DE STRIJD TEGEN

SEPRA III











2013-2014








Inhoudsopgave :


Hoofdstuk 1. Een Stuk Proza – Het Varkenshart

Hoofdstuk 2. Het Aramese NT – Het Originele NT

Hoofdstuk 3. Slavernij

Hoofdstuk 4. De Val Van Orion

Hoofdstuk 5. Het Mysterie van de Slang

Hoofdstuk 6. Het Produkt Van Genade

Hoofdstuk 7. Genezing of Gnosis ?

Hoofdstuk 8. Een Christelijk Verhaal

Hoofdstuk 9. De Vier MAYIM Bronnen Van Isaak


Hoofdstuk 1. Een Stuk Proza – Het Varkenshart





De vier palen


Atedo stak het hart van het varken op de puntige top van de paal. Het was een groot hart. Het hart werd doorboort als een teken dat de jacht over was. Atedo viel op de grond, want hij was zwaar gewond. Hyena's kwamen om hem te verslinden. Toen sprongen ze op om het hart van het varken naar beneden te trekken, maar het lukte hen niet. Stambewoners vonden het half opgevreten lichaam van Atedo later. De paal met het hart van het varken werd heilig verklaard als de paal van Atedo. Atedo was in hun ogen als een groot jager tot de eeuwige jachtvelden gegaan.


Zo waren er vier palen. Een paal voor runderharten, een paal voor buffelharten, een paal voor bizonharten en een paal voor varkensharten. Atedo had hen dit geleerd. Zo waren er de vier palen van Atedo. De vier palen functioneerden als een anti-orakel, om de stem van de goden te doven, en de druk die zij op de stam probeerden te leggen.


De dood


In een grot vond hij tabletten met vreemde tekens erop. Buiten waren de mammoeten. Buiten waren de paarden. Er was een grote oorlog. Hij schreef de tekens op zijn hand en zijn lichaam, en verdween toen. Hij moest dieper de grot in, waar hij nog meer tabletten vond, met nog meer vreemde tekens. Hij hoorde het gebrul van grote harige dieren buiten. Hij wist niet hoe lang hij dit nog zou volhouden. Toen stierf hij.


Bewerkt


Ook hij was verwond, verwond door de goden. Daarom streed hij tegen hen. Hij leefde van de jacht, van een diepe woede binnenin. Hij kon hier niet blijven, en rende dieper de wildernis in. Het oerwoud was zacht, met zachte stemmen, en ook was het nat. De droogte had hier plaatsgemaakt voor vruchtbare palmbomen, en diep groene struiken en bomen. Het groene zat hem achterna. Het verslond hem. Ook het blauwe terroriseerde hem. Mag ik wat van dat rode, dat rode daar ? Hij dook in een rivier, waar de wateren bruin waren, gelig bruin. Hij was thuisgekomen. Hij kon haar stem horen. Ze stond aan de kant. Maar haar boog was op hem gericht. De tabletten hadden de waarheid gesproken. Zij trok hem uit het water. Terug kon hij niet. Hij werd in een hok gedrukt, in een kooi. Het varkenshart was op een paal gestoken. Ze bleef naar hem kijken, maar toen draaide ze zich om. De tabletten hadden gezegd dat wanneer zij zich om zou draaien, dan viel het slot dicht. In gevangenschap was hij, maar niet gebonden. Hij leed, maar honger had hij niet. Dit hadden de tabletten voorzegd. Dit hadden de stemmen in de grot gesproken. En had hij de tabletten wel goed ontcijferd ? Was dit wel echt hun boodschap ? Of had zijn verkeerde interpretatie hem hier geleid ? Hij kon zich niet bewegen. Hij was als een gebondene zonder touwen.


Hij lag stijf van de schrik in een hok. Het varkenshart was op een paal gestoken. Precies zoals de tabletten hadden voorspeld. Maar waren zijn interpretaties wel waar ? Of had hij de tekens verkeerd vertaald ? Waarom was hij hier ?


De jacht zat diep in hem. Hij moest naar buiten. Maar hij kon niet. Hij was opgesloten, en zij had haar rug naar hem gekeerd. Het slot was dichtgevallen. De tabletten hadden gesproken. Of had zijn verkeerde vertaling en interpretatie gesproken ? Nu was hij hier, als een gebondene ongebondene. Toen kwam ze zijn hok binnen, en maakte hem tot slaaf. Ook dat stond op de tabletten. En hij geloofde het. Hij was onder hypnose.


Hij moest jagen voor de stam, met een touw om zijn nek. Hij kon niet ontsnappen. Er was altijd iemand bij hem. Hij was bewerkt.

David's huis


Zo waren daar David's goden in de verte. Maar hij zat in dit hok, geketend aan handen en voeten. Toen begon de honger toe te slaan, zoals de tabletten hadden voorspeld. En hij geloofde het, want het was zo echt. David's goden begonnen tot hem te fluisteren, om hem een uittocht aan te bieden. Maar zij stonden voor hem met touwen die ze om zijn nek wilden doen, en zij hadden ook ketenen. Met veel voedsel kwamen zij hem omkopen, maar hij koos voor de honger. De honger leidde hem tot de verlamdheid, en de verlamdheid leidde hem tot de vergetelheid.


'Stommeling !' werd er geroepen. 'Nu gebeurt het in het Oosten. Een kindeke is geboren daar die jou kan redden. Jouw verlosser is opgestaan.'


Maar hij kon het niet meer horen. Het varkenshart was op een paal geslagen. Het gejoel verdoofde hem. Ze hadden hem alleen gelaten, maar het was als een schild over hem.


Toch was er iets in hem wat hem deed geloven dat hij David's zoon was. De verloren zoon van David, rijk door de stammen onder het gezag van David. Hij werd meegetrokken door het geluid, in een woeste optocht na een geslaagde oorlog. David met een zwart leren handschoen trok het varkenshart op. De hyenas hadden het hart bereikt. Op een paal werd het hart gestoken. Hyenas dronken gulzig van het bloed, als de brug tussen twee planeten.


David's zoon was hij, zoals de tabletten hadden uitgelegd. Hij wist het zeker dat hij de tekens naar waarheid had vertaald. Maar toch was er twijfel in zijn hart. Hij verkoos de honger boven de gulzigheid. Zijn hart raakte verlamd, en hij verloor zijn geheugen. Toen David hem vond werd hij gedwongen te eten. Hij werd in een koninklijk pak gehesen, maar toen David even niet oplette, en met zijn paarden bezig was, rende hij de wildernis in. Al snel werd het koninklijk pak vuil, en kwamen er scheuren in. David zou hem niet meer herkennen.


Koning David zat in zijn paleis, rouwende over zijn zoon Absalom, de koninklijke erfenis. Hij rouwde over de stammen die hem ontnomen waren. Zijn paleis zou spoedig branden.


De gebroken tabletten


'Breng dan hulde aan David !' werd er geroepen. David was als een schim tot het dodenrijk gedaald, en als een koning en god ontvangen door de zombies en schaduwen, en werd gekroond met hoge geestelijkheid. 'Mijn zoon Absalom, waar is hij ?' riep David.


David's zoon rende door de wildernis, maar werd weer gegrepen. Weer werd hij in een hok gedrukt. Hij kreeg er flink van langs. Nu zouden ze hem pas echt uithongeren. Zijn geheugen moest dood.


Woest werd hij weer uit het hok gesleurd. De rode planeet hing boven het kamp. De tabletten in zijn hoofd waren gebroken.


Het rode


'Nu is het kindeke geboren,' zei een stem. 'Nu daagt het in het Oosten, nu zijt wellekome.' Maar het hart van het varken was op een paal gespietst, en de stem moest doven.


Twaalf stammen opgesloten in een pot, en die pot werd in een rivier geworpen. De tabletten waren verbroken. Hij leerde nieuwe tekens. In diepe slavernij moest hij. Hij leefde van de jacht. Hij was tot de onderwereld gedaald. Hier was het groene en het blauwe niet. Hier was het bruine, het rode en het gele. Duisternis heerste hier. Hij was een vechtslaaf. Zoveel oorlogen moesten gewonnen worden.


'Zoon van David, jij bent het zonlicht.' Maar hij was in een nieuwe familie aangenomen. Mag ik wat van dat rode, dat rode daar ? Zij lieten hem in leven, omdat hij joeg. Maar hij jaagde voor de stam.


Het hok


Ze reden hem rond op een kar met een kaalgeschoren hoofd. David zou hem aan Saturnus geofferd hebben. Maar zij reden hem tot de paal met het varkenshart. Verder deden ze niets. Hij stapte uit, kuste de paal, en liep terug naar zijn hok. Die nacht kon hij niet slapen. De deur van zijn hok was opengelaten. Hij had niet de neiging om te ontsnappen. Hij wist dat buiten het hok het grootste en ergste hok was.


Het gif


Ze bracht hem wat soep de volgende dag, vol met het rode. Hij stond op, en keek naar haar. Toen ging hij weer zitten en at van de soep. Het gif taste zijn hoofd aan. Hij hallucineerde, drijvende in de rivier, met zijn hoofd naar de sterrenhemel. Hij voelde haar armen om zich heen. Hij voelde zich rustig. Het gif was om hem sterk te maken. Sterk voor wat ? Hij voelde zich juist zwakker, maar zijn woede aanvallen werden steeds intenser, en een enorme kracht maakte zich meester van hem, maar dat was altijd maar voor even. Dan voelde hij zich weer zo zwak en week. Hij voelde zich verlamd, met scheuten van onvoorstelbare kracht. Dit is wat het gif deed.


Bloed lucht


De paal met het gespietste varkenshart bracht honger. De lucht was van bloed. Dat is wat ze inademden. De zee was van bloed, en de rivieren. Hij ademde niet door zijn longen, maar door de top van zijn vruchtbare deel. De vruchtbare delen waren door zijn hele lichaam, als schakels. Zij ademden bloed-lucht, de rode lucht. Mag ik wat van dat rode daar ? De gespleten top van zijn vruchtbare deel was als zijn longen.


Het varkenshart


De top van zijn vruchtbare deel dronk van het bloed in de rivier. Zou hij dat niet doen, dan zou hij sterven. Het waren zijn lippen, en toen moest hij ze voeden. Hij was diep in hen, en toen zonk hij diep in de rivier, verdrinkende, om visioenen te krijgen. 'Drink niet !' riep hij, maar ze dronken. Hij moest ze voeden. Hij verloste zich uit hun greep, en zwom naar de oppervlakte. Hij wilde niet sterven. Hij kroop uit de rivier, maar ze trokken hem terug. Hij moest ze voeden. Hij joeg voor hen.


De paal met het varkenshart zou altijd het teken hiervan zijn. Hij kon het niet wegwissen. Zij hadden zijn hart geroofd.



Hoofdstuk 2. Het Aramese NT – Het Originele NT


De bijbel staat vol met afdekwoorden, om mensen van de gnosis af te leiden. Dit werd een legaal, verplicht regerings-systeem, omdat de politiek wist dat de gnosis het einde van het duivelse wereldrijk betekende. Zo zagen we dat Christus zijn wortels had in de chasma, een woord wat in de oudheid vaak voor vagina stond. Christus werd zo de wachter van de vagina. In het OT leidt dit terug tot het Israelitische woord 'checed', de eeuwige verdoemenis, oftewel de eeuwige tucht, wat in de demonologie ook voor de aars staat. De chasma was de oorlogs-oproep, en de checed is de jachts-oproep. Deze twee gaten in het menselijk lichaam leiden tot de leegte.


Dit is dus de ware wortel-betekenis van Chi Xi Sigma, van de 666, wat afgedekt werd door de gekruisigde Jezus. De 666 is de leegte die wordt opgewekt door de twee gaten, chasma en checed, de twee oproepen, om zo te komen tot de grote moeder. De oppervlakte-betekenis van de 666, de gekruisigde christus, leidt tot de grote vader van de mannelijke suprematie en vrouwen-onderdrukking. De stam Issaschar die de kruisiging en de leegte voorstelde hield de Amazone HATI-stam verborgen, wat in het Sranan Tongos 'pijn' betekent, en 'vuur'. De twee gaten, chasma-checed, oftewel de oorlogs-oproep en de jachts-oproep, in het menselijk lichaam, zijn oude wegen terug tot het oer.


In het oer, in het paradijs, staat er dan het enorme NAGA mysterie, de oude slangenbewaarders van de schatten in de mythologie, in het OT benoemd als de NACHAS, betoverende wezens, oftewel de oude slang. Dit is een zegel. Levi had de Amazone stam LERI afgedekt, wat in het Sranan Tongos betekent : leren, tucht, doctrine, leer, dierenhuid. Het boek Leviticus is vol van de Leriaanse gnosis, en was oorspronkelijk het boek LERI. In de Aramese grondtekst van dit boek wordt het mysterie van de NAGAS opgelost. NAKAS was bij de stam LERI een woord voor de wet van tucht, kastijding, verbonden aan de fokkerij, wat ook weer in de grondtekst van het paradijs in Genesis naar voren komt. Adam en Eva moesten fokken om de gnosis te verkrijgen. Dit is waar het gehele NAGA, slangen-mysterie, voor staat. Dit was opgesteld om zo de mens af te leiden van de NAKAS in de Leriaanse gnosis. De mens moet dus leren fokken en veehouden in de gnosis.


Dit komt ook weer terug in de wortels van 666 tot de moeder gnosis. We zien zo drie oproepen :



De Lerianen moesten afrekenen met boze geesten, de baqra in het Aramees, runderen, zwijnen, vee. Nakas is een woord wat in het Aramees gebruikt wordt voor slachten en ophangen, maar in het Hebreeuws betekent dit ook gewoon slaan, bestraffen, zonder dat daar nu daadwerkelijk direct de dood bij intreedt. (LERI, Lev. 1 : 5)


Wel werd dus het bloed afgenomen van deze boze geesten in veevorm, en gebruikt. Nakas is dus een veel ruimer begrip dan alleen maar slachten en ophangen, doden, maar gaat erom het bloed van de vijandelijke prooi af te nemen.


Dit is wat er met Adam en Eva gebeurde, dat ze door Nachas, Naga, vertaald als de slang, de wurging, de slangenbeet, kwamen tot een diepere ervaring in het paradijs. Dit gebeurde door de Leriaanse transliteratie die hier parallel aanloopt, door Nakas. Ook in de grondtekst ging het om Adam en Eva als veehouders, in een fokkerij. Door Nakas wordt het bloed van de vijandelijke prooi gewonnen. Het zou juist gevaarlijk zijn om boze geesten te snel te doden, want dat zou schade brengen aan de fokkerij. Nakas is dus om dit af te remmen.


In het Aramees vindt de Nakas plaats in de Qidmah, in Leviticus 1 : 5, dus weer in het deel ouder dan Eden, dieper in het paradijs. Ook het woordje Gad'am wordt gebruikt, Gad-Adam, als Adam komende tot Gad, tot het bloed van de vijandelijke prooi. Gad komt van KILI, en ook Adam staat voor GAD, dus de Gad'am was gemaakt om KILI af te dekken. KILI betekent 'doden' in het Sranan Tongos. Ook is dit verbonden aan de slacht. KILI is een Amazone slagers stam.


In de diepte van de KILI, van de Qidmah, is de Dukka, de rituele slachtplaats (Leviticus 1 : 16, Aramees). De Nakas kan hier dus uiteindelijk naartoe leiden, maar dat is niet altijd noodzakelijk. De Nakas is dus een wachter van de Dukka die ervoor zorgt dat niets onnodig of voortijdig in de Dukka terecht komt. De fokkerij van de Lerianen stond dus op het spel. Als ze zomaar roekeloos zouden moorden, dan zou de fokkerij vergaan. Er waren dus regels voor. De Nakas bewaakte die regels. De Nakas is dus de wet van tucht, die ervoor zorgt dat boze geesten niet voortijdig of boven de maat worden bestrafd.


In LERI, Lev. 1 : 10 wordt duidelijk dat vee alleen maar 'door de tamiym' geofferd kon worden, betekenende 'wanneer het compleet is', en ook 'alleen door slavernij', in de zin dat degene die ritueel offert een na'ar is, een heilige slaaf, anders zouden er fouten gemaakt kunnen worden. 'Wanneer het compleet is', tamiym, betekent ook dat wanneer het vee volkomen klaar is geworden in de Nakas voor de offering. Weer is het dus de Nakas die bepaald. 'Door de tamiym, de thummim, oftewel door PLISIRI, wat verborgen werd gehouden door de stam Benjamin,' kon er dan geofferd worden.


PLISIRI betekent in het Sranan Tongo's : 'toewijding, discipline'.


De Nagas, Nakas, de bestraffing van vijandelijk vee, was in de grondtekst van Genesis een orakel van necromantie. Dit werd vertaald in 'slang', als de slang van het paradijs. In het NT is dit eirene, wat is misvertaald in 'vrede'. EIRENE is de gezegende staat van de heilige na de dood, oftewel necromantie, doden-orakel, DARASH. Van eirene komt het woord 'arena'. Dit wordt misvertaald als een 'vrucht van de geest', maar is vlees, wat dan ook weer klopt in de context van Genesis, dat de vrucht van de boom der kennis vlees was. Door de vee-arena, door het vlees, komt men dan uiteindelijk tot de Dukka, als door een orakel. De Nakas is de wachter van de Dukka.


Necromantie betekent gewoon het contact met de onderwereld, om zo gnosis te winnen. Dit gebeurde door jachts-fetishen, onderdelen van geslachte boze geesten in vee-vorm.


De Bijbel is opgezet door MK Ultra, Monarch Mind Control, wat door de eeuwen heen werkte door de regerings-huizen, intelligence agencies, koninklijke huizen en allerlei soorten secret societies. Alle personages zijn codes voor mind-programming. EDOM, oftewel ESAU, staat in MK Ultra voor : Electronic Dissolution Of Memory, ook wel 'Missing Time' genoemd, het deleten van herinneringen in het bewustzijn. J-ESAU-S is een dief die de gnosis probeert te stelen. ESAU is een geheugen-vreter. In het Aramees is dit SU, SUW, wat ook weer is opgenomen in het Jezus-paswoord, als JE-SU-S. De SU code delete het geheugen om mensen tot kinder-slaven te maken. Niet alleen is deze alien-substantie te vinden in het zaad van de mens om kinderen te maken, maar ook slaat dit toe aan het einde van het leven van de mens, door middel van dementie en alzheimer. MK Ultra bestaat uit onzichtbare aliens, energie-vormen, die het leven op aarde in die vorm behekst houden. De SU staat daarom voor het illuminati-kind, en houdt de NA'AR, de slavenjongens van de gnosis, verborgen.


SU was de wachter van de ASER stam, die het verborgen hield, en hield dus ook de Amazone BADA stam verborgen, waarvan ASER de gnosis had geroofd. BADA bewaakte de NA'AR gnosis, de gnosis van de slavenjongens. Zij deelden de NA'AR in door kippenveren aan bandjes. Ook die bandjes hadden verschillende kleuren. De bandjes zelf vormden een soort van kastenstelsel :


rood-geel : derde level

bruin : tweede level

rood : eerste level


De rode bandjes waren dus onderworpen aan de bruine bandjes, en de bruine bandjes aan de rood-gele bandjes.


De kleuren van de kippenveren lieten de taken zien :


geel-rood : gladiatoren, vecht-slaven, arena-slaven, oorlogs-slaven

bruin-wit met puntjes : donatie-slaven (urine, bloed, enzovoorts)

rood : jachts-slaven

geel : tent-slaven

roze : dragen zij die kastijding moeten ondergaan

wit : slagers-slaven

bruin : kastijders-slaven, gebruikt in het fokken

bruin-geel : fokkers-slaven, voeders, zowel vetmesting als uithongering


bruin-geel, bruin en wit waren dus de graden waar het vee doorheen moest, al dan niet door rood gevangen. De NA'AR was dus ook te vinden in de verborgen gehouden wortels van de 666.

BADA, afgedekt door Aser-Su, Ezau, bezat dus de ware gnosis van de runderjacht.


Dit valt allemaal terug te voeren tot de god Ashur van Assyrie, die als attributen de rund, de mens, de arend en de leeuw had, wat zich ook manifesteert in het visioen van Ezechiel en het boek Openbaring. Dit viertal houdt dus het Amazone zoonschap tegen. In India zijn dit de asuras, een demonenras. Nagas en asuras zijn bloed-verwanten die dezelfde vader hebben, namelijk kasyapa, één van de drie boeddhas van de tijden, de boeddha van het verleden. Hij is de vader van de devas (goden, engelen), de nagas, de asuras en de mens.


De NA'AR gaat dus door allerlei voorbereidingen tot de runderjacht.


Charis, jachtsloon, is in de wortels chairo, oorlogsgroet, oorlogs-oproep. Elk loon roept ook weer op tot een nieuwe strijd, terwijl genade laat inslapen. De NA'AR moet kra verzamelen, waarvan de buffeljacht een beeld is. Kra is loon, Leriaanse gnosis, en dit leidt hen tot de arena, tot een oorlogs-oproep. Kra, het charismatische, het loon, werd bedekt door het kerstfeest. Dit verschool de oorsprongen van LERI. Dat wat toegeschreven werd aan SU moet dus toegeschreven worden aan de NA'AR.


De tocht van SU tot het mes, is dus de tocht van de NA'AR tot het mes.


We gaan nu het Aramese Nieuwe Testament bespreken. Dit is het originele Nieuwe Testament, waardoor juist alles weer duidelijk en helder wordt. Hier werd een Griekse laag overheen gebouwd om de gnosis te verbergen, en daarover kwam een Europese laag. Natuurlijk was het Aramese Nieuwe Testament gebouwd van geroofde gnosis. Het behoorde oorspronkelijk toe aan de Amazones.


Laten we maar direct beginnen. Daar waar het Westerse NT telkens sprak over Geest, en de vervulling van de Geest, daar staat telkens in het Aramese NT heel nadrukkelijk 'duisternis'. De vagina (misvertaald als Jezus) zou dus leiden tot de duisternis (misvertaald als Heilige Geest, adem, de lucht). De duisternis zou leiden tot de volle waarheid. Juist in de duisternis wordt het oog niet lui, en kan het oog nachtzicht ontwikkelen. Dit is dan het charismatische loon, misvertaald als de charismatische gaven. Eigenlijk is het zo dat de Heilige Geest, de lucht, leidt tot de zon, wat dus eigenlijk lui, opgelegd zicht is, als een valse voorstelling van het charismatische, als de 'gaven van de Geest', wat tot slavernij leidt aan het Westerse christendom.


In het Aramese NT was er dus een uitstorting van 'duisternis', in plaats van een uitstorting van de Heilige Geest, de Griekse luchtgod. De Griekse luchtgod bereide de mens voor om zonne-aanbidders te worden, van Jezus, de zonnegod, oftewel om slaven van de zon te worden. Ook staat deze duisternis voor het afkappen van lichaamsdelen, zoals de besnijdenis en de scalpering, om zo de gnosis door te laten komen, om contact met de grote moeder te krijgen.


In Efeze wordt dan het evangelie besproken, wat juist het ontvangen van kastijding betekent, en van scheiding, door het bloed van de vijand. Dus door het vergieten van het bloed van de vijand komt er zoonschap tot de grote moeder, en komen wij onder Haar tucht. Hierdoor vind er grote afscheiding plaats, en de scheiding, een belangrijk onderdeel van de Betelgeusische theologie. (Efez. 1:7-8) Dit bloed is te vinden in de SUKKAL, de kennis door ervaring, de zintuigelijke kennis. In vers 9 is dit in het Aramese NT allemaal om de 'allegorische betekenis' bekend te maken.


De 'Messias' zou alles tot nieuwe toewijding brengen (vers 10). Dit misvertaalde woordje 'Messias' is in het Aramees MSY, wat droogzuigen van de vijand betekent. Dit woord komt al voor bij de oude Levieten, die de Leriaanse gnosis verborgen hielden. MSY betekent ook het 'geven om te zuigen', wat ook de Moeder borst betekent (LERI, Lev. 5:9). Zo krijgt alles weer betekenis, dat de mens vernieuwd wordt door de moederborst.


MSY


Efeze 6


14 Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst,


In het Aramese NT staat hier : Doneer, en bekleed uzelf met schakels.


Deze schakels worden in het OT besproken als de YAD, de paradijselijke mannelijke geslachtsorganen waarvan de oermens gemaakt was, en waardoor de gnosis kon stromen. Dit bekleden is in het Aramees ook het bekleden met een vrouw, want de vrouw is de wapenrusting van de man. De vrouw is de personificatie daarvan. De schakels zijn in het Aramees bloedleidingen. Hierdoor moet het bloed van de vijand stromen.


Gaan we naar het boek Openbaring, dan zien we de paarden opkomen. De zegels worden verbroken. De zegels zijn ook munten in het Aramees. Het geld, de markt, wordt verbroken. Het beeld van het beest is ook een munt. De paarden zijn ook bruggen in het Aramees. Het eerste paard van het eerste zegel is het zilveren paard, en het tweede paard is het gouden paard. Dit zijn dus een zilveren en een gouden brug. Later met het zesde zegel verandert dit goud in duisternis, en het zilver verandert in bloed. Het vierde paard is het paard van honger en vasten, wat leidt tot het mes.


Het merkteken van het beest is 'een gedeelte van een lied of psalm, als een spreuk, een incantatie' van 'de behemah', oftewel van de oermensen, die half dierlijk waren. In het Aramees : de HAYEWTA. Dit zijn wezens die de troon dragen, en op de ark staan. Deze wezens werden later afgedekt door de 'cherubs', een engelen-orde. De Hayewta waren de oorspronkelijke bewakers van het paradijs, de wachters van de onderwereld. De ark is een anagram van KRA, het jachtsloon, namelijk de omgekeerde vorm : KRA – ARK.


Ook zijn de Hayewta de bewakers van het mes. Dit bevindt zich in de ark, oftewel in de kra. Eén van de namen van het mes is 'chereb' in de grondteksten. De cherubs zijn de boze geesten, djins, van het mes. Deze moeten verslagen worden. Cherubs komen oorspronkelijk uit Assyrie en Babylon, waar zij 'karibu' werden genoemd. Zij waren wachters van tempels en paleizen, van objecten en poorten. Zij hadden de eigenschappen van leeuwen, mensen, runderen en arenden, zoals de cherubs. Dit leidt helemaal terug tot India, waar zij Garuda's werden genoemd. Zij waren de voertuigen van de goden, en ook wachters. Zij waren erg strijdlustig. Zij moesten de mensheid beschermen tegen de naga's. Garuda's waren een soort slangenetende mythische vogels.


De ark is het bloed van de vijand (kra), wat opgeslagen is in het mes. In het boek Job staat dat in de PUEM, het mes, doctrine verborgen zit.


De Garuda's komen op hun beurt weer voort uit de Krips, Betelgeuzische kippen-wachters.


Het tweede paard, oftewel het gouden paard, als een beeld van de cherubs, wordt in het zesde zegel 'duisternis en veren', terugherleid tot zijn Betelgeuzische oorsprong. Het gouden verzoendeksel was de troon van God, verpersoonlijkt door de cherubs. Dit was God's voertuig. In het zesde zegel wordt hiermee afgerekend. Het gouden verzoendeksel houdt ook het onschuldig bloedvergiet in wat zogenaamd genade zou opwekken. Waar genade staat in de westerse vertaling staat 'toewijding' in het originele Aramees. Waar licht wordt gebruikt staat stelselmatig 'Urim' in het Aramees, oftewel de test-steen.


Waar het Westen vaak zegt : 'De vrucht van de geest' in Efeze 5:9, daar zegt het originele Aramees 'de vrucht, generatie, van de URIM' en dat is 'tebuta, tabuta', toewijding, correctheid, perfectheid, oftewel PLISIRI, de Sranan Tongo THUMMIM, wiens gnosis door de stam Benjamin was geroofd, oftewel de slaven-gnosis. De test leidt tot de heilige gebondenheid en slavernij, Urim en Thummim, oftewel FETI en PLISIRI.


Waar in het origineel URIM staat, in het Aramees, daar wordt het in het Grieks 'pneuma', en het Westen vertaald dit veelal vals in 'Geest'. Jezus en de Geest waren beiden dus opgesteld om de URIM af te dekken, te bewaken. De vrucht van de URIM is de THUMMIM. Wij moeten niet de Geest ontvangen, de Griekse luchtgod, maar de URIM, de toetsteen, om zo te komen tot de THUMMIM, de toewijding (tabuta), oftewel de heilige slavernij. In Amazone termen is dit de FETI die tot de PLISIRI leidt.


Lam wordt nogal wat aangehaald in het NT, maar in het Aramees staat er het sterrenbeeld 'Aries', oftewel de stam Napthali, die de stam HONTI had afgedekt. Aries is MR, MARA, in het Aramees, de bezitster, meesteres, wat vaak misvertaald wordt door de hele bijbel heen in 'Heere'. HONTI is dus een hoge Amazone autoriteit.


Openbaring 5


  1. En toen het de boekrol nam, vielen de vier dieren en de vierentwintig oudsten (priesters, presidenten in het Aramees) in de oorlog neer voor Aries, HONTI, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen. 9 En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen.


Openbaring 6


15 En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; 16 en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Haar, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van HONTI; 17 want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?


