|
Australie
Weer
in Perth.
Weer
in Melbourne.
Voor
het eerst is vliegen echt leuk. Singapore Airlines heeft het allemaal wel
begrepen. Eigen tv met films naar keuze, computerspelletjes, goed eten en snelle
service. Ook op het vliegveld in Singapore is wachten niet erg. Je kunt hier
gratis gebruik maken van internet. Op de hoogte van alle nieuwtjes in Nederland
komen we aan in Perth. Wat is het hier KOUD. Met de hotelbus gaan we naar
het One World
Backpackers Hostel. Het
is erg laat en ze zijn al gesloten. We rammelen nog wat op de deur maar niemand
hoort ons. Iets verderop is een hippe club en we vragen waar we een ander hostel
kunnen vinden. Om de hoek is de "Underground" en we nemen een kamer met TV omdat
Nederland moet voetballen. Eerst nog iets te eten halen en we installeren ons
voor de buis. We zappen langs alle zenders maar er is alleen een soort tellsell.
De kamer is ernorm duur (in ieder geval voor onze aziatische begrippen) en enorm
smerig (zelfs voor onze aziatische ervaringen) en we verhuizen de volgende
morgen alsnog naar het One World Hostel. Echt een aanrader ! Grote nieuwe
keuken, gezellige algemene ruimte, schone kamers en een leuke sfeer. We
verkennen Perth en verbazen ons over alles. Wat is het hier groot, duur, schoon
en waar zijn al die verkopers gebleven ?
Het
plan is om Australie per camper te verkennen en we beginnen dus aan de grote
zoektocht. Het plaatselijke suffertje wordt uitgeplozen en we gaan langs alle
hostels voor advertenties van andere reizigers die hun auto willen verkopen. Het
aanbod is behoorlijk groot en we vermaken ons een paar dagen met het bekijken en
keuren van campers. Iedereen heeft prachtige verkoopverhalen over hoe mooi en
handig de camper wel niet is en dat ze de reparatiespullen nooit hebben
gebruikt. Het is in deze tijd van het jaar moeilijk om je auto kwijt te raken in
Perth en de vraagprijzen dalen iedere dag. De auto's zijn allemaal erg oud (rond
1981) en het is moeilijk te beoordelen welke wel en niet goed is. Op internet
vinden we een Toyota Hiace uit 1986 en de engelse verkopers verwachten de
volgende dag in Perth aan te komen. We maken een afspraak en het ziet er erg
goed uit. Het is een wit busje met een vast bed en genoeg ruimte om alle spullen
op te bergen. We doen een bod en maken een afspraak bij de garage om een test te
doen. De verkoper laat allerlei formulieren zien en toont aan dat ze net
gisteren nog een test hebben laten doen door de politie en dat alles goed was.
We moeten lang wachten bij de garage en twijfelen even of we ze op hun woord
zullen geloven en later blijkt dat je dat dus nooit moet doen. De "head" van de
motor moet gemaakt worden en dat gaat 1200 Australische dollars kosten. Wij blij
dat we hem nog niet hebben gekocht. Na een gesprek met de garageman die ons
verzekert dat het verder een prima bus is voor het geld en dat hij hem zeker kan
maken kopen we de bus voor 1200 dollar minder. Na 2 dagen kunnen we hem ophalen
en dan kunnen we vertrekken. Inmiddels
slapen we al ruim een week in het One world Hostel. De laatste avond gaan we met
een aantal mensen voetbal kijken. De wedstrijd begint hier om 02.45 uur en het
is voor ons dus erg vroeg (of laat). Maar
helaas, Nederland verliest van Portugal. Onze Franse vrienden en Jess zwaaien
ons de volgende morgen uit en we beginnen aan onze reis van Perth naar Darwin.
De auto rijdt zalig en na de nodige boodschappen gaan we richting de Pinnacles
(zie foto's).
We
moeten nog even wat oefenen met alles, dus we pakken van alles uit en in, zetten
de luifel op, etcetera. Was denk ik wel grappig om te zien (ikzelf heb vanmorgen
een stel hetzelfde zien doen en dat was in elk geval grappig om te zien).
Na
de Pinnacles rijden we verder naar het noorden, naar het Kalbarri National park.
Hier zien we de typische steile kust afgronden en rivierkloof. Het is er ook erg
rustig, het is net een plattelandsdorpje in Amerika. We scheuren gelijk door,
want ook hier is het nog steeds erg koud. 300 k verder stoppen we in Denham, ook
wel bekend als Shark bay. En hier kun je, je raadt het al, dolfijnen bekijken.
