DE STRIJD TEGEN

SEPRA IV











2014





Inhoudsopgave :


Hoofdstuk 1. De Overwinning Over De Nakers – Het Geheim Van Ismael – Het Oordeel Over De Valse Voeten

Hoofdstuk 2. De Twaalf Stammen Van Ismael – De Ismaels-Sleutel Tot Het Paradijs

Hoofdstuk 3. De Hooglied-Romeinen Link

Hoofdstuk 4. Geheimenissen van Romeinen 1-3

Hoofdstuk 5. Geheimenissen Van Romeinen 9-13

Hoofdstuk 6. Het David-Salomo Mysterie

Hoofdstuk 7. Calvijn

Hoofdstuk 8. De IYSH-Initiatie En Het Mysterie Van De Zoon Van God









Hoofdstuk 1. De Overwinning Over De Nakers – Het Geheim Van Ismael – Het Oordeel Over De Valse Voeten



In Psalm 6 is de TESWI, de voeten van de Moeder, Haar fundament, ook als een bed. David maakt Haar voeten nat met tranen, waar hij ook tot zwakheid komt. Dit proces is MSY, MOSY, waar ook het woord MOSHEH vandaan komt, Mozes. Mozes moest het volk uitleiden, door de wildernis, waar ze verzwakt en uitgehongerd worden, om zo in de kracht van God te komen. In het NT is David vervangen door Maria, maar heeft als betekenis de ongehoorzame, de schuldige.


MSY was in het Aramees waardoor geslachtsdelen opzwollen voor vruchtbaarheids-rituelen. Dit gebeurde dus door het bloed van de vijandelijke prooi.


De 'Messias' zou alles tot nieuwe toewijding brengen. Dit woordje 'Messias' is in het Aramees MSY, het 'geven om te zuigen', en ook 'bloedvergiet' betekent, wat in het oordeel wordt uitgebeeld door de voet die MAYIM brengt, onder dwang. MSY betekent ook zuigen.


In Leviticus 5 : 9 moet het bloed op het lichaam, Qiyr, besprenkeld of uitgegoten worden. Dit kan zowel het lichaam van de grote moeder of de priester of de stam zijn. Daarna moet het bloed wat er nog over is over de voeten worden uitgestort, in het Aramees, maar dat kan ook met rok vertaald worden, of geslachtsdelen, of billen. In het Hebreeuws wordt dit yecowd genoemd. In het Aramees staat er niet alleen uitgegoten, maar ook opzuigen, in de zin dat het bloed gedronken moet worden. De vijandelijke prooi moest in het Aramees droog-gezogen worden, MSY. Hier kwam ook het woordje messias vandaan, wat gebruikt werd voor priesters en koningen, overwinnaars. Dit betekende dus : zij die leegzuigen.


MSY-MAYIM-TESWI



Dit is dus wat Christus Messias in diepte inhoudt, als CHASMA-MSY. Het verbindt ons aan de MAYIM, en brengt ons tot de TESWI, de voeten van de Moeder. Dit staat gelijk aan het leegzuigen van de prooi. Het is een jagers-ritueel.



Dit is wat Ruth in de worteltekst betekent : de zuiger, Ra'ah, die verbindt aan de Boaz-pilaar, de slager-pilaar. Ook Ismael werd gemaakt om MAYIM te zuigen door HAGAR. Ismael betekent : 'gehoorzamen aan de slager', en 'slagers-slaaf' in de worteltekst. Hij gehoorzaamde de moeder, en leefde volgens de profetie 'in vijandschap naar alle mannen, en alle mannen leefden in vijandschap naar hem'. Hij was een vechter.



Genesis 16

12 Hij zal een wilde, vruchtbare ezel van een man (adam) zijn; zijn hand (yad = penis) zal tegen allen zijn en de hand (yad = penis) van allen tegen hem, en hij zal ten aanschouwen van al zijn broederen wonen.



Hagar was gevlucht van SARA tot een MAYIM-bron in de wildernis. Die bron werd genoemd : Beer-la-chay-riy, wat put van honger-visioenen betekent.

Deze put lag tussen Kadesh, wat heilig betekent, en in de wortels 'gewijde mannelijke sex-slaaf (tent-slaaf)' en Bered, wat scheiding betekent.

Ruth en Ismael hebben dus dezelfde betekenis.

Ismael was dus degene die door zijn moeder, Hagar werd ingewijd in MAYIM, zoals ook Mozes, MSY, het volk leidde tot MAYIM, om het vervolgens te splitsen, te onderscheiden, zodat het volk doorgang had.

Ismael is een beeld van MSY. Hij leidt het volk als RA'AH (RUTH) tot de Boaz-pilaar, de slacht-pilaar, tot de voeten van de Chasma. Ismael is een slagers-kind in de worteltekst.



In het boek Openbaring worden alle aartsmoederlijke putten van MAYIM weer geopend.

In het Aramees staat dat Ismael een rada zal zijn, een raider, een catapult, een voorwerp van belegering (seige).

TEMA is de negende zoon van Ismael. Er wordt niet al teveel over TEMA gezegd in de Bijbel, maar wel dat het slavenhandelaren zijn, slavenkaravanen.

Job 6

19 De slaven-karavanen van Tema zien ernaar uit,

de slaven-karavanen van Seba hebben hun hoop erop gevestigd.


De karavanen van TEMA zijn in het Aramees : sexualiteit, menstruatie, wat dus op een grotendeels vrouwelijke stam duidt die mannelijke slaven drijven (vgl. amazones).


Ook wordt TEMA beschreven als hen die MAYIM toedienen :


Jesaja 21


14 De inwoners van het land Tema brachten de dorstige MAYIM tegemoet; gingen de vluchteling tegen met sap, lechem, wat arena in de wortels betekent (lacham).


Zo hielden zij dus door MAYIM en de arena waartoe MAYIM leidde, de slaven in slavernij. TEMA is een volk van slavenhouders, slavenfokkers. LACHAM houdt ook verband met uithongering, belegering.


Ismael had twaalf zonen, wat dus ook twaalf oer-stammen zijn, maar waar dus maar weinig melding van wordt gedaan in de Bijbel, in tegenstelling tot de twaalf zonen van Jakob, de zoon van de broer van Ismael, Jakob. Dus de twaalf Ismaelitische stammen zijn nog wel ouder dan de twaalf Israelitische stammen.


De zesde zoon van Ismael, Dumah, betekent stilte en leegte in de grondtekst, stom zijn, als een offerdier


De derde zoon van Ismael, Adbe'el, betekent 'gekastijd door de moeder' in de grondtekst.


Ismael is een oorlogs-zuchtig volk, en in de zonen van Ismael zien we de bronnen van MAYIM geopend. Ismael-CHASMA is dus de MSY-CHASMA, oftewel Messias Christus. De Chasma is in die zin dus oorlogs-zuchtig, en zond de slagers-slaaf, Ismael, uit om het volk terug te brengen aan haar voeten, en de vijand onder haar voeten. Ismael is ook een groot teken van oordeel.

Mibsam is de vierde zoon van Ismael en betekent : specerijen en olie, wat een beeld is van woede.


Deze komen weer terug in de MAYIM-bronnen van Isaak :


1. ESEK – Mibsam – woede, arena

2. SITNA – Adbe'el – kastijding, tucht, scheiding

3. RACHAB – TEMA – opvoeding, voeden, uithongeren, slavenmarkt

4. SEBA – Dumah – jacht, slacht, zombificatie, geboorte, kind worden, onmondig



I Koningen 10


10 Zij (SEBA) gaf de koning honderd twintig talenten goud, zeer veel specerijen (MIBSAM, vierde zoon van Ismael, gelijk aan ESEK) en edelgesteente; zulke specerij, als de koningin van Seba aan koning Salomo gaf, is er nooit meer aangekomen.


SEBA, oftewel DUMAH, de zesde zoon van Ismael, leidt dus tot ESEK, oftewel MIBSAM, de arena. Dit gaf SEBA aan koning Salomo. In de arena zullen de winnaars de verliezers tot slaaf maken, oftewel de winnaars zullen de voeders zijn, en hen die uithongering toedienen. Dit wordt dus bepaald door de kwaliteit van het zaad, van MAYIM, sinds Ismael strijd door zijn geslachtsdeel tegen de geslachtsdelen van alle mannen, zoals de Hebreeuwse grondtekst laat zien.


ESEK-MIBSAM leidt dus tot RACHAB-TEMA tot opvoeding, voeding-verhongering, door MAYIM. Dit leidt tot SITNA-ADBE'EL, de tucht.


Dit komt ook weer terug in Openbaring als de vier ruiters. Oorlog en honger zal komen, en de man zal onderworpen zijn aan de voeten van de Chasma. Alle knie zal buigen en elke tong zal belijden. De man zal weer een kind worden, die leeft in heilig gevangenschap.


Nadat SEBA-DUMAH tot Salomo kwam, had Salomo een jaarlijkse goud-oogst van 666 talenten. 666 staat voor slavernij, het slaven-merkteken, oftewel RACHAB-TEMA.

De voeten van de moeder hebben zowel in het OT als in het NT een bronsachtige, bruine, kleur, als gemaakt van brons, wat in de Griekse betekenis zelfs beter dan goud is, chalkolibanon – chalkos, brons, wat in de worteltekst komt van CHASMA, wat de vagina verbindt aan de voeten, zoals de zenuwen in de hersenen hiervan ook aan elkaar verbonden zijn en naast elkaar liggen. De voeten zijn zenuw-uiteindes van de genitalien. Op de planeet Var is er een roodbruin metaal, genaamd TAR, wat kostbaarder is dan aards goud en zilver, en wat een belangrijk betaalmiddel is.


In het Hebreeuws betekent brons vuilheid, en 'zij die vastbindt', nechosheth – nachuwsh, wat komt van nachash, rinkelend metaal als slaven-bellen, wat ook het woord is voor de slang in het paradijs. Dit betekent opvoeding. De nagas zijn de slangenbewaarders van de gnosis, verbonden aan het Levitische 'nakas', de vee-fokkerij, de rituele marteling. Dit metaal werd dus door David geplunderd uit Tibbath.