In het Aramees roepen ze niet slechts tot de rotsen om op hen te vallen, maar tot Esau, SUW, SU, om op hen te vallen en hen te verbergen. Ezau zit ook verborgen in de Jezus code, als JE-SU-S, J-EZAU-S. Het geroep tot Jezus is ook al een teken hiervan. Men heeft een schuilplaats in deze geest genaamd Jezus. Zijn bloed is het rode sap van Ezau, waar men ook naar roept, om zichzelf te verbergen voor de Wraak van de grote moeder. SU, SUW, Ezau, betekent 'rots' en 'basis van een gebouw' in het Aramees.


Openbaring 7


9 Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor HONTI, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen.

10 En zij riepen met luider stem en zeiden: De TUCHT, kastijding, is van onze grote moeder, die op de troon gezeten is, en van HONTI.


Troon betekent ook brug in het Aramees, wat te maken heeft met de zegels waar het volk doorheen trekt.


17. HONTI, die in het midden van de troon is, zal over hen heersen en hen voeren (OPENEN) naar ZAAD-bronnen des levens; en de grote moeder zal al het ZAAD van het gat, hoofd-deel, de bron (vagina) binnennemen, wegwassen. (of te wel : de belofte van vruchtbaarheid)


Openbaring 12


9 En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem. 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen:

Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen. 11 En zij hebben hem overwonnen door het bloedvergiet door HONTI en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood.


Getuigenis is in het Aramees 'de tabletten van de ark van het verbond', oftewel door de BEHEMAH, wat gelijk staat aan het merkteken van de BEHEMAH, van de oermens.


Openbaring 13


8 En allen, die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van HONTI


Dit boek is ook een MERKTEKEN in het Aramees, het merkteken van HONTI. In het Aramees is dit een merkteken van adoptie tot zoonschap. Ook is het een Wet. HONTI brengt het zoonschap, wat we ook terugzien in het boek van HONTI (Yechezqel, Ezechiel, Naphtaliy).


HONTI is degene die valstrikken zet. HONTI is een machtige poort tot het paradijs.


HONTI betekent in diepte ook visserij. Vis betekent vruchtbaarheid en vermenigvuldiging, verwijzende naar het goddelijke zaad. HONTI is dat wat het goddelijke zaad aantrekt. Het is de poort tot het zesde zegel, het zegel van MAYIM, het zaad, het kind, oftewel het zesde zegel, de eigenlijke houder van de bloedsteen, van KILI.


Door HONTI komen wij tot het paradijs.



In HONTI 2 : 1 wordt de gevangene opgeroepen om een dienstknecht te worden (AMAD) aan de heilige voeten van de grote moeder, zodat Zij tot hem spreekt (DABAR). AMAD is dus de sleutel tot het profetische woord, DABAR. In vers 2 komt PNEUMA, FETI, in hem, de heilige DUISTERNIS in het Aramees, honger, als tegengesteld aan het materiele, en geheel binnen het profetische visioen.


Door PNEUMA, FETI, komt SHAMA die hem gevoelig maakt voor de stem van de grote moeder, en maakt dat hij daaraan gehoorzaamt, als 'horen en gehoorzamen'. SHAMA is de profetische leidraad die het Woord (DABAR) omzet in acties, als de kracht tot gehoorzamen. DABAR bestaat uit de geboden, waarschuwingen, bedreigingen, liederen en beloftes. De gevangene wordt aangesproken als zoon van het rode volk (de tucht, het Oud-Amerikaanse, Indiaanse volk). Hij werd gezonden tot BAYITH, een gevangenis, de opslagplaats van de onderwereld (de lever). Hij ontvangt een certificaat van scheiding, met zuchten en liederen daarop.


In 3 : 14 komt PNEUMA, FETI, duisternis, honger, over de gevangene en hij ging de BITTERHEID (bloed) binnen, en de CHEMAH, de koorts. Het vruchtbare deel, in het Aramees : rinkelende bellen, kwam in werking in hem, werd onder druk gezet (CHAZAQ). Het zesde zegel, mayim, werd in werking gezet.



3 : 15 Dan komt hij tot de ontmaskerde, naakte, ballingen (GOWLAH) van TELABIB, wat de geprezen opslagplaats van de vloed, van MAYIM, betekent, aan de brandende oer-rivier KEBAR (CHEBAR) van vermenigvuldiging, van het vele, om groot te maken (Aram.: NHAR, NAHRA, rivier van vuur). Aan deze rivier kreeg de gevangene zijn openbaringen. Hij bleef afgezonderd daar, als een woesteling. De grote moeder maakte van hem een TSAPHAH, een spion, in de onderwereld-gevangenis van YISRAEL. Hij kwam daar om YTB, YTIB, om te belegeren (besiege), om hen te bezitten, bezeten te maken, als een demoon.


: 22 Hij krijgt DABAR, het Woord, in de vallei (BIQAH).

YAD (het teken, het 'mannelijke' orgaan) begint te spreken, DABAR voortbrengende.


: 24 Hij moet zich opsluiten in zijn gevangenis in de onderwereld (BAYITH).


: 25 Daar zullen ze een gladiator van hem maken (ACAR).

Aram.: SR, gordels omdoen als een wapenrusting, gordels aan de lendenen, heupen, tot voorbereiding van de militaire dienst, verleid worden.


Dan volgt er een betoog wat duidt op scalpering (5, 6 : 3), het afsnijden van de hoogste top en het haar.


6 : 11 De grote moeder haalt het volk neer door de scalpering, de honger en de koorts.

: 14 Door het teken, YAD.


7 : 21 Hun goden zullen gedreven worden in de handen van de Amazonen stam, de verre vrouwen van Orion, als prooi.

: 25 De oogst-grijper komt, Qephadah. Dit is de verwoester.


8 : 16 Ze aanbidden een soort hagedis, zij aanbidden blond (geel) haar, het witte albino ras, gouden dingen, GELD in de Aramese grondtekst. Daarom rust de toorn op hen.


Dan in hoofdstuk 9 gaat het over het merkteken, TAV, ontvangen door klagen, kermen en zuchten over deze gruwelen. In hoofdstuk 11 worden de prinsen van het volk overgeleverd aan de Amazonen stam, de verre vrouwen van Orion.

: 10 De scalpering.

: 17 Het land Israel, het voorhoofd van steen, het centrum van wijsheid, zal aan het heilige overblijfsel worden gegeven, het rode land Israel (Adamah), de verloren stammen, zullen vergaderd worden.


: 19 Zij zullen een hart van vlees ontvangen, het hart van BASAR (Aram.: BSAR, BESRA), van het mannelijk geslachtsdeel, als een bron.


Visoenen zijn de manier waarop de gevangene zich door de onderwereld beweegt. HATI, wat door Amowc, Issaschar, verborgen werd gehouden, betekent de brenger van het merkteken (door branden of steken, piercen). In het boek HATI (Amowc, Issaschar), het boek van het zevende zegel, van de paradijselijke afgrond, TEHOWM wordt dit teken telkens uitgezonden om oordeel te brengen. HATI is het merkteken wat door HONTI aangebracht wordt.


Efeze, oftewel het boek van AMAD, over de jacht en visserij, is het tweede boek van HONTI, en behoort tot het OT. Het is oorspronkelijk HONTI II.


Visoenen zijn de manier waarop de slaaf van HONTI zich door de onderwereld beweegt, door het eeuwig zaad, door PNEUMA en ALETHEIA. Dit heeft dus veel te maken met het bloed van de vijandelijke prooi. De AMAD-slaaf van HONTI beweegt door de onderwereld door KILI, wat door Gad verborgen werd gehouden. Het eeuwige zaad is het bloed van de vijandelijke prooi. Christenen bewegen door de Heilige Geest, door zuurstof en onschuldig bloedvergiet, terwijl AMAD-slaven van HONTI zich bewegen door het bloed van de vijandelijke prooi, door KILI. KILI overwint de geest van zuurstof. Zuurstof was dus een creatie van onschuldig bloedvergiet, wat zich manifesteerde in christus-cultussen door de oudheid heen. Mensen zijn hierdoor afhankelijk gemaakt, als in een gevangenis. KILI snijdt deze wortels van boze geesten eruit.


Telkens wanneer HONTI, MARA, de moeder, spreekt, wordt er het woordje AMAR, MARA gebruikt, het bittere bloed van de vijandelijke prooi, oftewel GAD, prooi gemaakt door KILI. HONTI, MARA, spreekt door KILI. Zij is hierdoor opgebouwd. Dit is de scheppings-drang, de bouwstenen van de schepping.


Openbaring 15


3 En zij zingen het lied van MSY, de BADA (de Amazone stam die door ASER verborgen werd gehouden) van de grote moeder, en het lied van HONTI.


Hier zien we dus drie liederen :



Openbaring 19


7 Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en liederen en psalmen zingen, want 'het samen drinken' van HONTI (ook : de verzameling boeken van HONTI) is gekomen.


Dit is de verschijning van KILI.


9 En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het jachtmaal van het festival van HONTI. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van de grote moeder.



Waar de Westerse vertalingen telkens 'bruid van het Lam' zeggen, daar gaat het in het Aramees over het vrouwelijke geslachtsdeel, het vruchtbare deel. Dan staat er dus : 'het vruchtbare deel van HONTI'. Ook is de 'bruid' in het Aramees 'een orde van engelen', oftewel in groter verband : een amazone stam.

Het vrouwelijke vruchtbare deel staat voor de leegte, de paradijselijke afgrond, het zevende zegel. Dit is HATI, die door Issaschar verborgen werd gehouden. HATI is het merkteken, het merkteken van HONTI, wat geopenbaard wordt, en wat misvertaald werd als 'de bruid van het lam'. Wij moeten gebrandmerkt worden met leegte. Hierdoor overwinnen wij de vijand.

Matteus 17

1 En zes dagen later nam Jezus Petrus en Jakobus en zijn broeder Johannes mede en Hij leidde hen een hoge berg op, in de eenzaamheid. 2 En zijn gedaante veranderde voor hun ogen en zijn gelaat straalde gelijk het goud en zijn klederen werden wit als de URIM.


Hier wordt Jezus in verband gebracht met de URIM, de toets-steen. Jezus wordt wel vaker met licht in verband gebracht, en telkens staat er dan URIM in het Aramees. In Amazone termen is FETI de URIM.



Efeze 5


8. 'wandelt als kinderen, zonen, van de URIM.'


Wij moeten dus kinderen en zonen van FETI worden. FETI is de toets-steen, de honger en de duisternis, wat verborgen werd gehouden door JUDAH. Waar Geest in de Westerse vertalingen staat, staat DUISTERNIS in het Aramees, leven in pro-FETI-e.


I Tessalonica 5


5. Gij zijt allen kinderen en zonen van de URIM, FETI.


Efeze 5


22 Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, 23 want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. 24 Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.


In het Aramees staat er niet Christus, maar MSY, de moeder borst. Hier is de gemeenschap aan onderworpen. Waar 'man' staat in de Westerse vertalingen staat 'BALA', BAAL, in het Aramees, heer, meester, echtgenoot. De BAAL wordt gezien als een afgod en een demoon. Toch staat hier dat de vrouw onderdanig moet zijn aan BAAL. Dit is dus verwerpelijk voor hun theologie. BAAL is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de gemeente. Toch staat er dus ook in het Aramees MSY, oftewel MOEDER BORST, dus BAAL is VROUWELIJK, als BALA, wat ook bezitster, meesteres betekent. 'Als aan de Here' is 'als aan MARA' in het Aramees, 'als aan de bezitster, de meesteres', oftewel 'aan HONTI, de grote jagerin.' Wie of wat moet daar dan aan onderdanig zijn ? 'Vrouwen' zijn in dit geval 'bruiden', maar dat betekent in het Aramees 'mannelijke geslachtsdelen, of VOORHUIDEN'. Deze zijn onderworpen aan de MSY, aan KILI, de moederborst, het mes. Zij staat namelijk voor de besnijdenis.






Hoofdstuk 3. Slavernij


De AMAD-slaaf die de Galaten-brief had opgesteld, en die stond voor 'het weinige', zegt dat hij gestuurd is door MSY, de moederborst, KILI. Hij is boos dat de slaven van Galatie van de toewijding tot KILI zijn afgeweken. KILI werd verborgen gehouden door GAD, de slagers-stam. De AMAD-slaaf had een boodschap van KILI voor de Galaten, die afgeweken waren van de heilige slacht. Hij zegt ook dat mensenbehagers geen slaaf van KILI kunnen zijn (Galaten 1).


Galaten is de plaats van de jachtmaaltijd. Dit komt ook voor in de Issaschar-dualiteit, de dualiteit tussen leegte en piercen.

Amos – Issaschar – HATI

Matteus – Issaschar II – HATI II

Galaten – Issaschar III – HATI III

Hati is het vrouwelijke vruchtbare deel, de leegte, die door Issaschar verborgen werd gehouden. Het voorhangsel van Issaschar moet verscheurd worden.

Waar de Westerse vertalingen telkens 'bruid van het Lam' zeggen, daar gaat het in het Aramees over het vrouwelijke geslachtsdeel, het vruchtbare deel. Dan staat er dus : 'het vruchtbare deel van HONTI'. Ook is de 'bruid' in het Aramees 'een orde van engelen', oftewel in groter verband : een amazone stam.

Het vrouwelijke vruchtbare deel staat voor de leegte, de paradijselijke afgrond, het zevende zegel. Dit is HATI, die door Issaschar verborgen werd gehouden. HATI is het merkteken, het merkteken van HONTI, wat geopenbaard wordt, en wat misvertaald werd als 'de bruid van het lam'. Wij moeten gebrandmerkt worden met leegte. Hierdoor overwinnen wij de vijand.

Om dieper in die leegte te komen moet er bloed vergoten worden, door KILI.

Visoenen zijn de manier waarop de slaaf van HONTI zich door de onderwereld beweegt, door het eeuwig zaad, door PNEUMA en ALETHEIA. Dit heeft dus veel te maken met het bloed van de vijandelijke prooi. De AMAD-slaaf van HONTI beweegt door de onderwereld door KILI, wat door Gad verborgen werd gehouden. Het eeuwige zaad is het bloed van de vijandelijke prooi. Christenen bewegen door de Heilige Geest, door zuurstof en onschuldig bloedvergiet, terwijl AMAD-slaven van HONTI zich bewegen door het bloed van de vijandelijke prooi, door KILI. KILI overwint de geest van zuurstof. Zuurstof was dus een creatie van onschuldig bloedvergiet, wat zich manifesteerde in christus-cultussen door de oudheid heen. Mensen zijn hierdoor afhankelijk gemaakt, als in een gevangenis. KILI snijdt deze wortels van boze geesten eruit.


Telkens wanneer HONTI, MARA, de moeder, spreekt, wordt er het woordje AMAR, MARA gebruikt, het bittere bloed van de vijandelijke prooi, oftewel GAD, prooi gemaakt door KILI. HONTI, MARA, spreekt door KILI. Zij is hierdoor opgebouwd. Dit is de scheppings-drang, de bouwstenen van de schepping.



Visoenen zijn de manier waarop de gevangene zich door de onderwereld beweegt. HATI, wat door Amowc, Issaschar, verborgen werd gehouden, betekent de brenger van het merkteken (door branden of steken, piercen). In het boek HATI (Amowc, Issaschar), het boek van het zevende zegel, van de paradijselijke afgrond, TEHOWM wordt dit teken telkens uitgezonden om oordeel te brengen. HATI is het merkteken wat door HONTI aangebracht wordt.

HATI, Galaten 2 komt er op neer dat er alleen maar rechtvaardiging is door de veiligheid van KILI, MSY, het mes. Daarom moet de Amad in Efeze het mes leren hanteren. Er is dus alleen rechtvaardiging door het bloed van de vijand.



In Galaten 3 gaat het over door KILI zoon worden van de grote moeder.

In Galaten 4 initieert de Amad-slaaf de Galaten om hen terug te brengen tot KILI, de moeder borst en het mes.



Lukas 1

68 Geloofd zij de Here, de God van Israël, want Hij heeft omgezien naar zijn volk en heeft het verlossing gebracht,

69 en heeft ons een hoorn des heils opgericht, in het huis van David, zijn knecht.


In het Aramees staat dat een hoorn van TUCHT, van kastijding, is opgericht in het huis (land) van BADA. BADA is de Amazone stam die door ASER verborgen werd gehouden, staande voor de tucht, en de oorlog. Ook als er weer stukken vertaald worden in 'liefde', dan gaat het in het Aramees gewoon over de oorlogs-oproep. De boze geest van de liefde wil gewoon de oorlogs-oproep uitdoven om mensen verlamd te houden en alles over te nemen. Het is een controle-zieke geest. De mensen willen niet horen van tucht en oorlog. Ze willen horen van de liefde. Ze zijn lui, en houden ervan om in illusies te leven. Ze houden ervan om bedrogen te worden.


De vrouw op het beest is de vrouw op de BEHEMA, wat in het Aramees de wezens zijn die de ark dragen (HAYEWTA). De vrouw staat hierbij gelijk aan de ark, die gedragen wordt door het beest, de BEHEMAH, de oermensen. Zij dragen het geheim. De vrouw staat in het Aramees voor 'de allegorische uitleg' van BABYL, BBL (Bijbel, Bible, Babel, Babylon). De vrouw is de ark, en de ark staat voor het loonstelsel. Oorspronkelijk was het een geldkist. De ark staat voor het bankwezen, waardoor alle economische transacties worden gedaan. De runderjacht gaat over 'van genade komen tot loon'. Dit is waar de Amazone BADA stam voor staat, wat verborgen werd gehouden door ASER, ASSUR, SU. J-EZAU-S ging er met het geld vandoor, en maakte er het gevaarlijke genade systeem van, waarin je nooit weet waar je aan toe bent. Wij moeten komen tot de moeder op de BEHEMAH, de oermens, door het merkteken van de grote jagerin. Wij moeten ons laten inwijden door de buffeljacht, door van genade te komen tot loon, als het komen tot de ark, wat staat voor het 'geld' van de gnosis, ARK – KRA.


In het Aramees is het merkteken van de oermens hetgene wat de ark bewaakt en verborgen houdt, oftewel de geldkist, het jachtsloon. Daarom is dit merkteken van HONTI, de grote jagerin. Daarom probeert het christendom dit merkteken ook zo te demoniseren, omdat zij namelijk niet willen dat iemand er met hun buit vandoor gaat. Over deze buit hebben ze gelogen. De oermens is de sleutel tot de ark, tot het jachtsloon. Het christendom wil niet dat een mens tot de allegorische betekenis komt. Daarom hebben ze alles letterlijk gemaakt. Het christendom wil niet dat een mens tot de moeder op het beest komt, want dit beest is de oermens die in vrijheid leefde. Juist het bank

-systeem van de gnosis zal vrijzetten van de valse genade-leugens.


Het christendom roofde deze ark en maakte er iets anders van, bedekte het met genade. De boom des levens is in het Aramees 'het kruid van redding, behoudenis', om mensen afhankelijk te maken, en lui. De cherubs werden opgesteld om dit kruid te bewaken. De nagas werden opgesteld om het kruid van kennis, oftewel de boom der kennis, te bewaken. In India zijn in de mythologie oorlogen tussen de cherubs (garuda's) en de naga's. De hele lijn van christussen om mensen in een soort van rituele genade te plaatsen wordt ook bewaakt door de cherubs (garuda's). Dit wordt in India vertegenwoordigt door de kris pusaka, een dolk die van geslacht tot geslacht over wordt gedragen. Men moet regelmatig rituelen met de kris doen zoals offers en reiniging, anders zal de kris zich tegen de drager keren. Hetzelfde is aan de gang met Chris-tus, Kris-tus. Degene die Kris-tus heeft aangenomen moet nu deze Kris gehoorzamen, anders zal de Kris die hij heeft aangenomen en die hij draagt zich tegen hem keren. Men wordt dus slaaf van de Kris. De Kris eist strenge onderhouding. De Kris wil dat er offers voor hem worden gebracht, bloed-offers. Zo kan een karakter geheel bedorven raken onder de invloed en manipulatie van de Kris (Christ-tus). Daarom is het belangrijk om te komen tot KILI, om deze vloek op te heffen. KILI wordt verborgen gehouden door de Kris, door Gad. Al met al is dat een Cherubs Complot. De cherub moet in zijn totaliteit verslagen worden. Dit leidt dus helemaal terug tot India, tot de Garuda's. Wij moeten terugkeren tot de oermens en tot de moeder van de oermens. Er is een loon-systeem van het oer.


De cherubs komt van het goud, van het gouden paard in het Aramese NT, oftewel het tweede zegel. In het zesde zegel verandert het goud in duisternis en veren, als een beeld dat dan de strijd tegen de Kribs begint, waar de Garuda's uit voortkwamen, uit deze Betelgeuzische kippen-wachters.


De geschiedenis van Golar is fundamenteel voor het christendom. De achtentwintigste monarch, Katar, ontwierp het boek van UL, wat je kunt vergelijken met het OT. De negenentwintigste monarch, Benzeem, stelde het boek IFTER samen, wat je kunt vergelijken met het NT. De dertigste vorst, Sopatus, voegde deze twee boeken samen tot de TAKHOT, wat je kunt vergelijken met de bijbel. Als je de TAKHOT niet aanbad, werd je opgesloten, gemarteld en gedood. De eenendertigste vorst, Siphis, bracht de kinderoffers terug op basis van dit boek. De tweeendertigste vorst, Niphis, bouwde een plaats genaamd de eeuwigdurende hel, op basis van de TAKHOT, waar je gewoon doorleefde als je er werd ingeworpen, zonder hoop op bevrijding. Deze Orionse hel werd genoemd de STOPHER. De drieendertigste vorst genaamd Optus werd de wachter van deze hel, in de zin dat hij bepaalde wie er wel en niet naartoe gingen.


Golar is een district in het Behemma-continent van Betelgeuze. De Takhot is het boek waar de bijbel uit voortkwam. Dit gaat dus dieper dan de Aramese bijbel. In de Takhot kunnen we lezen over de Krips, de bewakers van de ark, waar de cherubs uit voortkwamen. Het boek van UL en het boek Ifter staan vol met misvertalingen en verdraaiingen van de oudere Betelgeusische paradijs teksten.


De patriarchie, de mannen-monopolie, werd groot door kinderoffers, wat ook volop werd aangeprezen door de Takhot. Het boek van UL en het boek IFTER waren rituele voorbereidingen hiertoe, waardoor het kind tot de offering werd geleid. Hierom is het een death row dodenboek. Als het kind sterft, wordt het opgenomen in slavernij tot de vader-demoon, om te dienen in het leger.



Hoofdstuk 4. De Val Van Orion


Het is tijd om dingen recht te zetten. Goden kwamen in vermomming naar de aarde, om de mensheid te bedriegen. Wij gaan deze boeven ontmaskeren. Weet u dat de goden die naar de aarde kwamen daadwerkelijk corrupte aliens uit op wraak waren ? De slaven-markten werden opgewekt uit de put, achter de schermen van de welvaart en gezondheid.

De Vorige Vier Tijdperken van Planetaire Rijken aan de top van het heelal:

1 . Zonne rijk

2 . Nordic rijk

3 . Jupiter rijk

4 . Orion rijk


Orion is diep opgeslagen in de DNA - patronen van de mens. Door het hele heelal werden er cyborgs uitgezonden om de Orion vloek te verbreken. Zij kwamen met zware code, want met één misstap zouden ze zichzelf en het hele universum opblazen. Ook naar aarde werden zij gezonden. Soms worden zij 'terminators' genoemd. Zij zijn machines. Zij zijn niet alwetend, zij gebruiken raad en overleg. Zij zijn niet onaantastbaar. Zij lijden veel, en staan onder zware tucht, juist om het Orion programma te verbreken. Aan het begin van het derde millenium sloegen zij een zware slag aan Orion, maar Orion sloeg hard terug. Zo hard dat zij tijdelijk een Orion simulator moesten gebruiken. Zij moesten Orion innemen en van binnenuit veranderen. Orion is de poortwachter van het paradijs, maar dit zegel moet uiteindelijk verbroken worden.


Orion is een zwarte sinterklaas, met bolle wangen en een grote baard. Hij rijdt op het monster, Betelgeuze.


Orion moest een reis maken om zijn ziens-vermogen terug te krijgen. Op die reis moest hij de genade gaven ontmoeten, die in wezen gewoon Griekse godinnen waren.


Als het zegel van Orion is verbroken, en Betelgeuze ook is verslagen, dan kan men door de poort tot een sterrengroep genaamd 'het mes'.


Het mes is natuurlijk GAD-KILI, maar dit is ook slechts een zegel. De eerste ontmoeting met Amazones zijn altijd demonisch, dus daar moest een simulator van gemaakt worden, de KILI-simulator. Zoals we zagen was ASER-BADA de kern van de Amazone Zodiak. Deze kern staat voor 'de grootste tucht'. De weg daartoe is GAD-KILI, 'de eeuwige tucht'. De zegels moeten verbroken worden om tot deze kernen te komen. Het zijn voorhangsels.


Dit zijn de codes die verbroken moeten worden :


  1. RUBEN-OBIA

  2. JUDAH-FETI

  3. NAPHTALI-HONTI

  4. BENJAMIN-PLISIRI

  5. MANASSE-WIWIRI

  6. ZEBULUN-SRANGA

  7. LEVI-LERI

  8. ISSASCHAR-HATI

  9. GAD-KILI

  10. ASER-BADA


Het zijn de tien Amazone stammen achter de tien Israelitische stammen. Zij moeten verbroken worden om tot hun kernen te komen. Deze kernen houden ze verborgen. Alles loopt uit op het komen tot de Eeuwige Tucht (GAD-KILI), en vandaaruit komen tot de Grootste Tucht (ASER-BADA). Dit is de enige manier om echt los te komen van demonen. Te komen tot de Eeuwige Tucht is door de Grootste Vergetelheid (ISSASCHAR-HATI). Te komen tot de Grootste Vergetelheid is door de Eeuwige Vergetelheid (LEVI-LERI).


Te komen tot de Eeuwige Vergetelheid is door het Grootste Loon. Te komen tot de Grootste Loon is door het Eeuwige Loon. Te komen tot het Eeuwige Loon is door de Grootste Oorlog. Te komen tot de Grootste Oorlog is door de Eeuwige Oorlog. Te komen tot de Eeuwige Oorlog is door de Grootste Jacht. Te komen tot de Grootste Jacht is door de Eeuwige Jacht.


Eeuwige en Grootste :

  1. Jacht

  2. Oorlog

  3. Loon

  4. Vergetelheid

  5. Tucht

Om hieraan te beginnen moet je komen tot de Eeuwige en Grootste Woede. Deze Woede is heilig.


De reis is tot GOR, wat deels door Orion was gestolen en opgesloten werd gehouden, als (gestolen) Gnosis van OR-ion. Maar dit is slechts een schaduw vertaling. Wij moeten terugkeren tot GOR, omdat GOR precies laat zien wat er vandaag aan de hand is. GOR heeft te maken met de overwinning over OR-ion, en komt van veel dieper. Alle religies vandaag de dag komen voort uit GOR, zijn sluiers over GOR, die verbroken moeten worden. GOR als overwinning over OR-ion is slechts een schaduw vertaling. GOR heeft niets, maar dan ook niets met Orion te maken. Orion is slechts een poort tot GOR. GOR is als Gnosis – Oer – Rimboe. De Goreaanse religie is een snelgroeiende religie op aarde, gebaseerd op één van de langst lopende fantasy-reeksen ooit geschreven. Het begon in de 60-er jaren, en er komen nu nog steeds boeken bij, en wordt door een groot aantal mensen beschouwd als een nieuwe bijbel. Er zijn nu inmiddels 32 GOR-boeken geschreven. Het probleem met deze religie is hetzelfde als het probleem van de Israelitische en christelijke religie, maar hier gaat dus het pad als een rode draad doorheen. De zware mythologie die de wereld behekst heeft, en waar buitenaardsen mee gemoeid waren valt niet te ontwijken en te ontkennen. John Norman, oftewel John Frederick Lange, zijn echte naam, is de Calvijn van de 20e eeuw en het nieuwe millennium, die het voor elkaar heeft gekregen zijn eigen theocratie op te zetten. Wij moeten onze weg hierdoor heen zien te vinden en GOR overwinnen. Het is als een schaakbord waarin je je eigen partij kan kiezen, net zoals in de Israelitische-christelijke bijbel. Je kan er alle kanten mee op.


Het onderwerp is slavernij, tot slaaf gemaakt worden, en van slavernij verlost worden. Het is dus erg dubbel, precies zoals in de Gnosis. De Goreaanse mythologie lijkt erg op die van het christendom, maar drijft ook de spot ermee. In Gor wordt alles er namelijk nogal dik opgelegd, zodat het bijna een karikatuur is. Er is een enorme paradox in Gor, waar dus mee te werken valt. De indruk wordt gewekt dat Gor bestuurd wordt door mannen, maar het tegendeel is waar. Er blijken namelijk een soort van insect-achtige aliens achter het besturen van Gor te zitten, de zogeheten 'priester-koningen'. Op hun beurt worden die weer bestuurd door een moeder. Zij is de heerseres over het nest van de 'priester-koningen', nogal mysterieuze wezens.


