logo
Koperblazers

Klankproductie

Als we de koperblaasinstrumenten in het algemeen bekijken, zien we 3 elementen die steeds terugkomen:

mondstukelementen

Om klank te produceren, heeft men nood aan luchttrillingen. De koperblazer perst lucht in het mondstuk terwijl hij zijn lippen doet trillen. Zo ontstaan luchttrillingen. De luchttrillingen planten zich voort in de klankbuizen en worden verspreid in de klankbeker. De hoogte van de toon hangt af van de lipspanning en de lengte van de buizen. Door het wisselen van de lipspanning verkrijgt men een reeks natuurtonen.

Mondstukken

Een hoorn heeft een trechtervormig mondstuk, in tegenstelling tot trompet, trombone en tuba. Die bezitten een ketelvormig mondstuk. Het mondstuk is bijna het belangrijkste onderdeel van het instrument. De bouw en de vorm van het mondstuk variëren van muzikant tot muzikant en moeten aangepast zijn aan de anatomie van de lip van de speler. De een kan bijvoorbeeld een betere klank produceren op een mondstuk, terwijl de andere er niet kan op spelen.

De verschillende vormen van mondstukken:

mondstuktypes

De kwaliteit van de klank kan verbeterd worden door het plaatsen van een 'booster' op het mondstuk of het gebruik van een heavyweight mondstuk. (Dennis Wick™: Heavytop™, Vincent Bach™: Megatone™, Yamaha: JP Series)

Een Dennis Wick-trompetbooster die men gewoon over het mondstuk schuift:

trompetbooster

Mechaniek

Zoals eerder gezegd verlaagt de klank door het verlengen van de buislengte en verhoogt de klank door het verkorten van de buislengte. Dit verlengen gebeurt bij de trompet, bugel, tuba, euphonium, bastuba, ventieltrombone met het indrukken van ventielen (pistons) die de lucht omleiden via een andere buis.

De werking van de ventielen:

werking ventielen

Als men bij de trompet het eerste ventiel induwt, verlaagt de natuurtoon die men d.m.v. een bepaalde lipspanning creëert met 1 toon.
Als men bij een trompet het tweede ventiel induwt, verlaagt de natuurtoon die men d.m.v. een bepaalde lipspanning creëert met ½ toon.
Als men bij een trompet het derde ventiel induwt, verlaagt de natuurtoon die men d.m.v. een bepaalde lipspanning creëert met 1½ toon.

Bij de trombone maakt men gebruik van een schuif waardoor men de volledige lengte van de buis kan vergroten of verkleinen. Het verlagen is weer gebaseerd op de natuurtonen (uitzondering: ventieltrombone).

Het gebruik van de koperinstrumenten

De kopers worden vooral gebruikt in Harmonieën, Fanfares en Brassbands waar ze dikwijls een solistische functie uitoefenen. Daarnaast gebruikt men de kopers vaak in symfonische orkesten en kamerorkesten. De hoorn speelt in het symfonische orkest bijvoorbeeld een heel belangrijke rol en geeft een belangrijke tint aan de klankkleur van het symfonieorkest.

Het leuke aan koperinstrumenten is dat je vrij gemakkelijk kan overstappen van het ene naar het ander instrument. Neem nu bijvoorbeeld een trompettist, deze kan gemakkelijk tegelijk een bugel bespelen en een cornettist zijn. Dezelfde rim- en cupdiepte voor de mondstukken zijn wel vereist! Het is ook wenselijk om op een gespecialiseerd mondstuk te spelen dat hoort bij het instrument, speel bijvoorbeeld geen bugel met een aangepast trompetmondstuk.

Saxofoon

Een saxofoon is een blaasinstrument met een conische meestal S-vormige buis die voorzien is van kleppen. De saxofoon wordt niet tot de koperblazers gerekend, maar zoals alle riet-blaasinstrumenten tot de houtblazers. Saxofoons hebben een conische boring — ze worden van het mondstuk naar het bekeruiteinde toe breder.

We kennen onder ondere de volgende soorten saxofoons:

Soprillo in Bes (Si?), recht

Sopraninosaxofoon in Es (Mi?), meestal recht

Sopraansaxofoon in Bes (Si?), meestal recht

Altsaxofoon in Es (Mi?), meestal S-vormig

C melody saxofoon in C (Do, Ut of "C-melody" saxofoon), S-vormig

Tenorsaxofoon in Bes (Si?), S-vormig

Lesmethodes

De les wordt opgebouwd uit verschillende methodes. Het niveau en de doelstelling van de student zijn van het grootste belang; iemand die net begonnen is met saxofoon spelen heeft natuurlijk een andere aanpak nodig, dan iemand die al langer speelt. Tegelijkertijd zijn er veel aandachtspunten tijdens het lesgeven die altijd aan bod komen, ongeacht het niveau van de student, zoals spelen op gehoor en improvisatie.

  • Techniek
  • ademhaling:

  • ademen vanuit de buik
  • embouchure:

  • samenwerking van lippen, tanden enz. op mondstuk en riet
  • toonladders en akkoorden:

  • de harmonische bouwstenen 

     

  • Melodie

    muziek lezen:

    de wereld van geschreven muziek gaat open

    repetoire:

    folk, jazz, latin of klassiek melodieën

    spelen op gehoor:

    een heel belangrijk vaardigheid wordt stapsgewijs geleerd

     

  • Improvisatie

    modal:

    spelen met de noten van een toonladder

    harmonisch:

    improviseren over een serie akkoorden
    vrij:
    de nadruk op ritme, dynamiek en expressie

 

 

home