Orthodontie is een specialisme in de tandheelkunde dat zich bezighoudt met het optimaliseren van de stand van tanden in de kaken door middel van beugels. De term orthodontie komt van de oud-Griekse woorden orthos (recht) en odontos (tand).
De uitwerking van de orthodontie is in het dagelijks leven te zien door de beugels die mensen dragen en waarbij via haakjes en elastiekjes permanente trek- en drukkrachten op de gebitsdelen wordt uitgeoefend tot de gewenste stand is bereikt. Hierbij moet in jaren gedacht en gerekend worden. Tijdens de behandeling moet de patiënt de beugel meestal dag en nacht dragen (actieve behandelingsperiode). Tijdens deze periode is regelmatige controle en/of bijstelling van de beugel noodzakelijk. Daarna wordt de beugel vaak alleen nog 's nachts gedragen (retentieperiode).
Deze laatste periode is ervoor bedoeld om de tanden en kiezen na de behandeling zo goed mogelijk in de gecorrigeerde stand vast te laten groeien. Tegenwoordig worden er echter ook vaak kleine metalen draadjes (spalkjes) achter de tanden geplaatst om het gebit na een beugelbehandeling in de goede stand vast te houden.
Begin met de tanden en kiezen in de bovenkaak. Hou de borstel zoals aangeduid op de foto (onder een hoek van ongeveer 45°). Plaats de borstel boven de draden en de blokjes, op de rand van tandvlees en tand. Maak 5 à 10 korte bewegingen heen en weer, zodat de haren van de borstel vrijwel op dezelfde plaats blijven. Schuif dan de borstel een stukje op naar een aansluitende plaats en maak weer dezelfde korte bewegingen enz. Zorg ervoor dat je tandvlees wordt meegepoetst! |
|
Plaats weer de borstel boven de draden en blokjes, maar nu zo, dat juist in de apparatuur wordt gepoetst. Maak dezelfde poetsbewegingen zoals hierboven werd uitgelegd. |
|
Plaats de borstel onder de draden en blokjes zo, dat vanaf de snijrand en het kauwvlak van de tanden en kiezen in de apparatuur wordt gepoetst. Maak weer dezelfde bewegingen met de borstel als hiervoor. Maak nu de tanden en kiezen in je onderkaak schoon op dezelfde manier als je in de bovenkaak hebt gedaan (1,2 en 3). |
|
Poets de binnenkant van je tanden en kiezen in de boven- en onderkaak door ook hier de borstel onder een hoek te plaatsen en de korte bewegingen te maken. Zorg er ook nu voor dat je tandvlees wordt meegepoetst. |
|
Poets de kauwvlakken van je kiezen in boven- en onderkaak door de borstel er recht op te zetten en wat grote schrobbewegingen te maken. Spoel je mond, ook tussendoor af en toe. |
|
Gebruik tot slot een ragertje om de randen van de blokjes in detail schoon te maken en om het tandvlees tussen de tanden te poetsen. Kijk zorgvuldig in een spiegel of alle voedselresten zijn verwijderd en je blokjes en bandjes schoon zijn en glimmen. |