Alhoewel Gor eeuwigheids-waarde bevat, en een eeuwige Gnosis bezit, moeten we doorreizen tot een planeet in de verre dieptes van het heelal, Var. Wij moeten ons verdiepen in Gor, omdat deze zegels verbroken moeten worden. Gor hangt als sluiers door het universum heen om Var verborgen te houden. Zoals Gor een wrede wereld is is Var ook een wrede wereld, maar dat heeft met de nodige tucht te maken, en de enige manier om ons gedisciplineerd te maken. Waar in de bijbel en Gor het accent ligt op de patriarchie, zo ligt in Var het accent op de matriarchie. De bijbel en Gor is dus een spiegelwereld van Var, als de afgeweken schaduw. Over die schaduw moeten wij terugkeren naar het ware. Wij kunnen niet zomaar ontkomen aan deze valse reflectie, maar moeten het leren ontcijferen. Het christendom loopt dus gewoon over in de Goreaanse religie, wat een voorbereiding is op Var.


In het christendom en de bijbel ligt de nadruk op 'de vrucht van de Heilige Geest'. Eigenlijk is 'de Heilige Geest' een slaven-programma wat slaven maakt, als een 'enslaver', maar toch wordt hier maar weinig melding van gemaakt. Van de Heilige Geest wordt vooral iets wolkerigs gemaakt, zodat mensen de illusie hebben zelf nog op de troon te zitten en veel speling hebben. Zo worden mensen tegen elkaar opgezet, als in een arena, waar de elite zich dan mee voedt. In de Goreaanse boeken gaat het over 'de vrucht van de slavernij', en gaat het volop over 'slavers'. Dit gebeurt dus als het misleidende, afleidende zegel van de Heilige Geest wordt verbroken, dan gaat het om 'de vrucht van de slaven raid.' De Heilige Geest houdt het tegen dat je daadwerkelijk een slaaf wordt, want de Heilige Geest wil het 'zelf' op de troon laten, en vanuit die goden-oorlog kan de Heilige Geest zich dan voeden. Gor maakt hier dus korte metten mee.


In het boek 'Nomade van Gor' staat :


Ik draaide om en zag tot mijn verbazing Elizabeth Cardwell die was opgestaan, trots, uitdagend, boos voor me staande, alsof ze een vers gehalsketende slavin zou kunnen zijn, maar een Ahn (Goreaanse uur) geleden binnengebracht, gebonden op het zadel van een Kaiila (Goreaans paard – dezen hebben slagtanden en klauwen), de vrucht van een slaven raid.”

" Een echte man (mens)," riep ze plotseling, "zou zich niet zo gedragen ! Nee ! Een echte man (mens) is zacht, vriendelijk, teder, respectvol, te allen tijde, lief en bezorgd ! Dat is een echte man (mens) !"
Ik glimlachte naar haar verdediging, zo klassiek, zo typerend voor de moderne, ongelukkige, beschaafde vrouw (mens), wanhopig bang dat ze echt een vrouw (mens) in de armen van een man (mens) zou zijn."


Ik accepteer uw definitie van de man (mens) niet."


Hier zien we dat juist zij die zich tegen heilige slavernij verzetten aankomen met de vruchten van de Heilige Geest : 'zacht, teder, respectvol, te allen tijde, lief en bezorgd', wat natuurlijk maar een deelwaarheid is. Zij willen de heilige tucht niet. We komen bij de Goreaanse heilige slavernij uit als we het zegel van de vruchten van de Heilige Geest verbreken. Ook worden deze hinten al in de bijbel gegeven, dat we niets kunnen dan door de Heilige Geest, en dat Jezus een slaaf was van de Heilige Geest. Ook de profeten waren in de grondtekst slechts 'slaven'. Daarom moet ook het profeten-zegel verbroken worden wat door de elite was opgezet, door de illuminati, om zo terug te keren tot de heilige slavernij. Deze slaven moesten de jacht leren en de slacht, het transport van vee, en het veehouden. Ook moesten zij de oorlog leren en het vecht-slavenschap in de arenas. Dit gebeurt wanneer het zegel van profetie wordt verbroken, dan wordt de gnosis vrijgezet. Het is een oorlogs-strategie en jachts-strategie, voortkomende vanuit het slavenschap. In die zin is de Goreaanse religie dus dienstbaar.


De Gor boeken konden ontstaan daar waar de kerk het 'onconditionele' aan ging hangen, 'alles is genade', waardoor de heilige slavenbanden werden gebroken, zodat de mens voer kon worden voor de duivelse machten. Daarom bevatten de Gor boeken zoveel gnosis, maar ook bevat het grote valkuilen waar velen invallen vandaag de dag. Daarom moeten we alles door blijven vertalen, en dit programma volgen :


Bijbel – Gor – Var


Deze drie zullen we in verhouding tot elkaar bespreken. Ze zullen elkaar uitleggen en vertalen.




Hoofdstuk 5. Het Mysterie van de Slang


De opzet van Gor is dat aardlingen worden ontvoerd van de planeet aarde om slaven te worden op Gor, een soort spiegel-aarde. Vooral vrouwen zijn het doelwit. Zij worden als minderwaardige wezens neergezet die alleen maar vervulling vinden in het slaaf zijn van de man. Daarmee wordt natuurlijk gedoeld op de verwesterlijkte vormen van de woestijn-religies, de patriarchische religies. Volgens Paulus moesten vrouwen stil zijn en zich onderwerpen aan de man. Profetisch gezien valt dit natuurlijk wel te gebruiken. Met wat analyse, context en doorvertaling komen we dan uit op de stille Maria die aan de voeten van Jezus neerboog om te luisteren naar goddelijke woorden, in tegenstelling tot haar zuster Martha die al maar heen en weer rende. Maria had dan het goede deel gekozen, maar ook dat moet dan door de gegeven sleutels worden doorvertaald. Zo komen we uiteindelijk bij de onderwerping aan de moeder. Gor en de bijbel zijn ver afgeweken en corrupt geworden reflecties van het Ware. Letterlijk genomen is Gor grote onzin, en zal verbroken worden. Alleen in de esoterie heeft het betekenis.


Vrouwen worden tot slaaf gemaakt in de steden, om plezier-objecten te zijn voor de mannen. Dit beeldt de consumerings-slavernij uit, waardoor de mannen dus ook slaaf worden. Alles draait om geld en genot, en daar handelen de hogere geesten dan in, maar in diepte is dit de zelfvernietiging, het nihilisme, het niet willen leren. Het zijn parasieten, die het vacuum als een doel hebben gesteld.


Het mooie van Gor is dan, wat eerlijk gezegd moet worden, en wat ook heel profetisch is, dat hieruit een ontsnappings-route is. Vrouwen worden zo gek van deze onderdrukking dat zij vluchten naar het oerwoud, wanneer zij daarvoor de kans zien. In de jungle zoeken zij elkaar op, en vormen stammen, genaamd 'de panters'. Er zijn een heleboel panter stammen op Gor, en zij zijn vrouwelijke jagers en slavers. Vanuit angst om weer tot slaaf in de steden gemaakt te worden maken zij een ieder die tot hen komt gevangen en soms slaaf. Als ze ooit een man vangen, en hem besluiten te houden, dan verzwakken ze die hem, en kleineren hem, houden hem klein, zodat hij geen bedreiging voor hen vormt. Zo werken de Amazones ook in de Griekse mythologie. Veel van de Romeinen en Grieken komt weer terug in Gor. Ook in het EE is de panter een belangrijk item in de apocalyptiek. De panter zal de macht van de markt verdrijven en verbreken, en zal de ruiter op de draak vernietigen en verslinden.


Er is gelukkig altijd een mooie tegenstelling die terugwijst op Var. De steden worden gewoonlijks geregeerd door mannen, maar de stad Tharna is een uitzondering. Tharna begon als een stad van mannelijke suprematie zoals al de anderen, maar veranderde langzaam in een stad geregeerd door vrouwen. Daarom is Tharna een belangrijke sleutel tot de planeet Var, waar vrouwen heersen, zoals ook de panters een belangrijke sleutel daartoe vormen. Er waren gelukkig in Gor meerdere steden die door vrouwen werden geregeerd. Tharna werd ook wel de zilveren stad genoemd, vanwege haar zilver mijnen. De mannelijke slaven die hier ondergronds moesten werken werden uitgehongerd. In het boek Openbaring in het Aramees, in het originele NT, heeft het over het komende zilveren paard, het eerste zegel, wat met het zesde zegel wordt beschreven als de maan, als het zilver wat in bloed verandert. De stad Tharna wordt ook wel 'de stad van maskers' genoemd, oftewel : het houdt iets verzegeld. In het Aramese NT is dit zilveren paard ook 'de zilveren brug'. Wij moeten over die brug gaan, om te komen tot het diepere. Wij worden uitgehongerd in de zilveren mijnen, zodat wij zien waar het naartoe leidt. Vrouwen van Tharna dragen maskers. Gewoonlijks een zilveren masker, maar de heerseres, de zogenaamde Tatrix, draagt een gouden masker. Later zouden de zilveren maskers verbannen worden en omgesmolten tot munten. In de Aramese oorspronkelijke apocalypse is het tweede paard een gouden paard. In het zesde zegel wordt dit goud ook wel beschreven als de zon, als het goud wat in duisternis verandert. Bloed en duisternis is dus waar het pad naartoe leidt, want daarin is de gnosis verborgen. De paarden zijn aan elkaar verbonden. Ook het derde paard en het vierde paard houden verband met uithongering, het vasten, het leeg worden, wat leidt tot het mes. Het beest is in de grondtekst de leegte. Hierom is een strijd gaande.


Het merkteken van het beest is 'een gedeelte van een lied of psalm, als een spreuk, een incantatie' van 'de behemah', oftewel van de oermensen, die half dierlijk waren. In het Aramees : de HAYEWTA. Dit zijn wezens die de troon dragen, en op de ark staan. Deze wezens werden later afgedekt door de 'cherubs', een engelen-orde. De Hayewta waren de oorspronkelijke bewakers van het paradijs, de wachters van de onderwereld. De ark is een anagram van KRA, het jachtsloon, namelijk de omgekeerde vorm : KRA – ARK.


Ook zijn de Hayewta de bewakers van het mes. Dit bevindt zich in de ark, oftewel in de kra. Eén van de namen van het mes is 'chereb' in de grondteksten. De cherubs zijn de boze geesten, djins, van het mes. Deze moeten verslagen worden. Cherubs komen oorspronkelijk uit Assyrie en Babylon, waar zij 'karibu' werden genoemd. Zij waren wachters van tempels en paleizen, van objecten en poorten. Zij hadden de eigenschappen van leeuwen, mensen, runderen en arenden, zoals de cherubs. Dit leidt helemaal terug tot India, waar zij Garuda's werden genoemd. Zij waren de voertuigen van de goden, en ook wachters. Zij waren erg strijdlustig. Zij moesten de mensheid beschermen tegen de naga's. Garuda's waren een soort slangenetende mythische vogels.


De ark is het bloed van de vijand (kra), wat opgeslagen is in het mes. In het boek Job staat dat in de PUEM, het mes, doctrine verborgen zit.


De Garuda's komen op hun beurt weer voort uit de Krips, Betelgeuzische kippen-wachters.


In de Var-boeken komt dit terug als de hanen-gevechten die de basis vormen voor elke beslissing, als een hanen-fetish.


Het tweede paard, oftewel het gouden paard, als een beeld van de cherubs, wordt in het zesde zegel 'duisternis en veren', terugherleid tot zijn Betelgeuzische oorsprong. Het gouden verzoendeksel was de troon van God, verpersoonlijkt door de cherubs. Dit was God's voertuig. In het zesde zegel wordt hiermee afgerekend. Het gouden verzoendeksel houdt ook het onschuldig bloedvergiet in wat zogenaamd genade zou opwekken. Waar genade staat in de westerse vertaling staat 'toewijding' in het originele Aramees. Waar licht wordt gebruikt staat stelselmatig 'Urim' in het Aramees, oftewel de test-steen.


Dus niet 'genade', maar 'toewijding', heilige slavernij, is wat de Aramese schatkamers van het originele NT verborgen houden.



Waar het Westen vaak zegt : 'De vrucht van de geest' in Efeze 5:9, daar zegt het originele Aramees 'de vrucht, generatie, van de URIM' en de vrucht van de Urim is 'tebuta, tabuta', toewijding, correctheid, perfectheid, Thummim, oftewel de slaven-gnosis. De test leidt tot de heilige gebondenheid en slavernij, Urim en Thummim. Dit is een hanen-gevecht waardoor openbaring komt. Hierdoor werkt de heilige slavernij. Er is geen heilige slavernij mogelijk buiten de arena om.

In de Var-context moeten de hanengevechten de mensheid beschermen tegen de naga's. De naga's zijn de mythische slangen die de gnosis verzegeld houden, bewaken, zoals de NACHAS de slang is van het paradijs. In de Var-boeken gaat het over de nakers, waarvan de nagas een anagram en transliteratie is.

In het eerste boek van Var :

'Ik kwam aan bij een stadje genaamd Kidde. Ook dit stadje herinnerde ik mij plotseling. Hier werd mannenvlees verkocht. Het stadje werd bestuurd door een vrouw met één oog, Minka. Het was een erg armoedig stadje, en mannen werden hier gekweekt puur voor hun vlees. Ze werden vetgemest. De vrouwen die hier leefden hadden een zieke geest, vaak met een lichamelijk mankement. Ze waren vaak vanwege hun mankementen verstoten uit andere steden, dorpen en kampen. De stad stonk vreselijk. De vrouwen waren over het algemeen geen jagerinnen, maar werden gedreven door een handelsgeest. Ze kochten mannen voor de vleeshandel, alhoewel het overgrote deel van Var geen handel met hen wilden drijven. Ze werden veelal veracht. Ik hoorde het geween van mannen in de verte, en vanwege mijn herinneringen die terugkeerden wilde ik hier niet langer blijven. Ook was ik bang om in de handen te vallen van deze vrouwen. Dat was wel het ergste wat ik me kon voorstellen. Ik liep door.


Vele vrouwen uit Kidde waren kreupel en velen hadden hun tanden verloren. Ik voelde me beter toen het stadje Kidde uit zicht was. Weer kwam ik in een wildernis terecht.'



'Kidde, waar alle mismaakte en verwaarloosde vrouwen woonden.'

'Kidde, waar ze moesten leven van mannenvlees. Voor veel vrouwen was dit een enorme vernedering. Maar ook waren ze vaak allang blij dat ze niet de doodstraf hadden gekregen. Nu moesten ze hun geld verdienen met kannibalisme. Ook mannen werden speciaal voor deze vleesmarkten geselecteerd, en waren niet meer dan fokdieren. Ze werden in kooien van grote fokkerijen gestopt waar ze werden vetgemest, totdat ze werden geslacht.'


'De moeder hyena zit op haar troon. Ze heeft Var veroverd, ze heeft alle kinderen in gevangenschap genomen, en doodde veel van hun vaders. Ze heeft gezien de val van hen die de dondergod dienen, hoe ze vielen in de dieptes van Var. Ze had gezien hoe ze in hun val veranderden in valse, bedrieglijke hyena's, nep hyena's, de nakers of naker meisjes. Ze waren meestal weglopers, losgebroken uit hun slavernij tot mannen, maar hun gedachten waren nog steeds verslaafd aan mannen.'


'de nakers lui, zichzelf niet goed voedende, vanwege het ontbreken van de jacht, en vanwege hun fetish hun mannelijke slaven te voeden, die hen onder controle hielden door hun grote, overvoede lichamen die buiten proportie waren. Ze waren slaven van deze mannen. Een hyena zou mannen nooit voeden op deze manier, maar hen eerder laten verhongeren om controle over hen te nemen. Veel van de naker meisjes werden terug naar de steden gesleept, verward als ze waren. Ze waren niet geboren in de rimboe, en normaal gesproken zouden ze er niet te lang kunnen blijven. Ze werden bespot door ware hyena's'


'Ze waren anorexia meisjes die rondliepen met grote mannen in ketens. Er was iets mis mee. Ze werden lafaards genoemd door echte hyena's'


'De mannelijke slaven van de nakers waren nog steeds hun meesters in hun lichaamstaal, gevende deze meisjes de illusie van controle, maar alreeds hun val calculerende. Deze mannen waren ongestraft, kastijding was vreemd voor hen.'


'De moeder hyena had de dienaren van de dondergod zien vallen, en ik had het ook gezien, maar ik moest tot deze herinneringen ontwaken. De tentakel-kwallen ontwikkelden zichzelf tot nakers, en kwamen veelal in Kidde terecht. Kidde was een wond van Var maar een groot geheim.


In het stadje Kidde werden mannen verwend, vetgemest, maar dit was allemaal voor de grote slacht. Het was een doorn in het oog van Var. De reden waarom de hyena's het stadje Kidde niet verwoestten was omdat zij Kidde zagen als een varken wat vetgemest moest worden. Ook de aarde zagen zij als een varken. De tijd van de slacht zou nog wel komen.'


De nakers, oftewel het stadje Kidde waar zij veelal wonen, kun je een beetje vergelijken met de 'dochters der mensen' uit Genesis 6 die kwamen om de nephilim, de gevallen engelen, te ondersteunen en groot te maken. Zij ondersteunen en bevruchtigen de patriarchie. Dit is hetzelfde als de NAKAS, NAGAS, NACHAS, de slangenbewaarders van de gnosis, waarvan Jezus Christus er één van is, de slang van het paradijs, Lucifer, oftewel JOM. De slang als het beeld van de 'anorexia' bij vrouwen die er toe dient een vacuum te creeeren, oftewel spijbel-ziekte, en waardoor zij zich dus onderwerpen aan gevallen mannen, gevallen engelen. Hierop is de gehele bijbel gebaseerd, het heeft Goreaanse wortels, die dus in Var besproken worden, als de NAKERS. Vrouwen moeten zich emanciperen, tot de gnosis komen, oftewel in Goreaanse termen 'als panters tot de wildernis vluchten', om zo wederom verbonden te worden met VAR. Gevallen vrouwen worden nakers, kannibalen. Dit is het geheim van de slang en van Jezus Christus.


In de Var boeken wordt beschreven waar de nakers uit voortkwamen. Zij kwamen uit de zee, zij waren tentakel-kwallen :


'Voordat Var ontstond was er het zeeen-tijdperk. Het hele universum was een grote galactische oceaan van primitieve deeltjes. Er dreef van alles in deze zee. In deze zee werd er een strijd gevoerd om dat wat Var zou worden. Grote kwallen leefden in deze zee, die iets opgesloten hielden … Ze hielden mij opgesloten. De kwallen hadden grote tentakels, en konden gillen en krijsen om hun wil gedaan te zien. Ze manipuleerden mij, verkrachtten mij … Het waren oude geesten. Ze hielden mij opgesloten achter iets wat de zeedeur werd genoemd. Kreeftachtige poten hielden het op slot. Schaduwachtige gestaltes bewaakten het. Ik moest een stof voortbrengen om mezelf hier van los te maken. Deze stof werd gekweekt in diepe duisternis, in de diepte van deze galactische zee, achter de zeedeur, in een kooi. Niemand kon mij nog tegenhouden, want juist door alle kwellingen die zij tot mij brachten werd deze stof voortgebracht. Daarom moest ik verwend worden, vetgemest, vrolijk gemaakt worden. Ik mocht niet lijden. Ik moest gelukkig zijn. Ze vreesden deze stof. Het zou het einde betekenen van hun koningschap.


Maar toen ze eenmaal merkten dat ze deze stof toch niet konden tegenhouden moest ik lijden. Wraak wilden zij voeren. Wat was deze stof ? Het was een bloedgas, wat iedereen zou doen laten stikken, om zo een nieuwe adem te brengen. Dit bloedgas werd opgewekt door het offeren van het mannelijk geslacht, wat het universum zo lang had onderdrukt. Bloed moest er vloeien, opdat de elementen weer in balans zouden komen. Het universum eiste dat het mannelijke ras aangepakt zou worden. Hiertoe werd ik gezonden, als een agent. Maar ik werd opgesloten achter de zee-deur. Achter de zeedeur werden experimenten met mij uitgevoerd. Ze wilden weten wie ik was. Chirurgen sneden in mij, zeemonsters. Deze zeemonsters hadden maar één doel : Var te stoppen.


Later voelde ik me bedrogen door Var. Ik was slechts een slaaf, en nu kon niets het nog stoppen. Het bloedgas begon een orgaan te ontwikkelen om het bloedgas te kunnen consumeren. Dit was een donkerrood, teerachtig orgaan, als donkere, harige longen. Dit uitte zich in het ontstaan van een ras van roof-runderen, bloed-bizons, die deze bloedgas-longen hadden. Zij zouden alleen kunnen overleven door veel bloedvergiet. Zij waren jagers en moordenaars. Zij waren genaamd … de jageras.


Zonder bloed zouden zij niet overleven, daarom waren zij roofdieren. De bloedgas-longen maakten hen een slaaf van bloedvergiet en allerlei ingewikkelde rituelen. Zonder dat zouden ze sterven. Het waren slager-slaven. Ze leefden van de fokkerij en de slacht, bijna als mensen. Daarom waren zij een unieke diersoort. Ook de tentakel-kwallen waren slagers. Zij deden zich voor als chirurgisch en onderzoekend, maar zij waren slagers. Zij waren een oud, prehistorisch ras. Ze wilden wraak, alhoewel ze wisten dat ze aan het verliezen waren. Ze dienden de dondergod, Malkael, die het zuurstof had gemaakt, waarmee hij hen allen tot zijn dienaren maakten.


Ik zag Malkael daar staan met zijn hondegezicht. Ik wist dat als ik hem zou aanraken, dan zou ik geelectrocuteerd worden. Hij was de bliksem. Hij was een windhond die al deze realiteiten had gemaakt. Hij stond daar en kon in allerlei vormen veranderen. Ik durfde hem niet aan te raken. Hij zou me verslinden. Ik durfde niet te ademen.


Ik was ook een slacht slaaf, maar niet van hem. Het was iets wat ik in mezelf ontwikkelde om hier te kunnen overleven. Ik hield me vast aan de jagera. Ik was een rijder van de jagera. Maar dit was me allemaal ontnomen. Ik zat hier gevangen. De kwallen om me heen leken op oude vrouwen. Ze wilden pastei van mij maken … smeerworst. Ik keek op in het gezicht van Malkael. Zien is sterven … Daarom was ik hier. De hond rende heen en weer, alsof hij zenuwachtig was. Hij plaste om zijn terrein af te bakenen. Ik droomde van de jageras, dat ik hen weer bereed.


Ik werd in de diepte getrokken, in een klem. Ik werd tussen twee wachters geplaatst. Het bloedgas was aan het ontwaken. Ze krijsten. Er leken overal alarmen af te gaan. Ik keek rond. Ik kon me inmiddels weer bewegen. Ik liet me niet door de alarmen verontrusten. Het bloedgas stroomde door me heen, om mijn longen te vullen. Ik had de longen van de jagera.


Ik stond in tussen twee engelen, op een kist, wat evengoed een doodskist kon zijn, of zelfs een ark. Het waren de engel van de mannelijkheid en de engel van moed. Ze smolten.


Malkael was woedend. Er kwam stoom uit zijn oren, en toen bloed. De dagen van de apocalypse waren begonnen. Alles zou veranderen in bloed. Var zou voortkomen vanuit een bloeddruppel …


Ik keek naar de zee-deur, die openbrak, lossprong. Twee mannen grepen mij, en namen mij mee uit de gevangenis. Zij bleken autoriteiten te zijn. Toen ik hen bedankten spraken zij dat ik hen zelf had voortgebracht. Zij waren bestanddelen van het bloedgas, twee bloedgas-longen. Zij stonden daar als reuzen. Ze zouden mij meenemen tot Var.


Ik zag hen in een gevecht met Malkael. Ze beschoten hem, en uiteindelijk stortte hij neer, maar toen stond hij weer op. Ze grepen me en we moesten rennen. Ze schoten deuren open, en trapten deuren in. Steeds hoger kwamen we, totdat we een groot uitzicht hadden. 'Daar beneden is de stad van scherpe dingen, daar beneden is de stad van werkelijke dingen …'


Ik moest me vast houden. Het stormde hier.


Slachtslaven, slachten om te leven …

Ik jaag om te kunnen slachten,

Het hart van de grote jagera in mij


Vanuit dit bloed kwam alles voort,

Vanuit dit bloed kwam Var voort,

Als een valstrik brandde het voort,

Als een vuur wat zichzelf zou vernietigen,

Daarom moesten de ijstijden komen,

Daarom moest Malkael nog eenmaal losgelaten worden


De hond die aan de ketting was raakte los,

Toen begon de jacht, toen begon de strijd,

Nog zoveel slaven te maken,

Nog zoveel slaven vrij te zetten,

De slagerij is net begonnen


De hond rende dwars door de ruiten,

Dwars door de ramen, tot de stad van scherpe dingen,

Ja, door de val van Malkael werd dit alles gemaakt,

Door de val van Malkael kwamen wij allen vrij,

Het hart van de grote jagera in ons,

Als een medicijn, als een loflied


De oorlog is nog maar net begonnen,

De zeedeur is nog maar net opengegaan,

De zuurstof zinkt weg, en het bloedgas neemt zijn plaats


Malkael heeft tegen ons een gifgas uitgezonden,

Maar het brak de tonnen van een nieuw medicijn open,

Het brak de keten van de slavernij


Nog steeds ben ik een slaaf,

Nog steeds ben ik een slaaf,

Ik ben nu pas echt slaaf geworden,

Door het hart van de grote jagera in mij


De grote jagera was naar mij op zoek, naar mij op jacht,

Ik had het zelf voortgebracht,

In waarheid ontwaakt


Had ik de jagera zelf uitgezonden ?'


'De moeder hyena had de dienaren van de dondergod zien vallen, en ik had het ook gezien, maar ik moest tot deze herinneringen ontwaken. De tentakel-kwallen ontwikkelden zichzelf tot nakers, en kwamen veelal in Kidde terecht. Kidde was een wond van Var maar een groot geheim.'


De nakers hielden dus het bloedgas, de bloed-adem, verborgen. Oorspronkelijk leefden we door bloed, bloedgas, maar later deden de nakers ons leven door zuurstof, adem. Dit is dus een grote strijd. 'Zilver houdt het bloed verborgen, zal veranderen in bloed' zegt het originele Aramese NT. Dit is het eerste paard. In Goreaanse termen is dat Tharna, de zilveren stad, waar vrouwen heersen die zilveren maskers dragen. Zij mogen niet aangeraakt worden. Het aanraken van vrouwen is daar een misdaad. De mannen dragen daar grijs en zijn depressief. Als een vrouw verliefd wordt is dat een misdaad en genoeg voor haar om gedegradeerd te worden, en dan zal ze haar masker en gewaden verliezen en tot slaaf gemaakt worden. Ook dit is allemaal een metafoor van de nakers. Er is geen waarlijk intens contact met de gnosis, wat je ook weer kunt vergelijken met hoe het christendom werkt, allemaal om de vormen. Het zijn witgepleisterde graven.


'Het goud houdt de duisternis verborgen'. De Heilige Geest houdt de duisternis verborgen, wat we zien in het originele Aramese NT, dat waar het in Heilige Geest wordt vertaald door het Westen staat oorspronkelijk 'duisternis'. Duisternis staat voor de wildernis, terwijl het licht staat voor de stad. In de duisternis, de wildernis, is de gnosis te vinden. Het gouden masker regeert de zilveren stad, Tharna, zoals de Heilige Geest over Jezus en de christenen regeert, oftewel Septus regeert over hen. Dit zijn allemaal uitingen van de nakers, tentakel-kwallen die in de diepte van de zee leven. Zij leven vanuit een vacuum, wat zij als einddoel hebben gesteld. Het zijn spijbelaars, die de ware, heilige slavernij verachten. Het ik zit bij hen op de troon.


In Tharna is sex verboden. Alle reproductie wordt medisch geregeld. Voortplanting is dus alleen mogelijk door tussenkomst van een arts, van de kaste van geneeslieden, de groene kaste, onder toezicht van de Hoge Raad van Tharna. Sex is een misdaad. De stad heeft nog meer eigenaardigheden :



Mozes richtte de slang op als een medicijn voor het volk, als een heenwijzing naar Jezus Christus. Genezing zou de Gnosis vervangen. De medische orde zou overnemen, zoals in Tharna. Alles zou kunstmatig gaan, en niet meer volgens de natuur. De stad zou regeren, en de wildernis zou weggedrukt worden. Dit is waar de NAKER voor staat.






Hoofdstuk 6. Het Produkt Van Genade


We zagen dat Jezus in de wortels van het Grieks een vagina is, de moederschoot, oftewel het principe van de vruchtbaarheid. Daar zijn lagen overheen gebouwd, verhalen overheen gelegd, waardoor Jezus vandaag de dag iets heel anders betekent. Het Jezus-woord werd gebruikt juist om deze wortels verborgen te houden. Het woord op zichzelf is een hypnotische betovering, om de mens af te houden en blind te houden voor de gnosis en de proza. Jezus bond de mensen vast aan één boek wat zij moesten aanbidden : de bijbel. Zo werd het proza, de heraut van de gnosis, de opslagplaats van de gnosis, buitengehouden.


In de Var boeken komt dit verborgen principe weer naar voren. Wanneer een mens sterft, of wanneer zijn ziel op een andere manier ontvoerd wordt, dan komt men in de Duizen terecht, de baarmoeder van de planeet Var.


