Inkt in de winkel

Chinese Inkt

De vier traditionele schatten van de Chinese studeerkamer, het penseel, de insteen, het inkttablet en het papier zijn gedurende bijna tweeduizend jaar de beenderen en bloed van China's literaire en artistieke ontwikkeling geweest. Van deze vier wordt misschien het inkttablet als het kostbaarst beschouwd. Zijn ingewikkelde fabricatieproces bestaat uit meer dan 20 stappen en de verschillende speciale technieken werden angstvallig als familiegeheimen bewaard en generatie na generatie doorgegeven. Inkttabletten van bijzondere kwaliteit door beroemde makers vervaardigd waren zo hoog geprijsd dat bepaalde keizers ze als beloning aan verdienstelijke hoge ambtenaren gaven. Het is geen verrassing een relevant Chinees gezegde te vinden: "Goud kan worden verkregen, maar een uitstekend inkttablet is moeilijk te vinden".
Diverse groten inktOndanks de hoge prijs voor die van ongewone kwaliteit waren in China de inkttabletten in geen geval zeldzaam. Verschillend van de Westerlingen die gedurende de eeuwen vloeibare inkt, gemaakt van verschillende plantenkleurstoffen, gebruikten in combinatie met ganzeveer en later vulpen, vertrouwden de Chinezen alleen op ink gemaakt van het met vocht gewreven inkttablet waarin een penseel met een top van dierenhaar was gedoopt. Ofschoon over het algemeen de ballpoint het penseel voor de alledaagse administratieve en literaire doeleinden heeft vervangen, worden penseel en inkttablet nog steeds gebruikt, speciaal in het artistieke milieu. Ondanks dat de moderne tijd ook voor-gewreven, vloeibare inkt heeft gebracht, vereist deze de toevoeging van bepaalde chemicalien om bederf tegen te gaan en worden de verkregen resultaten als inferieur beschouwd; zodat veel schilders en kalligrafen, om redenen van zowel kwaliteit als principe, preferen hun eigen inkt te wrijven.
Het Chinese karakter voor inkttablet is mo (墨) en is een samenstelling van de karakters voor zwart, hei (黑) en aarde, tu (土). HetInktvormen belangrijkste bestanddeel voor inkttablet, roet dat uit het verbranden van pijnboomhout wordt verkregen, werd vermengd met een lijm, gewoonlijk gemaakt uit dierlijke huiden. Het verzamelde roet leek op fijne aarde en was zwart van kleur.
Reeds 6000 jaar geleden, tijdens het Neolitische tijdperk, begon de mensheid met het gebruik van natuurlijke inkt als decoratie op kunstvoorwerpen. Na de komst van karakters werd inkt gebruikt om deze karakters op te schrijven, getuige de in Anyang in de provincie Henan in grote getalen opgegraven z.g orakelbeenderen uit de Shang dynastie (16de eeuw - 1045 v.c). Deze orakelbeenderen waren voorzien van ingekerfde karakters en ingevuld met sporen van vermiljoen en zwart. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de kleuren met behulp van een penseel zijn aangebracht waarbij de rode kleur kwiksulfide bevatte en de zwarte natuurlijke carbon. Hieruit is af te leiden dat de Chinezen reeds in de Shang dynastie bekend waren met de eigenschap van natuurlijk inkt en bovendien voor het schrijven gebruikt maakten van karakters.
Tijdens de Westelijke Zhou dynastie (1027 - 771 v.c.) verschijnt kunstmatige inkt, getuige de mededeling in een oud boek over kalligrafie uit de Xuanwang periode tijdens de Zhou dynastie de (Mededelingen antieke boeken kalligrafie); "Xingyi begint met het vervaardigen van inkt en worden karakters met zwarte aarde, roet, geschreven." Dit is in China de vroegste aantekening omtrent kunstmatige inkt. In verband met het op deze manier schrijven van karakters, door middel van de in Xixian in de provincie Anhui, gemaakte Huizhou inkt, bestaat een legende: Op een dag waste Xingyi aan de rand van een beek zijn handen. In het water zag hij enkele stukken pijnboom houtskool drijven en werden zijn handen tijdens het opvissen van deze stukken zwart gekleurd. Verbaasd over dit effect nam hij ze mee naar huis, stampte de stukken fijn en gebruikte water om het tot een compacte massa te kneden. Omdat dit niet het gewenste resultaat gaf gebruikte hij daarna een kleverige brij rijst om het geheel te mengen, wat een heel goed resultaat gaf, en perste het geheel met zijn handen tot platte en ronde klompen. Of deze legende al dan niet op waarheid berust is eigenlijk niet belangrijk, maar het uitvinden van inkt was zeker een toevallig, maar onvermijdelijk proces.
