Kasteel maurik
IJzerenman


kasteel Maurick

Een van de oudste ‘militaire’ bouwwerken in Vught is kasteel Maurick, gelegen op een eilandje bij de Dommel. Het werd waarschijnlijk in de veertiende eeuw gebouwd door Jan Liescap en zijn zoon Gijsbrecht, die beiden ook betrokken waren bij de vestingbouw van ’s-Hertogenbosch. Het kasteel zou zijn vernoemd naar Hendrik van Maurick of Mauderic wiens vrouw het gebouw omstreeks 1400 erfde. Het oudste deel, de poort, dateert nog uit de vijftiende eeuw. Vanaf 1504 werd het kasteel verschillende keren ingrijpend verbouwd, als laatste kort voor 1900 toen het zijn huidige vorm kreeg. Kasteel Maurick is een sprekend voorbeeld van een zogenaamd ‘coulissenkasteel’: imposant van buiten, maar niet echt geschikt om aanvallen te weerstaan.

Het kasteel is lange tijd in bezit geweest van het geslacht Heym. Daarom wordt het ook wel aangeduid als ‘Heymhuisinghe’. Het familiewapen, een rode zespuntige ster op een zilveren veld, prijkt nog steeds op de voorgevel. Op de binnenplaats bevindt zich tegen een muur de grafzerk van jonker Aert Heym, legeraanvoerder van de Bossche milities die in 1527 het stamslot van de Gelderse Maarten van Rossum verwoestten. Ten noorden van Maurick ligt Muyserick en vervolgens het in 1555 als ‘kasteeltje’ aangeduide Huis Couwenburg. Kasteel Maurick vormde een tijdlang samen met (de verdwenen huizen) Couwenburg en Lijdegerman (onder Vught) en de aan de overzijde van de Dommel liggende huizen Oud Herlaer en Haanwijk een provisorische verdedigingsgordel. Maurick deed vaak dienst als onderkomen van de legeraanvoerders die zich in Vught ophielden. Prins Maurits eigende zich het kasteel toe bij het beleg van ’s-Hertogenbosch in 1601 en 1602. Tijdens het beleg van 1629 verbleef Frederik Hendrik er.
Ook de commandant van de Pruisische troepen die in 1813 ’s-Hertogenbosch vanuit Vught aanvielen, hield er enige tijd verblijf. Het hardstenen sluisje (1868) bij het kasteel speelde een belangrijke rol bij het inunderen van het aangrenzende gebied. Tegenwoordig bevindt zich in een deel van het kasteel een restaurant. Het kasteel en het omliggende landgoed zijn grotendeels voor publiek vrij toegankelijk. Vanaf de binnenplaats hebt u zicht op Huize Muyserick, oorspronkelijk het jachthuis van kasteel Maurick, dat al in de vijftiende eeuw wordt vermeld. Het huidige huis dateert van het einde van de achttiende eeuw. Een van de bewoners was de joodse familie Philips, eigenaar van de Bossche sigarenfabriek ‘Antonio’. De in de oorlog omgekomen dochter Fanny werd vanwege haar later gevonden brieven ook wel de ‘Bossche Anne Frank’ genoemd. Het terrein van Huize Muyserick is voor publiek gesloten. Ten zuiden van kasteel Maurick ligt de grafkelder van de familie Van Beresteyn die van 1679 tot 1884 eigenaar was van het kasteel. In het mausoleum liggen acht leden van deze familie begraven. Boven de centrale, dichtgemetselde toegang prijkt nog het familiewapen.

Om kasteel Maurick te bereiken kunt u vanaf de St.-Michiels- gestelseweg het bospad links van Huize leeuwenhof inrijden. Na enige tijd passeert u een smeedijzeren poort, ga vervolgens linksaf de laan in. Aan het einde ziet u kasteel Maurick. 4 Leeuwenhof / Villa Orelio, St.-Michielsgestelseweg 1c In 1900 liet de destijds beroemde opera- en concertzanger Joseph Orelio de Villa Orelio bouwen, ook wel bekend als Villa Amelie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit een van de vele luxueuze panden in en om Vught die door de bezetter werden gevorderd. De Villa Orelio, nu Leeuwenhof, werd als woning gevorderd voor W. Ritterbusch, Beauftragte voor Noord-Brabant (hoogste vertegenwoordiger van de provincie).

 


Lunetten

Maurick
/IJzerenman


v

 

Kasteel maurik
IJzerenman

De IJzeren Man

Recreatieplas De IJzeren Man.
Tussen Vught en Cromvoirt ligt recreatieplas De IJzeren Man, genoemd naar de graafmachine die hier vanaf 1887 zand afgroef. Nadat ’s-Hertogenbosch in 1874 zijn vestingstatus had verloren, kon ook buiten de vestingmuren worden gebouwd. Het uit de plas gewonnen zand werd gebruikt voor ophoging en het bouwrijp maken van de laaggelegen drassige gronden ten westen van de stad bij het station, waar de wijk ’t Zand is ontstaan. Vanaf 1938 werd de plas ingericht als gemeentelijke badinrichting. Een deel van het zwembad was gereserveerd voor Nederlandse militairen die hier vanwege de mobilisatie waren gelegerd. Later werd dit deel gereserveerd voor Duitse troepen, waaraan het de naam ‘Het Duitse Bad’ ontleent.

Kolonel Thomson monument, Loonsebaan
Aan de Loonsebaan, ten zuiden van lunet III, staat het monument uit 1934 voor de toenmalige voorzitter van het VVV, kolonel G.J.P. Thomson die hier een waterpomp had laten slaan ten behoeve van dorstige wandelaars en vee. Als dank hiervoor werd het monument opgericht met een bronzen plaquette met het portret van de kolonel.
Iets ten westen van dit monument ligt de inrit naar lunet II en de fusilladeplaats.