In het eerste boek van Var, Jagera van Var, wordt gezegd over de Duizen :


'De planeet scheen verhit te worden door een andere planeet, de Duizen, wat als een mysterie daar hing, zo groot, zo rood. Alhoewel het nacht leek was de hele planeet verlicht door dit vuur. De Duizen werd aanbeden door de indianen hier. Zij waren wilden. Zij droegen zorg voor de planeet en voor de Duizen. De Duizen scheen contact met hen te hebben.'


'De Duizen werd aanbeden, en het scheen hen zulke instincten te geven. Het moment waarop het halscollar werd aangebracht was om de man agressief te maken. De Duizen scheen zich te voeden met de agressie van de man, waarop de man nog zwakker werd.'


'De Duizen, hangende als een baarmoeder boven Var. Het was een baarmoeder. Ik werd in haar gezogen, en mijn geheugen werd gewist, laag voor laag. Ik begon te krimpen, en werd een kind, en daarna een baby. Ik was haar baby, van de Duizen. Ik kon niet herinneren, alleen ruiken. Maar niets drong tot mij door. De baarmoeder verslond mij, en bouwde mij opnieuw op. Het gebeurde in de diepte van het universum. Ze trok mij mee als haar gevangene, haar prooi. Ze was als een wild beest. Ik schreeuwde en krijste, maar er was geen medelijden hier, geen genade. Deze wereld kende geen genade. Er werd neergekeken op genade. Zij die genade hadden waren slaaf. Zij die genade hadden werden gestrafd. Zij verslond mij, dit wilde beest. Er was niets wat ik kon doen. Ik was hulpeloos, als een hulpeloos kind. Ik werd opnieuw geboren. Maar het was slechts een deel in mij, want ik was een man. Aan de ene kant van de dag was ik een kind, en aan de andere kant was ik een man. Het was een cyclus, en de dag was de nacht.


Door de Duizen worden zij geleid tot Var, als geplaatst onder haar voeten. Hier groeien zij op, en zijn voor altijd haar kinderen. De Duizen is de wilde jaagster van Var, om te jagen op de aarde, om slaven te nemen tot Var. Op Var worden zij van het mannelijke geslacht door verhongering voorbereid op de geboorte door de Duizen in Var. De Duizen was haar draagmoeder.'


In het tweede Var boek, Vula van Var, gaat het over een jongen die ter dood wordt veroordeeld vanwege een moord. Ook hij komt dan in de Duizen terecht wanneer hij sterft. In 'Vula van Var' staat over de Duizen :


'Hij zag een wit gesteente voor hem, van onvoorstelbare pracht. Het gesteente bleek zijn gedachtes te wissen, en gaf hem nieuwe gedachte-structuren. Het gesteente, ver superieur aan aards diamant, was genaamd vara. Het gesteente leek een zoetheid in hem op te wekken.


Hij was in de Duizen, de baarmoeder van een planeet genaamd Var. Eigenlijk was het een extra planeet, maar het leidde tot Var, een planeet waar vrouwen regeerden. Het vara-gesteente gaf hem nieuw leven, door het oude leven te vernietigen, weg te wassen.'


'Door het vara gesteente waren zij geprogrammeerd als slaven. De vara steen was de steen van slavernij. Dit was het geheim van de Duizen. Het was allesverwoestend gesteente, maar het gaf een nieuw leven als een slaaf. Het vara gesteente was onverbiddelijk. Haar wetten moesten gehoorzaamd worden.'


Men komt door de Duizen tot Var, wat verborgen wordt gehouden door door Jezus tot de Vader te komen. In het christendom gaat het om de genade, terwijl Var het tegenovergestelde is. Op genade staat straf. Genade is verboden op de planeet Var.


Jezus staat op sommige plaatsen voor 'heilige slavernij tot de hogere macht', maar zowel Jezus is corrupt als de hogere macht, de Vader en de Heilige Geest. Het heilige slavernij principe is goed, maar dan wordt Jezus ineens de focus van de aanbidding voor het christendom. Ze aanbidden een man die tot de vader leidt, en zelfs een slaaf is van de vader. Waar is de moeder en de moederschoot in dit alles ? Dit was ondergesneeuwd, zoals we zagen, want Jezus is in de wortels de moederschoot, maar dat wordt dus niet gezegd. Ze volgen een man, die tot een andere man leidt, en de vrouw wordt op een lager plan gezet. De vrouw, de moederschoot, moet zich stil houden, en is in de wetten van het christendom onderworpen aan de man, aan de baal, die haar meester is, in het originele Aramese Nieuw Testament. Het christendom is dus Goreaans. Omdat de moederschoot is weggedrukt, verborgen gehouden, ontkent, is er geen wedergeboorte, en is er alleen veroudering in al zijn afschuwelijke vormen. Het zijn oude geesten die niet tot de vernieuwing van de gnosis willen komen. Zij verachten het heilige proza, en staren zich helemaal blind op de canonieke 66 boeken van de eerste bijbel, en daarmee is het af. Jezus is het sleutelwoord tot de veroudering. 'Laat de kinderen tot mij komen, en verhindert hen niet,' is daarom een heel duivelse passage, want dat gaat over het leiden van de kinderen tot de afgod van veroudering, zodat ze de moederschoot niet meer kunnen terugvinden, hun eeuwige jeugd verliezen. Daarom is Var van levensbelang, het ingaan door de Duizen. Het christendom is een cult van etalage poppen die mensen tot een bepaalde winkel proberen te trekken, maar dat is dan het begin van de nachtmerrie. Je koopt genade voor een hoge prijs.


Dit duivelse kwaad leidde dus tot de onderdrukking van de moeder, en veranderde de taal, zodat alle geheimen ondergesneeuwd werden door 'triggers', de woorden van de nieuwe talen, waarin het Latijn een grote basis-rol speelde, vanwaaruit langzaamaan alles anders werd, en het oude niet meer te vinden was. Taal is een vorm van hekserij, het speelt in de hoofden, houdt dingen verborgen, en triggert duivelse programma's de hele tijd. Daarom is taal gevaarlijk. De moeder werd MATER genoemd in het Latijn, als het Latijnse woord voor moeder, in het Engels MOTHER. In het oude Egypte was 'MUT' het woord voor moeder, en MUT was een moedergodin die soms werd afgebeeld met een erecte penis. Hier komt ook het Duitse MUTTER. Met deze toverspreuk werd de moeder geketend. Telkens weer werd de MTR uitgesproken, tot op de dag van vandaag om de moeder opgesloten te houden, en de vader te laten regeren.



In het Aramees kwam MTR, Mitra, om voor veertig dagen het merkteken te brengen. Het bracht de grote vloed. Ook MUT, MOET, heeft deze betekenis. Zij was de oergodin van de wateren waaruit alles geboren werd. Onder het teken in de lucht, het teken van de penis, van de mannelijke superioriteit, werd het offeren van de onschuldigen ingesteld. Noach mocht de dieren slachten voor voedsel. MTR, Mitra, is ook de god van de bloedoffers, bloed-eden. Het teken was in de grondtekst een donderstorm, het verschijnen van de dondergod, oftewel THOR. MUT-THOR, MOT-THER, de penis van Thor. Hierop is dus het woord 'moeder' gebaseerd. Het Latijnse MATER is verbonden aan MA, MAT, de Egyptische godin van de wet, als in MAAT-THOR, oftewel de Wet van Thor, de Wet van de Dondergod. Thor droeg deze wet in de vorm van een hamer, Mjolnir, oftewel de swastika, het hakenkruis. MJO-THER, oftewel de hamer van Thor, de swastika van Thor, om het volk te onderdrukken door de patriarchie. Telkens weer wordt dit geactiveerd wanneer het woord 'moeder' wordt uitgesproken. Het gaat tegen de moeder in en bindt haar. Daarom moeten we breken met deze vloek. We gebruiken het in spionage en als een simulator, als een masker, maar we moeten komen tot het oorspronkelijke woord voor moeder : ATA.



Hoofdstuk 7. Genezing of Gnosis ?


De patriarchie was niet bang voor hen die de moeder aanbaden, want die zouden gewoon misleid worden door het MTR woord, om zo toch nog onder de patriarchie terecht te komen. In Egypte werd dat MUT, in het Latijns MATER, in het Engels MOTHER, in het Duits MUTTER, en in het Nederlands MOEDER, allemaal terugwijzende op het teken van de dondergod, de MJO, de Mjolnir van Thor, de MO-THER, oftewel MITHRA, de Rots, de Petrus, die de PATER is van de kerk, de grote Vader macht. Hierom droeg MUT, MOET, gewoon als vrouw zijnde een erecte penis. De Vader had zich vermomd als de moeder om onoplettende moeder-aanbidders en moeder-kindjes te misleiden als een wolf in schaapskleren.


De MO, de MOZES van THOR, als zijn wet, moest het volk misleiden tot een valse uittocht van de Egyptische goden tot de christelijke goden, om hen te leiden tot aan de voeten van Petrus, die de BAARMOEDER en de VAGINA, oftewel de CHASMA, Christus, zou verloochenen.


Efeze 6

14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser, borsttuig, ribben, THORAX, der gerechtigheid,

THOR-AX, het wapen van Thor, zijn ax, zijn hamer, Mjolnir, het penis-teken van de patriarchie, in de grondtekst het teken van de dondergod, wat verscheen na de zondvloed voor de instelling van de bloedoffers. Men gaf niet meer om de eerlijke beloning, maar om de misleidende gave. Genade was een middel om de onschuldigen te gronde te brengen. Dit teken was de swastika, het hakenkruis, om nazi Duitsland groot te maken. De MUTTER was een bespotting van de ware moeder.

De THOR-AX, de hamer of bijl van Thor, is de ribbenkast, zoals dit ook in de anatomie zo wordt genoemd. Er zijn 12 paar ribben in een mens. De twaalf rib-lagen verwijzen naar de twaalf stammen van Israel die de priester als een borsttuig moest dragen, om zijn valselijke werken van genade te verrichten. Zo trachtte hij de moeder te bezweren. Vanuit de rib werd de valse vrouw geschapen, de vermomming van de valse man. De Vader had hiervoor een vreemd kleed aangetrokken. Zo ontstond de MATER, de MA, WET, van Thor, wat moest leiden tot Mitra, MTR, de grote Petrus, de almacht van de Vader God, de PATER, het alziende oog van de paus. Dit wordt bedoeld met 'door Jezus tot de Vader komen'. Petrus had de moederschoot drie keer verloochend, zodat hij als vader alle macht kon grijpen. Deze verloochening door Petrus is waarmee we moeten afrekenen. Het is een drietand, MTR. Deze drietand keert altijd weer terug. Het houdt de ATA, de ware moeder van Var, verborgen. Petrus is een grote illuminati vorst en messias achter de schermen zoals we zagen. De bijl van Thor, de twaalf stammen, de twaalf priesterlijke stenen, wijzen ook op de twaalf discipelen, en zijn zonnetekens, astrologische tekens die de tijd hebben ingedeeld. We vechten dus tegen een groot duivels, patriarchisch orakel.

De Nagas, Nakas, de bestraffing van vee, was in de grondtekst van Genesis een orakel van necromantie. Dit werd vertaald in 'slang', als de slang van het paradijs. In het NT is dit eirene, wat vaak wordt vertaald in 'vrede'. EIRENE is de staat van de overledene, oftewel necromantie, doden-orakel, DARASH. Van eirene komt het woord 'arena'. Zoals we zagen zien we de Nagas, de slangenwachters, terug op de planeet Var als de 'nakers', gevaarlijke dunne, witte vrouwelijke kannibalen. Dit is dus wat in diepte de Mjolnir inhoudt. Dit is de rib van het paradijs waaruit de vrouw tot een bespotting werd gemaakt. De Mjolnir komt om scheiding te maken en te heersen, het mandaat van de illuminati : 'verdeel en heers'. Het is een arena-scepter.

Peter is eersteling in het Hebreeuws, en is de Engelse naam voor Petrus, Petros in het Grieks. Hij is Mercurius en nogal voor wat dingen verantwoordelijk in het leven van Jezus. In Mithraisme kwam Mithras, de Rooms-Perzische Jezus, vanuit de Petra, de rots, of grot. Na het weggaan van Jezus en na het pinksterfeest zou de kerk gebouwd worden op deze rots. Petrus was de eerste van de pausen. Hij stond dus ook voor het geboorte-verhaal van Jezus, het kerstfeest. Hierin trachtte Mercurius als Petrus de mens terug te brengen tot de eerstelingen, tot de gaven, tot religieus materialisme. Die gaven moesten gekocht worden. Mercurius is de god van de valse handel, de oplichterij, als de god van de dieven.

Wij moeten Petrus verslaan om van genade tot loon te komen. De eerstelingen moeten geofferd worden. Petrus is in de traditie de wachter van de hemelpoort, en die moet verslagen worden. Petrus is de verrader, de oplichter. Het vaticaan werd gebouwd op een oude Mithras tempel, waarin ergens geschreven was dat alleen het bloed van Mithras kon redden. Dit werd dus later overgenomen door Jezus.



Het oordeel over Prometheus, vanwege zijn dieverij, werd uitgevoerd door Zeus, ook een Griekse vorm van Jezus, Jupiter, Lucifer, die de oude Cronos, Saturnus, oftewel Yahweh van de troon had gestoten. Van Zeus kwam ook het Griekse woord Iesous, Jezus. Dus in die zin had het te maken met de baarmoeder, die uiteindelijk Prometheus, de verrader, de dief, zou verslaan.



Prometheus had de goden verraden, had de goden uitgedaagd, en stond aan de kant van de mensen, en is te vergelijken met de christelijke Petrus. Prometheus werd in het oordeel aan een rots geklonken, voor eeuwig verbonden aan de rots. Weer zien we Petrus hierin terug, de rots waarop de NT gemeente werd gebouwd, en ook de rots waaruit Mithras voortkwam, of de grot van Jezus. Petrus was een oudere, diepere en grotere Jezus-figuur die verborgen werd achter de inmiddels ingeburgerde christelijke 'Jezus Christus'. Petrus werd verantwoordelijk voor het NT en de leer van de eeuwige verdoemenis. Dit was het werk van Prometheus achter de schermen. Dit is een reusachtige godheid, die zich ook manifesteerd als Mercurius, die de kerk aan banden heeft gelegd.



Hierom bewaakt Petrus de hemelpoort. Petrus maakte het Vaticaan groot. Dit is één van de verborgen goden. Een reusachtig bedrieglijk heilswerk, namelijk dat van Prometheus, werd verborgen gehouden achter het NT en het Vaticaan. De huidige, christelijke Jezus werd gemaakt om de mensheid af te leiden. Er worden dingen verborgen gehouden.



De val van Prometheus was een diepere val dan de klassieke val van Lucifer ooit was geweest. Een reusachtige wereld gaat hierachter verborgen. Petrus wordt als een reusachtige god aanbeden, als Prometheus-Mercurius.


Zoals er bevrijding was voor Jezus in de eeuwige verdoemenis, door de opstanding, zo was er ook een opstanding van Prometheus in sommige mythes. Hij werd namelijk bevrijd door Hercules, een andere Griekse christus-figuur. Hercules was de zoon van een menselijke maagd, Alcmene, werd bevrucht door een god, Zeus. Alcmene is Alma, de maan-vrouw, in het Hebreeuws, die de moeder van heilige koningen in de cult van Jerusalem was, en waaruit de mythe van Maria is voortgekomen. Hercules moest twaalf werken verrichten, en één van deze werken bracht hem naderhand tot de dood. Ook stond hij weer op als 'de verrezene'. Door Hercules kreeg Prometheus de macht over de eeuwige verdoemenis, en bracht dit als een leer in het christendom, om de fragiele ziel van de mens te onderwerpen. Hercules is niets anders dan een andere vorm van Mercurius-Prometheus, oftewel van Petrus, de verborgen valse messias. Het tweede werk van Hercules had hem het bloed van de Hydra gegeven, wat hij als een gif gebruikte in oorlog en jacht. Toen hij de centaur Nessus versloeg die zijn vrouw probeerde te verkrachten gaf Nessus zijn bebloede kleed aan de vrouw van Hercules. Hij zei dat als ze het ooit nodig zou hebben het bloed op het kleed als een liefdes-potion zou zijn. Later neemt zij het in gebruik, en geeft het aan Hercules. Het bloed echter was niet van Nessus, maar het zwaar giftige bloed van de Hydra, de door Hercules overwonnen meerkoppige slang. Het bloed begint Hercules uit te teren wanneer hij het kleed aanneemt, en zijn huid wordt door het gif verscheurd. Zijn botten worden zichtbaar door de scheuren in de huid, en hij sterft. In andere mythes zijn dit koningsklederen die hem worden aangedaan, waarna hij wordt vermoord, weer opstaat, en ten hemel vaart. Hier komen ook de mythes over het spotkleed van Jezus vandaan. De twaalf werken zijn de twaalf discipelen, en het verborgen dertiende werk, de bevrijding van Prometheus, is de basis voor de christelijke Jezus, de dertiende.

Simson en Hercules stonden beiden bekend om hun enorme lichamelijke kracht. Deze kracht stond voor het slaven-implantaat, zodat mensen die deze kracht, dit vuur van Prometheus, zouden ontvangen, afgehouden zouden worden van de gnosis. Velen ontvangen vandaag de dag het vuur van Prometheus en komen onder deze geest terecht. Ook wordt dit vuur veel op de mensheid geforceerd. Dit vuur ontvoerd mensen.


Prometheus verleidt mensen met dit vuur, om ze deel te laten hebben in verdoemenis. Het verblindt hun ogen. Dit is het gif van Mercurius, als de vrucht van de boom des levens, een valse boom, die ons afhoudt van de boom der kennis.


Hiertoe is dus de MTR, de hamer van Thor uitgezonden, als een Naga, een groep nakers, dochters der mensen, om de boom van de gnosis verborgen te houden en te bewaken. Deze slangenbewaarder is een misleider. Dit zijn karikaturen van echte vrouwen, die volop in de roddelbladen als schoonheden worden geprezen : zo dun en bleek mogelijk, om macht te geven aan het witte nazi-ras, en om de mens te vertellen dat de man regeert. Deze karikaturen zijn in Gor de kajira's die de mannelijke titels in stand moeten houden. Zij zijn slaven van mannen, die voor niets anders bestaan dan de lusten van de mannen te bevredigen, zodat zij niet getuchtigd worden, en zo niet tot de vrucht van de gnosis komen om zo eeuwig te leven. Zodra de kajira het schoonheids-ideaal van de vrouw heeft bereikt : dun, fragiel en bleek, ontvangt zij de gave van de kankerverwekkende cosmetica die dan ineens alles moet gaan compenseren, om zo nog mooier te worden, nog verder verwijderd van de moederbron. Mannen die de tucht haten storten zich op zulke vrouwen met massa's tegelijk, en voelen zich uiteindelijk heel wat als zo'n vrouw zich aan hun voeten neerbuigt om die te kussen. Dan voelen ze zich als de meester Jezus, terwijl het de kus van de Naker is, de kus van Jom. Hun zintuigen zijn bedrogen, en noemen nu alles wat lelijk is mooi, en wat mooi is lelijk. Dikke lagen cosmetica moeten de moedernatuur verborgen houden. Het zijn allemaal demonen. Een ieder die zich hiermee inlaat verliest het eeuwig leven. Zo krachtig zijn deze demonen.


Dionysus of Bacchus is een andere vorm van Mercurius-Prometheus. De mensen werden zo verbonden aan gekte en dronkenschap, wat de betekenis is van Dionysus-Bacchus. Dit moest zodat de medische markt kon floreren. Ook dit is dus een bestanddeel van Petrus. Hij is de gek, en de gekkenjager. Hier werd ook de enigmatische medische branche van de psychiatrie op gebouwd. De medische markt had als doel de mens te vergiftigen, om zo de mens onder Hercules te brengen. Dit gebeurde door het bloed van de Hydra, door Dionysus-Bacchus, de giftige wijn. De elite-uitverkorenen van Herculus konden wedergeboren worden, en werden zogenaamd verlost van de eeuwige verdoemenis van Prometheus. Die wedergeboorte ging door de moeder van Prometheus, Alma-Alcmene, de maangodin. Zij werden de maan-kinderen genoemd.


Genezing was altijd een middel om de tucht te doven, en zo de gnosis. Het wordt overal als normaal gezien, maar het is duivels. Er moet gekozen worden tussen gnosis of genezing. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.


Het monster Mercurius kan zich ook manifesteren als Krishna, Shiva, Vishnu, Indra en Buddha. In het Boeddhisme was de swastika de voetstap van Buddha.

Dionysus was de oorspronkelijke god die alles in bloed zou veranderen. Deze god werd verborgen gehouden in Petrus. Petrus was in het geheim een veel grotere messias dan Jezus. Ook is dit vuur de leer van de eeuwige verdoemenis. Dit is het zeer giftige bloed van de hydra dat Heracles doodde. In sommige mythes was dit een vuur. Hierdoor stond Heracles ook op, maar de doem was al bezegeld. Dit zeer giftige bloed misleidt, geeft illusies, en leidt naar de vernietiging. Dit is gewoon een andere expressie-vorm van de boze geest Hercules. Prometheus koos ervoor dit tot de mensheid te brengen, en betaalde een hoge prijs. Dit is de prijs voor hen die azen op onschuldig bloed. Zij drinken het giftige bloed van de Hydra, de slang van de macht achter de boom des levens, de ware wijnstok, Dionysus-Bacchus. Dit is een groot oordeel. Dit zijn dus allemaal manifestaties en vormen van het monster Mercurius met zijn uiteindelijke noodlot.



Pater wordt door de westerse vertalingen als 'vader' vertaald. Jezus zegt : 'Niemand komt tot de PATER dan door mij.' Peter, Petra, de rots, is de vader van de kerk, waar ook het woordje paus vandaan komt. Paus betekent vader. Jezus leidde de mens tot PATER, Petrus, de verborgen god Mercurius. Dit is een medisch gif. Achter de schermen lag Jezus aan de voeten van Petrus, als een slaaf. Petrus wijst op de rots, de kerk, het lichaam van Jezus. Door Petrus wordt dit lichaam bepaalt. De Petrus geest kan een mens aanwijzen en zeggen : 'Dit is het lichaam van Jezus. Deze persoon is een deel van dit lichaam.' En dan storten alle boze geesten zich op zo'n persoon om van dit lichaam te eten en te drinken. Dat is wat het christendom is. Het is een kannibalen-restaurant.


Zo worden mensen geheel in een vacuum gezogen, door Jezus. Peter is eersteling in het Hebreeuws. In PATER worden mensen voorbereid tot offerdieren.


De PATER kan dus veranderen in MATER wanneer een ziel zich tot de moeder wil richten. Dit is allemaal de bedriegelijke staf en scepter van Thor, Mjolnir. Wij moeten de MTR, de Mjolnir van Thor, overwinnen. Wij moeten komen tot ATA, de moeder van Var.


Iedereen werd onderworpen aan de PATER, Petrus, de bedrieger en de verrader. De oude profeten werden tot afgoden.


Dan is er de 'tafel van de toonbroden' wat in de grondtekst betekent : 'de plaats van het jachtmaal waar het vlees ligt'. In het Aramees is dit de Peter, Pater, Patura, ptwr, als Petrus. Petrus, Mercurius, is het fundament voor de kannibalistische eredienst tot Jezus Christus, waar de afgod verslonden word. Dit is de skeletentafel van Moab.


Dit is wat er met Adam en Eva gebeurde, dat ze door Nachas, Naga, vertaald als de slang, de wurging, de slangenbeet, kwamen tot een diepere ervaring in het paradijs. Dit gebeurde door de Levitische transliteratie die hier parallel aanloopt, door Nakas. Zij werden gewurgd en gegeten door het kannibalistische naker-ras, gevallen vrouwen. Door Nakas wordt het bloed van de prooi gewonnen en gedronken. Het zijn vampieren en kannibalen.


Mercurius is dus de staf van Horus, oftewel de hamer van Thor. We zagen al dat Mercurius het bloed van Horus was. Zo wordt Mercurius, oftewel SEPRA verder voor onze ogen ontmaskerd. Wij komen steeds dichterbij de bron. Thor, T-Hor, de god van de donder en de vruchtbaarheid, is de Germaanse, Oud-Europese vorm van Horus zoals we al eerder zagen. Hij komt voort vanuit de Hettitische berggod.


De Hettieten waren een volk van Indo-Europese taal, die goden aanbaden zoals Mithra, Indra en Varuna, die ook in India werden aanbeden. De Hettitische taal is nauwverbonden aan het Sanskrit van India. De Hettieten vereerden stormgoden en berggoden. Tharhunt was de god van de donder, waar ook de Germaanse Thor vandaan kwam. Tharhunt was in gevecht met de slang Illuyankas. In eerste instantie wint Illuyankas het gevecht. De slang kon alleen verslagen worden door tot de Godin, Inaras, te naderen.


Tahr, waaruit Thor voortkwam, betekent verovering. In het Sanskrit is dit Tura wat machtige en kracht betekent. Turashah was een andere naam voor Indra.


Eén van de hoogste goden voor de Hettieten was genaamd Taru, een stormgod. De Hettieten waren een bergvolk in het Noorden van Kanaan. In de grondtekst betekende het 'scheiding' en 'angst'. Zij vertegenwoordigden de piercings van de MAZONA, de heilige scheiding, en van de Vreze van de Gnosis. Daarom moesten de Israelieten de Hettieten veroveren. De Israelieten moesten namelijk 'de berg opgaan'. Zij moesten komen tot de berg van de grote MATER, moeder in het paradijs, in de dieptes van Kanaan, in de dieptes van de APHAR, het paradijselijke stof en vuil, in het gebied van de Hettieten. Zij moesten komen tot MTR, de Hamer van Thor, Mjolnir, als het teken van de dondergod. Zij moesten ingewijd worden door de patriarchische penis.


Thor, Taurus, Horus, bewaakt dus de berg van de grote MTR, op de scheiding tussen Eden en de paradijselijke berg van de amazonen. Thor, Taurus, was befaamd vanwege het verslaan van reuzen.


Hierom moeten we de berg over de grens van Eden opgaan om deze geesten te verslaan. Wij moeten het mes van de besnijdenis veroveren, GAD, de Krab, oftewel de slagtand van de Behemoth. Zo kunnen wij de ATA doen losbreken.


De swastika, het hakenkruis, was het teken van Thor, wat bijvoorbeeld op wapens werd gegraveerd voor succes in de oorlog. Daarom aanbaden de nazis de swastika. Het stond voor de bliksem van Thor en voor zijn hamer, de Mjollnir, als heerser over de reuzen. De swastika moest de gnosis van de ATA verzegeld houden.


Nakas is een woord wat in het Aramees gebruikt wordt voor slachten en ophangen, maar in het Hebreeuws betekent dit ook gewoon slaan, bestraffen, zonder dat daar nu daadwerkelijk direct de dood bij intreedt. (Leviticus 1 : 5) De Nagas, nakers, zijn er dus ook om hun prooi te martelen.


Nakas is een veel ruimer begrip dan alleen maar slachten en ophangen, doden, maar gaat erom het bloed van de prooi af te nemen.


De vrouw werd vanuit de rib geschapen, of beter : kwam hierdoor, door het paradijselijke orakel, in zicht van de man, oftewel : Zij werd geopenbaard. Dit gebeurde door de Nakas, oftewel de naker-vrouwen, de gevallen vrouwen.


De NAKAS is de bewaker van de DUKKA/ DUKKETA = rituele slachtplaats waar het saffier ligt, de steen van de schrijfpriester, van communicatie, van profetie, SAPPIL, SAPPILA, met de hoofdtooien.


Juist de troon is van saffier, van SAPPIL, uitgebeeld door de hoofdtooi, de opslagplaats van de gnosis en de interactieve gnosis. Dit werd gedragen door de BEHEMAH, de wilden, als de getooiden.


De 'dochters der mensen', de nakers, betekent 'genezers' in de grondtekst. Zij genezen boze geesten, zij genezen de Nephilim wanneer dezen thuis komen van de oorlog. Zij hebben hun rijk gebouwd op genezing en niet op tucht.


Daniel 7


5 En zie, een ander dier, het tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem aldus: sta op, eet veel vlees.


Hier zien we drie ribben als een drietand, waaruit de vrouw in Genesis, 'Genees Isis' voortkwam, als de MTR, het toverwoord wat de moeder gebonden hield. Dit is de Mjolnir, de bijl van Thor, waarmee er dus veel vlees gegeten moet worden. Dit voorspelde het groot worden van de illuminati door de Petrus-Mercurius cultus, het patriarchische zwaard. De vrouw zou volledig onderdrukt worden. De vrouw zou komen tussen de tanden van de beer, Thor. Deze beer moet verslagen worden.


Veren betekent : strijd, oorlog in de Hebreeuwse grondtekst. Veren zijn in Indiaanse mythologie opslagplaatsen van gnosis. In het Aramees als BRA staan ze gelijk aan mannelijke geslachtsorganen. Veren waren ook vruchtbaarheids-symbolen van scalpering en besnijdenis. In het Aramees als SARA zijn veren ook beschreven als 'haar' of 'scalpen'. Scalpen verbergen de Moeder-demoon gnosis, zowel in positieve zin als negatieve zin, uitgaande van de Griekse filosofie dat een 'demoon' oorspronkelijk de personificatie is van de gnosis, dus dat kan een goede demoon zijn of een kako-demoon, een slechte demoon. Ook is het zo dat door illuminati-vertalingen de talen zo verrot zijn geworden dat het goede vaak voor het hypocriete staan, en het slechte staat voor het gedemoniseerde door de bezetters, terwijl het oorspronkelijk goed was. We leven wat dat aangaat in een omgekeerde wereld.