Tijdens de Lente en Herfst periode gedurende de Strijdende Staten tijdperk (475 - 221 v.c.) nam het gebruik van inkt voor het schrijven van karakters gestadig toe. De kwaliteit van door mensen gemaakte inkt nam door kennisverwerving geleidelijk toe en was beter dan natuurlijk inkt.
Gedurende de Qin dynastie (221 - 207 v.c.) ging de vervaardiging van inkt op basis van roet van pijnbomen sterk vooruit.
inktfabricatie1Inktfabricatie2Inktfabricatie3Inktfabricatie4Inktfabricatie5Inktfabricatie6Inktfabricatie7Inktfabricatie8

Tijdens de Oostelijke Han dynastie tijd (25 v.c. - 220 n.c) verschijnt de inktmal, wat het maken van inkt overeenkomstig bepaalde normen tot gevolg had. Dit had in China een belangrijke betekenis in de geschiedenis van het vervaardigen van inkt. Reeds in de Han dynastie bezat de vervaardiging van inkt een tamelijke omvang, kwam een hoeveelheid bekende inktmakers op en verschenen een aantal bekende productieplaatsen. In die tijd was een beroemd inktmaker, Tian Zhen heel goed in het vervaardigen van inkt en werd door latere generaties geprezen. De voornaamste productieplaatsen van inkt concentreerden zich in Fufeng, Yumi en Yanzhou, allen in de provincie Shaanxi. Het keizerlijke hof van de Han dynastie benoemde een ambtenaar met de specifieke functie van het beheer van penseel, inkt, papier en zegelpasta. In de (Han paleis rite) is geschreven: "Minister Lang heeft opgesteld, maandelijks geven een Yumi inkt groot en een Yumi inkt klein."
Gedurende de Wei dynastie (220 - 264), Jin dynastie en de Noordelijke en Zuidelijke dynastie (420 - 589) bewoog de inkt productie op basis van pijnboomroet zich reeds naar totale volwassenheid. Het begin van de Wei dynastie legde de grondslag voor het vervaardigen van pijnboomroet inkt, het bracht een algehele verbetering in het vervaardigen en mengen van de materialen en een geweldige verbetering van de kwaliteit van de pijnboomroet inkt. De beroemde kalligraaf Weidan afkomstig uit Jingzhao heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van pijnboomroet inkt. Zijn methode van vervaardiging ".....het gebruik van goede pure pijnboomroet droog stampen, gebruiken fijne zeef, zeven. Roet van een halve kilogram, 250 gram goede gom, weken Cen-huid sap. Toevoegen vijf stuks gele kippen wit (eiwit), ook gebruiken 50 gram echte parels, 50 gram muskus, alles gescheiden fijn zeven, alles in een ijzeren vijzel samenvoegen, stampen dertigduizend keer, meer ook goed." Weidan was ook de eerste die begon met de toevoeging van kostbare famaceutische producten voor het vervaardigen van inkt. Behalve de Yumi inkt uit de provincie Shaanxi en de Jiangnan pijnboomroet inkt kwam tijdens de Noordelijke en Zuidelijke dynastie ook de productie van "Yi inkt" uit Yizhou in de provincie Hebei in de schijnwerper te staan. In de Yishui vallei groeiden grote aantallen oude pijnbomen van hoge kwaliteit, inktmakers benutten de omstandigheid van de, speciaal door de natuur bevoorrechte, genoemde plaats voor het vervaardigen van kwalitatief goede inkt die door kalligrafen ten noorden en zuiden van de grote rivier zeer goed werd ontvangen. Yi inkt werd in het noorden de vertegenwoordiger van goede inkt. Makers van Yishui inkt genoten in het gehele land een zeer hoge graad van vermaardheid en het representatieve geslacht van inktmakers tijdens de Noordelijke dynastie was dat van Xi uit Yizhou.