I Kronieken 18


3 Voorts versloeg David Hadadezer, de koning van Soba, bij Hamat, toen hij zijn macht ging vestigen bij de rivier de Eufraat. 4 David veroverde op hem duizend wagens, zevenduizend ruiters en twintigduizend man voetvolk; alle wagenpaarden, met uitzondering van honderd, liet David de pezen doorsnijden. 5 Toen kwamen de Arameeërs van Damascus Hadadezer, de koning van Soba, te hulp, maar David versloeg van de Arameeërs tweeëntwintigduizend man. 6 Daarop legde David (een bezetting) in het Arameese rijk van Damascus, en de Arameeërs werden Davids schatplichtige onderdanen. De HERE gaf David de overwinning overal waar hij heentrok. 7 En David nam de gouden schilden die de dienaren van Hadadezer droegen, en bracht ze naar Jeruzalem; 8 en uit Tibchat (Tibbath) en Kun, steden van Hadadezer, voerde David zeer veel brons (nachuwsh – nachash) weg; daarvan heeft Salomo de bronzen zee gemaakt, de zuilen en het bronzen gerei.


David veroverde dus de NAGAS, de slang van het paradijs, oftewel de nakers. Hij sloot hen op. Hij stal de openbaringen van de gnosis, wat de slang in de grondtekst betekent, wat ook verbonden is aan naaktheid, naaktmaken, in ballingschap gaan. Van dit brons, van de gevallen NAGAS, werd de Boaz-pilaar gemaakt in de tempel van Salomo, de slacht-pilaar. Maar dit brons zal vallen om plaats te maken voor TAR, het kostbare, bloedrode metaal van de planeet Var, wat ook als geldmiddel wordt gebruikt.


De Ismaelieten woonden in het gebied van Chawila tot Shur. Chawila is een gebied in het paradijs, waar het 'goede goud' is, 'beter dan goud'. Op de planeet Var was er een metaal wat nog kostbaarder was dan Tar, en dat was Terse, bloedrood metaal.


In het boek 'Jagera van Var' staat in hoofdstuk 8 :


'Het geld-systeem op Var bestond typisch uit tar en terse, twee edele metaalsoorten van veel grotere waarde en veel prachtiger dan aards zilver en goud. Tar is van bruinrode kleur, en in geldvorm wordt het tars vula's genoemd. Terse is van rode kleur, ook wel bloed-metaal genoemd, en van grotere waarde dan tar, en in geld vorm wordt het terse vula's genoemd. Drie tars vula's zijn één terse vula waard.


De vula, oftewel een Var-haan, was een krachtig symbool op Var. Niet alleen werd het gebruikt voor het geld-systeem, maar ook in de scheepvaart. Schepen werden vaak vula-schepen genoemd, met vula's op de zeilen, of een C met een vertikale streep door de onderkant van de C, wat ook een teken van de vula was.'


Vula betekent op de planeet Var : haan, kip.


De Ismaelieten zijn aan deze twee edele metalen van de planeet Var verbonden.


Ook wordt in dit boek de overwinning over de nakers besproken :


Hoofdstuk 7.


'De hyena's bespraken wat zij met Kidde zouden doen. In Varg kweekten ze een bepaald soort zaad, voornamelijk in een gebied genaamd de tuinen van Jirk, wat mensen in varkens kon laten veranderen. De hyena's wilden de inwoners van Kidde daarmee vergiftigen. Zo zouden ze afrekenen met het naker-probleem. Er waren ook insecten die met hun steken hetzelfde konden doen, de zogenaamde jirk-vliegen. Eén zo'n steek en je was binnen drie dagen een varken. Er waren wel antistoffen en medicijnen tegen, maar die werden zorgvuldig door de hyena meisjes verborgen en geheim gehouden. Dit was waarom hun voeten stil waren. Er werd over deze dingen niet gesproken. Ze besloten speciaal hiervoor gekweekte jirk-vliegen los te laten in het stadje Kidde.


Binnen drie dagen was het stadje Kidde vol varkens. De varkens werden tot fokkerijen gebracht, en het stadje Kidde werd door de hyena's verwoest.'


Hoofdstuk 8.


'Varkens werden op Var veelal gezien als de gevallen nakers. Naker was ook een woord voor afgevallen. Vaak werden varkens gefokt voor de hyena's. Er waren twee soorten hyena's : de hyena meisjes en de hyena beesten, de hyena dieren. Veel varkens werden gefokt voor de hyena arena's, waar ze door hyena beesten werden opgejaagd en verslonden. De hyena beesten konden afrekenen met deze gevaarlijke geesten. De nakers hadden ook iets gecreeerd waarmee ze nog grote heerschappij voerden, en dat was genaamd de derde long, een sponsachtige, parasitaire tentakel-kwal tussen de twee longen van de mens, wat 'de menselijke geest' werd genoemd. Dit apparaat had een lange staart die door de buik reikt tot het ruggestuitje. Bij mannen veroorzaakte dit vaak spier-ontwikkeling, alhoewel dat op Var nauwelijks voorkwam, maar des te meer op aarde. Var was in dat opzicht een paar stappen verder dan de aarde. Leiders binnen het systeem van de nakers werden 'bruhrs' genoemd. Nachteld was zo'n bruhr die de derde long had uitgevonden. Nachteld was ook genaamd : de verwoester. In de gevangenissen van de nakers die zij vaak diep in de zee hadden werden de derde longen vaak als sloten gebruikt. Ook in Varg waren zulke zeeen, diep onder de grond, waar de nakers nog grote heerschappij voerden. In de dieptes van Varg was er een geheim ravijn waar zij die nog onder de macht en invloed van de derde long waren niet konden komen. Hiervoor moesten de vrouwen van Var zo wreed zijn naar hun mannelijke gevangenen, om de derde long, de menselijke geest, in hen te vernietigen, te verbreken. Zo konden zij komen tot het geheime ravijn. Het scheen dat het ravijn nieuwe geboorte gaf. Het leidde naar een plaats waar de nakers waren verslagen.'


Natuurlijk is de nagas een ontzettend vervuilde en corrupte bron. Het betekent dus opvoeding, maar de nakers hebben als octopussen, kwallen en zee-slakken, mosters en oesters met hun tentakels de mannelijke vruchtbaarheid als een vagina of een paar voeten omhuld, om het zo periodiek af te tappen. Dit is een verschrikkelijke valse paradijselijke bron. RACHAB-TEMA, als de derde bron van Isaak en de negende zoon van Ismael betekent hetzelfde, en die brengt MAYIM. Dit is een middel om de nagas mee te vervangen. TEMA verbreekt de ketenen van de nagas. Daarom is de geslachtslijn van Ismael zo belangrijk. Ismael is oorlogszuchtig, terwijl de nakers lui zijn.


Het boek 'Jagera van Var' laat dus zien dat de nakers alleen maar overwonnen kunnen worden door zeer strenge en zelfs wrede tucht tot het verbreken van de mannelijke geest. Dit wordt dus uitgebeeld door de tweede bron van Isaak : SITNA–Adbe'el – kastijding, tucht, scheiding, oftewel de derde zoon van Ismael.


De naker-voeten zijn duivelse voeten die zullen sterven. Wij moeten deze voeten overwinnen. Zowel het OT als het NT laat zien wat er met de valse voeten zal gebeuren :


II Samuel 4


5 De zonen nu van de Beërotiet Rimmon, Rekab en Baäna, gingen heen en kwamen op het heetst van de dag bij het huis van Isboset, terwijl hij zijn middagrust nam. 6 En zie, zij gingen tot midden in het huis, alsof zij tarwe wilden halen, en staken hem in het onderlijf. Daarop ontkwamen Rekab en zijn broeder Baäna. 7 Zij waren in het huis gegaan, terwijl hij op zijn bed lag in zijn slaapkamer; en zij sloegen hem dood en hieuwen zijn hoofd af. Zij namen zijn hoofd mee, liepen de gehele nacht voort langs de weg door de Vlakte, 8 brachten het hoofd van Isboset tot David te Hebron en zeiden tot de koning: Ziehier het hoofd van Isboset, de zoon van uw vijand Saul, die u naar het leven heeft gestaan; de HERE heeft op deze dag aan mijn heer de koning wraak geschonken op Saul en op zijn nageslacht. 9 David echter antwoordde Rekab en zijn broeder Baäna, de zonen van de Beërotiet Rimmon, en zeide tot hen: Zo waar de HERE leeft, die mij uit alle benauwdheid verlost heeft – 10 ik heb hem die mij het bericht bracht: zie, Saul is dood, en die zichzelf beschouwde als brenger van goede tijding, in Siklag gegrepen en gedood, en zo hem zijn bodeloon gegeven; 11 hoeveel te meer, nu goddeloze mannen een rechtvaardig man in zijn huis op zijn bed gedood hebben! Zou ik dan nu zijn bloed niet van uw hand eisen en u van de aarde wegdoen? 12 En op bevel van David doodden hen de dienaren; zij hieuwen hun de handen en voeten af en hingen hen op bij de vijver in Hebron. Maar zij namen het hoofd van Isboset en begroeven het in het graf van Abner te Hebron.


Weer was het David die met de valse voeten afrekende.


Marcus 9


45 En indien uw voet u tot zonde zou verleiden, houw hem af. Het is beter, dat gij kreupel ten leven ingaat, dan dat gij met uw twee voeten in de hel geworpen wordt.


Er gaat een groot oordeel komen over de valse voeten, omdat zij het volk in valse gebondenheid houden. Deze valse voeten zullen afbrokkelen, afgehakt worden, en zij die deze voeten hadden zullen veranderen in vissen.






















Hoofdstuk 2. De Twaalf Stammen Van Ismael – De Ismaels-Sleutel Tot Het Paradijs





Job 6



19 De slaven-karavanen van Tema zien ernaar uit



In het Hebreeuws is dit de ORACH, ARACH, oftewel ARAK, ARK.

TEMA, de negende zoon van Ismael staat voor de ark,

TEMA is de opvoeding



Genesis 2

11 Een daarvan is de Pison; die stroomt om heel Chawila heen, het land waar goud gevonden wordt. 12 Het goud van dat land is uitstekend, en er is daar ook balsemhars en onyx.

Balsemhars is scheiding in de wortels, en onyx is kastijding, wit maken. Chawila staat dus voor Sitna-Adbe'el, de derde zoon van Ismael. Uitstekend is in de Hebreeuwse wortels : gehoorzamen.