Thor, Horus, Ryan bewaakt dus de berg van de MTR, de valse moeder, van de Moeder Gnosis, in Eden. Jagers hadden in dromen en visioenen gezien dat Ryan een lift bewaakte, en een toren. Ryan, Rian wordt genoemd 'De Poortwachter van de Reuzen-Toren'. Ook Thor was befaamd vanwege het verslaan van reuzen. Ryan staat voor de samenzwering van de christelijke wereld en de medische wereld om langzaam door vergif toe te dienen controle over de mens te krijgen, om de mens te gebruiken als brandstof van de industrie voor economische doeleinden.

Ryan is de Heer van de Reuzen, zoals Thor dat is. Hij heeft de Nephilim voortgebracht, vanuit het slangenzaad, de giftige vrucht. Dit zijn 'de dochters der mensen' uit Genesis 6, de nakers, een ander ras van boze geesten, om de Nephilim groot te maken. Dit zijn geen echte mensen of vrouwen, maar monsters, aliens. Zij ondersteunen en vereren de mannelijke superioriteit, en zijn dus verraders van het vrouwelijke geslacht.

Ryan werkt door de valse boom, door het zaad van de slang, het zaad van tovenarij in de grondtekst, Assur, prosperity, het materialisme. Dit is waarop het gradenstelsel van de vrijmetselarij is gebaseerd. Het is om de gnosis af te knijpen. Zij wilden reuzen creeeren om over vrouwen te heersen, zodat ATA niet zou kunnen spreken. Nephilim betekent tirannen. De 'dochters der mensen', het andere ras van boze geesten, de nakers, moest vruchtbaarheid geven aan deze bloedlijn, en dat kon alleen maar als deze monsters zich als vrouwen zouden vermommen. Zij verlustigen zich in kracht en macht. Zij vormen de valse baarmoeder van de nephilim.

De 'dochters der mensen', levensgevaarlijke aliens. In de Hebreeuwse grondtekst betekent het appel. Zij wisten de weg tot de baarmoeders te vinden om vlees te worden, en een grote positie in de onderwereld. De verboden vrucht is vergif, de slangenbeet, valse medicijnen die hun oorsprong niet in de gnosis hebben, maar in hekserij. Het is geprogrammeerd door het slangenzaad, met de missie om slachtoffers te binden aan de valse boom. Het is de infiltratie van vergif.

In het Aramees waren deze 'dochters der mensen' eieren. Zij waren dus eieren van de slang. Zij werden bestempeld als 'goed' in de zin dat ze mensenbehagers waren van het systeem. Zij moesten het systeem grootmaken. Daartoe waren ze uitgezonden. Dit werd geconstateerd door valse visioenen in de grondtekst. Er was dus een heleboel misleiding gaande om deze zogenaamde kunstmatige nep-vrouwen deze status te geven.

In het eerste boek van Var, genaamd Jagera van Var, staat over de nakers :

'Het gebeurt wanneer zij aan de borst van Karo zijn, wanneer zij van haar melk drinken. Dan geeft zij hen de winterdroom. De melk verlamt hen, verblind hen, en prikkelt de zintuigen op een vreemde manier, om hen te verwarren, te misleiden, opdat zij haar nooit kunnen vernietigen. Zo ervaren zij kou, als een geboorte op aarde. Zij gaan in deze kou ten onder of worden gedreven tot Karo's hart.

De vermagerende melk voor jongetjes was de reden dat Var een vrouwenplaneet was. Ook Egau, in al zijn kracht en pezigheid, kon nooit zo sterk worden als een vrouw, door deze melk. Ook hadden vrouwen van Var een uitscheiding uit hun tenen met hetzelfde effect, wat door jongetjes, en ook mannen gedronken moest worden. Op Var werden ze hiertoe gedwongen, anders zou de toekomst van Var in gevaar zijn. Het was op Var verboden deze uitscheiding te weigeren. Mannen die klaagden omdat ze deze stof moesten drinken werden zwaar gestrafd. Er was voor een man die weigerde niet veel hoop. Hij kon doodgeslagen worden, of zwaar verminkt. Een vrouw moest voor die reden haar voeten goed verzorgen en in conditie houden door de jacht. Vuile voeten waren geen probleem, want dat liet zien dat er goed gewerkt was, en het was goed voor de conditie van de voeten. Maar het verwaarlozen van de voeten en het ongeoefend laten van de voeten kon voor een vrouw de doodstraf betekenen, of verbanning naar Kidde, waar alle mismaakte en verwaarloosde vrouwen woonden. Ook kwam het vaak voor dat van overtreders van dit gebod hun voeten werden afgehakt. Op Var waren de voeten van de vrouw het allerbelangrijkste, omdat het een belangrijke voedingsbron voor mannen was. Verzorging was daarom vereist. Dit was ook de reden waarom mannen voet-slaven waren. Alleen zo kon de planeet Var in stand gehouden worden.

De uitscheidingen zorgden ervoor dat bij de mannen slaafse lusten werden opgewekt, bijvoorbeeld tot het doen van slavenwerk, zoals de jacht, tent-diensten, het slachten en braden van vlees, en vechtszucht. Het trok de pezen strak aan als een gespannen boog. Vrouwen die werden afgekeurd om de man op die manier voeding te verschaffen werden vaak verbannen naar Kidde, waar ze moesten leven van mannenvlees. Voor veel vrouwen was dit een enorme vernedering. Maar ook waren ze vaak allang blij dat ze niet de doodstraf hadden gekregen. Nu moesten ze hun geld verdienen met kannibalisme. Ook mannen werden speciaal voor deze vleesmarkten geselecteerd, en waren niet meer dan fokdieren. Ze werden in kooien van grote fokkerijen gestopt waar ze werden vetgemest, totdat ze werden geslacht.'


'De moeder hyena zit op haar troon. Ze heeft Var veroverd, ze heeft alle kinderen in gevangenschap genomen, en doodde veel van hun vaders. Ze heeft gezien de val van hen die de dondergod dienen, hoe ze vielen in de dieptes van Var. Ze had gezien hoe ze in hun val veranderden in valse, bedrieglijke hyena's, nep hyena's, de nakers of naker meisjes. Ze waren meestal weglopers, losgebroken uit hun slavernij tot mannen, maar hun gedachten waren nog steeds verslaafd aan mannen. Daar waar hyena's sterk, groot, donker en mooi waren, waren de nakers lui, zichzelf niet goed voedende, vanwege het ontbreken van de jacht, en vanwege hun fetish hun mannelijke slaven te voeden, die hen onder controle hielden door hun grote, overvoede lichamen die buiten proportie waren. Ze waren slaven van deze mannen. Een hyena zou mannen nooit voeden op deze manier, maar hen eerder laten verhongeren om controle over hen te nemen. Veel van de naker meisjes werden terug naar de steden gesleept, verward als ze waren. Ze waren niet geboren in de rimboe, en normaal gesproken zouden ze er niet te lang kunnen blijven. Ze werden bespot door ware hyena's, om hun bleke, dunne en zwakke lichamen. Ze waren anorexia meisjes die rondliepen met grote mannen in ketens. Er was iets mis mee. Ze werden lafaards genoemd door echte hyena's, als degenen die niet echt een man tot slaaf durfden te maken. De mannelijke slaven van de nakers waren nog steeds hun meesters in hun lichaamstaal, gevende deze meisjes de illusie van controle, maar alreeds hun val calculerende. Deze mannen waren ongestraft, kastijding was vreemd voor hen.'


Ryan was zoals we zagen verder ontmaskerd als zijnde Thor, de woeste dondergod van de oude Germanen. Met de komst van het christendom moest men Thor afzweren, maar in de vrijmetselaars loges werd Thor nog gewoon door aanbeden als een machtige god.

Dit betekent dus de berg van Eden opgaan, de berg van de MTR. Het is de strijd tegen de Hettieten van KANAAN, in de diepte van de APHAR, het paradijselijke stof en vuil. Thor, Horus, Ryan, troont in de saffieren stad. Saffier is het materiaal van de troon, en van de pen, het woord.

In het boek Spreuken wordt bestraffing en kastijding gezien als het inbrengen of inprinten van het testament, PUQDAN, PUQDANA. De slavenjongens worden opgeroepen om te leren luisteren. SLY betekent iets buigen (goddelijke verlamdheid), oor, luisteren, een net uitspreiden, een valstrik zetten. Het begint dus in de goddelijke verlamdheid waarvanuit we de Gnosis moeten ontvangen, wat ons zal vangen, gevangen zal nemen, en wat wij dan later weer in de goddelijke jacht kunnen gebruiken. Dit is dus ten diepste een jagers-opleiding. EUDN/ EUDNA is het oor, maar tegelijkertijd de vagina in het Aramees. In het boek Hooglied is de schoot omzoomd met lelien/ krijgsgejoel. Horus, Heru, is waar het woord 'horen' en 'oor' vandaan komt, om zo verbonden te zijn met deze god. Hier is dus waar we het zegel moeten verbreken. Horus bewaakt de vagina.


SAPPIL staat voor saffier in het Aramees, waar de troon van gemaakt is. SAPPIL is de goddelijke schriftgeleerde, de boeken van de troon.

SAPPIL zijn de graveringen in de piercings, en de vloeistof, olie, binnenin deze piercings. SAPPIL kan ook door de andere sieraden heenstromen. SAPPIL zijn de heilige paradijselijke stenen van de troon-geschriften, en ten diepste is SAPPIL een goddelijke, paradijselijke drug.

SAPPIL is het geheim van MAYIM, het goddelijke zaad. MAYIM betekent ook : voetenzweet. Dit moesten jongens en mannen van vrouwen drinken, naast borstvoeding. Deden zij dit niet, dan zouden zij over de vrouw kunnen heersen. Daarom werden zij gedwongen dit te drinken.

In het boek Jagera van Var staat zoals we zagen :

'Het was op Var verboden deze uitscheiding te weigeren. Mannen die klaagden omdat ze deze stof moesten drinken werden zwaar gestrafd. Er was voor een man die weigerde niet veel hoop. Hij kon doodgeslagen worden, of zwaar verminkt.'

Ook de zondvloed was in de grondtekst MAYIM, en vrouwelijk voetenzweet. In Genesis werd de aarde door vrouwelijk voetenzweet geschapen. Voetenzweet heeft te maken met oordeel. De volkeren worden vertrapt en onderworpen door de voeten van de wederkomende Christus, oftewel de oerafgrond, de moederschoot, als het loskomen van de woeste ATA, de oermoeder van Var, en het oorspronkelijke woord voor moeder.

Het was het resultaat van oordeel. SAPPIL is een hoge graad van DAHAM, paradijselijke vloed en overweldiging. Het zijn de diepere bronnen en fonteinen van het paradijs.

SAPPIL is de opening van de troonboeken.

Hier zijn de schatten opgeslagen. Het is een rivieren-gebied, en een gebied van gesteente. Het is het geheim van de paradijselijke vloed, en het goddelijke zaad, de vruchtbaarheid.

SUKKAL wordt door haar uitgezonden om ons te onderwijzen, om ons kennis en zintuig te geven. SUKKAL leidt terug tot haar, de opgeslagen kennis, het imperium van de troon-boeken. Zij wordt geopend aan het einde van het boek Openbaring, om de levenden en de doden te oordelen. Zij bewaakt de geheimenissen van de poel des vuurs. Zo zijn dan de SUKKAL en de SAPPIL het laatste oordeel. Zij behoren tot de DUKKA, de rituele slachtplaats. Het zegel van de wijnpers is een groot zegel. Het houdt de eeuwige jacht verborgen.

Vier is het getal van een reuzen-opperhoofd, de grootste der Anaqieten. De druiven persen is een zegel wat de jacht verborgen houdt. In SAPPIL wordt die jacht hersteld. In SAPPIL wordt het zegel van de wijnpers verbroken. De Bijbel is een verzameling van valse troonboeken, een vals boek des levens.

In SAPPIL worden wij toegerust tot de jacht.

Ryan moet van de saffieren trap geworpen worden, van de toren die hij bewaakt. Hij moet van de berg van de moeder gnosis worden afgeworpen. Zo kunnen wij SUKKAL rijkelijk ontvangen. De troon is het saffier, waarop Ryan troont, oftewel Horus, Thor.

Een ander Kanaanitisch volk wat de Israelieten moesten veroveren was Jebus. Jebus was het oorspronkelijke Jeruzalem, het kamp van God. Jebus betekent in de grondtekst 'met de voeten vertrappen', 'oorlog' en 'kindergevecht'. Allemaal hield dit verband met de voet, het vertrappen van de vijand. Niet alleen de nakomelingen van KANAAN vestigden zich in KANAAN, maar ook waren er stammen die tot het Oude Kanaan behoorden.


KANAAN betekent de doorstekingen, de piercings, die het volk moest veroveren. Ook AMOWC, Amos, had deze betekenis, en het merkteken van het beest, 666. Het beest is leegte in de grondtekst, als de Tehoom, de oer-afgrond. Salomo had de 666 als zijn troon, en het was het getal van de oogst. 666 was het getal van een succesvolle economie, en zonder dat zou je niet kunnen kopen of verkopen. Het zou leiden tot de openbaring van de moeder gnosis. Het volk moest de 666 veroveren. Dit houdt ook verband met de swastika, de hamer van Thor, oftewel de MTR, het valse moeder-woord.


Het getal 666 had zijn oorsprong niet in Salomo's koninkrijk. MOSY moest dit getal al gebruiken om de Israelieten te redden. De slang van MOSY heeft het getal 666 in de grondtekst. De slang was vanwege het vormen van lussen een symbool van de piercing. De slang van Mozes was gevleugeld. In de oudheid stonden de gevleugelde slangen voor genezing en wijsheid.


Dan waren er de Kenizieten, de jagers in de grondtekst, voor de jacht-piercings. En dan waren er de Kadmonieten, wat de ontmoeting betekent in de grondtekst. De Israelieten moesten de Kadmonieten veroveren om een ontmoeting met de Godin te krijgen, om zo ook de slang te kunnen veroveren, de piercing.


De piercings waren initiatie-tekens op de berg van de Moeder God. De slang was hier een zegel op, een wachter. Thor had zelf die slang daar geplaatst, maar zou door dezelfde slang worden verslonden op Ragnarok. Ragnarok zal het einde betekenen van Horus, Ryan. Ragnarok, een vooral Vikingse naam voor Armageddon, de eindstrijd, werd ook wel Gotterdammerung genoemd door de Germanen. Tegelijkertijd zal de slang verwoest worden door Thor.



Hoofdstuk 8. Een Christelijk Verhaal


Laat mij u een christelijk verhaal vertellen :




Jesaja 52


7 Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.


In de Aramese grondtekst staat : 'Hoe smakelijk zijn op de bergen de voeten van', en dan in de Griekse grondtekst : 'van hem die het feest van het rund viert, het feest van de jacht op het rund,' de jacht op Taurus, oftewel Thor. Voeten worden in het Aramees als voedings-bronnen gezien, wat ook op de planeet Var een voedings-bron is, naast de moederborst. De voet is in het Aramees ook drugs. En in het Aramees gaat het dan verder : van hem die heil verkondigt, als zijnde de tucht en de bestraffing.


Waar vrede staat, staat er in het Aramees : beveiliging, wat natuurlijk iets heel anders is, meer als een vorm van overwinning. Dit komt ook weer terug in Efeze 6 voor de wapenrusting, waar de voeten de beveiliging, de overwinning van het oorlogs-systeem voor moeten stellen, van het evangelie, wat in het Grieks weer duidt op het feest van de runderjacht, het vieren van de overwinning over het rund, de overwinning over Thor en zijn hamer.


In het Aramees is de voet belangrijk. In de bijbel is de voet verbonden aan het oordeel, de treder van de druiven, en spoort hey ons aan om terug te keren naar de voeten van de chasma, de moederschoot, de vagina (christus). Natuurlijk is er een grote oorlog aan de voeten van de chasma, de heilige moederschoot. Deze wereld is aan de voeten van de duivel, de wereld heeft onreine voeten, vrome voeten die de oorspronkelijke betekenis hebben verloren. Door te kijken naar de voeten van de wereld zal een vloek je raken. Het is belangrijk om de voeten van de chasma (christus) te leren kennen om je te ontdoen van de slavernij aan de voeten van de duivel. De voet is in het Hebreeuws ook de grijper, de slavenmaker, enslaver. Ook is het een spion. De mythen van David zijn het oordeel van Chasma, Christus, die zal zitten op David's troon, met haar vijanden onder haar voeten. Zij zullen haar voetbank zijn. David was een type van het Oordeel van Christus , waarin Christus zelfs zijn naam draagt in Openbaring 22 vers 16 , waar hij onthult dat Hij de wortel en het lichaam van David is, en in de grondtekst 'gemaakt als David' en 'hetzelfde als David', die ons laat zien dat Christus de ware David is.

In de bijbel brengen de voeten van Christus dronkenschap. Het is allemaal om de geest te oordelen en het letterlijke. Er is een oorlog aan de voeten van Christus, er is een arena daar waar christenen vechten tegen de demonen. Zonder de Voeten van Christus, Zijn instructies en strategieën, zullen ze het niet maken. Dit is waarom het belangrijk is om de voeten van Christus te leren kennen. Wij hebben Christus gezien die zichzelf de ware David noemt. David staat voor de overwinnende voeten van Christus. In de grondtekst gaat dit over de Moeder.

Toen Christus sprak over zijn bruid, sprak hij niet over een groep mensen, maar over zijn eigen lichaam, zijn eigen vlees, God zelf, zijn vrouw. Dit zijn wapenen, dit is het oordeel, vrouwen staan voor de voeten. Dit is een voedingsbron, een voedingsbron die alleen maar door jagers kan worden gebracht (Jesaja 52, Aramees-Grieks). Deze voedingsbron wordt dus gedwongen, zoals vermeld in de geschriften van Var.


Een man verlaat zijn ouders om zich te verenigen met zijn vrouw, en zij zullen tot een vlees zijn. Christus zal terugkeren aan de voeten van zijn vrouw. Als we zien dat zijn vrouwen zijn voeten zalfden en zijn voeten met hun tranen bedekten, zijn voeten kusten en droogden met hun haren, dan beseffen we dat Christus hetzelfde zal doen tot zijn vrouw. De vrouw moet worden hersteld. Dat is de ware goddelijke orde. Er is niets dat de vrouwelijke kant van God kan vervangen, de zachtheid, de scheppings-orde, de baarmoeder. Christus kwam voort uit deze en zal terugkeren. En bij het kruis van Christus werd hij als haar. En door het kruis zijn ze tot één vlees. Het is deze kwaliteit die iemand maakt tot een christen. De vrouw is de treder van de wijnpers. Zijn vrouw is het deel van David in hem . Ze schept door vernietiging, door het betreden van de druiven, en dan is er gewoon zachtheid. God is een vrouw, dat is de boodschap van het Woord. Als we niet terugkeren naar haar voeten, zullen we niet scheppen. Haar voeten zijn de bron van alle schepping van de hemelen.

Simpel gezegd : de tenen van God zijn wapens. Dit is waar David voor staat. Het gaat over een oorlog. De voeten van God zijn een arsenaal. De voeten van God zijn onze wapenrusting. Christus is gekomen om het zwaard op het eerste, niet de vrede te brengen. In de oude talen van het Woord vertegenwoordigen de voeten de keuken. Er is geen transformatie zonder keuken. In David is de apocalypse voldaan. Hij onderwierp de vijanden van God. Dit is de reden waarom Christus op de troon zit. Openbaring is alles op het niveau van David. David is de voeten van God. Toen Christus zijn vrouw vond in David, vond hij eigenlijk zijn wapen, als we kijken naar het Aramees. Dit wapen is ook beschreven in Openbaring, en dat is de reden waarom aan het einde van Openbaring Christus zichzelf het lichaam van David noemt. De weg naar dit kun je zien als de planeet Mars, die het bloed vertegenwoordigt. Te zitten aan de voeten van Christus betekent niets meer dan te zitten aan de wapens van Christus. Waarin zijn voeten de beker en de schotel zijn van het Heilig Avondmaal. Dit alles vindt plaats in het arsenaal van David. En als we zijn geworden als Christus zitten we aan de voeten van God, zijn vrouw. Dit is wat de Aramese teksten allemaal over gaan. De schoot van de vrouw vertegenwoordigt dit kruis waarin sprake is van wedergeboorte, en Christus zelf heeft dit verstrekt en dat moeten wij ook.


Is dit niet allemaal om te kotsen ? Om te kotsen is het. Alles, maar dan ook alles is op de kop gezet en bedekt, als een afleider. Hier houden mensen zich dan voortdurend mee bezig, maar nog niet eens zo diep als dit. Zij worden geleid tot de MTR, de valse moeder, die het christendom in stand houdt. Dit alles zal verbroken worden als een groot zegel. De wijnpers zal verbroken worden, en de jacht zal getoond worden.


Laten we weer even teruggaan naar het begin :


Jesaja 52


7 Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.


In de Aramese grondtekst staat : 'Hoe smakelijk zijn op de bergen de voeten van', en dan in de Griekse grondtekst : 'van hem die het feest van het rund viert, het feest van de jacht op het rund,' de jacht op Taurus, oftewel Thor. Voeten worden in het Aramees als voedings-bronnen gezien, wat ook op de planeet Var een voedings-bron is, naast de moederborst. De voet is in het Aramees ook drugs. En in het Aramees gaat het dan verder : van hem die heil verkondigt, als zijnde de tucht en de bestraffing.


Waar vrede staat, staat er in het Aramees : beveiliging, wat natuurlijk iets heel anders is, meer als een vorm van overwinning. Dit komt ook weer terug in Efeze 6 voor de wapenrusting, waar de voeten de beveiliging, de overwinning van het oorlogs-systeem voor moeten stellen, van het evangelie, wat in het Grieks weer duidt op het feest van de runderjacht, het vieren van de overwinning over het rund, de overwinning over Thor en zijn hamer.


Deze voedings-bron was er al vanaf het begin. Hier is de hele schepping uit voort gekomen, uit voetenzweet, MAYIM. De voeten van de Godin hebben alles gemaakt. De voeten zijn namelijk verbonden aan de onderwereld, waar de chaos orde schept, en de orde chaos. Zoals we zagen moeten we afkicken van het woord 'moeder', van de mater, de MTR, om terug te keren tot de ATA.


Laten we nog even doorgaan met het christelijke verhaal :


Dan wordt David benoemt als MSYH, MSIHA, wat in het Aramees 'Messias' betekent. David was al in het Oude Testament als de Messias van God aangewezen. David zal ons leiden tot de moederschoot. Zowel het boek van Job als de Psalmen beschrijven de reis door de hel tot de moederschoot.

De elite heeft dit altijd verborgen gehouden. David was te oorlogszuchtig, en het zou het eind van de elite kunnen betekenen. Dit was ook de reden dat de Mithras cultus uitgebannen diende te worden, want die waren ook te oorlogszuchtig. De elite wilde een soort middenweg, van valse vrede, en gematigde strijd, die controleerbaar was door arena's. Hiertoe was Jezus de ultieme aangewezen persoon. Het Oude Testament was te oorlogs-zuchtig. Daartoe moest Jezus komen om de oorlog lam te leggen, en de mensen in slaap te sussen. Oorlog moest academisch zijn, en moest controleerbaar zijn door de elite. Jezus was dit instrument. Het was een instrument van totale zombificatie.



In Psalm 18 is het mannelijk geslachtsdeel weer heel erg belangrijk. Moeder God onderwijst en traint het mannelijk geslachtsdeel tot de oorlog. Het is een wapen. In de erectie wordt ervoor gezorgd dat het uitreikt boven de erectie van de vijand. Ook de vijand kent dit geheim en traint en programmeert het geslachtsdeel. De Psalmen beschrijven het mannelijk geslachtsdeel als bogen. Daarom zullen er tijden zijn dat de boog slap is, en tijden dat de boog gespannen is. In Psalm 11 wordt duidelijk dat als het mannelijk geslachtsdeel van de vijand slap is, dan schieten ze op de erecties van God's volk. De vijand wil namelijk dat God's volk in de valse verlamdheid terechtkomt, zodat de vijand macht kan uitoefenen over God's volk.

In Psalm 18 krijgt David het schild van de bestraffing, en zegt dat de kastijding hem kinderen heeft laten voortbrengen. Discipline is dus een vruchtbaar iets in de strijd. Om zijn vijanden te vervolgen moest David zijn vijand bestuderen, en aanhoudend blijven volgen en treiteren. Dat is ook de definitie van sterkte in het Aramees : frequentheid. David moest zijn vijand dus stalken.

De weg van de goddelijke sexualiteit wordt beschreven als TMM, THUMMIM, als perfect, wat ook de benaming is van IYOWB. David begaat dus eigenlijk het pad van Iyowb, het pad van de goddelijke sexualiteit/ vruchtbaarheid, wat dus het pad van jacht en oorlog is. Iyowb moest de Behemoth en de Leviathan verslaan. Ook David moest de Behemoth berijden en overwinnen, om zo zijn slagtand af te nemen, het mes van de besnijdenis. Ook moest David de tongen van de Behemoth afnemen, om die aan zijn riem te hangen. De tong van de Behemoth is de Leviathan. Leviathan manifesteerd zichzelf als Jezus in het Nieuwe Testament om de oude wegen tot de Messias, tot David, te verbergen, en te veranderen. Jezus kwam om tijden en wet te veranderen. De Leviathan zou worden tot een haan, de satanische erectie, die ook te vinden zou zijn op de toppen van de kerken. Jezus, de haan, zou aanbeden worden. Het Romeinse Rijk was geinteresseerd in vechthanen voor de markt, om het volk te amuseren, blind te houden, afgeleid, zodat de elite de controle zou kunnen bewaren. Door het ontvangen van de Geest van Jezus ontving het volk de tongen van Leviathan. Deze tongen brachten verdeeldheid. Het waren de Babylonische tongen, en verdeeldheid is ook de betekenis van de naam Leviathan. Dit was altijd het mandaat van de elite : 'Verdeel, en heers.'

Is dit verhaal nog wel christelijk ? Natuurlijk niet. Het is chasma-tisch, het woord wat in de wortels door het woord 'Christus' verborgen werd gehouden in de lagen van de grondtekst. Het is vaginaal, niet christelijk.

Laten we zien hoe dit vaginale verhaal verder gaat :

In Psalm 18 is de rituele drank van MAYIM, VOETENZWEET van jagers, geopenbaard in een visioen. Dit is gemengd met het bloed van de vijand, want deze jagers hebben bloed vergoten met hun voeten. Daarom is de oorspronkelijke Aramees-Griekse betekenis en uitleg van Jesaja 52 van levensbelang. Dit is waartoe AIMA, ADAMAH is uitgezonden, de aarde van het paradijs, onder de APHAR. AIMA is de Bloedvergieter, oftewel David. David leidt helemaal terug tot de bron in het paradijs, waar de bronnen van bloed zijn. Door het bloed van de vijandelijke prooi te drinken worden in Psalm 18 de grondvesten van de aarde getoond in een openbaring. Dit gebeurt allemaal door de Toorn van God's Ziel, door de Toorn van de Duisternis van God.


David moest bewapend worden met de Hel, moest de Hel ontvangen, zoals christenen de Geest willen ontvangen. In Psalm 18 ontvangt David de Hel, als een bewapening, en daarom is Psalm 18 één van de belangrijkste psalmen. Het opent een groot portaal in de geestelijke wereld. Dit is belangrijker en beter dan het ontvangen van de Heilige Geest. Dit was namelijk waar de Heilige Geest naartoe zou leiden. De Hel is een essentieel deel van de Gnosis.


Dus wat doen we nu met David ? Antwoord : Hetzelfde als wat we met Christus hebben gedaan : herleiden tot de bron. David staat voor de voeten van de Moeder.



Er was een droom komende tot de aarde, tot een spel wat begon te vervelen en maar niet ophield. Het was een droom over de komst van een vleermuisman. Hij kwam om een nieuwe boog te brengen, de ATA. Zo kon het spel eindelijk stoppen waartoe mensen waren veroordeeld. Het was een spel waarin bepaalde vijanden niet verslagen konden worden, en de mensen werden moe, en het spel ging eeuwig door. Maar nu kon het spel afgesloten worden door onzichtbare muren. Er kon gesneden en afgesneden worden in de ruimte, er kwamen muren, en het spel stopte. Het was als een mes in de hersenen, in het verstand. Mensen konden dingen weer afsluiten die veel te lang al hadden geduurd.


De zalving was in de grondtekst het vuilmaken, rituele verf. In het Hebreeuws betekent zalven ook doen groeien, en dit had te maken met het zalven van de phallus om het erect te maken. Dit gebeurde met dierenvet, maar ook met bloed en zaad, MAYIM, wat ook voetenzweet betekent. Op die manier moest de speer gezalfd worden. 'Gij zalft mijn hoofd met olie.'


