Zomer POLEN
De volgende
dag bekijken we Poznan. Een grote stad met een half miljoen inwoners. De Stary
Rynek (oude markt) is een prachtig plein met gezellige terrasjes. De
parochiekerk in de buurt is ook de moeite waard. Een koetsier strikt ons voor
een ritje door de stad, maar houdt het na een rondje over het plein voor
gezien. We kunnen er wel om lachen. Het museum van Poznan valt tegen, maar de
domkerk is mooi. Er zijn veel bisschoppen bijgezet, er is een gouden kapel en
een prachtige preekstoel.
Een dag later
maken we een tochtje naar Kornik, 20 km. zuidoostelijk van Poznan. Hier staat
een kasteel dat de moeite waard is. We krijgen sloffen aan om het parket te
beschermen; het statief van de camera moet ook sloffen aan. We krijgen een gids
die ooit eens in Nijland is geweest en een paar woorden Nederlands kent. Ze
praat er vrolijk op los en lacht steeds omdat ze de ’h’ niet kan uitspreken
(die wordt hier als ’ch’ uitgesproken) In het slot is een mooie verzameling
meubels en wapenuitrustingen. Dan brengen we nog een bezoek aan Rogalin, waar
het slot van Raczynski staat, in rococo-stijl. Prachtig hoor, maar deels in
restauratie. We kunnen lang niet alles zien maar moeten wel de hele
toegangsprijs betalen. Op de weg naar de camping terug ontdekken we bij een
pompstation dat liters hier worden aangegeven als dm3.
Boven Poznan
ligt de stad Gniezno. Samen vormen deze twee steden zo ongeveer het begin van
Polen. In Gniezno moet een mooie domkerk staan, maar onderweg in Lubowo treffen
we een mooi houten kerkje aan. De dom is een prachtige kerk, waar o.m.
kardinaal Mindszenty bijgezet is. Er zijn hier trouwens veel meer kerken, maar
dat geloven we wel. De stad kent een mooi centrum met plein en mooie gevels.
Nog een stukje naar het noorden ligt Biskupin. Hier is een Slavisch dorp uit de
oertijd helemaal nagebouwd. Compleet met boerenwoningen, verdedigingswallen,
poorten en ambachtsruimtes. Je krijgt een heel aardig beeld van hoe de mensen
in deze moerassige streek leefden.
We laten
Poznan achter ons. Al snel komen we op een nieuwe 4-baansweg met bijna geen
verkeer. Voor Warschau wordt het druk. Maar eens vragen naar de camping. Een
vriendelijke Pool rijdt even met ons mee om de weg te wijzen en hij vindt het
helemaal niet erg om een paar kilometer terug te lopen. De camping is klein,
met oud, kapot, maar wel schoon sanitair. De receptioniste spreekt Engels, dat
hadden we nog niet gehoord in Polen. In een winkel doen we wat boodschappen.
’Rollade’ blijkt gerookte geitenkaas te zijn, ’schab’ is geen schaap maar
varkensvlees en een courgette blijkt later een komkommer. Nou ja, die smaakt
ook wel. We horen hier veel politieauto’s en ambulances. De laatsten hebben 4
wijsjes op het repertoir. Gelukkig is het ’s nachts wat rustiger.
De bushalte
is vlakbij en we nemen de bus naar het centrum. Warschau is in WO II helemaal
plat gebombardeerd. Alles is weer minutieus opgebouwd, ongelooflijk gewoon. De
Barbikane is een oude verdedigingstoren met stadsmuren. Het Joodse Getto is erg
indrukwekkend. De omvang is aangegeven met stenen, waar namen en data op staan.
Het hele getto is uitgemoord door de Nazi’s. De Joden hebben zich hier
doodgevochten. Het ’Umschlagplatz’ is de plaats waar mensen op transport
gesteld werden naar Auschwitz, Treblinka, enz. Ook hier een monument om nooit
te vergeten. De volgende dag bekijken we het cultuurcentrum, een hoge toren van
het Stalin-wolkenkrabber model zoals je ze ook in Moskou aantreft. Om het dak
op te mogen koop je een kaartje bij een mevrouw, twee dames controleren, een
andere dame wijst ons de lift en in de lift is een dame aanwezig om de knopjes
te bedienen. Over werkverschaffing gesproken. Maar het uitzicht is mooi. Later
gaan we met de bus nog naar Wilanow, een mooi park met een slot. In het park
laten we ons in een riksja rondrijden door een student die zo wat bijverdient.