Het is vrij toeristisch en helaas mag je geen dolfijnen (meer) aanraken. Wel
kamperen we hier praktisch op het strand en is er een prachtige omgeving. Ook
hebben we inmiddels Bolletje beschuit gescoord. De Australiër schijnt dat in z’n
soep te eten maar wij vinden hem met aarbeienjam toch beter. Via Carnarvon
rijden we door naar Exmouth, waar je perfect kan snorkelen/duiken. Helaas regent
het 2 dagen achter elkaar waardoor het zicht nihil is. Als de regen ophoudt
huren we snel een snorkelset en overnachten we in het nationaal park. Hier
kampeer je op het strand met als enige voorziening de ‘Oz bush loo’, een toilet
dus. In de middag snorkelen we en zien we ontzettend veel vissen tot ca. een
meter groot! Na al dat strand willen we wel eens wat meer van de Australische
binnenland zien en komen we in aan in een klein dorpje, Tom Price. Hier camperen
we aan de voet van Mt Nameless. De volgende morgen, weer &(*&))%#@#$@
regen! Gelukkig is het even droog en kunnen we een wandeling maken in één van de
kloven van het Karijini
National park.
In
Broome blijven we een paar dagen hangen. Ten eerste omdat het een hele leuke
stad is, ten tweede is het eindelijk mooi weer en is het goed toeven op ???cable
Beach“ en ten derde omdat we een
bezoek aan het ziekenhuis moeten brengen omdat Hildo een leuk souvenier uit
Azie heeft meegenomen. Terwijl we in de wachtkamer zitten komt er een broeder
met een man in een rolstoel binnenwandelen. "One hooked up fisherman" roept de
broeder, en ja hoor hij heeft een grote haak in zijn voet. Het is altijd
belangrijk om dan vooral niet te lachen als zo iemand je aankijkt. Helaas lukt
dat niet altijd! Hildo komt er met 10 dagen
antibiotica vanaf. Via
Fitzroy Crossing, Kununurra en Katherine rijden we naar het Litchfield National
Park.
We
gaan weer een paar dagen bushcampen en we hebben net onze camper op een rustig
plekje neergezet als er een enorme touringcar komt aanrijden en precies naast
onze bus gaat staan. Ja hoor denken we dat hebben wij weer. Het wordt een erg
gezellig avond met kampvuur en gitaarmuziek. De australier leert ons de
didgeridoo te bespelen en dat is toch moeilijker dan je denkt !
Met
Marja en Kees (de ouders van Hildo) reizen we van Darwin
naar Cairns. In Darwin moeten we nog een keer naar het ziekenhuis en een dag
later dan gepland gaan we naar het Kakadu National Park. Midden in het bos
vinden we een leuke kampeerplaats en zodra we alles hebben staan, komt de
boswachter al aanrijden op z'n mountainbike om het campgeld te innen. We
bewonderen nog even de zonsondergang en de aborigenal tekeningen in het park en
als we 's avonds slapen met de achterklep open zien we een kangeroe over de
kampeerplek springen die de voedselresten van onze tafel komt opeten.
We
trekken verder zuidwaarts via Katherine en Tennant Creek en we leggen heel wat
kilometers af. Onderweg is het eh erg stoffig en droog. Alice Springs is een
leuke stand en we blijven hier 2 dagen om souveniers te kopen. Dan gaan we naar
Uluru/Ayers Rock. Op de campings is niks te doen en er staan voornamelijk
bejaarden (die zijn hier sowieso erg veel, volgens mij is de bevolkingsopbouw
hier iets anders dan in Nederland). We besluiten Ayer's rock niet te beklimmen
maar er omheen te wandelen. Uiteraard pikken we ook de zonsondergang nog even
mee. De volgende dag bekijken we de Olga's en vertrekken weer richting het
noorden. We overnachten langs de snelweg in de buurt van Tennant Creek. Na
zonsondergang komt er geen mens meer langs rijden en is het HEEL stil. Ook kan
je de sterrenhemel goed bekijken. We slapen perfect en s'morgens staat er
plotseling een gigantische roadtrain vlak voor onze camper (hm, niks gehoord?).
We rijden verder door de outback en komen langs verschillende stoffige
mijndorpjes. Ze zeggen over Nieuw-Zeeland dat als je daar komt vanuit Australie
dat je dan de klok 50 jaar terug moet zetten, maar volgens mij staat ie dan in
totaal op 150 jaar terug in de tijd.
Via Normaton komen aan bij een
dorpje aan zee. Je kunt hier goed vissen en dat is wat iedereen hier ook
voornamelijk doet. De volgende morgen maakt onze auto een vrij gek geluid (hij
had al kuren vanaf Alice Springs) en om een lang verhaal kort te maken die doet
het niet meer. We "verkopen" 'm aan de garage en liften verder mee met Marja en
Kees. Maar eerst maken we nog de camping-bbq mee. Onze buren hadden al meerdere
keren gevraagd de afgelopen twee dagen of we toch wel zeker zouden komen. Om 6
uur zitten we klaar, de salade en stoeltjes moesten we zelf meenemen. Het wordt
een hele jolige avond...
Zodra we aankomen aan de kust boven Cairns
bekijken we de Atherton tablelands en Cape tribulation. Verder gaan we uiteraard
nog duiken in het great barrier reef. Met een grote luxe boot (volgens de
bemanning is ie zo gebouwd dat je niet door hebt dat er 80 mensen aan boord
zijn) varen we naar het buitenste gedeelte van het great barrier reef waar het
koraal nog het mooist is. Onderweg zien we humpback whales zwemmen, en één
springt er zelfs uit het water! We maken twee duiken en die zijn beiden
prachtig. Het zicht is perfect en we zien een schildpad en heel veel
vissen.
