De draagtijd
van een koe bedraagt negen maanden. Wanneer de draagtijd afgelopen
is,
springt de waterblaas. Als het kalfje goed ligt komen eerst de
pootjes en dan de kop. Soms komt het kalfje vanzelf, maar het kan
ook gebeuren dat men een handje moet helpen. In het ergste geval kan
een keizersnede plaats vinden.
Als het kalfje eenmaal geboren is krijgt zij of hij de eerste melk
van de moeder (ook wel biest genoemd). In deze melk zitten de
vitaminen en al de andere benodigde stoffen in. Het kalfje krijgt
ongeveer tussen de drie en vier dagen melk van de moeder, daarna
wordt overgeschakeld naar kunstmelk. Deze melk krijgt zij of hij tot
ongeveer twee maanden na de geboorte, daarna wordt langzaam
overgegaan naar ander voer zoals maïs of kuilvoer.
Een pasgeboren kalf weegt ongeveer 40 kilo. Het groeit snel en na
een jaar weegt het ongeveer 350 kilo. Het heet dan pink. Als een
pink ongeveer anderhalf jaar is wordt het kunstmatig bevrucht (of
gedekt door een stier, maar dat gebeurd tegenwoordig nog maar heel
weinig). Zo gauw een pink een kalf heeft gekregen noemen we het een
vaars. Ze is dan twee jaar en weegt ongeveer 500 kilo. Pas nadat ze
voor de tweede maal een kalf heeft gekregen noem je haar een koe. Na
ongeveer nog vier jaar is ze volgroeid en weegt ongeveer 600 kilo.
Dat is heel wat, ongeveer net zo zwaar als vijftien kinderen van elf
jaar bij elkaar. Bij een stier vergeleken is het echter nog maar een
lichtgewicht(e), want die kan wel 1000 kilo wegen!
Zie foto's hiernaast!! |
|
|
|
Hier zie je de pootjes van het kalfje al |
|
Na
de pootjes komt de kop van het kalfje |
|
Het kalfje is bijna geboren. |
|
Hoera het kalfje is geboren!! |
|