Tot hiertoe heeft men nog steeds geen bewijs gevonden voor blijvende schadelijke effecten van LSD gebruik. Velen hebben wel geprobeerd, zoals de notoire L. Ron Hubbard (stichter van Scientology) die in de jaren '70 beweerde dat LSD als substantie deels aanwezig bleef in het lichaam. Hij stelde dat de stof op willekeurige momenten weer kon inwerken op het lichaam en zo bij de gebruiker een compleet onverwachte tripervaring kon opwekken.

Door meer ernstige wetenschappers is aangetoond dat de stof vrij snel uit het menselijke lichaam verdwijnt. De stof zet een chemische kettingreactie in gang, die pas geleidelijk verdwijnt na 10 uur. Daarna voelt de gebruiker zich weer 'normaal', maar wel nog steeds sterk onder de indruk van de opgedane ervaringen.

De zogenaamde 'flashbacks' zijn ook niet eigen aan het middel. Flashbacks treden op wanneer men een vaak schokkende of traumatiserende ervaring opgedaan heeft. Flashbacks kunnen optreden na het (verkeerdelijke) gebruik van LSD, maar ze worden niet veroorzaakt door het middel zelf, wel door de negatieve ervaring die men meegemaakt heeft. Een bad trip kan zo een heftige indruk nalaten als eender welke traumatische ervaring. De verantwoordelijkheid ligt dus bij de gebruiker. Indien men op een onverantwoorde manier omgaat met tripmiddelen, dan kunnen er consequenties optreden voor de geest, maar die zullen echter niet permanent zijn. Hetzelfde verhaal geldt voor mensen die sowieso al vatbaar zijn voor psychoses. Bij dergelijke mensen kan LSD een psychose veroorzaken. Hierbij moet men LSD eerder zien als de druppel die de emmer deed overlopen.