Zomer POLEN

We rijden naar Polen via Bremen, Hannover en Braunschweig om te overnachten in Bad Saarow op een nog communistisch uitziende camping, die sterk verwaarloosd is. Maar het is maar voor 1 nacht. Via Frankfurt a/d Oder rijden we dan Polen binnen. Al snel maken we kennis met de beruchte ’mehrzweckstreifen’, dat zijn tweebaanswegen die wat extra breed zijn, zodat er drie naast elkaar kunnen. Om de beurt inhalen zo’n beetje, waarbij er van je verwacht wordt dat je opzij gaat. Dat is dan weer vervelend als er plotseling een obstakel in de weg staat. De Polen trekken zich nergens iets van aan, rijden zeer snel en halen gewoon rechts in als het links niet kan. We komen aan in Baranovo bij Poznan. De camping daar ziet er goed uit en de gastvrouw is erg aardig. Vlakbij in het dorpje is een klein winkeltje, waar je het nodigste kunt krijgen. De taal is een barrière:ze spreken alleen Pools. Maar met handen en voeten kom je er ook.

De volgende dag bekijken we Poznan. Een grote stad met een half miljoen inwoners. De Stary Rynek (oude markt) is een prachtig plein met gezellige terrasjes. De parochiekerk in de buurt is ook de moeite waard. Een koetsier strikt ons voor een ritje door de stad, maar houdt het na een rondje over het plein voor gezien. We kunnen er wel om lachen. Het museum van Poznan valt tegen, maar de domkerk is mooi. Er zijn veel bisschoppen bijgezet, er is een gouden kapel en een prachtige preekstoel.

Een dag later maken we een tochtje naar Kornik, 20 km. zuidoostelijk van Poznan. Hier staat een kasteel dat de moeite waard is. We krijgen sloffen aan om het parket te beschermen; het statief van de camera moet ook sloffen aan. We krijgen een gids die ooit eens in Nijland is geweest en een paar woorden Nederlands kent. Ze praat er vrolijk op los en lacht steeds omdat ze de ’h’ niet kan uitspreken (die wordt hier als ’ch’ uitgesproken) In het slot is een mooie verzameling meubels en wapenuitrustingen. Dan brengen we nog een bezoek aan Rogalin, waar het slot van Raczynski staat, in rococo-stijl. Prachtig hoor, maar deels in restauratie. We kunnen lang niet alles zien maar moeten wel de hele toegangsprijs betalen. Op de weg naar de camping terug ontdekken we bij een pompstation dat liters hier worden aangegeven als dm3.

Boven Poznan ligt de stad Gniezno. Samen vormen deze twee steden zo ongeveer het begin van Polen. In Gniezno moet een mooie domkerk staan, maar onderweg in Lubowo treffen we een mooi houten kerkje aan. De dom is een prachtige kerk, waar o.m. kardinaal Mindszenty bijgezet is. Er zijn hier trouwens veel meer kerken, maar dat geloven we wel. De stad kent een mooi centrum met plein en mooie gevels. Nog een stukje naar het noorden ligt Biskupin. Hier is een Slavisch dorp uit de oertijd helemaal nagebouwd. Compleet met boerenwoningen, verdedigingswallen, poorten en ambachtsruimtes. Je krijgt een heel aardig beeld van hoe de mensen in deze moerassige streek leefden.

We laten Poznan achter ons. Al snel komen we op een nieuwe 4-baansweg met bijna geen verkeer. Voor Warschau wordt het druk. Maar eens vragen naar de camping. Een vriendelijke Pool rijdt even met ons mee om de weg te wijzen en hij vindt het helemaal niet erg om een paar kilometer terug te lopen. De camping is klein, met oud, kapot, maar wel schoon sanitair. De receptioniste spreekt Engels, dat hadden we nog niet gehoord in Polen. In een winkel doen we wat boodschappen. ’Rollade’ blijkt gerookte geitenkaas te zijn, ’schab’ is geen schaap maar varkensvlees en een courgette blijkt later een komkommer. Nou ja, die smaakt ook wel. We horen hier veel politieauto’s en ambulances. De laatsten hebben 4 wijsjes op het repertoir. Gelukkig is het ’s nachts wat rustiger.

