CONDITIONEREN: In een zekere toestand brengen. Een eenvoudige
vorm van leren, waarbij het organisme een associatie maakt tussen
een stimulus en een respons.
EVENWICHT: de toestand waarin een lichaam verkeert wanneer alle
krachten die erop werken elkaar werking opheffen. Er is sprake
van een stabiel evenwicht wanneer na een kleine verstoring de
oude toestand zich herstelt. Wanneer zich een nieuwe evenwichtstoestand
instelt die niet wezenlijk afwijkt van de oorspronkelijke is er
sprake van indifferent evenwicht. Wanneer zich een geheel nieuwe
toestand instelt is er sprake van een labiel evenwicht.
EVENWICHTSORGAAN: orgaan in het binnenoor; het bestaat uit twee
met elkaar verbonden blaasjes (voor de waarneming van de stand
van het hoofd in de ruimte en van de bewegingen voor- en achteruit,
omhoog en omlaag) en drie halfcirkelvormige kanalen die mede tot
het labyrint behoren (voor de waarneming van veranderingen in
draaiende zin). Dit gedeelte van het binnenoor heet vestibulum,
vandaar dat het orgaan ook vestibulairorgaan wordt genoemd. Bij
bewegingen verplaatst zich vloeistof daarin, waardoor drukverschillen
ontstaan, die door zenuwcellen worden geregistreerd en in de hersenen
verwerkt. Bij de waarneming spelen ook de ogen een rol. Via samentrekkingen
van de spieren die voor de lichaamshouding zorgen, wordt het evenwicht
hersteld.
HOGE BLOEDDRUK: Verschijnsel waarbij de waarden die worden gevonden
bij bloeddrukmeting hoger zijn dan past bij de leeftijd. Een tijdelijke
verhoging van de bloeddruk komt ook voor bij gezonde mensen (bij
emoties en inspanning). Een hoge bloeddruk kan op den duur afwijkingen
veroorzaken van de bloedvatwanden, het hart, de nieren en de ogen.
Dit vergroot de kans op het ontstaan van met name een hartinfarct
en een beroerte
HYPER: Een grens te boven gaan. Een hooggespannen toestand waarin
veel positieve en creatieve energie, maar ook veel stress.
HYPOTHALAMUS: onderdeel van de tussenhersenen dat regelcentra
bevat voor de werking van de hypofyse en het autonoom zenuwstelsel.
In de hypothalamus worden de hormonen oxytocine en ADH gevormd,
en voorts vele hormonen die de afgifte van hypofysevoorkwabhormonen
reguleren.
INSTINCT: Erfelijk vastgelegde 'drijfveer' van een soort, vastgelegd
in een mechanisme dat gevoelig is voor specifieke impulsen en
waarop met een specifiek gedrag gereageerd wordt.