In
Cairns is het weer tijd om afscheid te nemen van Marja en Kees. Wij zitten weer
een tijdje in een backpacker's hostel en we gaan verder in ons gehuurde
backpackersvan. We rijden eerst nog "even" naar de noorderstranden van Cairns om
nog wat zon mee te pikken voor we weer naar het koudere zuiden rijden. In Palm
cove (dat klinkt alleen al goed!) hebben we een plaats op 10 meter van het
strand op een goedkope gemeentecamping. Na de zon gaan we op "biokamp" in een
paar nationale parken. Zo zijn we bijvoorbeeld naar (let op scrabble fans) het
Woonoorooran national park geweest. Hier proberen we de platypus (een soort
eend/otter) te spotten, maar helaas hij laat zich niet zien.
En
dat allemaal in 1 week. Eerst gaan we naar Mission Beach, een leuke badplaats
aan de Oostkust. We staan een nachtje op een BIG4 camping want na een aantal
nachten zonder electriciteit en water moeten we alles weer even opladen en
bijvullen. Een rafttochtje is snel geboekt en de volgende morgen worden we
opgehaald door de mensen van Racing Thunder. Met een bus gaan we naar de Tully
rivier en krijgen we allerlei instructies voor als we uit de boot vallen of in
aanraking komen met een rots. Dan tekenen we nog even het formulier dat zij in
ieder geval niet verantwoordelijk zijn voor als dit allemaal mocht gebeuren en
dan kunnen we vertrekken. Gewapend met helm en reddingsvest gaan we naar onze
raft die wel delen met 4 Ierse dames. De meeste rapids zijn niveau 4 (voor de
kenners) en dat maakt het erg leuk. Regelmatig valt er iemand uit de boot en we
moeten behoorlijk sturen en peddelen. Ook gaan we zonder raft een waterval af en
blijven door de druk een tijdje onder water. Omdat het budget toch al niet meer
te redden is, gaan we bij de Whitsunday islands maar mee met de volgende toer:
een dagje oceanraften. Op een soort hoovercraftspeedboot (volgens de bemanning
is ie: 1) onzinkbaar 2) zo gebouwd dat je niet door hebt dat er 25 mensen aan
boord zijn) scheuren we langs de Whitsunday islands, die bekend staan om de
schitterende stranden. We snorkelen in één van de baaien en het stikt er echt
van de vissen tot circa 1,5 meter (de bemanning gooit voer uit de boot, dat
helpt). Na het snorkelen gaan we weer even 'oceanraften' naar het volgend
strand. Onderweg zien we een enorme schildpad zwemmen. Dit is het bekendste
strand van de Whitsunday islands en hier klimmen we ook naar een uitzichtpunt.
Het strand is hier hagelwit en het water azuurblauw, een paradiiiiijsje. Op de
terugweg moeten we nog even wat mensen 'redden' die vanwege het opkomend tij
vast zijn komen te zitten op een strandje en spotten we nog wat schildpadden.
Vlak
voor Brisbane kunnen we naar de dierentuin van Steve, bekend vanwege de gedurfde
stunts met allerlei wilde dieren op Animal planet. Na binnenkomst kunnen we
gelijk door naar het crocostadium voor verschillende shows. Eerst komen er
slangen en tijgerpups, maar dan komt er een krokodil. Een enorm mannetje wordt
gevoerd waarbij de verzorger telkens bijna gebeten wordt door de krokodil (a la
Steve op TV). Later op de dag wordt deze show nog een keer gedaan, maar dan in
de 'kooi' van de croc zelf. Behoorlijk spectaculair, en het valt op hoe snel de
krokodil al door heeft waar iemand loopt. De verzorger stampt met z'n voeten 1
meter voor de waterlijn en de croc komt er gelijk op af. Ook springt ie rechtop
uit het water om wat voer te pakken. Verder kunnen we nu verschillende, typische
australische beesten zien die we nog nooit gezien hadden of nog niet echt
dichtbij hebben gezien: koala, kangaroe, tasmanian devil, cassowary, wombat,
landschildpadden, slangen, etc.
De
volgende bestemming is Brisbane. Het valt ons op dat er een hoop mensen hier aan
het werk zijn en in pak lopen. Brisbane is uiteraard weer een zeer schone stad
waar genoeg te doen is. De tweede dag ontdekken we zelfs een belgisch biercafe,
waar we s’avonds even een pintje gaan vatten. Uiteraard zit het er vol met
andere Belgen en Nederlanders. Na Brisbane komen we in het meest toeristische
gedeelte van Australië: de gold coast. Hier gaan we naar een pretpark: Dreamworld. In dit park heb je een
aantal rollercoasters en twee topattracties, beiden zijn een vrije val van een
aantal seconden. De Tower of terror en de Giant drop. We camperen in een plaats
"Surfer's paradise" en s'morgens is hier ook iedereen aan het surfen.