De Ark betekent geldkist, als een betaalmiddel.

Het goede goud van Chawila is ook een betaalmiddel.

TEMA – TERSE

Er was dus ook balsemhars en onyx – ADBE'EL

DUMAH was ook een betaalmiddel – TAR



De Ismaelieten woonden in het gebied van Chawila tot Shur.

TEMA en ADBE'EL woonden in Chawila.

DUMAH en MIBSAM woonden in Sur.

Hierom moest Mozes MAYIM splitsen, om dit te openbaren.

De ark is de opvoeding door MAYIM.

Zij die niet in TEMA zijn, zullen verloren gaan door MAYIM.

De ark staat voor TEMA, de slavernij.

TEMA staat voor uithongering, opvoeding en slavernij.

Dit is de derde MAYIM-bron van Isaak, RACHAB.



TEMA is het betaalmiddel, de 666,

Zonder TEMA kan er niet gekocht of verkocht worden,

Dit is dus de Ark, de geldkist.



De twaalf zonen en stammen van Ismael (Gen. 25 : 13-15)

  1. Ajuwth – vruchtbaarheid, bloedvergiet, juichen, aanmoedigen, plezier (oorlogsvreugde)

  2. Kedar – duisternis, vuilheid, modder

  3. Adbe'el – kastijding, tucht, scheiding

  4. Mibsam – specerijen, olie, woede, arena

  5. Misma – gehoorzamen, slavernij (shama)

  6. Duma – jacht, slacht, zombificatie, geboorte, kind worden, onmondig, offerdier

  7. Massa – bedreiging, lastdier, trekdier, liederen (van overwinning of verlorenheid), drager van de ark

  8. Hadar – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin

  9. Tema – opvoeding, voeden, uithongeren, slavenmarkt (ark)

  10. Jetur – omheining, insluiten, sieraden, ketting, rangschikken, rij, rij van tenten (kooi)

  11. Nafas – rusten, ademnood, halscollar, slavenketen

  12. Kedema – teleurstellen, oer, origineel, bewaken



SEBA-DUMA gaf aan koning Salomo honderdtwintig talenten goud, wat in de wortels ook de puurste olie betekent. Honderdtwintig is in Genesis 6 het oordeel over de nephilim en de nakers. Dit gebeurt dus door MIBSAM, het beeld van de olie, de woede en de arena. Sinds toen had koning Salomo een jaarlijkse goud-oogst van 666 talenten, het getal van TEMA, van de ark, het getal van slavernij. De ark werd gedragen door MASSA, de zevende zoon van Ismael. Dit wijst op de BEHEMAH, het wilde voor-adamitische ras, zij die de ark droegen en op de ark stonden om het te bewaken. Twee van de stam MASSA staan dus op de ark.



Salomo betekent perfect en volmaakt in de worteltekst, wijzende op de THUMMIM, en dieper in de worteltekst betekent het loon en straf systeem (shalam), wijzende op ADBE'EL, kastijding, tucht. Ook Salomo-ADBE'EL had dus de nakers gekooid, met behulp van DUMA, om zo de ark, TEMA, te herstellen, de slavernij. De nakers waren uitgezonden om de slavernij te verbreken.



DUMA betekent stilte, leegte,



oftewel : het terugkeren tot de wildernis, tot de paradijselijke oer-afgrond, de moederschoot. Dit is het zevende zegel. DUMA is 'hij die tot de moederschoot brengt', tot de chasma. DUMA, DM, staat voor ADAM, IDOM, wat zijn diepere laag heeft in AJUWTH, oorlogsvreugde. Dit zijn allemaal onderdelen van de moederschoot. AJUWTH staat voor de schaamlippen die een beeld zijn van oorlogsgejuich en gejoel, om de vijand te overweldigen en te vangen. Dit zijn bronnen van het paradijs, in de dieptes van ADAMAH, die ook beschreven worden in het Hebreeuws en Aramees van Hooglied. De TEMA, de Ismaelitische ark, is dus de poort tot deze dingen.



In dit opzicht is ADAM de beker van Christus. Deze beker spreekt van het lijden, waarin de dronkenschap te vinden is. Het lijden leidt namelijk tot de goddelijke verlamdheid, waarin God overneemt, door de overweldiging. In het Christus mysterie vinden we het David-element, de ADAMAH, de paradijselijke grond en afgrond, en het ADAM-element, voor wassing, vervuiling en bewapening, om zo tot de paradijselijke dronkenschap, AJUWTH, te worden geleid. Dit is waar Christus voor staat, en wat Hij verborgen houdt, wat ze eeuwen voor ons verborgen hebben gehouden. Het zijn onderdelen en dynamieken van de Chasma. Drink totdat je dronken wordt, totdat het schuimt in je buik. Alleen zo zullen wij aan de stadse dronkenschap ontkomen, die ten verderve leidt.



DUMA, DM, aDaM, staat voor bloed, en AJUWTH voor bloeds-vreugde. Dit gebeurt diep in het paradijs, in de tocht door de Adamah.



De ADAMAH, DAVID, is het teken van overwinning in oorlog, die ons op doet staan en toerust in de jacht. ADAM, dronkenschap, is hiervan het gevolg, naarmate wij groeien in David, de gradaties van heerserschap. Wij worden dronken van het bloed van de vijand. DAVID wijst terug op de waarheden in het paradijs. DAVID is de weg terug tot het paradijs, tot ADAM. MIBSAM, woede, staat voor David, als de grote arena.



De mannelijke suprematie zal sterven, maar in David-MIBSAM, de grote arena, kunnen mannen wel groeien in heerserschap ONDER de tuchtraad van de Moeder. David-MIBSAM is een sleutel tot het Christus mysterie.



De grondteksten van het Oude Testament beschrijven de shamanistische reis van David-MIBSAM door de onderwereld. Hij gebruikt hiervoor Adam-DUMA als sleutel tot de paradijselijke dronkenschap, de oorlogs-vreugde en bloeds-vreugde over de overwinning over de vijand, AJUWTH. Het is een reis door de goddelijke vagina tot de baarmoeder van de Moeder. Opvallend is dat dit een reis is van bestraffing, ADBE'EL, want de bestraffing leidt tot gehoorzaamheid en slavernij, MISMA. Daarom moet deze bestraffing eeuwig zijn, checed.



Het lijden is eeuwig, maar de betekenissen zullen veranderen, en de gevoelswaarden zullen veranderen, zodat het geen probleem meer is, maar meer een spel, en een communicatie-systeem. Ascetisme is iets eeuwigs. Er is een eeuwig verbond tussen pijn, bloed en zaad, zoals er een verbond is tussen honger, sexualiteit, geboorte en dood. Dit zijn eeuwige elementen die in de juiste context geplaatst moeten worden, in de juiste verhoudingen. Dat is dan ook het doel van de reis van David-MIBSAM, de vechtslaaf.



Deze tocht van David-MIDSAM leidt onherroepelijk tot het bed, als beeld van de vruchtbaarheid. Dit komt in veel Psalmen weer terug. In het bed vindt SARA plaats in het Aramees. Dit betekent niet alleen gevangen nemen en vastbinden, maar ook bewapenen tot een gladiator of vechtslaaf in de context van het woord. Het bed is dus een plaats van oorlogs-initiatie of arena-initiatie. Ook betekent het forceren. Hier wordt de slaaf dus geprogrammeerd met opdrachten. Ook is SARA omsingeling. SARA of SARAH is de twistzieke, spottende vrouw van Abraham, een beeld van de TSARAH, de grote verdrukking. Zij leidt tot CHECED, de eeuwige bestraffing, het eeuwige kruis. Vandaaruit moet er heilig torment uitgeoefend worden. Hier kunnen we dus niet aan ontkomen.

In Genesis 1 op de derde scheppingsdag zien we SARA komen in de vorm van ZARA-ZERA, als oorlogskinderen. SARA is de vrouwelijke vorm van ISMAEL, als de twistzieke vrouw (TSARAH). SARA is de stiefmoeder van ISMAEL, zijn halfmoeder.



David-MIBSAM, de vechtslaaf, komt tot de TSARAH, de vrouwelijke overweldiging, om hem te binden en stom te maken. Dit is dus de uitstorting van de oorlogvoerende Moeder. Zij bindt hem in de wetten des Heeren, en voert oordeel over hem. Het is het proces van sterven en opnieuw geboren worden.



Het vasten, de honger, wekt de Adamitische DUMA-sleutel op, om tot Checed en Tsarah te komen, de heilige eeuwige verdoemenis, waarin de Moeder zich openbaart. Dit bewerkstelligt Chay-ay, de heilige honger-slavernij.



Wanneer wij de ANAQ hebben ontvangen, de heilige halsketen, oftewel de APH, het paradijselijke hart rondom onze nek, waar NAFAS voor staat, de elfde zoon van ISMAEL, dan zal dit ons terugleiden tot de grond van het paradijs, de aarde van het paradijs, het stof en het vuil van het paradijs waarin wij gevormd worden, de APHAR. Alles kwam voort vanuit de APHAR, en ook zouden we daar weer naar terugkeren. De APHAR is het stof en het vuil van de paradijselijke onderwereld.

De APHAR is het laatste oordeel, waartoe alles zal terugkeren. Wij moeten leven vanuit de APHAR. Door de heilige halsketen worden we hiermee bedekt, zinken we hier in weg, om tot een strijder te worden, bewapend te worden, en ontwapend. APHAR is de plek van verandering.

Door de APH-NAFAS komen wij tot de APHAR. De APHAR troont in het paradijs, waartoe wij moeten buigen om gereinigd en vernieuwd te worden. Het is als het thuiskomen. Hier kwamen wij uit voort, en hier zullen we tot terugkeren. Hier vinden we de hogere levels van de URIM-THUMMIM terug. In de APHAR is afgerekend met de vijand.

In de APHAR komt de goddelijke verlamdheid tot groei. Hiermee moeten wij ingesmeerd worden, om veilig te zijn tegen de luchtgoden, de goden van prosperity. De APHAR is een diepere graad van goddelijke verlamdheid, waarin wij ontwapend worden. Het is als een oorlogsverf, als een jachtsverf, om ons tot een hogere graad van oorlogsvoering te brengen.