Tijdens de Sui dynastie (581 - 618), Tang dynastie (618 - 907) en de Vijf dynasti?n (907 - 960) vond een culturele opleving plaats met een bloeiende schilderkunst en kalligrafie wat een geweldige bevordering van de ontwikkeling van de inktindustrie met zich mee bracht. Tijdens het eerste stadium van de Tang dynastie was in het noordelijke deel van het land inkt aldoor een door het keizerlijk hof gecontroleerd gebruiksartikel geweest met een monopolisering van nagenoeg de totale inktindustrie. Een grote menigte inktwerkers verscheen plotseling aan de horizon, ouderen onderwezen jongeren, kinderen zetten hun vaders ambacht voort, dit alles waren verschijnselen van bloeiende vooruitgang. Aan het eind van de Tang dynastie, na de opstand van An Lushan en Shi Siming in 755, waren de provincies Hebei en Shanxi vaak het toneel van oorlogshandelingen wat de economische maatschappij zware verliezen toebracht en het gewone volk van huis en haard verjoeg. Deze situatie zorgde er voor dat veel inktmakers hun geboortegrond verlieten en naar Jingnan vluchten om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Tegen deze achtergond kwamen ook de in Yizhou al vermaarde Xi Chao en zijn zoon Xi Tinggui in het rijke en dicht bevolkte Jiangnan aan en sloegen hun kamp op in Xizhou om hun eerdere bezigheid weer op te nemen. De duizend jaar oude pijnbomen en het heldere bronwater in Huangshan maakten dat vader en zoon Xi weer inkt konden gaan vervaardigen. Zij verbeterden de methode van het stampen van roet, gom enz. en stelden een reeks werkregels op. Xi Tinggui paste voor het vervaardigen van inkt, roet van hoge kwaliteit oude pijnbomen uit Huangshan toe; een halve kilogram pijnboomroet, daarbij 150 gram parels, 50 gram jadeslijpsel, 50 gram rhinocerosslijpsel, 50 gram borneokamfer, tevens ruwe lak, 100000 keer stampen. Daarom werd gezegd "zijn inkt vijftig of zestig jaar opgeborgen, geen gom verloren en de inkt niet veranderd, drie jaar in water niet slechter.De kwaliteit van de vervaardigde inkt overtrof die van de Yizhou inkt en werd geprezen om de "fraaie huid en gladde structuur en de glans als van lak". De laatste keizer van de Zuidelijke Tang dynastie Liyu zag de waarde van hun inkt in en schonk hen als beloning het recht op het dragen van de familienaam van de keizerlijke familie. Sedert die tijd veranderde de naam Xi Chao in Li Chao en Xi Tinggui in Li Tinggui. Van nu af aan was "Li inkt" wereldberoemd en werd geprezen als "wereld's belangrijkste artikel". Vader en zoon Li zijn in het vervaardigen van inkt aldoor een schitterende en bloeiende naam gebleven. Gedurende een lange periode hebben de inktmakers uit Xixian, Xiuning enz., in het zuiden van de provincie Anhui, in het vervaardigen van "Huizhou" inkt steeds meer faam gekregen en werden zij door zeer veel geleerden gewaardeerd.
