IJsland 26 juli

Met Icelandair vlieg je in 3 uren naar de hoofdstad Reykjavik. De luchthaven heet Keflavik en ligt buiten de stad. Voordat we Reykjavik ingaan, brengen we een bezoek aan de 'Blue Lagoon', een mineraalrijk bassin met water van ca. 38°. Heerlijk! En het weer werkt ook nog eens mee, zodat iedereen in de zon ligt te bakken. Door ruige lavavelden rijden we dan door naar de stad, waar we stoppen bij hotel Park-Inn. Na het prima diner gaan we de stad nog even in. Veel huizen zijn van golfplaten gemaakt en een grote kathedraal is van beton met een standbeeld van Leif Eriksson ervoor, de grondlegger van IJsland. Iedereen loopt hier in zomertenue en het is al 11 uur in de avond. Volgens de gids kan het weer echter snel omslaan.

27 juli

Thingvellir is de de bakermat van de IJslandse democratie. Pas in 1944 echter is het een zelfstandig land; daarvoor was het onderdeel van Noorwegen en Denemarken. We zijn in een nationaal park. Hier loopt de breuklijn van de tektonische aardschollen van Europa en Amerika. Die schollen zijn nog altijd in beweging. Het is een prachtig natuurgebied, waar je heerlijk kunt wandelen. 's Middags gaan we naar Geysir, en ja, daar zijn dus echte geisers. Woest spuitende heetwaterfonteinen, opborrelende bellen en kleurige stenen vormen een adembenemend schouwspel. Een eindje verder bekijken we een waterval, de 'Gülfoss', wat 'gouden waterval' betekent. Een terechte naam, want je ziet de waterval liggen in de diepte met een gouden waas erover heen, veroorzaakt doordat de zonnestralen breken op de opspattende druppels water. Dat water wordt via een diepe kloof afgevoerd. We eindigen in Selfoss, waar een modern hotel staat.

28 juli

Het binnenland in, naar Landmannalaugar. Een heel eind rijden over erg slechte wegen en soms is er niet eens een weg, maar een soort grindpad dat ook nog eens regelmatig overstroomd wordt. Midden in het kale rotslandschap staat een klein winkeltje met benzinepomp. Hier kun je koffie krijgen. Het moet nog wel even gezet worden, maar daarna kun je jezelf bedienen. Ernaast een varken, waar je 150 kronen in mag doen. In Landmannalaugar is een camping en er zijn warme bronnen. Veel toeristen baden in de kristalheldere stroompjes. Om het water heen allemaal mooie bloemen. Maar je mag er niet op lopen:IJslanders koesteren alles wat hier groeit. De rotsen hebben hier verlerlei kleuren en vormen. Die heb je ook in de vulkanische vuurkloof Eldgja. Poreuze lavasteen, een berg als een holle kies. Zoiets ontstaat als de hete lava boven al gestold is, maar daaronder nog doorstroomt. We overnachten in Vik.

29 juli

Nog steeds prima weer en het lijkt wel alsof het iedere dag warmer wordt. We gaan naar ijsbergen bij de Vatnajökull, de grootste gletsjer van de wereld. Alle gletsjers van de rest van Europa passen hier wel in. We rijden door zandspoelvlaktes en lavadelta's. Je kunt mooi zien hoe na een vulkaanuitbarsting de lavastroom liep. Nu slijpt het gletsjerwater de geulen verder uit. Die gletsjers smelten met een tempo van 300 m. per jaar; er komt dus nogal wat water vrij. Even stoppen we nog in Lomagnapur, één van de plaatsjes waar een klein kerkje is gebouwd. Het ligt verscholen in en tegen de rotsen. Je kunt er net in met een familie. Ook zijn er schuren en oude woningen in de rotswand gebouwd. De lavavlaktes hier zijn begroeid met een dikke laag mos, dat veert als je erop loopt. Bij de Vatnajökull is een groot meer met daarin ijsbergen. Met een boot varen we ertussen door. Zo nu en dan steekt een nieuwsgierige zeehond de kop op. De ijsbergen hebben de prachtigste vormen en kleurschakeringen, zodat we heel wat fotograferen en filmen. In Höfn staat ons hotel. Na het eten wandelen we langs de haven. Zeemeeuwen vliegen agressief om onze hoofden, constant met visjes in de snavel. Ze hebben jongen. Bij de kust een vissersmonument. Hier verdrinkt nogal eens een visser. Als je ook ziet hoe klein de vissersbootjes zijn, daarmee komen ze bij ons niet eens op het IJsselmeer.

30 juli

Over de ringweg om IJsland gaan we naar Egilstadir. Dit is de hoofdweg van het land, maar wat een weg! Soms heel hoog, niet geasfalteerd, zonder vangrail en erg steil. Sommige reisgenoten kijken wat angstig, maar de chauffeur geeft nergens om. Even wijken we van de route:er zijn zeehonden en walvissen te zien. Over een smal weggetje stuift de chauffeur al slingerend door zandduinen heen. We zien inderdaad zeehonden en één walvis. Dan gaat het verder langs de fjorden van Oost-IJsland. Hier wonen zo nu en dan mensen. Alleen, in een klein gehucht of in een dorpje. In Djupivogur hebben ze een leuk vissershaventje, waar we koffie kunnen krijgen. En we eten in Breiddalsvik. Soep met twee sneetjes droog brood en koffie voor € 26,40. Gisteravond kostte een glas bier € 6,-. Goedkoop is anders dus. In Stödvarfjördur brengen we een bezoek aan de mineralencollectie van Petra Sveinsdottir. De nu 83-jarige dame heeft haar hele leven stenen verzameld van haar land. Ze heeft nu een hele grote en bijzondere collectie. En ze heeft er een prachtige bloementuin bij. Het klimaat is hier blijkbaar wat gunstiger. 's Avonds eten we in Egilsstadir. Heerlijk, maar wat voor vlees het is? Navraag leert dat we een rendiergehaktbal en een walvisbiefstuk hebben gehad. IJslanders vinden dat heel normaal.

 

Website van de Swalkers
IJsland
week 1 week 2
Home