(…) Thuis ging ik liggen en zakte weg
in een niet onplezierige roes-achtige toestand,
gekenmerkt door extreme prikkeling van de fantasie.
Als in een droom zag ik met gesloten ogen een gestage stroom
van de meest fantastische beelden voorbij trekken,
buitengewoon vreemde vormen, begeleid door een bonte, caleidoscopische mengeling van kleuren (…).

Albert Hofmann, 1943

"

(…) Ik voelde een verschrikkelijke angst om krankzinnig te worden.
Ik werd meegevoerd naar een andere wereld, een andere plaats, een andere tijd. Het was alsof mijn lichaam geen gevoel meer had, levenloos, vreemd was. Was ik bezig te sterven? (…).

Albert Hofmann, 1943, drie dagen later (grote dosis)