Gebouwen kunnen instorten, bruggen kunnen in het water vallen, spoorwegen kunnen ombuigen.
Een aardbeving kun je dus rustig een natuurramp noemen. In Nederland is nog nooit een grote aardbeving voorgekomen. Dat zal ook nooit gebeuren.
Aardbevingen doen zich alleen voor waar platen bij elkaar komen op een breuklijn. (Zo wordt de breuk genoemd die zich in de aardkorst voordoet wanneer de platen aan weerskanten daarvan in verschillende richtingen bewegen)
De platen kunnen zich dan in elkaar duwen, uit elkaar glijden of langs elkaar schuiven. Soms kan het zijn dat de rotsen van twee platen in elkaar gaan haken. Door de langzame beweging van de platen neemt de spanning toe.
Wanneer de platen losraken komt ook de opgehoopte energie en spanning vrij en veroorzaakt een aardbeving.
Over de hele wereld zijn er ongeveer 13.000 per jaar. (dat zijn er 35 per dag!) De meeste zijn zo klein dat je ze niet voelt. Alleen hele gevoelige apparatuur neemt de beweging in de grond waar. Grote aardbevingen komen ongeveer 16 keer per jaar voor. Een hele grote slechts een keer.
Voorbeeldje