De sage van 's-Heerenberg

Het gebeurde in die tijd, dat de eens zo roemrijke vrije heerlijkheid Wylre werd ingelijfd, na verbetene strijd bij 't naburige dorpje, dat ook een brouwerij bezat, maar geen watermolen! 

Wylre Anno Domino 1987. 

Het was in die tijd, dat de spaarclub 'Der erreme Leurisch' zich verzamelde en zich gereedmaakte voor de strijd tegen de Gelderlanders, een volk ten noorden van hun. De volgende edelen waren verzameld:

 Karel de Leermeester, 
Martha de Marchier, 
Jo de alchemist en zijn vrouwe Tiny de Kolonie, 
Ger de Speler, 
Martin de Herbergier, 
Jan de Bestuurder der minstrelen met zijn vrouwe Gertie van Ubachsberg, 
Ton de ijzergieter met zijn vrouwe Mary van Eindhoven, 
Huub de oudere, 
Jean de vinoloog, 
Harry met de baard met zijn vrouwe Ankie de jongere. 
Evert den Hollander met zijn vrouwe Floor van de Eilanden. 

Het noodlot sloeg reeds in den beginne toe. Jean de vinoloog werd ziek. Hij werd getroffen door een vreselijke ziekte, die dysentrie heet, in de volksmond de racekak genaamd. 

De overige edelen wilden Huub de oudere behoeden voor de lange tocht. Hij mocht thuisblijven. 

Een groep edelen ging via Kevelaer met hun ijzeren ros. Ton de ijzegieter kwam via Rheden. Karel de leermeester was al ten strijde geweest in stJansklooster en kwam via deze route. Harrie met de baard en zijn vrouwe Ankie de jongere kwamen via Nijmegen met hun onwillig ros, ze hadden het edele dier even moeten duwen. Evert den Hollander met vrouw Floor van de Eilanden waren de laatsten die aankwamen, na een vermoeiende reis in 's-Heerenberg. 

Aangekomen in hun verblijf begaf Ger de Speler zich direct naar de tafel met het groene laken. Om zijn naam eer aan te doen, en om in vorm te blijven zoals hij mededeelde. 

De verblijven waren geriefelijk. Martin de herbergier, Ger de Speler en Karel de Leermeester hadden er zelfs eentje met een schuifdeur. Harrie met de baard en Ankie de jongere hadden het Russische verblijf. 

Het moet nog vermeld worden dat Karel de Leermeester, Harrie met de baard en Ankie de jongere geen teken van herkenning opgespeld hadden. Ze waren het vergeten! De overige edelen droegen het teken allemaal op hun gewaden. Karel de leermeester, Harrie met de baard en Ankie de jongere moesten voor straf voor het vergeten van dit waardige teken betalen, en wel in de vorm van gerstenat. In de loop van de avond voldeden zij ruimschoots aan deze verplichting.

Toen gingen zij tafelen, alwaar zij een overvloedige maaltijd voorgeschoteld kregen:

-Tomatensoep.
-Sla, appelmoes, bonen, spinazie. 
-Gebakken aardappelen. 
-Tartaar. 
-Ijs, koffie, fruit. 

Onder de maaltijd kwamen de edelen tot hun schrik te weten dat zij de amulet van hun verbond 'De erme jong' waren vergeten. In hun haast hadden ze hem achtergelaten in de voormalige vrije Heerlijkheid Wylre. als dat maar geen slecht voorteken was!! 

Na spijs en drank werd er even vertoefd in de buitenlucht. Maar de god Pluvius had het deze avond voor het zeggen. Dus zochten zij weer vlug hun onderkomen op. 

In de avonduren kwam de minstreel spelen op de clavecimbel. De klank was wel hard, maar niet zo goed. De tafel met het groene laken en de drie ballen werd veel gebruikt die avond. Ton de ijzergieter was de winnaar. Deze edelman was van oorsprong een Gelderlander. Hij had het dan ook moeilijk omdat hij zich tegen zijn eigen volk moest keren. Hij kwam zelfs nog een oude strijmakker uit hun leerperiode tegen. Maar Ton de ijzergieter, dapper als hij was, durfde zelfs een spel aan met een Gelderlander op het groene laken. "Moet een Gelderlanderde eer van de Limburgers verdedigen" zei hij. "Natuurlijk", sprak Jan de bestuurder, "Bij alle simpele spelletjes zetten wij de Geldelanders in". 