In deze tijd zal APHAR ten volle geopenbaard worden. Wij komen voort vanuit een chemische zee. Ons werd een middel in de stad aangesmeerd, terwijl het middel van de wildernis werd verworpen. De roep is nu om terug te gaan tot het paradijs. In dit alles kunnen we de moeder code terugvinden.



We staan aan de vooravond van een machtige dimensionale overgang, de opening van een massaal portaal van het paradijs. Dit heeft te maken met de overgang van bloeds-genade tot bloeds-loon.



De APHAR was de bovenlaag van het paradijs, het stof, het vuil. De eigenlijke grond die eronder lag was genaamd de ADAMAH, oftewel de rode aarde, de aarde van bloedvergiet. In het paradijs moest er bloed vergoten worden van demonen, in oorlog en jacht. Dit bloed werd door de aarde opgenomen. ADAMAH is de tweede laag van de paradijselijke grond, veel dieper in de aarde. Ook ADAMAH betekent vuil, en een fokkerij. Wij werden niet slechts in de APHAR gevormd, maar ook in de diepere laag, de ADAMAH. Ook hier zullen wij tot terugkeren (Genesis 3 : 19). ADAMAH is de bloedvergieter volgens de paradijselijke wetten. Als we het hebben over 'het Bloed van Christus', AIMA, dan hebben we het over de CHASMA als Bloedvergieter. Deze Bloedvergieter wijst terug op de Bloedvergieter van het paradijs, de ADAMAH. De ADAMAH rekent af met de vijand. ADAMAH staat voor DAVID en MIBSAM, de grote arena.



Jezus droeg deze Bloedvergieter in zich. Jezus werd als een zegel opgericht door de Staat en het voorgeslacht. Betekenissen werden verdraaid. AIMA is een vernietiger. Het is de plaats waar de APHAR naartoe leidt, wanneer wij dieper graven in het paradijs. Wanneer wij op de APHAR staan, dan kunnen we de overkant zien, de ADAMAH, de diepere laag in de grond. Het ware wassen gebeurt in het bloed van de vijand. Dit bloed was in Jezus. Het was het bloed van demonische dieren, van demonisch vee. Daarom was AIMA zo belangrijk. Het was een teken van overwinning.



Wij ontvangen dus niet meer genade, maar jachtsloon en oorlogsloon. Genade verlamd de oorlog en de jacht, maar loon moedigt het juist aan. Dit zal de dimensionale overgang zijn tussen twee verschillende werelden.



In de wortels betekent ADAMAH bloed, plaats van bloed, ADAM, van ADAMAM, DUMA, niet kunnen spreken, en het betekent ook vernietigen en wassen in de diepte. Wij moeten komen tot de heilige stomheid, DUMA. Het is een plaats van het stilzijn en het wachten. Daarom is dit een belangrijk fundament voor profetie. In ADAMAH verliezen demonen hun menselijke eigenschappen en worden stomme dieren. APHAR, het laatste oordeel, bepaalt wat iedereen in de ADAMAH is. De ware aard komt tevoorschijn in de ADAMAH. Alles krijgt zijn plaats. Daarom is de ADAMAH weer een belangrijk altaar waar wij naartoe moeten gaan om alles op te leggen, zodat wij leeg en naakt voor God komen te staan, klaar om God's oordeel over ons leven te ontvangen. Oordeelsprofeten moeten daarom een diepe relatie met ADAMAH ontwikkelen.



Wij moeten gewassen worden in deze rivieren. Dat is wat de ADAMAH in diepte betekent : DUWACH, spoelen, uitwerpen. Hier worden wij bekleed met het paradijselijke vuil, KEDAR, de tweede zoon van ISMAEL. Dit is als een wassing. Vuil, KEDAR, wast ons. Wij worden gewassen om los te komen van de schoonheid van de mensen, want dit is slechts een chemische schoonheid die ons te gronde richt. Bedenk alle kankerverwekkende stoffen die in hedendaagse schoonmaakmiddelen en wasmiddelen zitten. Leef zo dicht mogelijk bij de natuur, en ga een relatie aan met de ADAMAH, de paradijselijke diepte van God's natuur. Zo mag je ook komen tot de ADAMAM, de heilige stomheid, DUMA, en de DAHAM, de paradijselijke vloed en overweldiging. Dit zijn allemaal lagen in de ADAMAH waartoe we moeten doordringen.



In de oorlog hebben we dit vuil, KEDAR, nodig als een camouflage, wat ook verbonden is aan spionage. Het houdt ons in de duisternis.
























Hoofdstuk 3. De Hooglied-Romeinen Link


Joh. 7


38 Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van CHAY MAYIM (hongersap) zullen uit zijn binnenste vloeien.



Zowel in het Grieks als Aramees staat er niet alleen : binnenste, maar : moederschoot. Geloof is in het Grieks ook veel dieper, namelijk : gehoorzamen. Schrift is in het Aramees inscriptie. Vloeien in het Aramees is kastijden en temmen, opvoeden. Dit is wat MAYIM doet.



Toen HAGAR Ismael voedde met MAYIM werd er ook in het Hebreeuws soms gebruikt gemaakt van een voedster. Ook Abraham stelde een voedster aan, die HAGAR hielp Ismael op te voeden door MAYIM. CHEMETH wordt vaak gewoon vertaald in fles, maar het betekent in de worteltekst : CHOWMAH, muur, een meisje niet makkelijk te benaderen. Zij moest dus meehelpen ISMAEL te voeden met MAYIM. Ook Ismael wordt een NA'AR genoemd, een slavenjongen.



In het Aramees wordt in het originele NT Jezus gedoopt in MAYIM. Jezus is tweeledig, als de slavenjongen en als de CHASMA. In het Aramees wordt de slavenjongen gedoopt, bekleed, met MAYIM, als een wassing. Dit gebeurde ook met offerdieren in het OT. Dan wordt dus de doop in MAYIM aangesteld voor alle slaven van de CHASMA. Dat wil dus zeggen dat de doop in water totale onzin is, zelfs in Bijbelse context. In driedelige vorm is er dus ook Jezus als offerdier, en daarin moet onderscheid gemaakt worden tussen ware schuld (echte vijand) en speel-schuld (schijn-vijand). Dit komen we ook tegen in het leven van Iyowb. Jezus beeldt dus diverse dynamieken uit.



Ook David moet op deze manier ontleed worden, tot een driedelige bedrading :



Zo houdt ook Salomo een loon systeem, een tucht systeem verborgen in de wortel tekst, wat erg belangrijk is om aan het genade systeem van bedriegelijke en oneerlijke gaven te kunnen ontkomen. Hooglied in de grondtekst en worteltekst laat dit pad zien.



Hooglied 1

1 Hooglied. Van Salomo.


De Ismaelieten leefden van Chawila tot SHUR, wat omsingelen betekent.

Hooglied is SHIYR, een Levitisch Lied :

ook : esthetisch, dogma

worteltekst : SHUR – omsingelen, omsingelend lied


van SALOMO – loonsysteem van tucht en kastijding (shalam)


2 Want kostelijker dan wijn is uw liefde


liefde = DOWD, het wortelwoord van David : de woedende, het koken

in het Aramees is dit : RHEMA (RAHMA) : moederschoot, ingewanden (darmen), genitalien


13 Mijn geliefde is mij een bundeltje mirre, hij zal liggen tussen mijn borsten de gehele nacht.


Bundeltje (vastgebonden ) mirre/ olie : woede, bitterheid

Alweer wordt hier DOWD gebruikt voor geliefde, oftewel het wortelwoord van David.

Liggen, rusten = klagen, woedend zijn


Woede moet dus opgewekt worden, natuurlijk is dit een oorlogs-voorbereiding.


Borsten = vernietigen, sterk zijn, heersen, gewelddadig zijn


15 Zie, gij zijt esthetisch, mijn liefste, o, gij zijt esthetisch, uw ogen zijn als duiven.


Duiven is in de worteltekst : bruisende wijn.


5 Donker van huid ben ik, doch bekoorlijk, dochters van Jeruzalem, als de tenten van Kedar, de gordijnen van Salomo.


Donker = vroeg op zoek zijn, in de schemering

Bekoorlijk = veehouderij, veefokkerij

gordijnen in de worteltekst = beven, trillen (van vrees)


De veehouderij is dus opgericht door het tucht systeem wat vrees opwekt.


Hooglied 2


1 Ik ben een narcis van Saron, een lelie der dalen.


Lelie = muziekinstrument, vreugde-gejoel

Dalen = slagvelden


Oorlogs en overwinnings-gejoel op de slagvelden


Het komt er allemaal op neer dat de Westerse vertaling alles zo zoet en vredig probeert te houden in Hooglied, terwijl het originele Hooglied veel oorlogs-zuchtiger is.


David met het DOWD woord komt ook weer terug in Romeinen 1 :


1 Het weinige, een slaaf van de Chasma, uitgenodigd tot het jachtmaal, tot loon, afgezonderd tot verkondiging van de jacht en het vee-feest van de Moeder, 2 dat Zij tevoren door haar profeten beloofd had in de heilige Schriften – 3 aangaande de Chasma, gemaakt door het zaad van DOWD, door woede, het koken, door SARX, het trekken tot het oordeel, het vissen.


Zaad is in het Aramees : ZR, ZARA, Sara


SARA is degene die woede opwekt voor de oorlog, en waardoor de CHASMA dus bestaat, als zijnde eeuwige wetten.

Christus komt van chrio – loon, van cheiro – tucht systeem


In het Aramees :

: 4/5 – door chasma (chrio, cheiro) hebben wij tucht ontvangen om gehoorzaamheid te bewerken


Het komt er dus op neer dat de CHASMA in stand wordt gehouden door woede (DOWD, david) en vrees (SHALAM, salomo). Het zijn twee belangrijke pilaren voor de schepping, twee opvoeders.
















































Hoofdstuk 4. Geheimenissen van Romeinen 1-3


Romeinen 1


4 naar de gnosis der heiligheid door de oorlogs-oproep, wedergeboorte, verklaard Chasma te zijn in kracht, Chasma – 5 door wie wij tucht en het apostelschap ontvangen hebben om gehoorzaamheid des geloofs te bewerken voor haar naam onder al de heidenen, 6 tot welke ook gij behoort, geroepenen van de Chasma.