'Gij laat mijn phallus groeien door het te zalven met dierenvet,' staat er dan. Hier wordt het woord 'shemen' gebruikt voor dierenvet, waar ook het woord 'semen' vandaan komt, zaad, sperma. In het Aramees is dit MSH, MSHA, MESHA, waar het woordje Messias, Messiah vandaan komt. 'Mijn beker vloeit over,' is dan een gevolg hiervan, en in het Aramees staat er : 'Mijn beker maakt mij dronken,' wat ook weer terugwijst op Adam de paradijselijke dronkenschap. Zo kan dan de oorlog beginnen, en de jacht. In het Hebreeuws betekent dit ook dronkenschap in de diepte van het woord, en beker betekent onreine vogel, als demonen-vogel, demonische kip, Kowc.


Daarom is het voor David zo belangrijk om tot de ADAM te komen. In de ADAM is het geheim van de MAYIM, het zaad van de gnosis. Dit is de dronkenschap. Hiertoe leidt het oordeel. Dus laten we nog even teruggaan naar het begin :



Jesaja 52


7 Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.


In de Aramese grondtekst staat : 'Hoe smakelijk zijn op de bergen de voeten van', en dan in de Griekse grondtekst : 'van hem die het feest van het rund viert, het feest van de jacht op het rund,' de jacht op Taurus, oftewel Thor. Voeten worden in het Aramees als voedings-bronnen gezien, wat ook op de planeet Var een voedings-bron is, naast de moederborst. De voet is in het Aramees ook drugs. En in het Aramees gaat het dan verder : van hem die heil verkondigt, als zijnde de tucht en de bestraffing.


Waar vrede staat, staat er in het Aramees : beveiliging, wat natuurlijk iets heel anders is, meer als een vorm van overwinning. Dit komt ook weer terug in Efeze 6 voor de wapenrusting, waar de voeten de beveiliging, de overwinning van het oorlogs-systeem voor moeten stellen, van het evangelie, wat in het Grieks weer duidt op het feest van de runderjacht, het vieren van de overwinning over het rund, de overwinning over Thor en zijn hamer.


De jagers-voet is dus de beker van de onderwereld. Wee ons wanneer wij de verkeerde beker drinken. De beker van de nakers, de beker van Jom, zal ons namelijk vernietigen. Ook deze beker wordt gedwongen, en deze beker moeten wij overwinnen.


De Salomonische tempel herstelde de eredienst tot de vagina. Hierdoor werd deze tempel ook interessant voor geheime genootschappen zoals de vrijmetselarij en de illuminati. Zij wilden dit namelijk verborgen houden voor het gewone volk.

Maar zij die diep in Salomo's tempel waren doorgedrongen werden verslonden door de MTR, de valse moeder. De hamer van Thor heerst over hen, verbrijzeld hun hersenen. Dit is het diogenische systeem waar je niet doorheen komt, en waar geen kruid tegen opgewassen is, alleen door de gnostische 'dood'.


In de wortels betekent ADAMAH bloed, plaats van bloed, ADAM, van ADAMAM, niet kunnen spreken, en het betekent ook vernietigen en wassen in de diepte. Wij moeten komen tot de heilige stomheid. Het is een plaats van het stilzijn en het wachten. Daarom is dit een belangrijk fundament voor profetie. In ADAMAH verliezen demonen hun menselijke eigenschappen en worden stomme dieren. APHAR, het laatste oordeel, bepaalt wat iedereen in de ADAMAH is. De ware aard komt tevoorschijn in de ADAMAH. Alles krijgt zijn plaats. Daarom is de ADAMAH weer een belangrijk altaar waar wij naartoe moeten gaan om alles op te leggen, zodat wij leeg en naakt voor God komen te staan, klaar om God's oordeel over ons leven te ontvangen. Oordeelsprofeten moeten daarom een diepe relatie met ADAMAH ontwikkelen.


Kun je hier naar kijken, objectief, waarnemend op afstand, afstandelijk, zonder meegesleurd te worden met het woordje 'God', zonder meegesleurd te worden met het woordje 'Adam'. Kun je hier doorheen prikken ? Kun je dit afsluiten met de boog van de vleermuisman, met de ATA ? Kun je dit bekijken als achter een onzichtbare muur die het spel heeft doen stoppen ? Hierin ligt de tekst. Kun je dit vertalen en transformeren ? Wat betekent dit in de hogere taal ? Wat betekent dit in Var ?


Het is de plaats waar de APHAR, het paradijselijke vuil, naartoe leidt, wanneer wij dieper graven in het paradijs. Wanneer wij op de APHAR staan, dan kunnen we de overkant zien, de ADAMAH, de diepere laag in de grond. Het ware wassen gebeurt in het bloed van de vijand. Het was het bloed van demonische dieren, van demonisch vee. Het was een teken van overwinning, een Davidisch teken. De Davidische Tabernakel die in Amos 9 opgericht zou worden, was geroepen om Yaakob en SUW weer in balans te brengen, de strijder en de jager, oftewel de bediening van de vecht-slaaf en de jacht-slaaf. Het Davidische heerserschap zou dit bewerkstelligen.


Kun je in David de ATA zien, die hierin opgesloten is ?


David is de personificatie van de ADAMAH, de goddelijke bloedvergieter, AIMA in het Grieks, oftewel het Bloed van Christus, wat dus eigenlijk 'de Bloedvergieter van Christus' betekent. Dit is de DAVID van Christus, als het Bloed van Christus. Het is een werkwoord, een wapen. Het was een teken van overwinning.


Kun je de vagina zien in Christus ? David en Christus werden geschapen door de ATA als de vellen van haar grot en hut, als haar voorhangsels, de huiden van geslacht vee, waarmee ze bedriegers kon afleiden, opdat zij haar niet konden vinden. Er is grote afstandelijkheid in de ATA. Zij valt niet te verbidden. Zij is vaginaal, niet christelijk, en is ver van het christendom verwijderd, maar dit is haar kooi. Zij heeft deze kooi zelf geschapen. Dat is de grote paradox.


Alles moet met stomheid geslagen worden, te beginnen in ons eigen leven, zodat God over kan nemen. Wij moeten diep doordringen in de ADAMAH, in DAVID, voor deze reden, om ADAMAM te ontvangen, waardoor alle stemmen in ons gedoofd worden, zodat alleen God spreekt. Wij moeten met ADAMAH, DAVID, bewapend worden, na door ADAMAH ontwapend te zijn, onze stem hebben verloren. Dit zijn serieuze dingen. Wij zullen namelijk voor elk ijdel woord geoordeeld worden. Allereerst moeten wij de verlammende vreze des Heeren ontvangen wat ons niet meer laat durven spreken, bang om een ijdel woord voor God's aangezicht uit te spreken. Eén ijdel woord kan een heleboel kapot maken, voor een hele lange tijd. Wees zelfs bang om te ademen. Wat ademen we wel niet allemaal naar binnen ? Wij moeten de heilige ademnood ontvangen. In ADAMAH, DAVID, is er doorgang. Wij leggen alles op het ADAMAH altaar, en laten alles achter ons, om de heilige bloedvergieter, de AIMA, te omhelzen.


ADAMAH, AIMA, oftewel DAVID, zal terugkeren, en de wateren zullen in bloed veranderen. Ook de maan, het licht, zal in bloed veranderen, en de zon zal duisternis worden. Wij zullen allemaal terugkeren tot de ADAMAH, DAVID en de AIMA, de Bloedvergieter, zal onze Rechter zijn. Niemand zal aan de ADAMAH, DAVID, kunnen ontkomen.


Alleen door de gnostische 'dood' kunnen wij dit vertalen. Wij moeten aan ons christelijke zelf sterven. Het varken moet dood. Haten wij dit varken wel ? Hebben wij wel genoeg bloedlust naar dit varken, en hebben wij wel genoeg leedvermaak om met dit varken af te rekenen, of zullen wij vallen in de valstrikken van genade en medelijden met dit varken ? Medelijden met het kwaad zal zwaar gestrafd worden. Het is een vorm van tuchteloosheid, waarop we de gnosis missen. Een jager zonder bloedlust en leedvermaak zal afgekeurd worden voor de jacht. Wij moeten ons verheugen over het oordeel over de vijand, anders zal dit oordeel nooit komen. Het is 'graag, of helemaal niet.' Wij zijn helemaal lam gedraaid door de fabeltjes van medelijden en genade, en die liedjes komen uit het hart van de vijand zelf om ons af te leiden en ons te verzwakken in de strijd en de jacht. Mannen worden zo doetjes, die alleen maar met alle muziek meedansen, en vrolijk zijn om niets. Ze vieren feestjes in oorlogstijd. Ze durven niet te lijden, bang om niet voor vol aangezien te worden, terwijl ze vergeten dat ze gevangenen zijn, slachtvoer. Hun messen en speren zijn bloedloos. Ze durven deze niet te gebruiken. Ze willen geen mensen op hun hart trappen. Nee, het zijn doetjes, watjes, frivole dozen en mutsen die handeltjes drijven, terwijl hun broeders aan de frontlinie staan om oorlog te voeren. Ze willen niet kwetsen, en niet achter iemand zijn rug praten. Ze willen niet roddelen, want ze aanbidden en prijzen de vijand. Over de vijand geen slecht woord. Ze zijn vrienden van de vijand, als NSB-ers. Zo leiden ze een vrolijk en gelukkig leven.


In AIMA, ADAMAH, DAVID, de paradijselijke ondergrond, worden wij geinitieerd. Hier leren wij de bloedvergieter en zijn ijzeren wetten kennen, de wetten van het paradijs, de strenge wetten van oorlog en jacht. Wij zullen komen tot de Openbaring waarin alle voorgeslachtelijke zegels zullen breken, en de wateren en de maan zullen veranderen in bloed, en de zon zal duisternis zijn. Wij zullen terugkeren tot de ADAMAH, tot DAVID, met zijn rivieren van bloed, de gradaties van overwinning, het heerserschap.


Adam betekent dronkenschap in de wortels.


Wij moeten gewassen worden in deze rivieren. Dat is wat de ADAMAH, DAVID, in diepte betekent : DUWACH, spoelen, uitwerpen. Hier worden wij bekleed met het paradijselijke vuil. Dit is als een wassing. Vuil wast ons. Wij worden gewassen om los te komen van de schoonheid van de mensen, want dit is slechts een chemische schoonheid die ons te gronde richt. Bedenk alle kankerverwekkende stoffen die in hedendaagse schoonmaakmiddelen en wasmiddelen zitten. Leef zo dicht mogelijk bij de natuur, en ga een relatie aan met de ADAMAH, DAVID, de paradijselijke diepte van God's natuur. Zo mag je ook komen tot de ADAMAM, de heilige stomheid, en de DAHAM, de paradijselijke vloed en overweldiging. Dit zijn allemaal lagen in de ADAMAH, in DAVID, waartoe we moeten doordringen.


En juist deze zegels moeten verbroken worden. Dit is een zeer demonische taal, de christelijke taal. Wij moeten komen tot de vaginale taal van de ATA.


ADAMAH, DAVID, leidt tot zijn diepte, tot de ADAMAM, de heilige stomheid, de wachter van de mond, en tot het mysterie van de DAHAM, de paradijselijke vloed en overweldiging. ADAMAH, de bloedvergieter, overweldigd ons, om ons dieper mee te sleuren in zijn diepte. Hier zijn de schatkamers van het paradijs te vinden. Ook Iyowb werd hier naartoe genomen, nadat hij door APHAR was bekleed. Hij werd geleid tot EBEN, het heilige, goddelijke gesteente. Ook werd hij geleid tot OKLAH, waar de vijand tot vlees van gevogelte was geworden. Dit gebeurde doordat Iyowb groeide in heerserschap, in ADAMAH, in DAVID.


Wij zullen terugkeren tot de ADAMAH, tot DAVID, met zijn rivieren van bloed, de gradaties van overwinning, het heerserschap.

Wij moeten gewassen worden in deze rivieren. Dat is wat de ADAMAH, DAVID, in diepte betekent : DUWACH, spoelen, uitwerpen. Hier worden wij bekleed met het paradijselijke vuil. Dit is als een wassing. Vuil wast ons. Dit heeft te maken met het Christus-element, de URIM, het nachtzicht. DUWACH, het wassende element van de ADAMAH, heeft te maken met een paradijselijke URIM.

Zo mag je ook komen tot de ADAMAM, de heilige stomheid, en de (A)DAHAM, de paradijselijke vloed en overweldiging. Dit zijn allemaal lagen in de ADAMAH, in DAVID, waartoe we moeten doordringen. De ADAHAM, de paradijselijke opspringende vloed kun je vergelijken met ADAM zelf, wat de paradijselijke dronkenschap betekent. Dit is waar de ADAMAH, DAVID, de tweede Christus, je naartoe wil leiden. DAVID is het Wapen van Christus, Zijn Bloed, oftewel Zijn Bloedvergieter.

ADAMAH, DAVID, leidt tot zijn diepte, tot de ADAMAM, de heilige stomheid, de wachter van de mond, en tot het mysterie van de ADAHAM, de paradijselijke vloed en overweldiging, tot ADAM, de eerste Christus, de paradijselijke dronkenschap. ADAMAH, de bloedvergieter, overweldigd ons, om ons dieper mee te sleuren in zijn diepte. Hier zijn de schatkamers van het paradijs te vinden. Nadat wij door APHAR zijn bekleed worden we daar naartoe geleid. Hierdoor groeien we nog meer in heerserschap, in ADAMAH, in DAVID.

Christus beeldt het proces uit van de inwijding door sexualiteit als een bewapening in DAVID, en een wassing of vervuiling, als een dronkenschap, in ADAM. Dit zijn de twee kanten van Christus. Het is het werk van de URIM om met de THUMMIM in verbinding te komen.

In Psalm 51 bidt David tot de grote baarmoeder (racham) van God. Hij vraagt of de kastijding over zijn zonden weggenomen mag worden, of Pesha weggenomen mag worden. Daarna wordt er de kastijding van verlamdheid besproken, AVON. David vraagt om KABAC, een wassing, maar dit betekent ook betreden worden. Het is duidelijk dat David worstelt met de kastijding, zoals Jezus, vragende of de drinkbeker van het lijden aan hem voorbij mag gaan. Hij vraagt om TAHER, de rituele wasssing, om vrij te komen van het verloren zijn, van eenzaamheid. Daarna vertelt hij dat hij voortgebracht was in de AVON, de kastijding van het verlamd zijn. Hij was voortgebracht als een verlorene door zijn moeder die met beesten lag, YACHAM.

In het verborgene, wat hetzelfde is als stomheid, het niet spreken, CATHAM, geeft God hem oorlogs-taktieken.

In Psalm 65 werd er in de grondtekst gezegd dat de communicatie zal gaan in en door de Vreze des Heeren. Dit is hoe een profeet werkt. In Psalm 66 wordt getoond dat God's werken te vrezen zijn, YARE. Alle onderwerelden, ERETS, zullen buigen voor God hierom. Ook zijn God's werken tot de kinderen van ADAM te vrezen.

U bracht ons in het net, MATSUWD, als prooi, maar dit betekent ook burcht, bescherming.

Dit wordt dus bedoeld met de voeten die vrede brengen, bescherming. Het zijn jagers-voeten.

Psalm 126 – Toen de Heere ons uit de gevangenschap terugbracht was onze mond (bron, vagina) gevuld (male = BEWAPEND) met gelach en spot, en onze tong (lashown = TONG VAN VUUR) met rinnah = oorlogsgejoel (ringing cry), overwinningsgejoel, oorlogsliederen en overwinningsliederen tezamen met proclamaties, pleiten, verzoek, smekingen, onderhandelen door gebed, een nederig verzoek om hulp van iemand in autoriteit, communicatie met een god, aanbidding, een gebed om triomfering.

Dit heeft zijn wortels in ranan – overwonnen worden.

Dit is dus eigenlijk wat het spreken in tongen is.


RINNAH is in het zaad van tranen/ bitterheid,

om te binden, verzamelen, ALLUMAH met gevangenen, wat zijn wortels heeft in ALAM = stom, gebondenen



De ware dronkenschap is de traan, het huilen. Dit is waar Adam voor staat, waar het oordeel naartoe leidt. Huilen betekent dat het sap eindelijk de hersenen heeft bereikt, en heeft laten overstromen. Huilen brengt tot een andere realiteit.

Psalm 119 – Ik opende mijn mond en had bloedlust, want ik verlangde naar uw geboden. Mijn vlees (bashar, mannelijk geslachtsdeel) beeft (ook : van boosheid, van erectie, van het opstaan/ de opstanding) vanwege de vreze voor u, en ik ben bang voor uw oordelen.

De rinnah (oorlogs en overwinningsgejoel) en yehuwah (overwinning) zijn in de OHEL, wildernis, tent van wilde beesten, in het zuiden, in het offeren.

We kunnen Adam dus doorvertalen tot huilen.

De traan is nauwverbonden met het bloed en het zaad. Dit is waar MAYIM voor staat, het voetenzweet. De amazones stonden erom bekend dat zij jongens en mannen aan hun voeten deden neerstorten na de marteling om zo hun voeten met mannelijke tranen te bekleden. Zij bezaten de mannelijke traan, wat één van de grootste geheimen is van het mannelijke zaad. Zonder deze traan zouden mannen nog steeds een groot gevaar zijn. Door de mannelijke traan konden de amazones de sterke geest van de man temmen en breken. Alleen zo kon het vrouwelijke ras overleven.

In het bed vindt SARA plaats in het Aramees. Dit betekent niet alleen gevangen nemen en vastbinden, maar ook bewapenen tot een gladiator of vechtslaaf in de context van het woord. Het bed is dus een plaats van oorlogs-initiatie of arena-initiatie. Ook betekent het forceren. Hier wordt de slaaf dus geprogrammeerd met opdrachten. Ook is SARA omsingeling. SARA of SARAH is de twistzieke, spottende vrouw van Abraham, een beeld van de TSARAH, de grote verdrukking. Zij leidt tot CHECED, de eeuwige bestraffing, het eeuwige kruis. Vandaaruit moet er heilig torment uitgeoefend worden. Hier kunnen we dus niet aan ontkomen.

In het Aramees betekent het woord 'hel' of 'hayl', of 'haylawan' letterlijk hemelse machten, heerscharen, hemels leger, waarin hemel dan weer belegering betekent. Dit is de kracht die men in het bed moet ontvangen. Telkens weer wordt er opgeroepen tot het pronken hierin, als in goddelijke trots. Het is een wapen. Natuurlijk kan dit dus alleen maar in de diepe dronkenschap van het paradijs gebeuren, de Adam-sleutel. In het Aramees betekent prijzen/ pronken 'polijsten', ook als een test-worsteling met God, om te zien wat iets waard is. Dit is de Jaspis, de Jasper, de steen van Benjamin, oftewel de Yashapheh, wat ook zachtheid betekent, en staat voor de creatieve kracht van de heupen. Dit is ook wat 'Christus' in diepte betekent : gezalfd worden door inwrijving, polijsten, hameren, en ook gezonden om te zalven. Jezus was de gehamerde, en hamerde zelf ook, als de timmerman. Hij was de getredene, maar ook de treder. Het is het beeld van de goddelijke vagina. Daarom is het zo belangrijk om het Jezus-zegel te verbreken. Ook is deze steen de steen van Zilpa, de steen van het wenen. Ook dit staat dus in verband weer met de hamer van Thor, Thor de timmerman.

Dat God Jezus zond als weg tot de hemel, was om de vagina als de weg tot de baarmoeder, te verbergen. De vagina is het beeld van de initiatie tot de hogere kennis. Het is een pad. Dit pad is in Christus verborgen.

De vagina wordt vandaag de dag veelal verkeerd voorgesteld, als een genotsmiddel, of een middel om kinderen te krijgen. De goddelijke vagina in de Aramese grondteksten heeft als doel de oorlog. Het bereid voor op de oorlog, als 'gezalfd om te zalven'. De goddelijke vagina bewapent de strijder, zalft of liever : vervuilt, verft, pierced, de strijder, door rituele insnijdingen. De goddelijke vagina is de besnijder. De goddelijke vagina bereid voor op de oorlog en de jacht. Dit is wat Christus voorstelt. Het Complot veranderde de Christus-dynamiek als iets mannelijks waar de vrouw haarzelf aan moest onderwerpen.

Zoals we zagen is de goddelijke vagina ook de ontwapening, als een valstrik, die ons eerst tot de leegte brengt. Alle wapenen van de boze zal Zij afdoen. Ook in het Aramees, in Psalm 63, verlangt het mannelijk geslachtsdeel van David naar God. In het Aramees betekent het woord BY ook smeken. David is hier in een woeste wildernis, waar geen zaad stroomt, geen MAYIM.

Hij verlangt om de massa, stevigheid (SON) van God als vrouw te zien, als in een visioen, in extase (CHAZAH, Hebreeuws), vergelijk Adam, de dronkenschap van het paradijs, oftewel de traan, het huilen.

Checed, de eeuwige schuld en straf, is beter dan het leven en behoudenis (HAYYIN, HAYE, Aramees), zegt Psalm 63. De eeuwige verdoemenis wordt hier dus heel hoog aangezien, als iets positiefs. Het is een manier voor David om zich te verliezen in God als vrouw. Ook staat de penis in het Aramees soms voor vergif, zijnde als een oorlogswapen, of een jachtsgif (risi).

In Psalm 18 zien we dat David ingewijd wordt in DN, EDEN, de vagina van God. Dit gebeurt door GATA, het wenen.

Psalm 6 zal één van de belangrijkste Psalmen zijn. In de sexuele inwijding (ORSA, IRSA), op het bed gemaakt van dierenhuiden, wordt de rituele oorlogs-verf, OSUB, aangebracht in verschillende patronen (oorlog, jacht, slacht). In het Hebreeuws is dit MACAH, consumeren, laten verdwijnen, intimideren, nat maken. In het Aramees gebeurt dat met DAMAT, wat voorvocht, zaad en tranen betekent. Als er dus een zaadlozing plaatsvindt, of de uitstorting van voorvocht, dan staat dat gelijk aan wenen. Dit gebeurt aan de TESWI, de voeten van Moeder God, Haar fundament, ook als een bed. David maakt Haar voeten nat met tranen, waar hij ook tot zwakheid komt. Dit proces is MSY, MOSY, waar ook het woord MOSHEH vandaan komt, Mozes. Mozes moest het volk uitleiden, door de wildernis, waar ze verzwakt en uitgehongerd worden, om zo in de kracht van God te komen.

In Psalm 6 heeft David dus een ontmoeting met Adam, het huilen. Zoals we zagen heeft dit te maken met het bloedvergiet en het zaad, als een belangrijke vorm van exorcisme. De vijand is diep in ons lichaam, en huilen is een manier om de vijand uit te drijven. Ook is huilen een manier om tot de leegte te komen, en tot een hoger niveau. Daarom is huilen iets waar we ernstig naar moeten streven. Een slaaf die niet huilt zal ten onder gaan. Alleen door de traan zal er toegang zijn.

David overwon de Filistijnen in I Kronieken 14 : 10, door de uitstorting van mayim in Baalperazim, als een grote vernietiging van hun beelden. Het was een Davidische beeldenstorm. Baalperazim betekent Heer van het Voortbreken.

De Levieten waren de slagers in dienst van David in de grondtekst van II Kronieken 23 : 18.


ADAM hoeft niet perse een persoon te zijn, maar kan ook een stam zijn, en betekent dronkenschap in de diepte (van rode wijn). Dit kan ook heel goed met het bedwelmende voedsel van het paradijs te maken hebben, als drugs. ADAM is een paradijselijk element, een archetype van de vervoeringen van het paradijs. ADAM werd verlicht, of liever gezegd : ontving het nachtzicht, door het eten van 'de boom van kennis', oftewel door het slachten van demonisch vee. Dit is eigenlijk heel logisch, want het demonisch vee waren de wachters van de diepere geheimen van het paradijs. Zij waren zegels die verscheurd moesten worden. Zonder de 'boom van kennis' zou ADAM nooit dronkenschap geweest kunnen zijn. Bomen zijn tuchtplaatsen in de grondtekst. ADAM bereikte dronkenschap door de kastijding, en werd het evenbeeld van dronkenschap. Dit is waar de lankmoedigheid, de longsuffering, toe leidt. De ADAM is een zelfs nog diepere laag in het paradijs. Nu zagen we dus ook dat ADAM de traan is.


De Spreuken van Shlomoh (Salomo) is om YADA, doctrine, te schenken aan de TLE, TALYA, slavenjongens (NA'AR). We zien in het Oude Testament dat de archetypes vaak slaven had, en dit kunnen we esoterisch alleen begrijpen, wanneer die archetypes 'delen van God' zijn. In die zin zijn het dan slaven van de Heere. Het boek Spreuken was geschreven voor zulke slaven, om YADA te ontvangen, doctrine, om PELA te verstaan, symbolen en enigmas, om YAYU/ YAYUTA te ontvangen, letterlijk : sieraden voor het 'mannelijke' geslachtsdeel, oftewel sieraden van de goddelijke verlamdheid (in het boek Iob zijn sieraden wapenen, werktuigen, gerei van overwinning, promoties).


In het boek Spreuken gaat het over het ontvangen van de Wet EN de bijbehorende kastijding.


SABAR = vertrouwen, redeneren, logische gevolgtrekkingen van algemeen naar bijzonder

Dit zal genezing zijn voor BASRA/ BESRA = 'mannelijk' geslachtsdeel, je vermogen om in de goddelijke verlamdheid te zijn. Ook brengt SABAR dierenbeenderen, maakt je een goed jager.


7 : 3 – Bindt/ doet de Towrah, de Wet van scheiding, om je tenen, als sieraden (ringen).


In het Aramees is de voet belangrijk. Het is verbonden aan de botanische wereld, het voedsel, en het is ook een opmeter en een maatstaf. In de bijbel is de voet verbonden aan het Oordeel, de treder van de druiven, en moet men terugkeren tot de Voeten van de Heere. Er is een grote oorlog aan de voeten van de Heere. Deze wereld is aan de voeten van de duivel, deze wereld heeft onreine voeten, vals vrome, religieuze voeten die al hun originele betekenis heeft verloren. Door de voeten van de wereld te bekijken zal een vloek je slaan. De wereld heeft zijn eigen rechts-systeem, maar de Voeten van de Heere reflecteren ware gerechtigheid. In het Hebreeuws is de voet verbonden aan opverven, als een penseel. Het is belangrijk om de Voeten van de Heere te kennen, om los te komen aan de slavernij tot de voeten van de duivel. In het Hebreeuws is de voet ook de grijper, de slavenmaker. Ook is het een spion, en een verhalen-drager. De voeten zijn belangrijk, want onder hen zullen de vijanden geplaatst worden. De vijand zal worden tot een voetbank.


In het Grieks zijn de voeten de onderwijzers.


VULGATA Psalm 17 : 38 en verder :


Ik zal PERSEQUOR mijn vijanden, = stalken, volhardend achtervolgen

en ze COMPREHENDO, = vastbinden.

En ik zal niet terugkeren, todat ze hebben gefaald.”


Ik zal hen breken (confringam), en zij zullen niet kunnen staan.”


Zij zullen vallen onder mijn voeten = cadent subtus (onderwerpen) pedes meos.”


Ik heb de RUG van de vijand !”

= DORSUM, als een lastdier, vee


inimicis iracundis, woedende vijanden,

onderworpen door God ONDER mij =

subdis populos sub me.”


Psalm 8 : 8, 9 – God heeft de mens gesteld over pecora, pecus = vee, bruten (boze geesten)

over ovesovis = lammeren,

over boves, bos = runderen,

subicio = onderwerpen

onder voet = pes

in campi/ campus = veld, een zeker level

over volucres caeli = vogels der hemelen, v/d opslagplaats v/d hemelen


9 : 4 vijanden, inimicum, zullen zwakgemaakt worden = infirmo, infirmabuntur, = ongeldig

en vergaan, pereo, peribunt


De voet is levensbelangrijk in het proces om de vijand te maken tot fokvee, en de vijand te onderwerpen. Als wij dit niet volgens de WET, TOWRAH, doen, dan zullen we schuldig staan aan misbruik. DAAROM moest de wet om de tenen van het volk van God gedaan worden als sieraden ter herinnering (ringen) in het boek Spreuken. In de oudheid was een voet op de vijand altijd het symbool van overwinning. Er is veel misbruik geweest, en God walgt van de voeten der mensen. Daarom zal God een nieuw oordeel uitgieten over deze voeten. De voeten van de vijand zijn overmoedig, haastend om kwade dingen te doen, tot het vergieten van bloed.


Dus in het Grieks zijn de voeten de onderwijzers. Zij spreken, en in het Aramees wordt dit extra duidelijk wanneer we realizeren dat zij de zijkanten van de oren zijn, ook de zijkanten van de vagina, de schaamlippen, oftewel de lelien die de schoot omzomen, het krijgsgejoel, de wachters van de onderwereld. De voeten zijn de testers en de treders. Er is dus een oorlog aan de voeten van de Heere, er is een arena daar, een strijd tegen de vijand. Zonder de Voeten van de Heere, Zijn instructies en strategieen, kan de oorlog niet gewonnen worden. Daarom is het zo belangrijk de Voeten van de Heere te kennen.


In Openbaring zien we dat de voeten van Chasma, de vagina, (Christus) zijn als koperbrons. Voeten zijn in de bijbel erg belangrijk. De vijand zal verbrijzeld worden onder de Voeten van Chasma, de vagina, en zal gemaakt worden tot Haar Voetbank, en we zien dat dit allemaal zal gebeuren doordat de voeten van de vijand verbrijzeld zullen worden (Daniel 2). Daarom is het zo belangrijk om ons op de Voeten van Chasma, de vagina, te richten. Wat beelden die Voeten uit ? We zien dat de voeten van de vijand, de gevestigde kerken, geen eenheid vormen, maar in verdeeldheid leven als ijzer vermengd met leem, als een grote arena. Maar de Voeten van Chasma, de vagina, zijn als koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt. Daarom is het voor ons van levensbelang daar veel vanaf te weten. Alleen door de Voeten van de Chasma zullen wij macht over de vijand hebben en de vijand verbrijzelen.