De bushalte is vlakbij en we nemen de bus naar het centrum. Warschau is in WO II helemaal plat gebombardeerd. Alles is weer minutieus opgebouwd, ongelooflijk gewoon. De Barbikane is een oude verdedigingstoren met stadsmuren. Het Joodse Getto is erg indrukwekkend. De omvang is aangegeven met stenen, waar namen en data op staan. Het hele getto is uitgemoord door de Nazi’s. De Joden hebben zich hier doodgevochten. Het ’Umschlagplatz’ is de plaats waar mensen op transport gesteld werden naar Auschwitz, Treblinka, enz. Ook hier een monument om nooit te vergeten. De volgende dag bekijken we het cultuurcentrum, een hoge toren van het Stalin-wolkenkrabber model zoals je ze ook in Moskou aantreft. Om het dak op te mogen koop je een kaartje bij een mevrouw, twee dames controleren, een andere dame wijst ons de lift en in de lift is een dame aanwezig om de knopjes te bedienen. Over werkverschaffing gesproken. Maar het uitzicht is mooi. Later gaan we met de bus nog naar Wilanow, een mooi park met een slot. In het park laten we ons in een riksja rondrijden door een student die zo wat bijverdient. In het paleis mag je foto’s maken tegen betaling (doen we niet), maar later blijkt dat je toch zowat nergens foto’s mag maken, dus zo erg is dat niet. Een stukje verderop ligt het Lazienkipark. Eerst nog het presidentieel paleis. We vragen aan de wacht of we een foto mogen maken. Dat mag, maar we moeten even wachten want de president van Oekraïne is op bezoek en die moet eerst weg zijn. In het Lazienkipark een groot monument voor Chopin, de componist. En een paleis dat in het water ligt. De bus brengt ons dan weer terug bij de camping. Het is handig reizen zo met een dagkaart. Je kunt overal instappen, de hele dag door.

Camping Smok bij Krakow is de volgende stop. Prima plekje, mooi uitzicht, maar aardig wat landgenoten.Vandaar ondernemen we een uitstapje naar Oswieczym, Auschwitz. Vreselijk wat je daar ziet. Wat is het mensdom daar diep gezakt en wat moeten we ons zelf afvragen:zou ik tot zoiets in staat geweest zijn? Onvoorstelbaar leed en vernedering aan de ene kant en satanisch beestachtig sadisme aan de andere kant. Van alles is bewaard gebleven: koffers, kinderkleertjes, poppen, protheses. Haar werd verzameld om er matjes van te maken. Martelkamers, een executiemuur. En het crematorium annex gaskamers waar de trein steeds maar weer naar binnen reed. Het is goed, maar tegelijkertijd benauwend dit te zien en te weten dat er maar een nieuwe Hitler hoeft op te staan en het begint weer opnieuw.

Krakow heeft een schitterend centrum: ewen plein met daarop de beroemde Lakenhallen. Daarin zijn allemaal boetiekjes waar van alles te koop is. Een typisch Krakows kerststalletje van papier maché nemen we. Er zijn, bizar maar waar, ook Joodse poppen in alle maten te koop:Jood met wetsrol, Jood met menorah, Jood met kaars enz. Buiten speelt een orkestje in traditionele kleren en van de toren van de Mariakerk speelt een echte trompettist ieder uur een middeleeuws deuntje. Die heeft daar wel werk aan, want het deuntje wordt aan alle zijden van de toren herhaald, zodat hij in 12 uren het wijsje 48 keer moet spelen. Het is gezellig op het plein. Hier speelt het sociale leven van de stad zich af! De Wawelheuvel is ook een bezoek waard. Hier een koningskerk, waar de Poolse koningen – Polen was lang een koninkrijk – begraven liggen en een burcht. Die is helaas dicht, maar we mogen rondwandelen op het schitterende binnenhof met fraaie fresco’s en galerijen. We rijden nog een stukje door de Joodse wijk, waar de film ’Schindler’s List’ is opgenomen. Het is hier grijs en troosteloos.

