Algemene principes van het spel
Volgende zijn de eigenlijke beginselen van het spel. In sommige omstandigheden zullen deze beginselen niet echt van toepassing zijn.
1. Voorwaarts lopen
Zowel in verdediging als in aanval.
In aanval: diegene in balbezit moet trachten voorwaarts te lopen in de richting van de doellijn en niet zijwaarts in de richting van de zijlijnen.
!!! Als niemand van je team voorwaarts loopt met de bal, zal je team nooit kunnen scoren!!!
In verdediging:als verdediger tracht je de tegenstander zijn tijd en ruimte zo klein mogelijk te maken door voorwaarts te lopen en de tegenstander zo dicht mogelijk bij zijn/haar doellijn te taggen.
2. Ondersteunen van de baldrager
Korte opvolging van de baldrager geeft meer mogelijkheden in de aanval en betekent dat je balbezit kan behouden. Korte opvolging betekent ook dat je geen enkele reden hebt om de bal te verliezen doordat je een lange pas achterwaarts
moet geven aan een ploegmaat die eventueel voorwaarts valt of onderschept wordt. Denk eraan!!! Een bijna zijwaartse pas is toegelaten en is dikwijls de effectiefste pas.
!!! Passen voor dat je getagged wordt, maakt het mogelijk dat de spelers de bal kunnen volgen en misschien een pas kunnen terugkrijgen om de aanval verder te zetten. Het helpt ook om de verdedigende ploeg op een verkeerd been te zetten en ruimte
en eventueel een overlap (2 tegen 1) te creëren.
3. Loop in de gaten, niet op de verdediger
Als de baldrager geen ruimte heeft, moet deze trachten een ploegmaat aan te spelen die wel de ruimte voor zich heeft, en die dan voorwaarts in het gat kan lopen.