Gehoorzaamheid is ook submission, overgave in het Grieks.


'tucht om gehoorzaamheid en overgave te bewerken' – slavernij


geloof is pistis, slavernij in de worteltekst (luisteren en gehoorzamen)


7 aan alle geliefden Gods, geroepen heiligen, die te Rome zijn: kastijding (Aramees) zij u en EIRENE van CHRIO-CHEIRO, het tucht-systeem


Geliefden is DOWD in het Hebreeuws, de woedende, het koken (het wortel-woord van David, de kern die hij verborgen houdt). EIRENE is het Griekse doden-orakel, wat in het Hebreeuws NACHAS is, de slang in het paradijs. Dit betekent 'opvoeding' en heeft als Levitische waarde : vee-fokkerij (NAKAS). Dit wordt dus toegewenst aan hen die in DOWD zijn, in woede, als een belangrijke sleutel tot CHASMA. Er is geen hoop voor hen die niet woedend gemaakt kunnen worden door de CHASMA, hetzelfde als voor hen die geen vrees meer hebben.


In de wortels zullen de 'nakers' dus uiteindelijk zichzelf vernietigen. Zij dragen hun eigen vernietiging binnenin. Het is dus een tijdbom. Zij zijn opgesteld om de gnosis te bewaken, en om de genen zonder woede en vrees mee te sleuren in het verderf, ver van de gnosis vandaan. Wij moeten dus klaarkomen met het hele naker mysterie van de slang van het paradijs, van de NAGAS. Dit is dus wat ons wordt toegewenst in Romeinen 1.


DOWD (David), oftewel woede, was dus hetgene wat de nakers kon plunderen, zoals we zagen in I Koningen 18 en Romeinen 1.


Wij moeten het zegel van de oppervlakkige David verbreken en komen tot de DOWD-woede om aan David te ontkomen, en zo te komen tot de kern. Dit is een belangrijke, zelfs noodzakelijke sleutel in het christelijke labyrint.


EIRENE is SLAM, SLM, SLAMA in het originele Aramese NT, wat oorlogs-groet betekent, ook als een aanmoediging en oproep tot de oorlog, en waar ook het woord 'SALOMO' op is gebaseerd, en veelal door de corrupte Westerse vertalingen in 'vrede' wordt vertaald, terwijl het in diepte het tegenovergestelde is. Dit is dus verbonden aan de slang in het paradijs, wat dus in diepte een oorlogs-machine is, en waar SALOMO voor staat. DOWD, woede, waar olie een beeld van is, is dus hetgeen waarmee deze machine gesmeerd moet worden. SALOMO is dus een type van de slang in het paradijs. Hij bewaakte de Chasma, de moeder schoot. Hij richtte deze op door DOWD. Zowel de slang als Salomo staan voor 'verborgen kennis'. Deze richten zij op door opvoeding, als een oproep tot de oorlog. In Levitische zin gebeurt dit door de vee-houderij. Dit is in de worteltekst waar het evangelie over gaat, in het Grieks.


9 Want de Moeder, die ik met mijn gnosis dien in de veehouderij van Chasma, is mijn getuige, hoe ik onophoudelijk te allen tijde bij mijn gebeden maak dat ik u gedenk,


maken = poieo = offeren van (vijandelijk) vee

gedenken = mneia = herinneren (wortels : kauwen, eten)

Het vijandelijk vee moet dus bereid en geofferd worden, zodat de herinnering van de gnosis weer vrij kan komen. De Moeder moet hiervan een getuige zijn. POIEO-MNEIA


Romeinen 2


10 maar heerlijkheid, eer en EIRENE over ieder, die het goede werkt, eerst de Jood en ook de Griek.


Werken is in het Aramees : vecht-slaaf


EIRENE, het doden-orakel, or SLAMA in het Aramees, waar Salomo op gebaseerd is, oftewel door het vech-slavenschap verdien je SALOMO. Dit is een groot sieraad, waardoor je juist los kunt komen van de oppervlakkige 'slang in het paradijs', maar doorgang krijgt tot de onderwereld als door een verborgen tunnel. Dit is hetzelfde als door DOWD (David) komen tot SALOMO.

Romeinen 3


25 Chrio-Cheiro, het tuchtsysteem, de Chasma heeft God voorgesteld als zoenmiddel, hilasterion, in de wortels : VISSER, door de slager-slavernij (ISMAEL), om rechtvaardigheid te tonen.


27 Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof, PISTIS : de wet van slavernij.


In de gnosis gaat het ook niet om de werken zelf, maar om de slavernij.


Wet in zichzelf heeft als betekenis in de wortels in het Grieks : het onderscheiden en indelen van vee.


31 Stellen wij dan door slavernij de vee-indeling (wet) buiten werking? Volstrekt niet; veeleer bevestigen wij de vee-indeling.




Hoofdstuk 5. Geheimenissen Van Romeinen 9-13


De leugen kan de waarheid nooit helemaal opslokken en vernietigen, totaal wegvagen. Er blijven altijd sporen van de waarheid achter. De leugen is de slaaf van de waarheid. De waarheid is niet verloren, alleen verdraaid. Daarom moeten wij de waarheid terugroven.


Romeinen 9


6 Maar het is niet mogelijk, dat het woord Gods zou vervallen zijn. Want niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël, 7 en zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij nageslacht van Abraham zijn, maar: Door ISAAK zal men van nageslacht van u spreken.


Het is belangrijk te zien hoe de vijand de schatten heeft ingedeeld, en de rode draad erin terug te vinden. Ze kunnen niet alles verborgen houden. ISAAK blijkt dus sleutel te zijn. We zagen de vier MAYIM-bronnen van ISAAK, die kwamen na de bron van HAGAR, de put van honger-visioenen.


Als het om het evangelie gaat, dan gaat het altijd om 'geloof in het bloed', oftewel slavernij tot de bloedvergieter, slager, wat voor ISMAEL staat, de broer van ISAAK.


De strekking van Romeinen is : 'het ingaan in de eeuwige honger.'


Romeinen 10


8 Maar wat zegt zij? Nabij u is het woord van honger, RHEMA, in uw mond en in uw hart, namelijk het RHEMA des geloofs, van de slavernij, dat wij prediken.


RHEMA, het gesproken, levende (chay, honger) woord komt van het Aramese RHEMA wat in het Hebreeuws DOWD is, David, de woedende. Dit is dus het woord van woede wat de slavernij opwekt. RHEMA is het mes van de gelovigen in Efeze, het mes van de gnosis, en de tong van Christus in Openbaring, het mes in de mond. Dit is waar David voor staat, in tegenstelling tot Adam, die meer de stilte is. Dit is dus wat honger voortbrengt, het woord van woede, het woord van slavernij. Hierdoor overwinnen wij DAVID.


17 Zo is dan PISTIS, het geloof, slavernij, uit het horen, en het horen door het woord, RHEMA, DOWD, van Christus.


15 Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die het evangelie van EIRENE, vrede, brengen.


In het originele Aramees staat er voor het Griekse EIRENE : oorlogs-oproep, SLM, SLAMA, Salomo, als het evangelie van Salomo, wat ook weer terugkomt in Efeze 6, waar de voeten toegerust worden met het evangelie van Salomo, oftewel het evangelie van de oorlogs-oproep, wat juist tegen de vrede ingaat. Evangelie zelf betekent jachtsfeest, en voeten zijn in het Aramees een pelgrimsfeest, zoals het CUKKAH feest van de trekkende jagerstenten.


Christenen denken vaak dat genade gratis is, een vrije gift, maar in het Grieks betekent 'charis', wat ze lui in 'genade' vertalen veel meer. Het betekent 'beloning', 'reward', 'betaling', dus het is niet zomaar vrij en gratis waar je helemaal niets voor hoeft te doen en wat zomaar voor iedereen ter beschikking gesteld is. Charis wordt ook besproken in Romeinen 11, waar het eerst gaat over de tijd van Elia waarin er 7000 hun knieen niet voor de Baal, de mannelijke superioriteit, het mannelijke meesterschap, hebben gebogen, en dan dat er in de tijd van de Romeinen ook zo'n overblijfsel is door 'charis', als een loon. Moederschap en loon hebben dus met elkaar te maken. Dit is een jachtsloon, een bounty, in de grondtekst.


Romeinen 12


1 Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, (verhongerd) heilig en Gode welgevallig offer.


20 Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo te doen zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen.


Te eten geven is psomizo, wat alleen maar om hele kleine beetjes gaat. Het komt van psomiom, wat 'fragment' betekent, en 'beetje'. 'Zo te doen', poieo, betekent : 'voorbereiding voor het offerfeest'. De vijand, als vijandelijk vee, wordt uitgehongerd in de grondtekst, voor een offerfeest. In het Aramees gaat dit om een religieus ritueel (BADA).


Hoofd, kephale in het Grieks, is een afgehakt vee-hoofd, verbonden aan onthoofding, waartoe de vijand bestemd is in dit vers. Ook betekent kephale 'chief', en komt van het woordje 'kapto', vastgrijpen, aanvallen, binnenvallen en in bezit nemen. Het houdt in dat de leider van de vijand, de territoriale demoon, de baas, de alpha, gevangen wordt genomen. KAPTO betekent ook vastbinden. Hier komt het Engelse woord 'CAPTURE' vandaan.


Romeinen 13


10 De liefde, AGAPE, DOWD (David, de WOEDE, arena) is de vervulling der wet, de vee-indeling, vee-fokkerij, de onderscheiding van vijandelijk vee (ADAM'S paradijselijke opdracht).


Hierom moeten wij klaarkomen met het David-probleem, met het David mysterie, en komen tot dat wat het verborgen en verzegeld houdt. Liefde moeten we vertalen in WOEDE en ARENA volgens deze regel.








Hoofdstuk 6. Het David-Salomo Mysterie


Het ingaan van de eeuwige woede,

Dan hebben we met Elia te maken,

Die ervoor zorgde dat de olie, een beeld van woede, niet meer op zou raken.

Elia is een anagram van Lea, één van de aartsmoeders,

Daarom spreken we over het wiel van Lea,

Als het ingaan in de eeuwige woede,

Zoals Zilpa staat voor de eeuwige traan.


