EPILOOG Terwijl ik het bruinrode
stof van m'n handen probeer te wrijven, draai ik me nog een keer
om en kijk een laatste keer in de richting van het water, waarin
het gebouw onder een helling verdwijnt.
De drijver is vanuit deze plek, net als de meeste onderdelen
niet te zien.
De cellen weerkaatsen het roder
wordende zonlicht op een manier die me doet denken aan het licht
op de UFO foto's van Eduard Meier.
Eigenlijk nog niet zo'n vreemde associatie.
Ook dit is een aliën. Saltship enterprise, los van de plek
maar als een Pathfinder ontworpen voor het gebied van zijn missie.
Ontworpen aan de hand van een scenario opgesteld binnen het bereik
van de actieradius.
Een andere overeenkomst met Meier's foto's is de plaats van fictie, werkelijkheid en verbeelding. Hoe overtuigend is de fictie en hoe ongeloofwaardig klinkt de werkelijkheid?
Er is nogal wat veranderd tijdens
mijn aanwezigheid. Het banale heeft plaats gemaakt voor het basale.
Het typologische voor het literaire.
Tijd, traagheid, verandering, aanpassing, beweging en evenwicht
hebben een eigen plaats en betekenis gekregen.
Het zal voor de vluchtige bezoeker niet eenvoudig zijn een plek
te vinden. Maar misschien is het oppervlakkige bezoek de grootste
garantie voor de dwaling. Net zoals mijn verblijf een dwaling
en ontdekkingsreis was.
Toch heb ik geprobeerd zoveel mogelijk ervaringen door te geven
zodat het verblijf voor de bezoeker na mij eenvoudiger wordt.
Mijn kuur zit er op.
Ik draai me om naar de ondergaande zon en loop verder............