Het was een gezellige avond. 't Gerstenat was evenwel niet zo goed als de Wylrenaren gewend waren. Deze Limburgers waren echte bierkenners hoor. Maar ja, wat wil je, met een eigen brouwerij. De herbergier van hun onderkomen liet zich het gerstenat des te meer smaken. In de loop van de avond begon hij steed verwarder te spreken en het lopen ging hem ook al niet meer makkelijk af. Tenslotte was het tijd om te rustte te gaan. Maar er werd eerst nog een afdruk gemaakt van Ger de speler op een bepaalde plaats, waar iedereen wel eens iets achter moet laten. 

De volgende dag. 

Martin de herbergier had slecht geslapen. Hij had vreselijke geluiden gehoord die hem de hele nacht wakker hielden??? 

Na de ochtendmaaltijd vertrokken zij allen naar Arnhem, om een bezoek te brengen aan het beroemde openluchtmuseum. Hier zag men weer duidelijk het verschil in onderkomen van arme stakkers en rijke edelen. Ze waren allen diep onder de indruk. Na vele huisjes, molens, boerderijen en de kruidentuin werd hun reis voortgezet. Alle ijzeren rossen liepen gesmeerd!!

Op naar de Posbank, 't hoogste punt van de Veluwe, waar zij een schitterend uitzicht hadden. In de herberg werd een kleine maaltijd genomen, waarna zij te voet verder moesten. In dit ruige terrein konden ze hun ijzeren rossen niet gebruiken. In het kaart lezen waren deze edelen niet zo goed. Zij namen prompt de verkeerde route door het bos, waardoor Evert den Hollander en zijn vrouwe Floor van de Eilanden bijna verdwaalden. Verder gingen zij nog het oude kasteel van Ton de ijzergieter te Brummen bezichtigen. Dit bleek een indrukwekkend bouwsel te zijn. Terug naar 's-Heerenberg. 

Het feestmaal die avond bestond uit: 

- Garnalencoctail. 
- Groentensoep. 
- Sla, appelmoes, bloemkool + maggi, erwten en spruiten.
- Champignonschnitzel.
- Bitterkoekjes + chocoladepudding met slag.

Er waren in de eetzaal nog een paar andere gasten aanwezig. De vrouwe uit dit gezelschap praatte aldoor, zo erg zelfs dat de edelen uit Limburg zich hieraan ergerden. Zoiets waren zij zelfs niet gewend! De gaste praatte aldoor en ook nog zeer hard over haar dukaten. Dukaten waar zij de hele dag mee om moest gaan. De edelen uit Limburg waren zeer verbaasd dat zij dit allemaal in het openbaar verteIde. Limburgers gingen niet alleen iedere dag met dukaten om, ze bezaten ze ook nog zelf! Maar daar praatten zij nooit over en zeker niet in het openbaar. Stel je voor dat de inner der belastingen dit ter ore zou komen. 

Tot nog toe was er niet veel strijd met de Gelderlanders geweest. Alleen Ton de ijzergieter had bij de strijd op het groene laken de degens gekruist met een Gelderlander. zij vroegen zich dus ook met zijn allen af wat er verder moest gebeuren. Hoe kwamen zij in de burcht van een Gelderlander? Plannen werden gesmeed. 'n Spion kwam dit ter ore. Hij wilde hun wel helpen. 

Die avond werd er in 's-Heerenberg een feest gegeven. De spion was kwaad, hij was niet uitgenodigd. Wraak wilde hij!! 

Dat kwam hun goed van pas. De spion had al een plan klaar: 

De bus van Troje!! 

Dit vervoermiddel was de Limburgers onbekend. Nadat de spion hun verteld had welke afmetingen dit vehikkel wel had, en dat ze er samen allemaal in konden, waren ze allemaal verstomd! Zou hij dit voor hun kunnen verzorgen en was dit niet al te gevaarlijk, kwamen ze er weer levend uit, of was 't een list van de Gelderlanders?? 