Elia zou het hart van de kinderen terugbrengen tot de Moeder. Johannes de Doper, die ook wordt aangekondigd als Elia, zou terugkomen om de kinderen terug te brengen tot de moederschoot in de grondtekst. Johannes de Doper werd onthoofd als het teken van de hoofd-besnijdenis, de besnijdenis van het verstand, oftewel de gnosis. Hierdoor ontvangen wij goddelijke kennis en komen wij in contact met de moeder. Het mannelijke onbesneden verstand kan niet tot haar komen.


In het OT was het Simson die de hoofd-besnijdenis ontving. Toen de apostelen de gnosis ontvingen in het boek Handelingen in de grondtekst verschenen er tongen van vuur op hun hoofden, als teken van de hoofd-besnijdenis. Ook wij moeten ons hier ernstig naar uitstrekken. Dit is een uitstorting van de eeuwige woede. Dit gebeurt als het zegel van David is verbroken. Deze eeuwige woede moet verbonden worden aan eeuwige vrees, de gordijnen van Salomo (Shalam, SLM), de EIRENE in het NT, de oorlogs-oproep. De verbinding DOWD-SLAMA (David-Salomo) is dus de verbinding WOEDE-VREES, tot het terugbrengen tot de moeder schoot en de arena. De VREES wordt gebracht door Bilhah. Zij betekent in de worteltekst : vrees, bang maken, alarmeren, paniek, aan het schrikken maken, BAHAL. Vrees is het wiel van Bilhah. Leah bracht door het wiel van woede Ruben, zaad, MAYIM, voort, die daarna tot Bilhah ging, vrees. De vader was Jakob, maar in de grondtekst staat IYSH van Leah, wat 'slaaf van Leah' betekent. Ook Jakob kampte met haat en woede naar Leah.


Het pinksterfeest staat dus voor de uitstorting van de eeuwige woede. Het kerstfeest houdt wat anders verborgen, namelijk de eeuwige vreze. Oorspronkelijk was het een loon-feest, maar men maakte er een genade-feest van om de Vreze te doven.


Hoofdstuk 7. Calvijn


De voorhangsels van Salomo waren een beeld van vrees in de grondtekst lagen van Hooglied. Salomo was de koning van wijsheid, waarvan de vreze het begin is, zoals de Spreuken zeggen. De vreze is het voorhangsel van de wijsheid in die zin.


In de tempel van Salomo, in het voorste gedeelte bij de ingang, stonden twee bronzen pilaren genaamd Boaz en Jachin. In de grondtekst lagen is Boaz een beeld van David, woede, oorlogszucht, en Jachin een beeld van Salomo, hardmaken, oprichten, erectie, vrees. Ook was er een ander bronzen object, namelijk de bronzen zee, de bronzen YAM, het priesterlijke wasvat, als een heenwijzing naar Jezus Christus, JOM. Dit beeld werd gedragen door twaalf runderen, als een heenwijzing naar de twaalf discipelen. Het wasvat om de schuld te wassen was juist ervoor om de schuld te brengen.


Bedreiging kan ook een vorm van schuld zijn.


WOEDE

VREES

SCHULD


Dit was het voorportaal van Salomo's tempel. Zo werd de mens ingewijd. Diep in de esoterie is schuld ook weer heel bruikbaar. Daarom zal Jezus Christus herdefinieerd moeten worden.


De CHASMA, de moederschoot, is een tucht-systeem (CHRIO-CHEIRO).


De slaaf Jezus, die de slaaf was van de CHASMA, ging door een aantal processen van kastijding heen. In deze dynamieken komen ook weer deze drie objecten terug van woede, vrees en schuld. De opstanding en de hemelvaart zijn in de grondtekst verbonden aan de oorlogs-oproep.


Het calvinisme aanbidt haar eigen vijf pilaren :


  1. Totale machteloosheid – de mens kan helemaal niets uit zichzelf.

    Dit begint in de gnosis wanneer er over heilige slavernij wordt gesproken. Dit is dus de oerleegte.


  1. Uitverkiezing onvoorwaardelijk – God kiest wie gered wordt en wie verloren gaat

    Dit begint in de gnosis wanneer er over heilige gevangenneming wordt gesproken.


  1. Limiet genade – Jezus Christus is alleen voor de uitverkorenen

    In de gnosis is er een heilige scheiding en een bedreigings-schuld.


  1. Instante manipulatie – Jezus Christus laat je dingen doen die je niet tegen kunt houden

    In de gnosis is dit de daadwerkelijke slavernij die vanuit de oerleegte, punt 1, op komt zetten.


  1. Permanentie – de eeuwige staat van dingen, eens gered altijd gered

    In de gnosis gaat het hier om de eeuwige dynamieken die we binnen moeten gaan : eeuwige woede, eeuwige scheiding, eeuwige vrees, eeuwige honger, eeuwige slavernij, dus een vereeuwiging van alle voorgaande punten.


Dit is dus de zogenaamde TULIP wet. Calvijn is de grootste naam in de kerkgeschiedenis, zoals Paulus dat was in het NT, en David in het OT. Zij waren de centrums. Het was één en dezelfde geest :

DAVID – PAULUS – JOHANNES CALVIJN – JOHN NORMAN (GOR DYNASTIE)


Deze geest heet Etnus, en zijn maatje, die voor Salomo staat, heet : Desis.


Pilaar I is in het gnostische calvinisme de VREES-pilaar, Salomo, Jachin.

Pilaar IV is de WOEDE-pilaar, David, Boaz

Pilaar II is de SCHULD-pilaar, Jezus, de bronzen zee


Woede en Vrees zijn beiden bewakers van de gnosis, als David en Salomo, twee slangen van het paradijs. Wij moeten klaarkomen met dit mysterie, in de theologische wiskunde, om zo Etnus en Desis te kunnen verslaan. Desis staat net onder Etnus. De strijd tegen Etnus zal een nieuw tijdperk zijn. Etnus kan verschijnen als een ratelslang. De strijd tegen Sepra zal overvloeien in de strijd tegen Etnus. Etnus is woest nu, want hij heeft zich altijd verborgen gehouden achter Sepra, maar zijn schuilplaats is nu ontdekt. Dit is de grote Davids-demoon, de ratelslang, die uit zijn nest is gejaagd nu. Deze ratelslang kan heel lang worden, en kan vuur en gif spuwen. Deze ratelslang kan ogen verblinden, en blind houden met zijn gif. Deze ratelslang kan verlammen en kan mensen in bezit nemen om ze daarna op te richten in zijn leger als zombies.


Ook kan deze geest als een levensgrote haai verschijnen, en als een vliegende haai.


Hoofdstuk 8. De IYSH-Initiatie En Het Mysterie Van De Zoon Van God


Als we de Jezus Christus code bekijken, dan zien we dat het een golf-patroon is wat er verborgen gehouden wordt. Het is de relatie tussen de slaaf en de moederschoot. Jezus, het Griekse Iesous, is een corruptie van het Hebreeuwse woord IYSH, slaaf, en Christus is een corruptie van het woord CHASMA, de moederschoot, wat ook de wortel van Christus is. IYSH en CHASMA zijn dus twee verschillende dingen die door Jezus Christus verborgen worden gehouden en aan elkaar worden geplakt alsof het hetzelfde zou zijn. Jezus, IYSH, slaaf en Christus, CHASMA, moederschoot, moeten dus van elkaar gescheiden worden, en het golf-patroon hiervan, de wisselwerking, moet ontmaskerd worden. Dit is een zeer belangrijk om zo met het hele Jezus Christus mysterie klaar te komen. Ook zien we hoe de oerjagerin afrekent met het offervarken, de SUS, die in het Romeinse rijk werd gelegaliseerd als IE'SUS, JE'SUS, oftewel : 'het varken, beest, uit de aarde'. Dit beest moest aanbeden worden. Dingen werden dus omgedraaid. In het OT was de IYSH, de slaaf, een woord wat werd gebruikt voor de aartsvaders. Ook Adam was de IYSH, de slaaf, van Eva. In de vertalingen werd dit weggelaten, want dit zou de patriarchie aantasten. Het Jezus woord werd gebruikt om dit alles af te dekken, en om te leiden tot de Vader.


De Chasma staat dan voor de DUIZEN, de moederschoot van de planeet VAR, het tegenovergestelde van de patriarchie. De DUIZEN mag dan bekend staan als wreed, maar dat is de enige manier om de patriarchie te breken. Er is heilige wreedheid. Dit is de enige manier om met de parasieten van genade af te rekenen.


Met David is precies hetzelfde aan de hand. Er wordt een golf-beweging verborgen gehouden van de slaaf en de moedervoeten. Wij moeten gevoelig worden voor dit patroon, en zo het David-zegel verbreken.


Alle misvertalingen en corrupties van de oudere grondteksten hebben het christendom opgericht, als een monsterlijk geloof.


Genesis 4


1 De mens nu had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn; en zij zeide: Ik heb met des HEREN hulp een IYSH (slaaf, vechtslaaf) verkregen.


In de grondtekst lagen van het OT wordt het duidelijk dat als er een jongetje was geboren, dan werd het een IYSH genoemd van de moeder, een slaaf of vechtslaaf. Dit werd gedaan om de jongen eraan te herinneren dat hij verbonden moest blijven aan de moederschoot, als een archetype. Dit principe komen we ook tegen in de boeken van Var.


Zowel in de Var boeken als in de grondtekst lagen van het OT moest de slaaf van de moeder later overgedragen worden aan een vrouw :


Genesis 2


24 Daarom zal een IYSH (slaaf) zijn moeder verlaten en een vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn.


Verlaten kan ook negeren betekenen en voortgaande slavernij, maar dan op een andere manier, zodat het meer gedeelde slavernij is.


BASAR wordt vertaald als vlees, maar is veel meer. Het is ook het evangelie, de prediking van het goede nieuws, wat in het Grieks dus de runderjacht is, of de jacht en het daarbij horende feest. Letterlijk staat er dan : “en zij zullen samen op jacht gaan.”


