De trouwe Herder

Rustig liep een trouwe herder.
nooit kan er een beter zijn,
achter honderd schaapjes henen
in een grazige woestijn
 
Dan weer liep hij op de vlakte
dan weer liep hij in de zon
of liep hij in de schaduw,
bij een koele waterbron
 
Maar eens toen zij neder lagen
wel verzadigd
en verfrist
werd er een van hen gemist
 
O, dat arme schaapje dacht hij
was mijn schaapje toch maar hier .
Mogelijk wordt het wel verslonden
door een wild verscheurend dier.
 
En hij riep en liep
en keek in ‘t rond tot hij verre van de kudde
het afgedwaalde schaapje vond
 
O , wat was die herder blijde
hoe ook afgemat en moe
droeg hij dadelijk op zijn schouder
’t vrolijk naar de kudde toe  
Hij riep: vrienden, buren
weest verheugt, ik heb mijn schaapje straks verloren
Maar verloren is het niet meer
’t Is gevonden , ’t Is reeds bij de kudde weer 
Zie zo brengt ook Jezus ja
Hij heeft het zelf gezegd
een afgedwaald schaapje
van het zondepad terecht
 
En is u die arme zondaar
Wees bekeerd in eer en deugd
O, dan smaakt die goede Heiland (heilam)
De allerhoogste Hemelvreugd

Terug                         Volgende