding van de formidabele legerleider Hannibal Barkas. Hij heroverde Saguntum en besloot voor eens en altijd met de Romeinen af te rekenen. Het scheelde weinig of dit was hem gelukt, want nadat hij de Alpen binnen veertien dagen was overgetrokken stond hij bijna voor de poort van Rome. Maar om niet geheel bekende redenen zette hij niet door en werd hij verslagen in 202 v. Chr. bij de Slag bij Zama.

 

Kort daarna raakte Rome in conflict met het koninkrijk Macedonië die in twee slagen (197 v. Chr. en 146 v. Chr.) definitief werd weggeveegd en tot provincie werd gedegradeerd.

Toen in 192 v. Chr. de koning van Syrië een poging deed om de macht van Rome in Griekenland in te perken,  werd hij uiteindelijk door de bondgenoot Pergamum onderworpen.

Het begon er nu erg op te lijken dat Rome de Middellandse Zee zou gaan domineren en dit werd in 149 tot 146 v. Chr. bevestigd toen Rome voor eens en altijd met de Carthaagse republiek afrekende.

 

Keizertijdwpa146e94e.gif                                                                                     Romeinse rijk onder Augustus

 

In 27 v. Chr. deed Octavius een slimme politieke zet door zijn aftreden aan te kondigen waardoor het leek alsof hij de republiek teruggaf aan de Senaat en het volk van Rome. De Senaat was echter zo verrast dat ze het aftreden weigerde en hem juist de gelegenheid gaf om keizer te worden. Deze kans greep Octavius met beide handen aan en werd zo dus de eerste keizer van Rome. In 22 v. Chr. werd hij ernstig ziek en het Keizerrijk verkeerde voor lange tijd in onzekerheid. Augustus besloot daarom om een erfgenaam aan te wijzen voor het geval dat hij plotseling kwam te overlijden. Zijn erfgenaam werd Tiberius, die hem in het jaar 14 mocht opvolgen.

 

Octavius heeft enkele nieuwe dingen ingevoerd zoals de wet dat het aantal legioenen teruggebracht werd naar 28 en het invoeren van de Praetoriaanse Garde, die Rome meer controle moest geven.

Ook op buitenlands gebied zat Octavius niet stil, hij breidde het Rijk verder uit naar het noorden ten kosten van Germania. Maar toen hij de grenzen wilden verleggen naar de Elbe, ging het fout. In het Teutoburgerwoud werden drie legioenen compleet vernietigd door de Germanen.

 

Verder verliep het keizerschap van Octavius redelijk voorspoedig met als hoogtepunt het stichten van de Pax Romana, een door het Romeinse leger bewaakte periode van rust en vrede.

 

Op zijn sterfbed gaf hij Tiberius mee dat het Rijk binnen de Rijn- en Donaugrenzen moest worden behouden, ofwel dat er niet verder aan expansie naar het noorden toe gedaan moest worden.

 

Tiberius zette de politiek van Octavius voort, maar desondanks was hij niet echt geliefd. Velen verlangden terug naar de Republiek, waardoor Tiberius alleen maar strenger werd. In 27 was hij het zat en hij trok zich terug op het eiland Capri. Hij had Seianus aangesteld als vervanger en zelf ging hij zich te buiten aan orgieën en andere feestelijkheden.

In 37 stierf Tiberius op 79-jarige leeftijd op een verdachte manier, waarschijnlijk geholpen door de Praetoriaanse prefect en zijn erfgenaam Caligula.

Na zijn overlijden nam Caligula het gezag over en men zag zijn bewind rooskleurig tegemoet. Echter werd Caligula na een half jaar ernstig ziek, waardoor zijn geestelijk vermogen ernstig werd aangetast. Hij kon niet meer helder denken en bedacht de meest krankzinnige dingen, zoals zijn paard benoemen tot consul en zichzelf tot levende god. Verder liet hij een paleis bouwen voor zijn paard en liet hem bedienen door slaven. In 41 werd hij vermoord door de Praetoriaanse prefect Chaerea.

 

Chaerea wilde terug naar de republiek, maar toen de Praetorianen Claudius achter een gordijn vonden werd hij als keizer uitgeroepen. Ondanks zijn handicaps, bleek Claudius een goede leider. Hij liet een nieuwe haven bouwen in Ostia, waardoor de graantoevoer naar Rome werd vergroot. Verder begon hij met succes aan gebiedsuitbreiding richting Britannia in het jaar 43. Het enige wat tijdens zijn bewind niet voorspoedig verliep, was zijn privé-leven. Zijn eerste vrouw Messalina zwoer tegen hem samen en toen dat mislukte liet hij haar vermoorden. Vervolgens trouwde hij met Julia Agrippina, die maar één ding wilde : namelijk dat Nero keizer zou worden. In 54 vermoorde ze hem daarom ook en zodoende kwam haar zoon aan de macht.

 

Nero’s bewind begon voorspoedig onder begeleiding van Seneca en Burrus, maar dat veranderde snel. Nero had meer oog voor zijn hobby’s, zoals zingen en wagen mennen, waardoor het bestuur verslechterde. In 55 liet hij zijn stiefbroer Britannicus vermoorden en in 59 zijn moeder, omdat hij vond dat beiden te veel macht kregen. Rome brandde af in 64 n.C., maar dit is verder te lezen op de rest van de site.

 

wp4356e886.png
wp84a276f4.png

© 2008

wp08257775.png
wp08257775.png