Aan het einde van de Vijf dynasti?n en de Tien Koninkrijken (902 - 979) periode werd de natie, na een tijd van verdeeldheid, onder de Song dynastie (960 - 1279) weer herenigd, onderging het een periode van herstel en opbouw en bloeide de economie en cultuur weer opnieuw op. De heersers van de Song dynastie besteden veel aandacht aan literatuur, in het gehele land werden op diverse plaatsen academies voor klassieke wetenschap opgericht, verkreeg het keizerlijke burgelijke examensysteem zijn perfectie en ging de vaardigheid van het drukken van boeken met grote sprongen vooruit. Deze culturele hoogtij bevorderde krachtig de ontwikkeling in de inktindustrie. De Song dynastie was voor het vervaardigen van inkt uitermate bloeiend en stoelde hoofdzakelijk op drie aspecten:
Ten eerste, het ontstaan van olieroet inkt, hiermee begaf het vervaardigen van inkt zich in China op nieuw terrein. In de ongeveer duizend voorafgaande jaren werd voor het vervaardigen van inkt hoofdzakelijk pijnboomroet als grondstof gebruikt. Door het jaar in jaar uit vellen van de oude pijnbomen voor het branden van roet waren de pijnboombossen bijna geheel weggevaagd. In zijn monumentale wetenschappelijke werk (Droom beek schrijfconversatie) schreef de wetenschapper Shen Kuo uit de Song dynastie: "nu Qi, onstuimig uitgedund pijnboombossen opgebruikt, langzamerhand tot Taixing, Jingxi, Jiangnan en Songshan de meesten allen kaal." Geconfronteerd met het serieus uitgeput zijn van de bron van voornaamste grondstof voor inkt, door het op grote schaal vellen van pijnbomen, wierp Shen Kuo het wetenschappelijke gezichtspunt op het branden van aardolie voor roet. Hij schreef: "aardolie is op zijn hoogst, leeft onuitputtelijk ondergronds, niet als het pijnboomhout raakt het soms opgebruikt." Daar dus de natuurlijke hulpbron als pijnboomhout sterk was afgenomen en voor de vervaardiging van inkt steeds grotere hoeveelheden nodig waren, was het zoeken naar een andere grondstof voor de vervaardiging van inkt uiterst belangrijk. Olieroet als nieuwe grondstof voor inkt ontstond dus toen de tijd dat vereiste.
Ten tweede, vanwege de grote vraag naar inkt waren voor de vervaardiging daarvan talrijke mensen nodig en tijdens de Song dynastie konden zodoende beroemde inktmakers in grote getale tevoorschijn komen. Geschiedboeken over inkt vermelden uit deze periode meer dan honderd beroemde inktmakers. De meest belangrijkste vertegenwoordigers hiervan zijn, Zhang Yu, Pan Gu, Wu Zi, Dai Yanheng, Shen Gui, Ye Maoshi en Zhu Jun waarvan in 1988 in Hefei in een graf uit de Song dynastie een inkttablet werd opgegraven wat, ofschoon gedurende ongeveer 900 jaar in het water te hebben gelegen, nog altijd zijn oorspronkelijke inktvorm had behouden met een glanzend oppervlak en een goed waarneembare karaktertekening. Zij zijn degenen die voor de latere generaties vanwege hun originaliteit in de keuze van materiaal, productie methode, branden van roet, gebruik van gom en het mengen en stampen de voorbeelden zijn geweest.
Ten derde, hoge ambtenaren, notabelen en geleerden gingen steeds vertrouwder met de inkt ambachtslieden om, raadpleegden elkaars bekwaamheid en de geschiedenis van de inktvervaardiging werd via geschriften verspreid. De Song keizer en kalligraaf Hui Zong was politiek gesproken onbenullig en onbekwaam maar in kalligrafie en schilderkunst tamelijk begaafd. Hij heeft voor eeuwen faam verworven als "uitvinder" van de "Dunne goud lichaam" kalligrafiestijl, hield van inkt, begreep inkt en was ook persoonlijk betrokken bij de uitoefening van het vervaardigen van inkt. Vertrouwend op Tulong's (Bestuderen overblijvende gebeurtenissen) met daarin de vermelding: "Hui Zong paste als grondstof voor het vervaardigen van inkt eens Suhe olieroet toe en de waarde van 50 gram inkt kwam waardoor op een waarde van 500 gram in goud. Omdat de gebruikte materialen kostbaar waren, zijn vervaardigings methode uniek en daarom door anderen lastig was om te imiteren maakte hij naam als "inkt demon". De grote literaat Su Shi uit de Noordelijke Song dynastie was ook een groot bewonderaar van het vervaardigen van inkt, verder waren ook Qin Shaoyou, Lu You, Huang Tingjian e.a. allemaal geleerden met ervaring in het maken van inkt.
De Yuan dynastie (1279 - 1368) was een staatmacht van een etnische minderheid die een beleid van onderdrukking uitoefende. Bijgevolg bloeide de inktindustrie in de Yuan dynastie lang niet zo als tijdens de Song dynastie, de traditionele inkt vervaardigende regio Huizhou had de grootste moeite om zich te handhaven. Redelijk beroemde inktmakers uit de Yuan dynastie zijn Zhu Wanchu, Tao Dehe en Pan Yungu.