In het paleis mag je foto’s maken tegen betaling (doen we niet), maar later
blijkt dat je toch zowat nergens foto’s mag maken, dus zo erg is dat niet. Een
stukje verderop ligt het Lazienkipark. Eerst nog het presidentieel paleis. We
vragen aan de wacht of we een foto mogen maken. Dat mag, maar we moeten even wachten
want de president van Oekraïne is op bezoek en die moet eerst weg zijn. In het
Lazienkipark een groot monument voor Chopin, de componist. En een paleis dat in
het water ligt. De bus brengt ons dan weer terug bij de camping. Het is handig
reizen zo met een dagkaart. Je kunt overal instappen, de hele dag door.
Camping Smok
bij Krakow is de volgende stop. Prima plekje, mooi uitzicht, maar aardig wat
landgenoten.Vandaar ondernemen we een uitstapje naar Oswieczym, Auschwitz.
Vreselijk wat je daar ziet. Wat is het mensdom daar diep gezakt en wat moeten
we ons zelf afvragen:zou ik tot zoiets in staat geweest zijn? Onvoorstelbaar
leed en vernedering aan de ene kant en satanisch beestachtig sadisme aan de
andere kant. Van alles is bewaard gebleven: koffers, kinderkleertjes, poppen,
protheses. Haar werd verzameld om er matjes van te maken. Martelkamers, een
executiemuur. En het crematorium annex gaskamers waar de trein steeds maar weer
naar binnen reed. Het is goed, maar tegelijkertijd benauwend dit te zien en te weten
dat er maar een nieuwe Hitler hoeft op te staan en het begint weer opnieuw.
Krakow heeft
een schitterend centrum: ewen plein met daarop de beroemde Lakenhallen. Daarin
zijn allemaal boetiekjes waar van alles te koop is. Een typisch Krakows
kerststalletje van papier maché nemen we. Er zijn, bizar maar waar, ook Joodse
poppen in alle maten te koop:Jood met wetsrol, Jood met menorah, Jood met kaars
enz. Buiten speelt een orkestje in traditionele kleren en van de toren van de
Mariakerk speelt een echte trompettist ieder uur een middeleeuws deuntje. Die
heeft daar wel werk aan, want het deuntje wordt aan alle zijden van de toren
herhaald, zodat hij in 12 uren het wijsje 48 keer moet spelen. Het is gezellig
op het plein. Hier speelt het sociale leven van de stad zich af! De Wawelheuvel
is ook een bezoek waard. Hier een koningskerk, waar de Poolse koningen – Polen
was lang een koninkrijk – begraven liggen en een burcht. Die is helaas dicht,
maar we mogen rondwandelen op het schitterende binnenhof met fraaie fresco’s en
galerijen. We rijden nog een stukje door de Joodse wijk, waar de film
’Schindler’s List’ is opgenomen. Het is hier grijs en troosteloos.
Onderweg naar
Wieliczka betekent 11 km. file. Kunnen we rustig de huizen langs de weg
bekijken. Een groot verschil, want je ziet prachtige grote villa’s en
krotten.Veel huizen zijn niet afgebouwd. Dat doen de Polen niet i.v.m. de
belasting. Als er nl. een pleisterlaag op komt, moeten ze betalen. Daarom
wachten ze liever (soms wel 10 jaar!) In Wieliczka moeten we nog een half uur
wachten, maar dan mogen we de zoutmijn in, cultureel erfgoed van de Unesco.
Eerst 100 m. met de trap omlaag. Dan komen we in grote zalen en galerijen met
overal zoutbeelden. De totale lengte van mijngangen onder de grond is 300 km.
De steen bestaat voor 90% uit zout, de rest zijn andere mineralen. Er zijn hier
30 kapellen, waarvan één een trouwkapel. Wel heel bijzonder om hier te trouwen!