In het Aramees is 'verlaten' ook : 'toegeven', 'belijden'. De IYSH, slaaf, geeft toe aan de moeder, en er komt zo een vrouw bij. Ook kan het in het Aramees gewoon over de moeder gaan, waaraan de IYSH zich uiteindelijk onderwerpt, zodat zij samen op jacht kunnen gaan. De moeder is dan ook 'de vrouw' die hij aanhangt in de zin dat vrouw ATA is in het Aramees, wat in de oertaal “moeder” betekent. Ook gaat het in het Aramees over een scheiding. Veel Westerse vertalingen zeggen : “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten”, maar in het Aramees gaat het over de bron, de oorsprong (de moederschoot) en de basis, de moeder (de moedervoeten).


BASAR is in het Aramees 'penis'. “Zij zullen tot één vlees zijn' is in het Aramees iets heel anders. “Zijn” is “een markering aanbrengen”, en “één” is in de Hebreeuwse worteltekst “scherp”. Er wordt dus een piercing aangebracht in de penis, of dit gaat gewoon over de besnijdenis. Het was heel normaal dat vrouwen hun kinderen besneden, niet alleen vanwege religieuze overtuiging, maar ook vanwege hygiene. Er werd dus een merkteken gemaakt op de IYSH, om hem aan de vrouw te verbinden, wat dus ook gewoon een neksieraad kon zijn, of een halscollar, om zo de overdracht vast te leggen in een uiterlijk teken. Besnijdenis was in die zin een teken van slavernij, van verbintenis met de moederschoot. Besnijdenis ging niet alleen om de besnijdenis van de penis, maar ook om besnijdenis van het hoofd, wat werd uitgebeeld door een neksieraad of een halsketen.


Zoals Adam en Eva stammen waren in de grondtekst, zo kan dit ook op Jezus Christus van toepassing zijn, juist ook omdat archetypes zich voor zulke flexibiliteit lenen. IYSH SUS CHASMA kan voor drie stammen staan :


IYSH – slaven

SUS – vee (varkens)

CHASMA – amazones


CHASMA staat voor een fokkerij, van zowel slaven als vee (CHRIO-CHEIRO)


De IYSH is dus een vechtslaaf, en daarom staat er dat wij als Iesous, Jezus moeten worden, als de IYSH, want Jezus is een corrupt woord om dit af te dekken. De IYSH is dus een archetype voor de vechtslaaf. Deze moet dus gescheiden worden van de CHASMA, de moederschoot. Jezus moet dus gescheiden worden van Christus. Het mes moet er doorheen. Met de bijl of tomahawk wordt er op deze eenheid ingeslagen totdat het twee delen zijn : de slaaf en de moederschoot. Dit is dus een stuk theologische scheikunde. Verschrikkelijke horror-taferelen spelen zich af wanneer Jezus Christus als één geheel wordt gezien. Dit vormt siamese tweelingen, wat verschrikkelijke gevolgen heeft. Het veroorzaakt onpeilbaar trauma.


Matteus 1


21 Zij zal een zoon baren en gij zult hem de naam IYSH, de vechtslaaf (Iesous, Jezus) geven. Want hij is het, die het volk zal redden van HAMARTIA, Grieks : het missen van het merkteken, het missen van slavernij.


Dit betekent dus dat de vechtslaaf het volk terug zal brengen tot heilige slavernij.


IYSH werd geboren in Betlehem, Bethleem in het Grieks, van het Hebreeuwse Beyth-Lechem. Beyth komt van Bayith, wat onderwereld en gevangenschap betekent, kooi, kennel, een beeld van de vagina. Ook betekent het : hol van wilde dieren en heilige tent. Dit komt van Banah, een woord gebruikt voor matriarchie, van moeders en hulp-voedsters. Lechem komt van Lacham : vechten, oorlog, arena. De vechtslaaf werd dus geboren in de arena, in gevangenschap, waar Bethlehem in de worteltekst lagen voor staat. Dit was dus een geboorte in de onderwereld.


Openbaring 1


5 en van de IYSH “van de” CHASMA (vechtslaaf van de moederschoot ; Jezus van de Christus), de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde. Hem, die ons liefheeft en ons uit HAMARTIA, slavernij-loosheid, verlost heeft door AIMA, bloedvergiet.


'Eerstgeborene der doden' is in het Grieks : “de hoogste rang van de zwakken”. De getrouwe getuige is een slaver zelf, als vechtslaaf, “een slaaf om slaven te maken”. Dit is dus een slaven-overste onder de slaven.


Overste van de koningen der aarde” is in het Grieks : “archon” van de “basileus”, “overste van de oversten”. De basileus is in de wortels de “voet”. Weer is dus de voet het teken van heerschappij. In het Hebreeuws is dit “van de onderwereld.”


Er zijn dus verschillende 'IYSH'. Er zijn rangen als vechtslaaf. De KYRIOS IYSH, de zogenaamde “Heere Jezus”, is een hogere rang, wat komt van KUROS, superioriteit. De KYRIOS IYSH is in het Grieks een “bezitter”, een slaaf die dus zelf ook meester is, die controle heeft over een persoon. Maar ook een KYRIOS IYSH is onderworpen aan de CHASMA, de moeder schoot.


I Johannes 4


15 Al wie belijdt, dat IYSH, de vechtslaaf (Jezus) de Zoon van de CHASMA, de moeder (God) is – CHASMA (God) blijft in hem en hij in CHASMA (God).


Belijden is ook feestvieren. De vechtslaaf is dus de zoon van de moeder schoot, en dit is wat de ware gelovigen vieren. Nu zien we ook waarom er zo op gehamerd wordt : “Jezus is de Zoon van God”. Dit probeert namelijk iets verborgen te houden. Alleen vechtslaven kunnen tot de Moeder komen. Daarom is de IYSH-initiatie de sleutel.


2 Hieraan onderkent gij de pneuma (gnosis) van de CHASMA (moederschoot, God) : iedere gnosis, die belijdt, dat de IYSH van de CHASMA (Jezus Christus) in het vlees gekomen is, is uit de CHASMA.


In het vlees is in de grondtalen : “BASAR”, de gezamelijke jacht, het op jacht gaan met de vrouw of moeder. De IYSH moet dus met de CHASMA op jacht gaan. Ook gaat het zoals we zagen om een merkteken, een neksieraad of keten, of een ander teken, zoals een piercing, of gewoon de besnijdenis. De IYSH moet samen met de moeder het jachtsfeest vieren of het overwinningsfeest (het goede nieuws, het evangelie), als een teken dat de IYSH uit de CHASMA is gekomen. Heel logisch dus, en dit wordt juist verborgen door alle paswoord-interrogaties in de kerk waar men wil dat je belijdt dat “Jezus in het vlees is gekomen.” Daar gaat het dus helemaal niet om, maar zulke spelletjes spelen de stadse materialisten dus, om te kunnen ontkomen aan de gnosis.


3 en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld.


Hier gaat het dus om de anti-chasma die niet belijdt dat de IYSH een slaaf is van de moeder schoot. De anti-chasma is namelijk de patriarchie die vrouwen onderdrukt en de man aanbidt.


Hebreeen 10


19 Daar wij dan, jagers, volle dapperheid bezitten om in te gaan in het heiligdom, van slavernij en bloed-offers door AIMA, het bloedvergieten als IYSH, vechtslaaf, zijnde.


Dit vers is belangrijk. Toen de worteltekst, grondtekst en gnosis-context van dit vers aan de orde kwam begonnen er katten te janken in de onderwereld, en kregen de toehoorders kippenvel. Er knapte iets in de andere wereld, en iedereen was direct in een andere frequentie. De toon was ineens anders.


10 Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.


Weer gaat het om BASAR van de IYSH van de CHASMA.

BASAR :

Wij moeten ernstig streven naar het merkteken van de vechtslaaf.


11 Voorts staat elke priester dagelijks in zijn dienst om telkens dezelfde offers te brengen, die nimmer de zonden kunnen wegnemen; 12 deze echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, 13 voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten. 14 Want door één offerande heeft hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.

15 En ook de pneuma, gnosis, geeft ons daarvan getuigenis, 16 want nadat hij gezegd had:

Dit is het verbond, waarmede Ik Mij aan hen verbinden zal na die dagen,

zegt de Here:

Ik zal mijn wetten in hun harten leggen,

en die ook in hun verstand schrijven.


Het eenmalige offer waar ze het altijd over hebben in de kerk is in het Hebreeuws iets heel anders. “Eén” is in de Hebreeuwse worteltekst “scherp”. Er wordt dus een piercing aangebracht in de IYSH, een merkteken, en in Genesis 2: 24 gebeurde dat in de penis, BASRA. Hiermee wordt de IYSH verbonden aan de Wet van de CHASMA. De gespleten top van de BASRA stelt namelijk de wet voor en de bloedgas-longen.


Het boek Spreuken was geschreven voor IYSH, vechtslaven, om YADA te ontvangen, doctrine, om PELA te verstaan, symbolen en enigmas, om YAYU/ YAYUTA te ontvangen, letterlijk : sieraden voor het 'mannelijke' geslachtsdeel, oftewel sieraden van de goddelijke verlamdheid (in het boek Iob zijn sieraden wapenen, werktuigen, gerei van overwinning, promoties). In het boek Spreuken wordt bestraffing en kastijding gezien als het inbrengen of inprinten van het testament, PUQDAN, PUQDANA.


Iyowb zag dat de URIM op de top is van de heilige BASRA. Zo is dus ook het paradijselijke lichaam. De visioenen door de URIM op het mannelijke geslachtsdeel zal de wapenrusting en de jachtrusting, en het juk (teugels), en de nieren (zetel van gevoel) naar een hoger level van dogma brengen. De mannelijke geslachtsdelen die het paradijselijke lichaam van de onderwereld vormen moeten beteugeld worden, en dat gebeurd door de URIM, de ogen die op hen geplaatst zijn om visioenen voort te brengen. Deze uitrustingen bestaan ook uit ringen en piercings (juwelen) – KELIY. Dit is weggelegd voor de IYSH, waardoor de kerk zich als een halve gek ging blindstaren op Jezus, om zo de waarheid over de IYSH verborgen te houden.


Ook de uitstorting van de heilige tongen van vuur op de hoofden van de jagers in het boek Handeling was hiervan een beeld, en ook de doornenkroon, wat scalpering is in de worteltekst, en wat ook wijst op de besnijdenis als een beeld.