Tijdens de Ming dynastie (1368 - 1644) herstelde de inktindustrie zich van de malaise in de Yuan dynastie en maakte weer een ontwikkeling door. De periode na het midden van de de Ming dynastie ging gepaard met een economische opleving wat tussen de diverse inktmakers een wedijver op een stukje van de markt teweeg bracht en wat zich uite in het vervaardigen van inkt in een grote verscheidenheid in vormen, het ene nog prachtiger dan de ander verscheen op de markt en worden in de inktgeschiedenis gezien als topproducten en waarvan Luo Xiaohua, Cheng Junfang, Fang Yulu en Shao Gezhi de leidende figuren waren. Ming schilder en kalligraaf Dong Qichang zei over Cheng Junfang: "Na een eeuw, geen Junfang maar wel Junfang's inkt; na duizend jaar, geen Junfang's inkt maar wel Junfang's naam". In die tijd lag het centrum van de inktindustrie in de Huizhou regio, "de mensen uit Hui bepalen in praktijk" het gezicht van het vervaardigen van inkt. Pijnboomroet en olieroet inkt ontwikkelde zich hierbij gelijktijdig, speciaal is dat "tungolie roet" en "lakolie roet" wijd gebruikt werd voor het vervaardigen van inkt en dat het gebruik van olieroet in die periode zijn hoogste peil bereikte. Ming inkt had niet alleen succes vanwege de kwaliteit maar werd bovendien wereldberoemd door het gebruik van uitgelezen inktvormen. "Heer Cheng's inkttuin", "Heer Fang's inkthandboek" en "Inktzee" zijn door hun belangrijke historische aantekeningen voor het bestuderen van de inktgeschiedenis van belang en de graveerkunst bereikte in de Ming dynastie een hoogtepunt.
In de Qing dynastie (1644 - 1911) steeg het peil van de inktindustrie, zowel in hoeveelheid als in perfectie, nog verder. Typische vertegenwoordigers uit deze periode zijn Cao Sugong, Wang Jinsheng, Wang Jie'an en Hu Kaiwen. Cao Sugong genoot een grote reputatie en na zijn dood hebben zijn afstammelingen zijn werk voortgezet en is dertien generaties lang nooit onderbroken geweest en ook zij genieten en grote reputatie. Ook Hu Kaiwen had een grote reputatie en de Hu Kaiwen inkthandel is reeds zes generaties lang zonder onderbreking actief. De in de Qing dynastie vervaardigde inkt heeft vier kenmerken:
Ten eerste, het vervaardigen van inkt naar voorbeelden in antieke stijl, die in de Ming dynastie was ontstaan werd voortgezet en bereikte een nieuwe hoogte. De collectie van keuze voorbeelden inkt steeg tijdens de Qing dynastie niet alleen in kwantiteit maar bovendien in kwaliteit;
Ten tweede, het verzamelen van eigen maaksel inkt door geleerden werd mode en tevens was het aantal inktsoorten tijdens de Qing dynastie hoger dan die in de voorafgaande dynasti?n;
Ten derde, het in zwang komen van al gereedgemaakte inkt met dezelfde kwaliteit als de nog niet gewreven inkt, wat in de Chinese inktgeschiedenis bepaald als een grote gebeurtenis kan worden aangemerkt;
Ten vierde, het verkrijgen van internationale erkenning in de wereld als topkwaliteit inkt. In het jaar 1915 nam de door een afstammeling van Ku Kaiwen vervaardigde "aardbol inkt" deel aan de wereldtentoonstelling in Panama en behaalde hiermee de eerste prijs.
Na de Dao Guang periode (1821 - 1851) onderging de inktindustrie een geleidelijk achteruitgang die in de Tong Zhi (1862 - 1874) en Guang Xu (1875 - 1908) zijn dieptepunt bereikte. Dit als gevolg van het binnendringen van het imperialisme wat bepaard ging met het plunderen van grote hoeveelheden lak en tungolie, wat, omdat dit belangrijke grondstoffen waren voor de vervaardiging van inkt, de productie ernstig belemmerde.
Na de oprichting van de Chinese Republiek werd in Shanghai, Xixian, Tunxi enz. het ambacht van het vervaardigen van inkt weer hervat en was in China, betreffende de inktindustrie, de lente weer aangebroken.