Dieka

Uitwerking(2)

 

3.2 Deelvragen en hypothesen

Omdat bij de meeste vragen van de enquete er meerdere antwoorden mogelijk waren, was het bijna nooit mogelijk om procentueel heel duidelijk aan te geven welke hypothesen echt klopten of totaal niet. Daarom hebben we een maatstaf gekozen. Als 20% of minder van de ondervraagden bevestigend heeft geantwoord op een vraag, dan wordt de hypothese verworpen. Het betekent dan dat 9 of minder personen bevestigend heeft geantwoord.

Dit zijn de deelvragen en hun hypothesen met de uitkomsten:

Deelvraag: Wordt de keuze voor een discotheek beïnvloed door vrienden of kennissen?
Hypothese: Jongeren houden bij hun keuze voor een discotheek rekening met andere jongeren van hun leeftijd (vrienden/bekenden).
Antwoord: Deze hypothese is correct.  Een overtuigende 82,61 % van alle ondervraagden houdt rekening met vrienden of kennissen die ook uitgaan.

Deelvraag: Is de afstand (tussen huis en de discotheek) voor jongeren van invloed op hun discotheek-keuze?
Hypothese: De afstand is van invloed op de keuze voor een discotheek.
Antwoord: Deze hypothese kunnen we waarschijnlijk wel bevestigen. 35% van de ondervraagden gaat het meest naar een bepaalde discotheek omdat de afstand tot die discotheek korter is dan die tot andere discotheken. Dit is niet erg overtuigend maar de afstand is dus wel degelijk van invloed.

Deelvraag: Wordt de keuze voor een discotheek beïnvloed door de beschikbaarheid van openbaar (bus)vervoer?
Hypothese: De keuze voor een discotheek wordt mede bepaald door de beschikbaarheid van openbaar (bus)vervoer.
Antwoord: 26% van de ondervraagden gaat vaker naar de ene discotheek omdat het vervoer daarnaartoe beter is geregeld dan bij andere discotheken. De hypothese wordt dus aangenomen al is het niet heel overtuigend.

Deelvraag:  Is de sfeer van een discotheek belangrijk bij het maken van de keuze?
Hypothese: Een belangrijke factor voor jongeren is de sfeer van de discotheek.
Antwoord: Deze hypothese kan worden bevestigd. 35% van de ondervraagden gaat vaak naar een discotheek omdat de sfeer daar beter is dan in andere discotheken.

Deelvraag:  Is het voor jongeren belangrijk of er in een discotheek goede muziek wordt gedraaid, aldanniet door bekende artiesten?
Hypothese:  Men gaat naar een discotheek omdat er goede muziek wordt gedraaid of omdat er veel bekende artiesten komen optreden.
Antwoord: 15% van de ondervraagden gaat vaker naar een bepaalde discotheek omdat er veel bekende artiesten komen optreden. Deze hypothese kan dus worden verworpen.

Deelvraag:  Wordt de keuze voor een discotheek bij jongeren beïnvloed door hun ouders?
Hypothese: De ouders hebben inspraak bij het maken van de keuze.
Antwoord: Deze hypothese kan worden verworpen. Maar liefst 57% van de ondervraagden beweert dat hun ouders helemaal niks te maken hebben met de keuze voor een discotheek. 41% zegt nog eens dat de ouders geen invloed hebben, maar wel wat inspraak hebben.

Terug naar Hoofdstuk 3(1)

 

Je kijkt nu op de pagina: Hoofdstuk 3(vervolg)

 

Zaal Dijk

Dieka

Lucky & Co

Bill's Bar

New York