De hoofdpersoon is de Hobbit Bilbo Balings (Bilbo Baggins) die, zoals dat van een Hobbit verwacht mag worden, een rustig en voorspelbaar leven leidt totdat de tovenaar Gandalf op een ochtend langskomt en Bilbo hem op de thee uitnodigt. Gandalf laat dertien Dwergen meekomen, die onder leiding staan van Thorin Eikenschild. De Dwergen plannen een reis naar de Eenzame Berg, waar Thorins grootvader ooit Koning onder de Berg was, totdat de draak Smaug de Dwergen verdreef om hun rijkdommen te stelen. Bilbo wordt bij de onderneming betrokken. Aanvankelijk is dit tegen zijn zin, maar zijn ego en zijn heimelijke zucht naar avontuur maken dat hij alsnog meegaat.
Het eerste deel van de reis verloopt kalm, totdat de Dwergen op een donkere avond zonder eten zitten, terwijl Gandalf net vooruit is gegaan. Als de groep op een kampvuur in een bos afgaat treffen ze drie Trollen, die hen gevangen nemen en hen bijna opeten. Gandalf komt echter op tijd terug en veroorzaakt ruzie tussen de Trollen, totdat de zon opkomt en de Trollen verstenen. Hierna openen Gandalf, Bilbo en de Dwergen de schuilplaats van de Trollen, waar zij gestolen schatten en wapens aantreffen. Bilbo neemt een klein zwaard: Prik. Gandalf en Thorin nemen respectievelijk de zwaarden Glamdring en Orcrist.
Hierna maken ze een tussenstop in Rivendel, waar Elrond een geheime code in maanletters op de kaart ontdekt. Vervolgens wil het reisgenootschap de Nevelbergen over. Daar worden ze echter overvallen door een zwaar onweer en moeten ze schuilen in een grot, die de voorpoort van duistere schepsels blijkt te zijn. Wanneer Bilbo en de Dwergen in een grot door Aardmannen gevangen worden genomen, zorgt Gandalf voor hun ontsnapping uit het grottenstelsel van de Aardmannen. Maar tijdens deze ontsnapping raakt Bilbo van de rest gescheiden. Hij vindt de Ene Ring die lange tijd in het bezit van het duistere wezen Gollem is geweest. Na een raadselwedstrijd met Gollem weet hij te ontsnappen met behulp van deze magische ring. Hij voegt zich weer bij de Dwergen en Gandalf. De Aardmannen zitten echter achter hen aan. Toevallig belanden ze op een open plek in het bos, de plek waar de Wargs (grote, kwaadaardige wolven die dwergen en elfen vijandig zijn) die avond een bijeenkomst houden. Dan komen de Aardmannen, woedend over de dood van hun koning de Grote Aardman die door Gandalf is gedood met zijn zwaard Glamdring. De reizigers worden dan in het nauw gedreven en gedwongen in de bomen te klimmen. Gandalf gooit met dennenappels die hij met magisch vuur uit zijn staf heeft aangestoken. De dennenappels doden veel Wargs of schroeien hun huid. Zelfs de leider van de Wargs wordt verwond. Uiteindelijk komen de Adelaars die de avonturiers redden van de Wargs en Aardmannen. Gandalf, de dertien Dwergen en Bilbo worden door de Adelaars afgezet bij een rots, de Karrots.