Onderweg naar Wieliczka betekent 11 km. file. Kunnen we rustig de huizen langs de weg bekijken. Een groot verschil, want je ziet prachtige grote villa’s en krotten.Veel huizen zijn niet afgebouwd. Dat doen de Polen niet i.v.m. de belasting. Als er nl. een pleisterlaag op komt, moeten ze betalen. Daarom wachten ze liever (soms wel 10 jaar!) In Wieliczka moeten we nog een half uur wachten, maar dan mogen we de zoutmijn in, cultureel erfgoed van de Unesco. Eerst 100 m. met de trap omlaag. Dan komen we in grote zalen en galerijen met overal zoutbeelden. De totale lengte van mijngangen onder de grond is 300 km. De steen bestaat voor 90% uit zout, de rest zijn andere mineralen. Er zijn hier 30 kapellen, waarvan één een trouwkapel. Wel heel bijzonder om hier te trouwen! Op 220 m. diepte is een sanatorium, want de lucht hier is gezond. De weg omhoog gaat met een authentieke mijnwerkerslift, een ervaring op zich. Je ziet helemaal niks, om je heen enkele schotten met gaten erin. Na 40 seconden zijn we er, maar niet iedereen vond deze afsluiting leuk....

Richting Zakopane nu. Alweer in de file: het is te merken dat we naar een toeristische toplocatie gaan. De temperatuur wordt hier twee keer aangegeven. Eén keer voor de buitentemparatuur en één keer voor het wegdek. Dan weet je dat je moet oppassen voor gladheid. De huizen hier zijn van hout, groot, mooi en hebben 4 tot 6 verdiepingen. Er woont één gezin in, maar ze proberen allemaal een kamer te verhuren en veel mensen staan daarom de hele dag met een bordje bij de weg ’wolne pokoje’. Als de caravan na een erg steil hellinkje op de camping staat, verkennen we Zakopane. Een politieagent vragen we naar de VVV. De enige Engelse woorden die hij (van de film?) kent zijn ’Follow me’ . Dat doen we en we komen vlak bij onze camping uit. Tja, dat hadden we handiger kunnen aanpakken. Het is erg druk in Zakopane, ook al omdat de hoofdweg dwars door de stad loopt. De beheerder van de camping spreekt zowaar Engels; we hebben een leuk gesprekje, boeken een vlottentocht over de Dunajec en bestellen als avondeten een ’kotelet’(dat blijkt een gehaktbal te zijn) Vlak bij Zakopane ligt Chocholow. Hier lijken alle huizen nieuw. Schijn bedriegt: de bewoners boenen hun huizen ieder jaar grondig met groene zeep. Hier nemen we een kopje koffie. Poolse koffie; de drab drijft er bovenop. Goed doorroeren, even wachten en dan voorzichtig opdrinken, dan is het wel lekker.

De rit naar de Dunajec maken we in een busje. Onderweg stoppen we in Debna. Hier staat een oude houten kerk. De priester houdt een heel verhaal in het Pools. Gelukkig heeft hij op ons verzoek een Engelse samenvatting. Hier is de Poolse Robin Hood getrouwd en even verderop staat zijn standbeeld bij een kasteel. Druk is het bij de vlotten. Erg opzienbarend is de tocht niet, maar we treffen een vreemde snoeshaan, een Amerikaan die Pools verstaat en hij vertaalt het verhaal van de gids. Hij geeft ons de tip eens naar Amsterdam te gaan voor wiet. Prima spul, moet je ook eens proberen!

De volgende dag bekijken we het Sanktuarium. Dat is een soort heiligdom, geen kerk, maar er worden o.a. ook begrafenisdiensten in gehouden. Het is een schitterend bouwwerk met prachtig houtsnijwerk. Bekostigd door de Polen uit dankbaarheid toen hun paus Jan Pawel II in 1981 door de heilige Fatima gered werd van de dood na een aanslag. Polen zijn enorm trots op hun paus. Overal zijn gebouwen, pleinen en straten naar hem genoemd en staan standbeelden. We wandelen over een bijzonder kerkhof, waar elk graf versierd is met een prachtig beeld van schitterend houtsnijwerk. En wat een bloemen! In het centrum is markt en dat willen we ook wel even bekijken. Letterlijk overal staan kraampjes met van alles en nog wat. Vrijheid, blijheid. ’s Avonds dineren we in een plaatselijk restaurant. Pools eten. Dat betekent veel eten, zwaar op de maag, wel lekker en niet zo duur. En je kijkt de kok op zijn handen, want die staat midden in het restaurant het eten klaar te maken.

Nog één dag Zakopane dan. We bekijken villa Koliba, een mooi staaltje van Zakopaanse arechitectuur. En we rijden een eindje om naar de Jaszczurowka kapel, wat weer prachtig houtsnijwerk laat zien.

Website van de Swalkers
polen
duitsland
Home

 

 

Poznan
Zakopane
Krakow
Warschau
Auswitch