Op 220 m. diepte is een sanatorium, want de lucht hier is gezond. De weg omhoog
gaat met een authentieke mijnwerkerslift, een ervaring op zich. Je ziet
helemaal niks, om je heen enkele schotten met gaten erin. Na 40 seconden zijn
we er, maar niet iedereen vond deze afsluiting leuk....
Richting
Zakopane nu. Alweer in de file: het is te merken dat we naar een toeristische
toplocatie gaan. De temperatuur wordt hier twee keer aangegeven. Eén keer voor
de buitentemparatuur en één keer voor het wegdek. Dan weet je dat je moet
oppassen voor gladheid. De huizen hier zijn van hout, groot, mooi en hebben 4
tot 6 verdiepingen. Er woont één gezin in, maar ze proberen allemaal een kamer
te verhuren en veel mensen staan daarom de hele dag met een bordje bij de weg
’wolne pokoje’. Als de caravan na een erg steil hellinkje op de camping staat,
verkennen we Zakopane. Een politieagent vragen we naar de VVV. De enige Engelse
woorden die hij (van de film?) kent zijn ’Follow me’ . Dat doen we en we komen
vlak bij onze camping uit. Tja, dat hadden we handiger kunnen aanpakken. Het is
erg druk in Zakopane, ook al omdat de hoofdweg dwars door de stad loopt. De
beheerder van de camping spreekt zowaar Engels; we hebben een leuk gesprekje,
boeken een vlottentocht over de Dunajec en bestellen als avondeten een
’kotelet’(dat blijkt een gehaktbal te zijn) Vlak bij Zakopane ligt Chocholow.
Hier lijken alle huizen nieuw. Schijn bedriegt: de bewoners boenen hun huizen
ieder jaar grondig met groene zeep. Hier nemen we een kopje koffie. Poolse
koffie; de drab drijft er bovenop. Goed doorroeren, even wachten en dan
voorzichtig opdrinken, dan is het wel lekker.
De rit naar
de Dunajec maken we in een busje. Onderweg stoppen we in Debna. Hier staat een
oude houten kerk. De priester houdt een heel verhaal in het Pools. Gelukkig
heeft hij op ons verzoek een Engelse samenvatting. Hier is de Poolse Robin Hood
getrouwd en even verderop staat zijn standbeeld bij een kasteel. Druk is het
bij de vlotten. Erg opzienbarend is de tocht niet, maar we treffen een vreemde
snoeshaan, een Amerikaan die Pools verstaat en hij vertaalt het verhaal van de
gids. Hij geeft ons de tip eens naar Amsterdam te gaan voor wiet. Prima spul,
moet je ook eens proberen!
De volgende
dag bekijken we het Sanktuarium. Dat is een soort heiligdom, geen kerk, maar er
worden o.a. ook begrafenisdiensten in gehouden. Het is een schitterend bouwwerk
met prachtig houtsnijwerk. Bekostigd door de Polen uit dankbaarheid toen hun
paus Jan Pawel II in 1981 door de heilige Fatima gered werd van de dood na een
aanslag. Polen zijn enorm trots op hun paus. Overal zijn gebouwen, pleinen en
straten naar hem genoemd en staan standbeelden. We wandelen over een bijzonder
kerkhof, waar elk graf versierd is met een prachtig beeld van schitterend
houtsnijwerk. En wat een bloemen! In het centrum is markt en dat willen we ook
wel even bekijken. Letterlijk overal staan kraampjes met van alles en nog wat.
Vrijheid, blijheid. ’s Avonds dineren we in een plaatselijk restaurant. Pools
eten. Dat betekent veel eten, zwaar op de maag, wel lekker en niet zo duur. En
je kijkt de kok op zijn handen, want die staat midden in het restaurant het
eten klaar te maken.
Nog één dag
Zakopane dan. We bekijken villa Koliba, een mooi staaltje van Zakopaanse
arechitectuur. En we rijden een eindje om naar de Jaszczurowka kapel, wat weer
prachtig houtsnijwerk laat zien.
PoznanZakopaneKrakowWarschauAuswitch