Tunesie

29 april 1995

Voor het eerst omhoog, onze luchtdoop! Meteen maar met zijn 368-en in een Martin-Air vliegtuig. Drie rijen van twee, 65 meter lang. Even later is het buiten -60 en zitten we op 11.300 meter, tenminste dat wil het schermpje voor ons beweren. We zien de zon opkomen boven de besneeuwde Alpen en dat is een schitterend gezicht. En dan de wattenwolken beneden ons. Je zou er zo even willen inspringen. De stewardessen lopen af en aan en we worden van alles voorzien. Ook mogen we even in de cockpit kijken en daar lijkt alles nog veel mooier. Maar de Middellandse Zee krijgen we niet eerder in het vizier dan bij Tunesië en dan zijn we al aan het dalen. De luchthaven is een chaos. Het lijkt wel of we in de rimboe zijn beland. Wat een troep, en de mensen zijn niet vooruit te branden zo vroeg in de morgen. Uiteindelijk komen we in de bus die ons naar ons hotel zal brengen. Onderweg zien we een kamelendrijver met een kameel die alleen maar kleine stapjes kan doen omdat er een touw om de poten zit. Zielig? Tja, maar de eigenaar wil zijn kameel wel kunnen bijhouden... We komen in Sousse aan via een industriegebied waar alle milieuregels lijken te worden overtreden en langs een vissershaven met een stel roestbakken. Maar de Medina (de oude binnenstad) en het toeristengedeelte vergoeden veel. Wat een kapitale restaurants en hotels. In één van die joekels worden wij ondergebracht. Heel luxe allemaal met veel marmer, leuke zithoekjes en een enorme hal. Op de kamer douche + bad, TV, een balkon met een zitje en een schitterend uitzicht over de tuin met een prachtig zwembad en daarachter de Middellandse Zee. In de middag gaan we de Medina in, die uit allemaal soeks bestaat. Iedereen trekt aan ons om ons weer een winkeltje in te krijgen. Duur is het er niet. Dode kalverogen staren ons aan uit een afgehakte kop bij een slager. Terug naar ons hotel dan maar, waar we een info-bijeenkomst van Brenda krijgen. Ze vertelt over gebruiken, de stad, de Islam en excursies. We boeken er meteen maar één. Daarna kunnen we eten. Er zijn drie soorten obers! Ober 1 is zwart en de baas. Ober 2 bedient ons in het wit en ober 3 is leerling. Ze hebben elk hun taak. Ober 2 vraagt wat we willen drinken en ober 1 laat ons (de man van het gezin) proeven. We vinden niet alles lekker, maar goed is het wel. Tenslotte luisteren we na het eten nog naar een chansonnier. Hij moet specialist zijn in oosterse chansons, maar vanavond is hij op de rocktoer. Het is al 12 uur als we moe maar voldaan ons bed in kruipen.

30 april

Na een uitstekend ontbijt gaan we naar de kamelenmarkt, een soort vlooienmarkt. Wat een enorme chaos is het hier. Verkeer houdt met geen enkele regel rekening. Iedereen zet de koopwaar overal neer, ook midden op de weg. Iedereen schreeuwt en tiert naar elkaar. We kopen een bandje met muziek voor bij de film en gaan dan zwemmen bij het hotel en later in zee. De temperatuur valt echter vies tegen. 's Middags doen we een 'city-tour' in een koets met koetsier en twee paardjes ervoor. Koetsier en koets zijn behoorlijk aftands, maar we zitten prinsheerlijk. De koetsier laat ons alleen het rijke Sousse zien: schitterende hotels, villa's etc. Daartussen in is het soms een grote rotzooi. Er schijnt nooit wat opgeruimd te worden. Na afloop worden we door de koetsier op de foto gezet en gaan we zelf nog even de stad in. Een winkelier die we vragen naar een fles wijn, kijkt nogal zuur. O ja, Mohammed heeft dat verboden... Bij het avondeten wil de ober ons echter wel een fles verkopen.

1 mei

Excursie vandaag. Eerst El Jem, waar een indrukwekkend Romeins amfitheater te zien is. De Romeinen beschouwden El Jem zo'n beetje als vakantieoord en zo lieten ze ook hier hun sporen achter. Er wordt ook heel wat afgebedeld hier. Dan weer met de bus, die ons om 1 uur in Matmata brengt. Er zijn daar holbewoners te zien en we gaan het laatste stukje op een dromedaris. Even wennen! Bij het opstaan knort het dier nogal en als hij gaat zitten zakt hij eerst door de voorpoten en daarna volgt het achtereind. Goed vasthouden dus. Dat doet ook de kamelendrijver, maar dan alleen Alie. Hij pakt haar even goed in zijn armen en knijpt haar in de borsten, de deugniet. Ik moet mezelf maar redden. En hij kijkt nog beledigd ook als hij geen fooi krijgt. De mensen hier leven onder de grond, want dat is lekker koel. De regering wil ze hier weg hebben en fatsoenlijk huisvesten. Maar misschien zorgen toeristen ervoor dat ze mogen blijven. We eten in een hol couscous met een mierzoet gebakje als dessert. Op de terugweg steken we aan in Gabes, een oase. We maken een ritje in een krakkemikkig koetsje met een stel corpulente Duitsers. Om de houten wielen zit hier en daar een stukje rubber. Geen enkel wiel draait recht en elk moment kan er eentje af vallen. Midden in de oase wordt gestopt, want er moeten souvenirs verkocht worden. Omdat de mensen nogal opdringerig zijn, wordt er echter weinig gehandeld. Tenslotte nog naar Kairouan, de heilige stad, waar we eten in een restaurant. Pas om half tien zijn we weer in ons hotel. We hebben bijzondere dingen gezien, maar het was voor de rest erg duur, erg lang en eentonig.