Weldra stond de bus van Troje voor hun verblijf. Met veel moed en gegiechel werden ze er allemaal ingestopt. Na een "lange" rit kwamen zij op de plek van het feest. Wat niemand had durven hopen gebeurde. De list slaagde. De Heer van de burcht dacht dat de bus van Troje een gift van de plaatselijke bevolking was en opende de poort. Wat was hij verbaasd toen hij allemaal vreemde lieden te voorschijn zag komen. Niemand kende hij en zijn gemalin ook niet. zijn gemalin raakte in paniek: "Ik ken jullie niet!". "Wij U ook niet." antwoorden de overvallers. De Limburgers zongen hun overwinningslied, maar tot hun spijt zagen zij dat er niet genoeg te eten en te drinken was. Ze kregen het niet over hun hart om deze arme mensen van hun spijs en drank te beroven. Laat staan hun zielige burcht in te nemen. Hier viel niets te halen. Ze vertrokken dus, maar zagen tot hun schrik dat van de bus van Troje niets meer te bekennen was. Dus te voet terug naar hun verblijf. 

Terug in het gasthuis, stond de herbergier al op de uitkijk. Per koerier was hem medegedeeld dat hij zijn gasten moest trakteren op gerstenat. Het bericht bleek afkomstig van de Heer van de burcht die zij overvallen hadden. Deze mensen waren hun heel erg dankbaar dat ze hun gespaard hadden. 't Gerstenat smaakte natuurlijk heerlijk na zo'n avontuur en zeker als het een geschenk was. Zo ervoeren de Limburgers dat de Gelderlanders geen slecht volk waren. Ze spraken af de strijd te staken en voortaan de mensen daar met rust te laten. Ze wilden wel nog de omgeving bezichtigen, voordat ze weer naar 't zuiden trokken. 

Zo gezegd, zo gedaan. De volgende ochtend werd tijdens het ontbijt afgesproken de ijzeren rossen te laten staan. Per benenwagen werd het Gelderse land doorkruist. Ze belanden in een herberg, "'t Klaphek" te Stokkum. Door het bos terug. Jan de bestuurder der minstrelen was zijn regen-tegenhoudend-schild vergeten in't Klaphek. Hij moest weer terug. 

Die ochtend was hun het bericht ter ore gekomen dat zij allen waren uitgenodigd. De edelen van Huis Bergh (de grootste burcht in de omtrek) hadden vernomen dat er edelen uit 't zuiden in hun streken vertoefden. En ook het verhaal van hun nobele daad de avond tevoren was al bekend geworden. Er werd dus een bezoek gebracht aan 't kasteel Huis Bergh. Er werd wel een begeleider aangewezen om met hen mee te gaan op de ronde door het kasteel. Ze waren toch wel nog een beetje bang voor de zuidelijken, je wist het maar nooit. Er waren zoveel schatten in het kasteel van grote waarde dat men het niet aandurfde om de Limburgers alleen door het prachtige kasteel te laten ronddolen. En prachtig was het zeker. Ze keken zich de ogen uit. De begeleider was er zich van bewust dat hij met nobele ridders te doen had. Hij vertelde hun vele geheimen en zelfs de muntslagerij werd bezocht, alsook de hoge toren van het kasteel. 

Na dit avontuur kregen ze, zoals het Limburgers betaamt, honger en dorst. Geluncht in de herberg. Soep, broodje kroket of uitsmijter. 

Het was jammer, maar de tijd was aangebroken om weer naar 't zuiden te trekken. Er werd afscheid genomen en zonder veel verdere overvallen en ongelukken kwamen ze weer allemaal op hun plaats van oorsprong. 

Thuis was Jean de vinoloog weer hersteld van zijn ziekte. Huub de oudere was er ook nog en voelde zich ook prima. 

Hun verhalen en avonturen werden natuurlijk uitbundig verteld: Aan de Wylrenaren en aan hun kinderen, die het op hun beurt weer doorvertelden aan hun kleinkinderen en kindskinderen. De sage van 's-Heerenberg, of, hoe de edelen uit Wylre ten strijde trokken tegen de Gelderlanders en vrede sloten. En hopelijk wordt het nog eens opgeschreven, zodat wij heden ten dage dit alles nog eens kunnen nalezen.

 

 

Naar boven
Naar homepage