In het boek Richteren lezen we over Juda die de tenen van de vijand afhakte als een beeld dat de vijand zijn evenwicht verliest. Uit Juda is de Davidische Dynastie voortgekomen en uiteindelijk de Messias, dus Juda is van fundamenteel belang. Ook in Openbaring komen we de stam Juda weer tegen met twaalfduizend die door de Heere en Haar amazones, jagers, zijn verzegeld, en als één van de poorten van het hemelse Jeruzalem. Tussen de voeten van Juda zou de heersersstaf zijn, en zijn broeders zouden voor hem neerbuigen en hem loven (Genesis 49).


De Voeten van de Heere brengen de nieuwe wijn. De Voeten van de Heere brengen dronkenschap over de soldaten, en het Aramees gaat zelfs een stapje verder door te zeggen dat de voeten 'drugs' uitbeelden. Het is allemaal om het verstand te oordelen, en het letterlijke. In het Grieks zijn de voeten objecten die gelegd zijn op de nekken van de overwonnenen, als een teken dat betekenissen zullen veranderen. Woorden, wetten en ideeen zullen veranderen. Dit is waarom de Heere is gekomen.


Openbaring staat gelijk aan naakt in ballingschap gaan, en dit is in Yechezqel de opslagplaats van MAYIM, voetenzweet. Yechezqel kwam tot de naakte ballingen, GOWLAH, van TELABIB, wat de geprezen opslagplaats van de vloed, van MAYIM, betekent, aan de brandende oer-rivier KEBAR (CHEBAR) van vermenigvuldiging, van het vele, om groot te maken (Aram.: NHAR, NAHRA, rivier van vuur). Aan deze rivier kreeg Yechezqel zijn openbaringen, als een beeld van het naakt worden en onder de voet geplaatst te worden. Hij bleef afgezonderd daar, als een woesteling. God maakte van hem een TSAPHAH, een spion, in de onderwereld-gevangenis van YISRAEL.


Er is veel lawaai van de MAYIM, het voetenzweet, het zesde zegel, REUWBEN. Het is het lawaai van een kamp, een siege in het Aramees (belegering). In NAPHTALI 2 : 1 wordt NAPHTALIY (Yechezqel) opgeroepen om een dienstknecht te worden (AMAD) aan de heilige voeten van Moeder God, zodat Zij tot hem spreekt (DABAR). AMAD is dus de sleutel tot het profetische woord, DABAR. In vers 2 komt PNEUMA, JUDAH in hem, de heilige duisternis in het Aramees, honger, als tegengesteld aan het materiele, en geheel binnen het profetische visioen.


Het voetenzweet is de geperste druiven, het zaad, de vrucht van het oordeel, en het oordeel zelf, want het oordeel brengt oordeel voort. Dit zaad was altijd de stam REUWBEN waardoor in Genesis alles gemaakt werd.


Door PNEUMA-JUDAH komt SHAMA die gevoelig maakt voor de stem van Moeder God, en maakt dat hij daaraan gehoorzaamt, als 'horen en gehoorzamen'. SHAMA is de profetische leidraad die het Woord (DABAR) omzet in acties, als de kracht tot gehoorzamen. DABAR bestaat uit de geboden, waarschuwingen, bedreigingen, liederen en beloftes. NAPHTALIY wordt aangesproken als zoon van het rode volk (de tucht, het Oud-Amerikaanse, Indiaanse volk). Hij werd gezonden tot BAYITH, een gevangenis in de onderwereld, een stal, een bijenkorf, de opslagplaats van de onderwereld (de lever). Hij ontvangt een certificaat van scheiding, met zuchten en liederen daarop. God maakt hem heter en sterker dan de siege tegen hem, de bindingen.


Hij krijgt DABAR, het Goddelijke Woord, in de vallei (BIQAH).

YAD (het teken, het 'mannelijke' orgaan) begint te spreken, DABAR voortbrengende.


Hij moet zich opsluiten in zijn gevangenis in de onderwereld (BAYITH).


Daar zullen ze een gladiator van hem maken (ACAR).

Aram.: SR, gordels omdoen als een wapenrusting, gordels aan de lendenen, heupen, tot voorbereiding van de militaire dienst, verleid worden.


Dan volgt de scalpering.


God haalt het volk neer door de scalpering, de honger en de koorts.

Door het teken, YAD.


Deuteronomium 33


24 Van Aser zeide hij: Gezegend zij Aser onder de zonen; hij zij bemind bij zijn broeders, en hij dope zijn voet in vee-vet.


Ook ASER is de voet en de wortels van de schepping, contact makend met het zaad. Zoals ASER de rib was, was ASER ook de voet, de wortel, dat wat contact maakt met de aarde, de onderwereld. Korinte was gestolen uit ASER. Korinte is het tweede boek van ASER. II Korinte is het derde boek van ASER. Het zaad is in de diepte een oorlogszaad en een jachtszaad. Dit vloeide door de mens heen in het paradijs. Dit vloeide door ASER.


ASER – Yirmeyah

ASER II – I Korinthe

ASER III – II Korinthe


De Levieten moeten tot ASER komen, tot Korinthe, de boog. Korinthe gaat over het loon van pneuma, de wapenen. Dit zijn de wortels. Maar in Korinthe, in het tweede boek van ASER, hoofstuk 13 gaat het over de liefde, een hogere weg. De liefde is maar een gedeeltelijke vertaling. Het is de moederschoot in het Hebreeuws. Wanneer er staat : God is liefde, staat er eigenlijk : God is de moederschoot. Wij moeten komen tot de moederschoot, komen tot Efeze, anders hebben wapenen geen enkele zin. Efeze is het tweede boek van NAPHTALIY.


De druiven persen is een zegel wat de jacht verborgen houdt. In SAPPIL wordt die jacht hersteld. In SAPPIL wordt het zegel van de wijnpers verbroken. De Bijbel is een verzameling van valse troonboeken, een vals boek des levens.

In SAPPIL worden wij toegerust tot de jacht. Door de eeuwige jacht zullen wij het witte paard bemachtigen.

Dit is de belofte van de stam REUWBEN, het goddelijke zaad, MAYIM, het voetenzweet. Zij van de stam REUWBEN laten zien wat er gebeurt als de wijnpers is verbroken : zij zijn hen die hun prooi en vijand onder hun voeten vertrappen. Zij zijn jagers.

Het zegel van de wijnpers is een groot zegel. Het houdt de eeuwige jacht verborgen. De wijnpers is het eerste zegel, het witte paard, Gath, de geboorteplaats van Goliath. De geest van Goliath, de geest van 66, maakte een valse SAPPIL, een valse test-steen, de 66-bijbel. Hiermee misleidde hij de aarde. Hij rees een witte troon op. Wij moeten komen tot deze troon van licht, en het overwinnen. Wij moeten het eerste zegel verbreken. Zij hebben een vals boek des levens opgericht, de vier evangelieen, waaraan zij alles toetsen. Vier is het getal van ARBA, de slavenleider van de kinderen van de halsketen, de ANAQIETEN, in het land Hebron. Dit is in de oude grondteksten het getal van de vrouw op het beest, van de fokkerij. Goliath smeedde dit onheilige verbond van Vier om de geest van ARBA weer tot leven te wekken. Hij selecteerde vier evangelieen als het boek des levens, door vele andere gnostische evangelieen weg te kappen. Zo kapte hij de sleutel van kennis weg, en verloor het zijn betekenis, zodat mensen het letterlijk namen. Mensen verloren zo de context, het dubbele zicht, en alles ging zijn eigen leven leiden.

Vier is het getal van een reuzen-opperhoofd, de grootste der Anaqieten.

Als wij de vier overwinnen, dan komen wij tot Ya'akob. In de grondtekst was Yaakob een slaaf met vier meesteressen. Ook 'Heere' is in het Aramees 'meesteres'. Het wapen is de meesteres over de man, zodat het wapen de man leidt in de oorlog, niet andersom.

In het Orions is suiker 'Jes', en is verbonden aan luiheid en strategie-loosheid, als een product voor spijbelaars, zij die zich niet hebben onderworpen aan heilige slavernij. Ook het Engelse 'Yes', het positieve bevestigings-woord komt van het Orionse woord voor suiker, 'Jes'. Jesus is Orionse suiker om de mens te verlammen en tot een suiker-slaaf te maken, zoals we zagen. Dit is de tragische betekenis van het woordje Jezus. 'Us' heeft te maken met 'produkt', met handel. Zo wilde de illuminati een valse vagina oprichten. Deze maakten ze van suiker, om zo een misleidend produkt te hebben, om de mens af te leiden van de ware moederschoot. Dit produkt noemden ze de MTR, MATER, de moeder, mother, wat netjes door de JES-US werd afgedekt. Dit gevaarlijk speelgoed heeft dus een dubbele bodem.

De oorlog tegen deze 'candymen', snoepmannen, suikermannen, is nog maar net begonnen. Deze snoepmannen zijn opgesteld in Gor. We zagen dat de Nakers oorspronkelijk tentakel-kwallen waren. Zij stellen de valse vagina voor, voor een valse schepping. Zij kunnen ook komen in de vorm van octopus, mosselen, oesters en zeeslakken. Ook zijn zij verantwoordelijk voor de hele sex-industrie. Zij bieden zich aan als slaven, als snoepgoed, maar zullen hem die toegrijpt langzaam in de dieptes trekken om hem helemaal over te nemen. Het is de illusie van controle. Vaak zijn vrouwen in de sex-industrie de underdog. Zij worden geexploiteerd als dieren, en staan vaak gebonden afgebeeld met 'gags' in hun monden, zodat ze niet kunnen spreken, om zo totaal te dienen voor de bevrediging van de man. Dit is een grote valstrik. Wel is dit een grote ontmaskering.

Hierin dient JOM bestreden te worden, JE-SUS. De weg naar de ware moederschoot moet hierin vrijgemaakt worden, maar de moeder, de ATA, is niet goedkoop. Suiker dooft alles uit : de jacht en de oorlog. Suiker verziekt, maar wordt door zieke mensen 'lekker' genoemd, een 'lust-object'. Lust of Gnosis ? Dat is de vraag. Zalig zijn hen die de Gnosis als hun lust hebben.

Petrus verloochende de CHASMA, de moederschoot, drie maal. Daarom is deze binnen de illuminati ook zo'n grote god, waar alle christelijke wegen toe leiden, tot de PATER, de Petrus, de Vader en valse vagina. Suiker is een valse leegheid, een valse verlamming, als een nabootsing van de ware vagina. Zij maakt vele slaven en gevangenen, op prison planeet aarde. Zij kleedt de slaven netjes aan en gaat er dan mee aan de haal. Dit is waar de stropdas voor staat. Het is een leash, een riem. Zij worden voortgetrokken door de MTR, en door JOM, de vernietiging tegemoet. Alleen zij die ontwaken tot de gnosis zullen hieraan ontkomen. Suiker is een boze slaap, die de hersenen aantast en in lage vibraties houdt. Het houdt de mens in onderbewustzijn ten onder, zodat zij nooit tot de hogere bewustzijnen ontwaken. Het biedt de mens valse kennis aan, om deze slaap te versterken. Daarom is zintuigelijke informatie gevaarlijk. Wij worden dagelijks aangevallen door de vele advertenties overal om ons heen. Er is een oorlog gaande. Onze hersenen worden behekst en in bedwang gehouden. Wij mogen niet ontsnappen. Wij moeten alleen maar dieper getrokken worden in de valse vagina, tot een valse wedergeboorte.

Ja, suiker is een groot kwaad. Het programmeert en bijt waar het nodig is. Het is een slavenmeester, maar in diepte bespot het de heilige slavernij. Het is een grote bandeloosheid en tuchteloosheid, om de mens klaar te stomen tot het ontvangen van SEPTUS, de Heilige Geest, die dus helemaal niet zo heilig is. In de sex industrie kreunt en joelt men van tuchteloosheid, om dan aan de valse tucht onderworpen te worden, de tucht van de stad, SM. Weer moeten hier vrouwen veelal het onderspit in delven. Zij zijn er vaak het slechtste aan toe. Zij worden van het oerwoud afgehouden. In GOR leren vrouwen te vluchten tot het oerwoud, als panters of taluna's. In SM voert zwart vaak de boventoon, terwijl in GOR en VAR meer de natuurlijke kleuren. Donkere kleuren zijn belangrijk om de duisternis uit te beelden, maar teveel zwart kan op spijbelen gaan lijken, en dat is vaak wat in de SM-wereld gebeurt. Het is een industrie die de mens in de stad wil houden, als een slaaf. Mannen staan veelal boven vrouwen. Weer zijn dit uitbeeldingen van de valse vagina.

BDSM is een valstrik, het mist verhaal, het mist gnosis, en wil alles afdekken, terwijl er bevrijding is in GOR. Daar moet de oorlog gevoerd worden, om zo te komen tot VAR. Dit is symbolisch. Een man staat niet boven een vrouw, en een vrouw niet boven een man. Zij zijn gelijkwaardig, maar van binnen heeft iedereen een man en een vrouw, als symbolen. De man moet terugkeren tot de moederschoot om een ontmoeting met de moeder te hebben, om zo weer kind te worden. Dit gebeurt binnenin. Onder de hoede van de moeder kan de man opgroeien, maar zal altijd kind blijven, haar kind. Waar dit niet gebeurt vindt vernietiging plaats, en corruptie. Wij staan nog maar aan het begin.

BDSM is het tuchtsysteem van de stad, om de tuchteloosheid te benadrukken. GOR nodigt uit om te vluchten tot het oerwoud, de rimboe in. Hierin moet suiker verslagen worden. Suiker verlamd en is een vals alarm. Het brengt ook valse schaamte. Schaamte is een soldaat die niet wil dat jij je wapens oppakt om hem te bestrijden. Schaamte is een gevangenis, en één van de grootste vijanden die verslagen moet worden. Schaamte is een sociaal implantaat, die jou verantwoording doet afleggen aan de sociale omgeving. Dit wordt allemaal ontwikkeld door BDSM, door de suiker-hoer. Het is een grote industrie waarin veelal de vrouwen er niet goed op komen te staan. Vrouwen denken dat ze zo moeten zijn, dat ze dan voor vol worden aangezien, en kunnen vaak niet eens protesteren. Zij moeten geemancipeerd worden. Zij moeten onderwezen worden, ingelicht. Veel vrouwen raken verstrikt in BDSM, en eindigen als een sex-slaaf van een man, zonder enige hoop op verbetering, en denken dat het zo hoort, dat de natuur (stad) leert dat de man superieur is aan de vrouw. Zo leiden zij een lam en flets leven. Met lagen make-up en cosmetische gif-producten verkankeren ze zichzelf, denkende dat ze er mooier op komen te staan. Ze hongeren zichzelf uit, en denken dat ze nog steeds te dik zijn, terwijl de man zich heerlijk volvreet, omdat hij denkt dat hij aan de top van de voedselketen staat. De man moet minder worden, de vrouw moet meer worden. Zo is dit symbolisch ingesteld, en zo gaat dat ook gebeuren als VAR tot de aarde komt. De man zal weer kind worden, en de vrouw zal weer moeder worden. Deze dingen zullen binnenin gebeuren.

De suiker-gigant moet verslagen worden, want die houdt iedereen in verwarring. Suiker is een sterke kracht. JES-US wordt aanbeden. Deze leidt tot de drie-voudige verloochening van de CHASMA, als een drie-eenheid. Dit zijn killer-clowns. Zij hebben hun circus opgericht. Jezus vraagt : 'Laat de kinderen tot mij komen,' om ze tot de bronnen van de veroudering te leiden. Dit is een hele tragische passage. Suiker-clownen leiden tot de veroudering. Suiker vermoordt het kind. De valse vagina komt als een suiker-octopus over de aarde, en stelt zich overal op, op alle hoeken van de straten, in de vorm van witte hoeren. En mensen denken dat het natuurlijk is. Ze beseffen niet waar zo'n ritje hen naartoe zal leiden. Ze steken hun ding in de clowns-machine, en worden dan periodiek afgetapt en getransformeerd. Enkele reis Orion.

Een man zal over de zuivere nederigheid moeten beschikken alvorens tot een vrouw te naderen, maar dat begint in hemzelf.

De strijd tegen suiker is nog maar net begonnen. Met grote golven komt het de aarde binnen. Klaar om slaven te maken, of liever gezegd : bandelozen, want ware slavernij is ver te zoeken. Het rijk van de vijand is ongeorganiseerd, chaotisch, en is reeds aan het vallen vanwege gebrek aan slavernij. Het zijn spijbelaars, die de kern-waardes van het eeuwig leven hebben verworpen, en nu als blinde piloten een zelfmoord-commando uitvoeren. Ze kunnen niet anders : Ze storten neer !

Het is een tragische film. We kunnen ernaar kijken, en zien hoe dit afloopt. Er valt niet veel aan te doen, maar wij moeten onszelf toewijden aan de bron, of meegaan in deze grote val en vernietiging. Het zijn dingen die moeten gebeuren. Deze halve gekken zullen met hun kermis en circus het raam uit vallen. Sommigen springen er zelfs uit als halve idioten. Alles zal in vuur vergaan. Suiker heeft zijn monsterlijke gezicht laten zien, en probeert in woede nog zoveel mogelijk mee te sleuren als het kan. Maar ware woede, de grote woede, kent hij niet. Suiker heeft zichzelf verlamd, en ligt alreeds verdoofd. Kijk maar eens naar deze octopus, dit exemplaar. Het ligt al in een aquarium, gevangen door hen van de gnosis, ter onderzoek. Kom niet te dichtbij vanwege de straling. Gelukkig staat er al een hek, en daar moet je ook achter blijven. Dit ding komt in het museum. De grote god van suiker is gevallen, maar nog steeds woedt er een grote oorlog. Dit ding kan namelijk heel wat veroorzaken. Wij zijn allemaal door deze straling verziekt. Het heeft grote macht in de hersenen !

Blijf daarom even heel stil en rustig, en laat de ATA het verder ontmaskeren.



Suiker-piloten,

Het spel van de groten,

Het kleine hebben ze veracht,

Ze maakten de moeder verdacht,

Zij hebben veel onschuldig bloed vergoten,

Maar de oorlog kennen ze niet,

Ze drijven liever een handel van verdriet,

Grote poppen in een winkel,

Grote poppen aan het aanrecht,

Ze bedrijven handel in boeken,

Maar spijbelaars zijn het,

Grote spijbelaars die niet zien hoe klein ze zijn,

Die niet zien hoe ver ze van de waarheid verwijderd zijn,

Ze zijn blind op hen schepen,

Suiker-schepen zullen vergaan



De suiker-stad is een groot kwaad. De suiker-goden staan opgericht, het is een groot gesticht.



Laten wij blij zijn dat de suiker-stad is gevallen,

Laten we blij zijn dat de suiker-stad is uitgeraasd,

Want ontmaskerd ligt het aan onze voeten,

Maar stap niet in deze kwal,

Berg het op in een zak,

En werp het in de kelder,

Misschien dat er nog wat van gemaakt kan worden,

Wanneer wij ontwaken,

En alles anders zal smaken,

Braad deze vis,

Braad dit stuk gemis,

Als een groot delicatesse,

Zij was eens jouw minaresse,

Jouw meesteresse,

Maar nu niet meer,

Oh, raakt haar niet meer,

Zuig aan dit stuk drop niet meer,

Maar braadt deze kip,

Het is volbracht,

Het rode heeft ons hier gebracht,

Zo ver konden we uit onszelf niet komen,

Uitgeraasd is zij



Symbolisch gezien is MAYIM, het matriarchische voetenzweet voor de schepping, geweldenaren, het oordeel over hen die onderworpen waren onder de matriarchische voeten, oftewel aan CHASMA (waar Christus uit voort kwam om dit af te dekken). Suiker was de vijand uitgezonden tegen dit matriarchische voetensap van de onderwereld. De voet is in het Aramees het symbool van de voedingsbron, omdat het de mens met de aarde verbindt. Suiker wil dit contact verbreken. Suiker is jaloers op deze voedingsbron. Wij leven op een valse afspiegeling hiervan, genaamd de aarde. MAYIM leidt terug tot de CHASMA. MAYIM is een bloedvergieter. Wij kunnen suiker alleen overwinnen door veel bloedvergiet.

In het geschrift 'Terug Naar De Grondtekst III' staat over de MAYIM geschreven :

De Mayim – Ruiters en Paarden van God


Ik heb het al wel eens eerder gezegd : Een ware Jood, iemand die van jongs af aan in de Hebreeuwse cultuur is opgegroeid en diepte-studie heeft gedaan in woordbetekenis lacht zich slap om al die domme vertalingen van hoge heertjes die van toeten noch blazen weten. Dat de huidige bijbelvertalingen dichte deuren zijn die velen in geestelijke problemen brengen is ook allang bekend. De schepping is grotendeels voortgekomen vanuit ‘mayim’ wat een mengsel is van bloed, sappen, urine, uitwerpselen, voetenzweet, en zaad, en wat dus absoluut niet vanwege kerkelijke etiquette domweg in ‘wateren’ vertaald mag worden. Zoals ik al zei : Het scheppingsverhaal zoals het ons wordt opgediend klopt niet. Er worden grote bronnen voor ons achtergehouden, voortkomende vanuit kerkelijke woordverkiezingen. Belangrijke zenuwen en aderen van het Woord van God werden door deze vertalingen afgekapt. Daarom waren het dus ook geen vertalingen maar godslasterlijke verkiezingen, oftewel : verminkingen. De Bijbelvertaling was een bijeenkomst waarin hoge geesten dobbelden om de erfenis van Christus, als een laaghartige veiling. Nadat ‘mayim’ werd gescheiden werd het gebruikt om ook de aarde, de grond, te verdelen en te bevochtigen en te bevruchten. De grond is de ‘adamah’ wat letterlijk betekent ‘rode aarde’, ‘bloedende aarde’, oftewel ‘slagveld’. Ook betekent adamah ‘gebonden man’, soms gewijd aan het huwelijk. God, en ook ‘engelen’ in de grondtekst schiepen de mens vanuit de ‘aphar’ wat gemakshalve met ‘stof’ werd vertaald wat op de adamah lag, maar het was veel meer. Aphar is vuilnis, uitwerpselen. Hieruit kwam de mens, de ‘adam’ voort. Adam betekent letterlijk : ‘de bloedende’, ‘de wrede’, en werd vervuld met ‘nshamah’ wat gemakshalve ‘adem’ werd genoemd, maar letterlijk ‘woede’ betekent. Ook betekent het : ‘goddelijke inspiratie’. ‘Nshamah’ betekent ook : dier. De mens kwam tot leven, chay, wat letterlijk ‘wildheid’ en ‘leger’ is, doordat ‘nshamah’ in ‘aph’ werd gegoten. ‘Aph’ is de zetel van passie in de mens. Letterlijk : gramschap en wraak. Het is de voortbrenger van de snelle adem, in opwinding en extase (soms ook dronkenschap). In het kader van de grondtekst zien we dus Adam neergezet worden als een oorlogsmachine. En de roep gaat uit : ‘Onderwerpt deze aarde.’ God was blijkbaar nog niet klaar, en wilde Adam gebruiken in het transformatie-proces. Dit is ook wat de grondtekst leert. De grondtekst leert dat het paradijs in eerste instantie een arena was. Er moest een strijd uitgevochten worden. Tot dit doel kreeg de mens dus ‘chay’, wat ook ‘lust tot verscheuren’ en ‘honger’ betekende.

In de grondtekst wordt duidelijk, na woord-onderzoek dat de bomen van het paradijs verband houden met het juk en het kruis, als martelaarschap. Zij brengen vruchten voort die ten eerste hallucinaties opwekken, en ten tweede is hun aanblik al visioenen opwekkend. De hele context van het paradijs was dat het een opzetting was van een oorlog, en daartoe een bijbehorend kamp. Het gaat om het bereiden van een maaltijd, om de consumptie, om zo het werk van God te voleindigen. Velen hebben een te eenzijdig beeld van de schepping, en raken zo op allerlei gebied in de problemen, mentaal en emotioneel. In de grondtekst wordt de creatie beschreven als het afkappen en omkappen van zowel hemel als aarde, en daaruit voort kwamen de scheppingsdagen (yohm), die dus tijdperken waren om de herschepping tot zijn doel te brengen. De aarde met al haar torenhoge demonische bolwerken moest onder handen genomen worden. We krijgen dus in de grondtekst een veel masochistischer beeld te zien van de schepping. Er werd veel bloed vergoten. Niks en niemand werd gespaard. Wij leven vaak in een groot ego van : ‘Wij wensen niet pijn gedaan te worden.’ Daarvoor trekken we dan allerlei blikken vol cliches en iconen voor open. ‘Wij wensen niet vernederd te worden.’ En zo worden wij tegenstanders van het kruis, en verhogen wij onszelf. Het ware scheppingsverhaal in de grondtekst is iets anders wat onze kinderbijbels ons vertellen. Het is een oorlogsverklaring en een doodsvonnis aan het adres van ons ego en onze hoogmoed. Wie een volgeling van Christus is stelt zijn leven op als een offer, en laat zich tuchtigen. Wij moeten volbloed volgelingen van Christus worden en geen halfbloed.

Ook is er zoveel geluk in de schepping te zien. God en zijn engelen gaven ‘priy’, vruchtbaarheid en beloningen, die voortkwamen vanuit de bomen als geschenken. Dit zijn dan de vruchten van het kruis. We zien in de grondtekst niet simpel ‘God’ aan het werk, maar ook zijn engelen en het goddelijk rechtssysteem. Er is in die nieuwe schepping geen plaats voor oneerlijkheid en corruptie. God sprak : Laat er ‘owr’ zijn. Wat betekent : Laat het ‘verlicht’ worden. En : ‘Laat er geluk zijn’. Dit was de vrucht van de dood, sheol. De ware glimlach kan alleen maar voortkomen vanuit het sterven en het lijden. De dood trok daar rond als een geheim. Maar God scheidde het af, en maakte iets nieuw. God noemde de owr ‘yohm’, letterlijk ‘warmte’ of ‘zomer’ (tijdperk). En de duisternis en dood (choshek), ook wel geheimenis, noemde Hij de ‘layil’, de somberheid, depressie, het lijden en het gevecht, letterlijk : de middernacht. Ook betekent dit woord in zijn wortels : ‘draaiende trap’, ‘trappenhuis’ : ladder (luwl).

God had ‘Mayim’ oftewel het vuile mengsel veel macht gegeven om hemel en aarde te herscheppen en nieuwe scheppingen voort te laten komen. In de grondtekst van de schepping wordt ‘mayim’ ook beschreven als een karavaan van paarden en ruiters. Zij hebben scheppingsmacht, en dit gaat zowel door oorlog als door handel, en zij zijn dus te herleiden tot de oorspronkelijke treders van Gods Wijnpers.


De Maqohm – Merkteken van de Mayim


Al met al komen we voor vele raadselen te staan en nieuwe ontdekkingen wanneer de grondtekst open en bloot op tafel wordt gelegd. De grondtekst zal ware profetie bevestigen en valse profetie ontmaskeren en ontkrachten. Er zal een nieuw licht geschenen worden op het Woord van God, en oude patronen zullen afgebroken worden. In de grondtekst komen we het paradijs tegen als niets anders dan een herschepping van de dood, sheol. We zien de vrucht van de dood, waar alle ellende goed voor is geweest, en God zag telkens weer dat het goed was. Ook moeten we beseffen dat de toestand van het paradijs een hele andere was dan de wereld van vandaag. Er was mayim onder het uitspansel en boven het uitspansel, dus de paradijselijke aarde was onder een bedekking. De aarde was min of meer in een cocon. Deze bedekking zal aan het einde der tijden weer terugkomen, wanneer het uitspansel in een haren zak verandert in de letterlijke Griekse grondtekst. Golgotha was Kranion in de Griekse grondtekst, wat ‘plaats van haar’ betekent. De mayim onder het uitspansel verzamelt zich tot een spot, een geconcentreerde plek, genaamd ‘maqohm’, wat ook in het lichaam kan plaatsvinden, in geest en ziel, waarna het een vaste substantie voortbrengt, yabbashah, als een gedachte, een visioen, of een dichtere en sterkere substantie. De maqohm is het scheppingsteken van God, het merkteken van de mayim. In de grondtekst wordt dit ook beschreven als een toren. Ook wordt het beschreven als een kunstig bindwerk. Mayim is als een opspringende vloed die ook weer kan gaan liggen, en is zo ook gebonden aan het paradijselijk getij. Ook laat de grondtekst zo zien dat de aarde is voortgekomen uit een draaikolk van mayim. En een accuratere beschrijving van die aarde is de wildernis.”