2 mei

Vandaag een rustdag. Luieren, in de zon bakken, zwemmen. Maar ook even de stad in en geld halen bij de bank. Het resultaat is dat de portemonnee drie keer zo dik is geworden. Er wordt ook heel wat af gesmeerd tegen de zon.

3 mei

In de Medina worden we ´opgewacht´ door een Tunesiër die ´een broer in Amsterdam heeft´. Die zijn er meer hier. Hij troont ons mee naar een tapijtverkoper, maar we kopen niets en dan mogen we wel weer gaan. De Tunesiër vraagt wel geld, nou vooruit dan maar. Hij probeert een wisseltruc, die Alie net op tijd door heeft. Met een grove Nederlandse vloek druipt hij af. Iedereen zit hier aan je te trekken of pakt je vast. "Gut preis ja. Kommen sie mit. Holland ja? Den Haag vandaag!". We kopen een olijvenhouten dambordje voor 15 dinar, terwijl het voor 45 te koop stond. Onderhandelen is hier noodzaak. Om 5 uur staat de bus klaar, want we gaan naar een folklore-avond bij Sidi Bou Ali. Via een route langs oude ambachten komen we in een grote tent. Een buikdanseres geeft een prachtige show en een goochelaar loopt rond met een twintigtal stoelen op zijn hoofd. Ondertussen wordt er gegeten. Buiten trekt een paardenshow met veel kunstjes.

4 mei

Kairouan. We waren er al, maar vandaag wordt het menens. We zien verzorgde tuinen, die zijn hier dus wel, ondanks de droogte. Hier heeft het op sommige plaatsen twee jaar niet geregend. En we komen langs Chots, zoutmeren. In Kairouan gaat het naar de grote Okhba moskee. In korte broek en zo mag niet, dus allemaal een lange jurk aan. We mogen alles filmen, maar in de gebedsruimte mogen we niet komen. Dan naar de moskee van de Barbier. Dat was een maat van Mohammed. Deze moskee is veel mooier en de jurk is nog langer, zodat we erover struikelen. Prachtig beeldhouwwerk en mozaieken. In de Medina kopen we het een en ander, waarbij we 65 % afdingen. Het begint te leren. Maar het is niet onze stijl; wennen doet het nooit. En we bezoeken een tapijtknoperij. Het ene na het andere tapijt wordt professioneel uitgerold. De eigenaar wil alles wel voor de toeristen regelen om maar wat te verkopen. De prijzen variëren van 300 tot 4000 gulden. Een paar vrouwen zijn ondertussen met een tapijt bezig. 3 tot 8 maanden duurt zoiets, waarbij ze in een klein hokje de hele dag op de grond zitten.

5 mei

Vanmorgen hebben we de zon laten schijnen op onze huid. Resultaat is dat we allebei zo rood als een kreeft zijn. Na de lunch nemen we de 'petit train touristique' naar Port El Kantaoui, een modern opgezet dorp met luxe hotels, aardige winkeltjes en een jachthaven met grote dure jachten. Van hieruit kun je allerlei leduke dingen ondernemen waar we nu geen tijd meer voor hebben: met een katamaran of ouderwets zeilschip de Middellandse Zee op. Of met een duikbootje mee. In plaats daarvan doen we nog wat inkopen, want de dinars moeten wel op. Bij het avondeten staan er bloemen op tafel, want het is ons laatste diner. Niet overal en soms een minder mooi boeketje, want niet alle toeristen geven fooien.

6 mei

Om 7 uur vertrekken we naar de luchthaven in Monastir. Eerst nog naar andere hotels en uiteindelijk verlaten we Tunesië om ruim 10 uur. En dan duurt het niet lang meer of we zien Den Haag liggen en de bollenvelden. Op Schiphol worden we verwelkomd door onze kinderen. Blij dat we weer naar huis kunnen! We hebben een mooie vakantie gehad, veel bijzondere dingen gezien en prachtig weer getroffen. Tunesië was bijzonder en apart, maar we hebben het nu wel gezien. Het hoeft voor ons niet nog eens.

Website van de Swalkers
engeland
Home