De Heilige Vrees is in de grondteksten de hoogste kennis (Spreuken 1 : 7), en niet alleen maar het begin van kennis. Dan staat er dat we ons moeten uitstrekken om de wet (Tohrah) van de afscheiding te ontvangen als ketenen (ANAQ) om de hals, wat in de grondtekst betekent de rijdster op beesten, leider van vele leiders, machtige koningin. Als eerste moest de IYSH Hebron veroveren om het beloofde land in te kunnen. Hebron betekent necromantie, terugwijzende op de slang, en wat in het NT eirene is, wat vaak in vrede wordt vertaald, maar wat een oorlogs-oproep is. Dit is verbonden aan Salomo. De kinderen van ANAQ, de halsketenen, waren daar. Hebron was zeven jaar eerder gebouwd dan Zoan, plaats van afscheiding, waar de farao woonde ten tijde van de Exodus. Zoan behoorde tot Mitsrayim, Egypte, wat 'ketenen' betekent in de diepte, en siege, belegering (hemel). Zoan is Tanis in het Grieks, wat de hoofdstad van de Shepherd Dynasty is.



Hier woonden de kinderen van ANAQ, de kinderen van de halsketenen. Dit worden sieraden van tucht genoemd in Spreuken 1, CHEN. Dit komt van het woord CHANAH, wat siege betekent, en doen neerbuigen, om het volk in de goddelijke verlamdheid te houden, en de goddelijke verhongering (vasten). Dit hele idee bevestigt ook de bescherming tegen het groeien van de voorhuid door vleselijke inmeng. Dat is ook wat CHANAH betekent : verwerping. Daarom is CHEN, ANAQ, de halsketenen, een blijvende besnijdenis.


De MSY IYSH is de diepte van het woord Mozes, en veel accurater voor de persoon van Mozes, als zijnde zwakheid, verhongering. De MSY IYSH moest het volk hier naartoe leiden, naar de honger in de wildernis om het volk zwak te maken, leeg te maken, zodat het de openbaringen van de Moeder kon ontvangen. Dit was ook om het volk te testen en te ziften. De MSY IYSH is het pad door de wildernis, ook voor DOWD als een MSY IYSH. In Psalm 6 wordt MSY besproken als het proces om tot TESWI, te leiden, de voeten van Moeder God, Haar fundament, ook als een bed. DOWD maakt Haar voeten nat met tranen, waar hij ook tot zwakheid komt. MSY moest YAM, JOM, de zee, verslaan, scheiden, door zijn YAD op te heffen, door de erectie van zijn penis. Dit is een proces van DOWD. In Exodus 34 : 4 nam de MSY IYSH de twee afdelingen van de wet in zijn YAD. De wetten werden dus in zijn YAD gegraveerd. Zo werd de MSY IYSH voorbereid om in Exodus 35 : 29 door zijn YAD offers te brengen. In Deuteronomium wordt de metalen KECEPH besproken, de YAD-piercing als de YAD-ring, een sieraad, om geleid te worden door de Moeder. Dit is het teken van de IYSH wat zo slap in het eenmalige offer van Jezus wordt vertaald. Ook Mozes is een stam, van heersende vechtslaven, de MSY IYSH, die ook hogere rangen zijn.


De besnijdenis en de scalpering (hoofd-besnijdenis) die door de Levieten gebeurde was dus allemaal om het contact met de Moeder te herstellen, en om de YAD te herstellen als een boodschapper. Die besnijdenis zou moeten leiden tot de KECEPH, de YAD-piercing-ring. Weer zien we het belang waarom DOWD als MSY IYSH doorstoken moest worden in het OT, en de doorstekingen van Jezus wijzen daar op terug. Het is niet genoeg om alleen maar besneden te worden. We moeten ook gepierced worden door de Moeder. Het teken van de IYSH gaat dus diep.


DOWD was beschreven als een Messias, een MSY IYSH, maar ook Saul werd beschreven als een Messias, maar die viel later af, zodat we te maken hebben met een gevallen Messias. Messiassen kunnen dus afvallen, en er zijn valse Messiassen, zoals in het geval van Jezus. Jezus is gewoon één van de Messiassen in een rijtje Messiassen waarnaar het volk gebedeld had. Het volk wilde een Messias.


DOWD versloeg een aantal volkeren als MSY IYSH, wat te maken had met YAD en TEQAN, het erecte geslachtsdeel. De Moabieten zagen mayim, sperma, rood worden als bloed. Daarna werden ze verslagen door de IYSH stammen. Dit gebeurt ook in Openbaring : de wateren, MAYIM, het sperma, zal bloed worden. Het bloed van de vijand is het zaad. DOWD als MSY IYSH versloeg de vijand, en kwam zo tot de Moeder. Wij moeten de vijand verslaan om zo tot de Moeder te komen. In die zin is DOWD als een MSY IYSH, een hoge rang vechtslaaf, als een voorbeeld. Wij moeten deze gnosis voor onszelf gebruiken, en zo zelf verantwoordelijk worden. In die zin slachten wij de vijand af door de YAD/ TEQAN, brengen wij God een boodschap. Dit is dus door het bloed van de vijand die DOWD slachtte door de gnosis. Dat is wat AIMA inhoudt, de ADAMAH, de grond van het paradijs. Het zaad wat in bloed verandert, oftewel het bloed wat tot zaad wordt, is het teken van de overwinning over Moab, hebzucht (II Koningen 3 : 22). DOWD is dus een archetype van een MSY IYSH.


DOWD overwon de Filistijnen door zijn YAD in I Kronieken 14 : 10, als de uitstorting van mayim/ zaad, in Baalperazim, als een grote vernietiging van hun beelden. Het was een MSY IYSH beeldenstorm. Baalperazim betekent Heer van het Voortbreken.


I Kronieken 19 : 12 – YAD om hel te geven, als een gebed van DOWD.


De Levieten waren de slagers in dienst van DOWD in de grondtekst van II Kronieken 23 : 18. DOWD wijdde zichzelf toe aan de YAD van God in Psalm 21 : 8. Belangrijk was het dus om tot de TEQAN te komen, de oprijzing van de YAD. Dit proces is ook wat de Jezus- Heilige Geest – verhalen verborgen hielden. Jezus stierf, raakte in de verlamdheid, YAD, en stond vandaaruit op in de TEQAN, als de opgestane Baal. Nu moeten wij dit dus allemaal terugvoeren tot DOWD, om dit in de juiste context te krijgen. Zoals we zagen probeerde Jezus te veel de oorlog uit te doven, en dat kwam de Illuminati goed van pas. DOWD leert ons weer oorlog te voeren in het goddelijke. In het OT is de YAD-TEQAN het evangelie, en DOWD-MSY is hiertoe de weg. Als wij de TEQAN binnen gaan worden wij door Levitische initiaties in de hierarchie van DOWD gebracht. Die hierarchie is nodig om over de vijand te heersen. DOWD is het pad van overwinning, tot de Moeder. Dit is geen werelds pad van overwinning, maar het MSY-pad, door de wildernis van zwakheid en uithongering. Alleen hierin zal de TEQAN plaats kunnen vinden, de goddelijke erectie. Dit is dus ons lichaam wat tot een wapenrusting wordt.


DOWD wijst op de moederschoot van God. Door het MSY pad mogen wij tot Haar komen, tot verdere initiatie als IYSH.


DOWD stond op en overwon door de TEQAN, om zo het pad vrij te maken tot de Moeder. Hierdoor worden wij dus niet gered. Het enige wat zal moeten gebeuren is dat we de gnosis ontvangen omtrent deze dingen, om af te dalen in de duisternis van God, en verlichting te vergeten.


De TEQAN betekent het vol worden met het bloed van de vijand, door de AIMA, DOWD, de Bloed-Vergieter.


Openbaring 1


5 en van de IYSH “van de” CHASMA (vechtslaaf van de moederschoot ; Jezus van de Christus), de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde. Hem, die ons liefheeft en ons uit HAMARTIA, slavernij-loosheid, verlost heeft door AIMA, bloedvergiet, DOWD.


De TEQAN is de heilige verbinding tussen DOWD en Adam, de dronkenschap van het bloed van de vijand. Het bloed van de vijand moet afgenomen worden, anders is de vijand nog steeds in volle kracht en gevaarlijk, heersende over ons. Dit is een oorlog. Ons verstand moet veilig zijn tegen ingeving van de vijand door het bloed van de vijand, door de dronkenschap. Deze dronkenschap is mind-altering, zoals de drugs-bomen in het paradijs. Dit is hoe een erectie werkt : Bloed wordt in het geslachtsorgaan gepompt. Het is het bloed van de vijand.


De TEQAN is een machtige brug tot het paradijs, en in Adamah leidt het tot de diepte, tot de Adam, de dronkenschap van het bloed van de vijand.


De piercings waren initiatie-tekens op de berg van de Moeder. Berg betekent “hierarchie”, “stelsel van rangen”. In de Var boeken worden vechtslaven vaak onderscheiden door de kralen en veren die ze dragen.


DOWD (David) is dus het bloedvergiet wat veroorzaakt wordt door de IYSH, de vechtslaaf (Jezus), en waardoor hij de overwinning behaald. De CHASMA is meer vaginaal, waar in het OT de CHECED is opgesteld als de eeuwige tucht, als een beeld voor de eeuwigheden die wij binnen moeten gaan, als een beeld van de aars, die meer verbonden is aan DOWD, de woede, de oorlogszucht. DOWD heeft dus ook naast de vierde pilaar van het gnostische calvinisme te maken met de vijfde pilaar, de permanentie, de eeuwigheden. Dit is de CHECED. De anus heeft in het lichaam te maken met oorlog.


Lucas 1


31 En zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam IYSH (vechtslaaf) geven. 32 Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader DOWD geven, 33 en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen.


DOWD is verbonden aan de vereeuwiging, de vijfde TULIP-pilaar. DOWD is een hogere rang van de IYSH, de DOWD IYSH.


Jeremia 33


15 In die dagen en te dien tijde zal Ik aan DOWD een Spruit der gerechtigheid doen ontspruiten, die naar recht en gerechtigheid in het land zal handelen.


Jeremia 30


9 maar zij zullen de HERE, hun God, dienen en DOWD, de koning (in het Grieks : basileus, voet), die Ik hun verwekken zal.


Jeremia 23


5 Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik aan DOWD een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning (basileus, voet) regeren en verstandig handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land.