In deel I van deze serie staat :


Mayim – Sleutel tot het Paradijs


Toen de nette heren van vertaling de oude hebreeuwse grondteksten onder handen namen moesten ze zeker gedacht hebben bij het woordje ‘mayim’ wat ‘urine’ en ‘water van de voeten’ (ja, zweet) betekent : laten we dat maar niet letterlijk vertalen, want dat past niet en dat kunnen we niet maken, laten we het maar gewoon ‘wateren’ noemen. En zo ging er een stuk scheppingsgeschiedenis verloren. Ja, want dat kun je keurige kerkmensen natuurlijk niet onder de neus schuiven, dat de schepping is voortgekomen vanuit uitwerpselen en voetenzweet. Verder betekent ‘mayim’ ook geweld en geleidend spul, en daarom in Gods Handen goed bruikbaar om de hele vijfde scheppingsdag daaruit voort te laten komen, de vijfde ‘yowm’, een tijdperk dus, geen letterlijke dag. Mayim werd in de handen van God gebruikt om de uitwassen van het gevallen engelenrijk en van andere gevallen schepselen weer teniet te doen, oftewel om te zetten. Mayim was het resultaat van een werkende voetbank die de nieuwe aarde was. Bomen schoten op die de eerste rijken waren (Ezech. 31). De eerste mens mocht met die allen omgaan, behalve met Assur. Toch was er ook een boom des levens, een middelpunt. De boom van kennis (Assur) was de boom van de gnosis. Nu is er niets mis met gnosis (kennis), maar belangrijker is de ‘rhema’, het gesproken woord, oftewel profetie, of het krupto manna (verborgen manna). De boom des levens vertegenwoordigde het profetische ras. Het is natuurlijk niet genoeg om op een typisch pinkstergemeente-achtige manier de ‘doop in de geest’ te ontvangen. Vervuld met de geest wil nog niet zeggen dat je geinspireerd leeft, maar hoogstens geilumineerd. Geinspireerd leef je als je de dunamis hebt ontvangen met de gaven van profetie, de ‘rhema’. Dit zijn ook de tongen van vuur, de sprekende God. De boom des levens was de heilige boom, de palmboom, oftewel de ‘tamar’, wat ‘de erecte’ betekent. Mayim is een geweldenaar die dus niet lieflijke zachte wateren voorstelt, maar de stromen van bloed. Dan hebben we een veel beter idee van wat het paradijs is : een oorlog. Hieruit voort kwam de boom des levens (chay/zoe), van profetische strategie. Het is de boom van rhema of ‘naba’ (profetie), het profetische wereldrijk. Maar de eerste mens koos voor het Assyrische wereldrijk, en kwam uiteindelijk in de handen van het Babylonische wereldrijk. ‘Mayim’ was er al voor de (her)schepping, als het zaad van de schepping, het overblijfsel van de ‘tehohm’ (prehistorie). Mayim is het framewerk van de gehele schepping. God maakte scheiding, en creeerde het gewelf. Mayim was vanaf het begin bedekt door de Ruach, de Geest (adem), omdat het nogal wild spul was, zelfs gevaarlijk. Zodra wij ‘Ruach’ leren kennen, komt ‘Mayim’ vrij om ons te enten op de boom des levens, als de ingang tot het profetische wereldrijk. Je zou bijna kunnen zeggen dat Mayim de slang is van de Boom des Levens, bewakende en bewarende de ware vrucht des levens.

Mayim is een mysterie, hangende aan de boom des levens, wat in het hebreeuws verwijst naar het kruis en de martelaar. Ook is het een rijk. Mayim vertegenwoordigt het primitieve en paradijselijke beginsel van Christus, het zaad van het kruis, als bron van al het leven.”


Ook de zondvloed was MAYIM, om de nephilim en de 'dochters der mensen', oftewel de 'nakers', het 'slangenras', te vernietigen.


In de Bijbel was HAGAR degene die ISMAEL, haar zoon, voedde met MAYIM, met het matriarchische voetensap, waar ook de geschriften van VAR over spreken dat dit oorspronkelijk met jongetjes gebeurde. Niet alleen de borsten waren voedingsbronnen, maar ook de voeten :


Genesis 21


17 En God hoorde de stem van de jongen, en de Engel Gods riep van de hemel tot Hagar en zeide tot haar: Wat deert u, Hagar? Vrees niet, want God heeft naar de stem van de jongen gehoord, daar waar hij is. 18 Sta op, neem de jongen op, en houd hem vast met uw hand, want Ik zal hem tot een groot volk stellen. 19 Toen opende God haar ogen, en zij zag een MAYIM-put, put van voetensap ; zij ging de zak met MAYIM, voetensap, vullen en liet de jongen drinken. 20 En God was met de jongen en hij groeide op; hij ging in de woestijn wonen en werd een boogschutter.


Rebekka werd als aartsmoeder gekozen puur op de basis van het voeden van MAYIM :


Genesis 24


14 Laat het nu zo zijn, dat het meisje, tot wie ik zeg: Neig toch uw kruik, opdat ik drinke, en dat zegt: Drink, en ook uw kamelen zal ik drenken, – dat Gij haar hebt bestemd voor uw knecht Isaak; dan zal ik daaraan weten, dat Gij genade bewezen hebt aan mijn heer.


43 zie, ik sta bij de MAYIM-bron; laat het nu zo zijn dat de maagd, die naar buiten komt om te putten en die, als ik tot haar zeg: Geef mij toch een weinig MAYIM te drinken uit uw kruik, tot mij zal zeggen: 44 Drink zelf, en ook voor uw kamelen zal ik putten, dat zij de vrouw zal zijn, die de HERE voor de zoon van mijn heer bestemd heeft. 45 Ik had dit nog nauwelijks bij mijzelf gezegd, of zie, Rebekka kwam naar buiten met haar kruik op haar schouder, en zij daalde af naar de bron, en putte. En ik zeide tot haar: Geef mij toch te drinken. 46 Toen liet zij snel haar kruik neerglijden en zij zeide: Drink, en ook uw kamelen zal ik drenken. Toen dronk ik, en ook de kamelen drenkte zij. 47 Daarop vroeg ik haar en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Betuël, de zoon van Nachor, die Milka hem gebaard heeft. Toen deed ik de ring aan haar neus, en de armbanden aan haar handen. 48 Ik boog mijn knieën en wierp mij neder voor de HERE, en ik prees de HERE, de God van mijn heer Abraham, die mij op de rechte weg geleid had om de dochter van de broeder van mijn heer voor zijn zoon te nemen.


Kamelen betekent in de Hebreeuwse worteltekst : een kind grootbrengen, een loon-systeem, wat dan het tegenovergestelde van genade is. Op deze manier werd de MAYIM dus toegediend. Suiker daarentegen heeft met bedrieglijke genade te maken. Kameel heeft in de wortels te maken met 'betalen', als een beloning of een bestraffing. Het heeft te maken met de tucht, wat hier dus verbonden is aan de MAYIM. Rebekkah, RIBQAH betekent 'ensnarer' in de grondtekst, oftewel valstrik, wat ook weer een beeld van de vagina is. Zij is de voedster, de heilige misleidster, die de tucht terugbrengt.


HAGAR betekent 'vlucht', wat ook weer duidt op de vlucht van de panter-vrouwen tot de oerwouden, om lost te breken van de stadse banden van slavernij tot de man in de boeken van GOR.


Daarna zien we dat Isaak na zijn ontmoeting met REBEKKA, de brengster van MAYIM, zelf ook putten van MAYIM slaat, zoals in de dagen van Abraham, want die waren door de Filistijnen gedoofd. De knechten van Isaak vinden eindelijk een bron van 'chay mayim', 'honger mayim', wat een verhongerende werking heeft, een verzwakkende werking. Dit was ook wat MAYIM oorspronkelijk was.


Genesis 26


18 En Isaak groef de waterputten, die men gegraven had in de dagen van zijn vader Abraham, en die de Filistijnen na Abrahams dood hadden dichtgestopt, weer op, en noemde ze met dezelfde namen, waarmee zijn vader ze genoemd had. 19 Daarna groeven de knechten van Isaak in het dal en vonden daar een put met levend, verhongerend MAYIM, CHAY MAYIM.


De bron van levend MAYIM is natuurlijk de CHASMA. In het oorspronkelijke Aramese NT is Christus de bron van CHAY MAYIM. Zij die dit niet weten zijn nog steeds verbonden aan Christus als de bron van suiker-water. DE CHASMA hongert uit, terwijl de CHRISTUS vet mest. De CHASMA leidt tot MAYIM, terwijl CHRISTUS tot suiker leidt.


Over Isaak werd gezegd :


14 En hij had kudden kleinvee en runderen en een talrijke slavenstoet, zodat de Filistijnen hem benijdden.


20 Toen twistten de herders van Gerar met de herders van Isaak en zeiden: Dit MAYIM is van ons. En hij gaf aan die put de naam Esek, omdat zij met hem getwist hadden.


De MAYIM wekt dus oorlog op, vechtslust. MAYIM bereidt voor op de arena. ESEK is in de wortels ook geweld, onderdrukking, misleiden, exploitatie.


21 Toen zij een andere put groeven, twistten zij ook daarover. En hij noemde die Sitna.


Sitna is beschulding, schuld, en in de wortels is het verwerping, afwijzing.


22 Toen brak hij vandaar op en groef een andere put, waarover zij niet twistten. Deze noemde hij RACHAB, en zeide: Nu heeft de HERE ons ruimte gemaakt, zodat wij vruchtbaar kunnen zijn in het land.


Rachab is opvoeden, opgroeien, en slavenmarkt.


32 Te dien dage kwamen de knechten van Isaak hem bericht brengen over een put die zij gegraven hadden, en zeiden tot hem: Wij hebben MAYIM gevonden. 33 En hij noemde hem Seba; daarom is de naam der stad Berseba tot op de huidige dag.


Seba betekent een eed, wat 'zeven' betekent in de wortels, als een eed die gezworen werd door zeven offers te brengen. Dit is verbonden aan de rituele slachtplaats, waar zulke eden werden gezworen.


Exodus 2


10 En toen het kind groot geworden was, bracht zij het naar de dochter van Farao; en hij werd door haar als zoon aangenomen, en zij noemde hem Mozes, want, zeide zij: ik heb hem uit MAYIM getrokken.


Ook Mozes, de Wet, komt voort uit de MAYIM.


Mozes, symbool van de Wet, werd gebruikt om de plaag te brengen die 'MAYIM in bloed' zou veranderen, want MAYIM is in diepte 'het bloed van de vijand'. Dit komt ook weer terug in Openbaring. MAYIM laat dan de kern zien : bloed.


Exodus 40


7 Gij zult het wasvat tussen de tent der samenkomst en het altaar zetten en er MAYIM in doen.


MAYIM had een plaats in de tempel. Ook sloeg Mozes MAYIM uit de rots, als een teken dat MAYIM uit de rots, Petrus, zou stromen, wanneer Petrus door het oordeel geslagen zou worden. Petrus was de tuchteloze, want hij wilde niet dat Jezus aan het kruis zou gaan, en hij wilde er zelf ook niet aan, en daarom verloochende hij de CHASMA, de bron van tucht, drie keer. De Wet van Mozes zou tegen Petrus komen.


Psalm 1 zegt : 'want hij is als een boom, geplant aan rivieren van mayim, die zijn vrucht geeft op zijn tijd.' Boom is galg in het Hebreeuws, of een ander soort martel-werktuig (discipline). MAYIM waaraan hij geplant wordt, erectie in het Aramees, om kinderen af te leveren, ook : te verkopen. Onder de discipline moet hij dus zelf discipline geven, als in de Davidische overwinning. Ook deze kinderen zijn goddelijke producten die 'doorverkocht' moeten worden. Dit gebeurt allemaal in de goddelijke handel, die werkt door hele esoterische goddelijke principes. Ook aan het eind van Openbaring komt dit weer terug. Deze rivieren van MAYIM komen dus voort uit de bronnen van Isaak.


Psalm 114


7 Gij aarde, beef voor het aangezicht des HEREN,

voor het aangezicht van de God Jakobs,

8 die de rots veranderde in een (staande) mayim-plas,

de keisteen in een mayim-bron (fontein, oog, mentale en metafysische kwaliteiten).


Hier zien we dus weer het oordeel over Petrus, de rots, die in MAYIM verandert zal worden.


Leviticus 1


13 De ingewanden en onderschenkels zal hij met MAYIM wassen en de priester zal alles brengen en het in rook doen opgaan op het altaar; het is een brandoffer, een vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de HERE.


De vijandelijke prooi zal eerst vertrapt moeten worden, geschopt door voeten, om het voor te bereiden op de slacht. Dit is waar MAYIM in diepte voor staat. De prooi wordt binnen een kring van jagers gesleurd of gedragen, en dan begint het was-ritueel door MAYIM, wat dus in wezen ook neerkomt op trappen, schoppen en vertrappen, waarin MAYIM wordt aangebracht voor het oordeel. Zij wrijven dus met hun voeten over het dier om MAYIM in te brengen. Deze rituelen kunnen heel lang duren. Dit is waarom vandaag de dag voetbal zo populair is, omdat het deze rituelen verbergt. Het is een strategie van de prooi zelf, om de slager af te leiden.


Jeremia 47


2 Zo zegt de HERE: Zie, MAYIM komt opzetten uit het Noorden en wordt tot een overstromende beek; ja, zij overstromen het land met al wat zich erop bevindt, de stad met inwoners en al, zodat de mensen schreeuwen en al de bewoners van het land huilen, 3 op het geluid van het stampen van de hoeven zijner paarden, het ratelen zijner wagens, het gedreun zijner wielen. De vaders zien niet om naar de kinderen, 4 zó zijn hun handen verslapt op de dag die komt om al de Filistijnen te verdelgen, om voor Tyrus en Sidon elke nog overgebleven helper uit te roeien; want de HERE verdelgt de Filistijnen, de rest van het eiland Kaftor.


Hier zien we dat MAYIM leidt tot huilen en verzwakking.


Dit is ook waar KANA voor staat : MAYIM verandert in wijn, bloed, oftewel het oordeel.


Johannes 3


5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit MAYIM en pneuma (gnosis), kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan.


1 Johannes 5


6 Dit is die gekomen is door MAYIM en bloed, CHASMA, niet slechts met MAYIM, maar met het MAYIM en met het bloed. En de pneuma, GNOSIS, is het, die getuigt, omdat de GNOSIS de waarheid is.


8 En drie zijn er, die getuigen op de aarde: de GNOSIS en het MAYIM en het bloed, en de drie zijn tot één.


Openbaring 21


6 Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het MAYIM van de honger om niet.



Hoofdstuk 9. De Vier MAYIM Bronnen Van Isaak


We zagen dat we van bloedsgenade tot bloedsloon moeten gaan. Wij moeten klaar komen met de maskers, zoals het christendom en Gor. Als wij niet klaarkomen met deze maskers, dan zullen deze maskers ons verslinden.


Martha was degene die maar rondrende om de Chasma, de moederschoot te behagen, en de moederschoot sprak dat zij niet het beste deel had gekozen. Lazarus lag met de Chasma als een kind in de worteltekst van Johannes 12. Maria betekent ongehoorzaamheid en rebellie in de grondtekst en worteltekst. De ongehoorzame, de rebellie, de afgeweken man, stort zich neer aan de voeten van de Chasma om deze met kostbare olie te zalven, wat in de grondtekst myron is, wat komt van marar, bitterheid en woede. In de grondtekst en worteltekst van dit gebeuren (Johannes 12 en Lukas 7) wordt de man dus weer een kind in de moederschoot als een wedergeboorte, en ligt aan de voeten van de ATA, de moeder, waar hij huilt en zijn woede uit. Dit ter voorbereiding op de arena, wat we ook weer terugzien in Rebekka, in wiens moederschoot haar kinderen Jakob en Ezau vochten. Rebekka was in het OT een beeld van de bron van MAYIM, het voetensap, de poort tot de onderwereld, zoals we zagen. De man wordt dus onder de voet van de vrouw geplaatst, om zo tot wedergeboorte te komen, en deel te hebben aan de oorlog.


Dit komt ook weer terug in de gelijkenis van Ruth waarin Ruth aan de voeten van Boaz in slaap viel. Boaz is ook de naam van één van de pilaren van het voorste gedeelte van de tempel van Salomo, de tempel van de moeder, als beeld van de moederschoot. Ruth betekent 'lust tot kennis, gnosis' in de worteltekst. In het Aramees is dit vallen van Ruth het vallen in de oorlog, als een beeld van de man die in de amazone oorlog valt aan de voeten van de vrouwelijke krijger, om zo door haar ingewijd te worden tot de gnosis. Ook heeft dit in het Aramees een sexuele betekenis, wat ook weer in de Hebreeuwse worteltekst terugkomt, waar Ruth 'sexuele intimiteit' betekent als een beeld van het verlangen naar de gnosis. In het Hebreeuws betekent het neerliggen van Ruth ook sexualiteit en de dood.


David voerde oorlog tegen koning Hadadezer van Zobah en nam de steden van Tibbath in. Hij nam de gouden schilden naar Jeruzalem, maar nam ook veel brons mee, waarvan later de Boaz-pilaar werd gemaakt. Tibbath betekent slachten, slager, slachtplaats, als een heenwijzing naar de DUKKA, de rituele slachtplaats. Boaz was gemaakt van het brons van Tibbath, als een poort-onderdeel van de moederschoot waar Ruth als een beeld van de lust naar de gnosis door getroffen werd. In het NT wordt dit beeld met schuld beladen, om zo verder onderworpen en veroordeeld te worden door de Chasma, om zo in Lazarus tot een kind te worden. Geboorte door de chasma, door de Duizen, is het doel.


Deze kinderen worden opgevoed door het CHAY MAYIM, het verhongerende sap. Deze verhongering is belangrijk. We zagen dat de verhongering leidt tot bepaalde zwellingen, namelijk die van de paradijselijke genitalien die door het lichaam verspreid waren om doorgang te geven aan de gnosis, en dit zal gebeuren door hongerspasme en honger-hyperventilatie, om zo nieuwe signalen in het lichaam te geven, nieuwe programmaties, als tegengesteld aan de voorspoeds-programmaties van Toronto en Jom. Deze spasmes van de honger zullen pezen en lichaamsdelen laten samentrekken, onbeheerst, onwillekeurig, tot slavernij. Het leidt tot pezigheid, tot vechtslust, om zo in de arena neergezet te worden. Dit gebeurt door de CHAY MAYIM. Verder in de diepte van de wortel van Ruth betekent het 'zuigeling', 'grazen', 'zuigen' (ra'ah), waarin weer de voet als een voedingsbron is. Ruth is het beeld van de mannelijke zuigeling, de zuigende, de grazer. Het hongerspasme zal dan afrekenen met de suikergod van Toronto, en alle gekte die daarmee verbonden is.


De voetwassing heeft hiermee te maken. In het originele Aramese NT gaat het om de wassing in MAYIM. De Chasma, de moederschoot, wast de voeten van de kinderen in het Grieks, mathetes, zij die opgevoed worden in kennis, gnosis. Ook dit wassen zelf heeft in het Grieks de betekenis 'het worden als kinderen, een vorm van onschuld.' De moedervoeten overweldigen de kindervoeten hier, en is ook weer een beeld van de MAYIM-wassingen van het offerdier in het OT (Joh. 13 – Lev. 1). Contact met de voet is contact hebben met het oordeel, met de tucht. In de hersenen liggen de zenuwen voor de voet dicht tegen de zenuwen voor de genitalien aan. Zij die in de eindtijd de plaats van de voet niet begrijpen, en zich niet aan de voet van de moeder hebben onderworpen, zullen door dezelfde voeten vertrapt worden en de vernietiging tegemoet gaan, want er is geen leven buiten deze voeten om.


We zagen vier MAYIM bronnen geopend worden in de Isaak-gelijkenis :

  1. ESEK - geweld, onderdrukking, misleiden, exploitatie (arena)

  2. SITNA – beschuldiging, schuld, verwerping, afwijzing

  3. RACHAB - opvoeden, opgroeien, slavenmarkt

  4. SEBA - eed, zeven, verbonden aan de rituele slachtplaats (TIBBATH, BOAZ, DUKKA)

Aan deze bronnen werden Jakob en Esau onderworpen. SEBA was belangrijk in de Ruth-gelijkenis, omdat het geboorte gaf. Dit werd verder uitgewerkt in Lazarus, die door een soort zombificatie-proces heenging door de Chasma, de Duizen, en zo weer tot een kind werd.



Job 6

15 Mijn broeders zijn onbetrouwbaar als een beek,

als de waterloop van beken die wegvloeien;

16 die troebel zijn van het ijs,

terwijl de sneeuw erin wegsmelt;

17 ten tijde dat zij gaan afnemen, verdwijnen zij geheel;

wanneer het heet wordt, drogen zij uit in hun bedding.

18 De paden van hun loop kronkelen zich,

zij gaan heen in de wildernis en raken verloren.

19 De slaven-karavanen van Tema zien ernaar uit,

de slaven-karavanen van Seba hebben hun hoop erop gevestigd.


De ongehoorzame mannen (Maria) worden opgewacht door de slaven-karavanen van TEMA. TEMA is de negende zoon van Ismael. Ismael werd door zijn moeder, HAGAR, gevoed met MAYIM. TEMA betekent wildernis. Zo worden de ongehoorzame mannen slaaf van MAYIM. Ook zijn er dus de slavenkaravanen van SEBA die ongehoorzame mannen tot slaaf maken. Job rekent hemzelf als ongehoorzaam. Weer hebben we hier te maken met spel-schuld, cryptische schuld. SEBA is dus de vierde MAYIM-bron van Isaak. De schuld wordt onderworpen aan de voet.


Ook komt het telkens weer terug dat de vijand tot een voetbank wordt gemaakt, tot voetslaven, in de bijbel, één van de machtigste voorouderlijke orakels van gestolen en verdraaide gnosis. Ook Job zag zichzelf als een vijand van de moeder.


19 De slaven-karavanen van Tema zien ernaar uit,

de slaven-karavanen van Seba hebben hun hoop erop gevestigd.


Hoop is hier in het Hebreeuws : vastbinden, sterkte.

De slaven-karavanen van SEBA zijn in het Hebreeuws : doodgaan en leven, als in een zombificatie-proces.


De karavanen van TEMA zijn in het Aramees : sexualiteit, menstruatie, wat dus op een grotendeels vrouwelijke stam duidt die mannelijke slaven drijven (vgl. amazones).


De heerseres van SEBA kwam eens tot koning Salomo om zijn kennis en wijsheid (gnosis) te testen.


I Koningen 10


10 Zij gaf de koning honderd twintig talenten goud, zeer veel specerijen en edelgesteente; zulke specerij, als de koningin van Seba aan koning Salomo gaf, is er nooit meer aangekomen.


Weer is dit een beeld van de uiting van MAYIM, de vierde bron van Isaak. Honderd twintig is het getal van het oordeel over de nephilim en de 'dochters der mensen', de nakers (nagas), in Genesis 6, oftewel het getal van de zondvloed. 'Zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.'


De SEBA bron van MAYIM is dus het grote geheim van de zondvloed. Dit is de vierde bron van Isaak, verbonden aan de Boaz-pilaar en de Ruth gelijkenis. Dit staat voor het getal zeven, wat ook het getal van oordeel is, en telkens weer terugkomt in Openbaring. Het is verbonden aan de rituele slachtplaats.


Nadat SEBA Salomo loonde met het getal honderdtwintig had Salomo een jaarlijkse goudoogst van zeshonderd zessenzestig talenten, het getal van het beest.


14 Het gewicht van het goud dat in één jaar voor Salomo binnenkwam, bedroeg zeshonderd zesenzestig talenten goud.


Van dit goud maakte hij schilden, en met dit goud bekleedde hij de grote ivoren troon, oftewel de grote witte troon van Openbaring, van het laatste oordeel. Dit is dus nauw verbonden aan het getal van het beest, aan het merkteken. Het is een beeld van de opkomst van de vechtslaven. Dit gebeurt dus allemaal door SEBA, de bron van 666, de vierde MAYIM-bron van Isaak. Het is een bron van geboorte door de Chasma, de Duizen. Geboorte en slachten zijn dus nauw aan elkaar verbonden. Door de slacht komt er een nieuwe geboorte.


In Exodus 24 openbaart de moeder haarzelf :


10 En zij zagen de God van Israël en het was alsof onder haar voeten een plaveisel lag van saffier, als de hemel zelf in klaarheid.


De moeder heeft het saffier onderworpen aan haar voeten. Zij heeft het saffier tot haar voetenbank gemaakt. Het saffier (SAPPIL in het Aramees) is de schuilplaats van T-Hor-us Ryan, waar hij troont. Saffier staat voor veren, als een kippenslachterij. Het is de opslagplaats van de gnosis. De BEHEMAH, de voor-paradijselijke wilden, droegen zulke hoofdtooien.


Veren betekent : strijd, oorlog in de Hebreeuwse grondtekst. Veren zijn in Indiaanse mythologie opslagplaatsen van gnosis. In het Aramees als BRA staan ze gelijk aan mannelijke geslachtsorganen. Veren waren ook vruchtbaarheids-symbolen van scalpering en besnijdenis. In het Aramees als SARA zijn veren ook beschreven als 'haar' of 'scalpen'. Scalpen verbergen de Moeder-demoon gnosis, zowel in positieve zin als negatieve zin, uitgaande van de Griekse filosofie dat een 'demoon' oorspronkelijk de personificatie is van de gnosis, dus dat kan een goede demoon zijn of een kako-demoon, een slechte demoon.


In het boek Genesis komt SARA als het Hebreeuwse ZARA, en ZERA voor in de derde scheppingsdag, waarin in de grondtekst de kinderen worden geschapen.


ZARA betekent ook scheiding. SARA, ZERA, ZARA staat voor het kinder ras, zij van de eeuwige jeugd, en voor de scheiding. Zij zetten Isaak en Ismael tegen elkaar op, zoals Rebekka dat deed met Jakob en Ezau. Ook Golgotha heeft deze betekenis, als plaats van haar en scalpen.


In Openbaring 1 zien we de verdere verschijning van de Chasma :


15 en haar voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en haar stem (melodie) was als een geluid van vele bronnen van MAYIM (Aramees).


Voeten waren van brons, vergelijk met BOAZ. De voeten zijn SEBA, de vierde bron van Isaak. Zij staan op het saffier, hebben het saffier overwonnen en onderworpen.


Ezechiel 34


15 Ik zelf zal mijn schapen weiden, Ik zelf zal ze doen neerliggen, luidt het woord van de Here HERE; 16 de verlorene zal Ik zoeken en de afgedwaalde terughalen; de gewonde zal Ik verbinden en de zieke versterken, maar de vette en krachtige zal Ik verdelgen. Ik zal ze weiden zoals het behoort.


17 En gij, mijn schapen, zo zegt de Here HERE, zie, Ik zal rechtspreken tussen het ene schaap en het andere, tussen de rammen en de bokken. 18 Is het u niet genoeg, dat gij de beste weide afweidt en de rest van de weiden met uw hoeven vertreedt; dat gij het helderste water drinkt en wat overblijft met uw hoeven vertroebelt? 19 Moeten mijn schapen dan afweiden wat uw hoeven hebben vertreden en drinken wat uw hoeven hebben vertroebeld?

20 Daarom, zo zegt de Here HERE tegen hen: Zie, Ik ga zélf rechtspreken tussen de vette en de magere schapen; 21 omdat gij al wat zwak is, met flank en schouder wegdringt en met de horens stoot totdat gij ze naar buiten gedreven hebt, 22 zal Ik mijn schapen verlossen, opdat zij niet langer tot een prooi zijn; Ik zal rechtspreken tussen het ene schaap en het andere. 23 Dan zal Ik één herder over hen aanstellen, die hen weiden zal: mijn knecht David. Die zal hen weiden, die zal hun herder zijn. 24 Ik, de HERE, zal hun tot een God zijn, en mijn knecht David zal vorst wezen in hun midden. Ik, de HERE, heb het gesproken.


David is ook een beeld van de voeten van de moeder, als het oordeel. David is nauwverbonden aan SEBA. Ook zien we in deze passage dat er een valse mayim is, waar de moeder mee zal afrekenen. Het terugkomen van de Chasma op de olijfberg, waarop haar voeten zullen staan (Zach. 14 : 4), als een beeld van olie, de woede waarmee de gevallen ongehoorzame haar voeten zou zalven. Deze voeten komen dus voor de oprichting van een arena. Deze voeten brengen oorlog, zoals David oorlog bracht.


8 Dan zullen te dien dage CHAY MAYIM uit Jeruzalem vlieten, de helft daarvan naar de oostelijke en de helft naar de westelijke zee; in de zomer zowel als in de winter zal dat geschieden.


Er zal dus een uitstorting van MAYIM komen, met honger.


12 Dan zal dit de plaag zijn, waarmee de HERE alle volken zal treffen, die tegen Jeruzalem zijn uitgerukt: Hij zal ieders vlees, terwijl hij nog op zijn voeten staat, doen wegteren, en ieders ogen zullen wegteren in hun kassen, en ieders tong zal wegteren in zijn mond. 13 Ja, te dien dage zal er onder hen een grote, door de HERE bewerkte, ontsteltenis wezen, en ieder zal de hand van een ander grijpen, en ieders hand zal zich tegen die van een ander verheffen.


Dit komt ook weer terug in Openbaring als de vier ruiters. Oorlog en honger zal komen, en de man zal onderworpen zijn aan de voeten van de Chasma. Alle knie zal buigen en elke tong zal belijden.


SEBA is een beeld van David, van de voeten van Chasma, die de slaven trekt tot ESEK, de arena.